In deze verordening wordt verstaan onder:

beheersverordening:

de beheersverordening Borger Dorp;

gemeentelijk bouwarchief:

het geheel van bij de gemeente in beheer zijnde documenten over de bouw- en gebruiksrechten van gronden en opstallen binnen het grondgebied van de gemeente;

verordeningsgebied:

de geometrisch bepaalde planobjecten, zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1681.01BV0010-VG01 met bijbehorende regels en bijlage.

Op de gronden die deel uitmaken van het verordeningsgebied wordt het beheer van het bestaande gebruik, waaronder mede bouwen is begrepen, bepaald door toepassing van:

- de voorschriften van het bestemmingsplan Borger Dorp met uitzondering van:

- artikel 3.5 voor zover betrekking hebbende op de volgende twee zinnen: Gelet op het uitganspunt tot behoud en herstel van de ruimtelijke en functionele karakteristiek is nieuwbouw van woningen, behoudens vervanging of uitbereiding van woonpanden, slechts mogelijk binnen de op de plankaart als ‘nieuwbouwlocatie’ aangeduide gronden. Daarnaast zijn locaties voor het realiseren van woningen aangegeven, waarvoor een wijzigingsbevoegdheid van Burgemeester en Wethouders (ex artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) van toepassing is, als bedoeld in artikel 4 lid 8 en artikel 5 lid 12;

- artikel 3.6;

- artikel 4, lid 2a onder 3, artikel 4, lid 8, artikel 5, lid 3c, voor zover betrekking hebbende op het perceel Marslandenweg 4;

- artikel 5, lid 12.

- de voorschriften behorende bij het facet-bestemmingsplan Uniforme regeling aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen, gemeente Borger-Odoorn, vastgesteld door de gemeenteraad op 27 januari 2005 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 15 mei 2005;

- de plankaart van het bestemmingsplan Borger Dorp.

Artikel 3.3 Overgangsrecht bouwwerken

Artikel 3.3.1

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.

Artikel 3.3.2

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 3.3.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 3.3.1 met maximaal 10%.

Artikel 3.3.3

Artikel 3.3.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerking treding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 3.4 Overgangsrecht gebruik

Artikel 3.4.1

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

Artikel 3.4.2

Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in artikel 3.4.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met die verordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

Artikel 3.4.3

Indien het gebruik, bedoeld in artikel 3.4.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Deze regels worden aangehaald als: Regels van de beheersverordening Borger Dorp, gemeente Borger-Odoorn.