KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden
Artikel 5 Bedrijf
Artikel 6 Detailhandel
Artikel 7 Groen
Artikel 8 Groen – Opgaand
Artikel 9 Horeca
Artikel 10 Maatschappelijk
Artikel 11 Natuur
Artikel 12 Recreatie – Verblijfsrecreatie 1
Artikel 13 Recreatie – Verblijfsrecreatie 2
Artikel 14 Sport
Artikel 15 Verkeer - Verblijf
Artikel 16 Wonen
Artikel 17 Woongebied
Artikel 18 Waarde – Archeologie 1, 2 En 3
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 19 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 20 Algemene Gebruiksregels
Artikel 21 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 22 Algemene Ontheffingsregels
Artikel 23 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 24 Overgangsrecht
Artikel 25 Slotregel

Bestemmingsplan Drouwen

Bestemmingsplan - Borger-Odoorn

Vastgesteld op 20-05-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

a. het plan:

het bestemmingsplan Drouwen van de gemeente Borger-Odoorn;

b. bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1681.06BP0001-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen;

c. aan- of uitbouw:

een onderdeel van een hoofdgebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

d. aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

e. aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

f. aan een woning gebonden beroep of bedrijf:

het uitoefenen van een beroep of het verlenen van diensten op juridisch, medisch, therapeutisch, administratief, kunstzinnig of daaraan verwant gebied, als ondergeschikt onderdeel in een woning, waarbij de woonfunctie centraal staat.

Commerciële dienstverlening als bankfilialen, uitzendbureaus, makelaardij en reisbureaus, alsmede detailhandel en horeca worden niet begrepen onder een aan een woning gebonden beroep of bedrijf;

g. agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door het houden van dieren;

h. bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

i. bestaande:

    1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning;

    2. het onder 1 bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening, of een ontheffing als bedoeld in artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro);

j. bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

k. bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

l. bijgebouw:

een vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

m. bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

n. bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

o. bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

p. bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

q. bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

r. bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

s. detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

t. dienst-/bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

u. geluidszoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in het bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

v. gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

w. grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;

x. hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel in bouwkundig opzicht door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;

y. horeca:

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatige logies wordt verstrekt, hieronder niet begrepen discotheken en dancings;

z. horeca, categorie II:

horeca, die wat betreft de exploitatievormen behoren bij en ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie van een bestemming, zoals een kantine;

aa. horeca, categorie III:

horeca, waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die ter plaatse worden geconsumeerd: restaurant, bistro, poffertjeszaak, pannenkoekenhuis, hotel-restaurant, pension;

bb. kampeermiddel:

een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde; een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 oktober;

cc. mobiele verblijfsrecreatie:

het genieten van recreatief verblijf, waarbij wordt overnacht in een kampeermiddel, waarvan het ruimtegebruik van voorbijgaande aard is. Onder ruimtegebruik van voorbijgaande aard wordt verstaan het innemen van een (stand)plaats op hetzelfde terrein voor niet langer dan het zomerseizoen;

dd. peil:

peil gebouw: de hoogte van de afgewerkte vloer ter plaatse van de hoofdtoegang;

peil ander bouwwerk: de hoogte ter plaatse van het gemiddelde afgewerkte terrein;

ee. pension:

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en in relatie daarmee dranken en/of etenswaren ter plaatse worden verstrekt;

ff. permanente bewoning:

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;

gg. permanente verblijfsrecreatie:

het genieten van recreatief verblijf, waarbij wordt overnacht in een kampeermiddel, waarvan het gebruik van permanente aard is. Onder ruimtegebruik van permanente aard wordt verstaan het innemen van een (stand)plaats op hetzelfde terrein langer dan het zomerseizoen;

hh. risicovolle inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

ii. seksinrichting:

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

jj. verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter:

het houden van een kampeerterrein van kleinschalige omvang waarop kampeermiddelen kunnen worden geplaatst;

kk. woning:

een complex van ruimten in een gebouw, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één persoon of meerdere personen of een gezin;

ll. zomerseizoen:

de periode tussen 15 maart en 31 oktober.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  1. de dakhelling:
    langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

  1. de goothoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

  1. de inhoud van een bouwwerk:
    tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

  1. de bouwhoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

  1. de oppervlakte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatste van het bouwwerk;

  1. perceelgrensafstand:
    de afstand van de perceelgrens tot het zijgevelvlak van een gebouw, daaronder niet begrepen bouwonderdelen voorzover deze minder dan 50 cm buiten het zijgevelvlak uitsteken en mits bedoeld onderdeel geen grotere lengte verkrijgt dan een derde van de lengte van de zijgevel van het hoofdgebouw, gemeten daar waar de afstand het kleinst is.

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en toegangsportalen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de buitenzijde van de gevel niet meer dan 1,5 m bedraagt.

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen worden wolfseinden niet meegerekend.

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen wordt de afstand gemeten als kortste afstand tussen de buitengevels van de hoofdgebouwen en/of (bedrijfs)woningen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;

b. de instandhouding van de aanwezige landschappelijke waarde in de vorm van openheid;

c. openbare nutsvoorzieningen;

d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

e. landbouw- en kavelontsluitingswegen.

3.2 Bouwregels

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. gebouwen, mestopslagen en sleufsilo's mogen slechts worden gebouwd binnen de bouwvlakken;

2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 4,5 m en 9 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn;

3. per bedrijf mag niet meer dan één bedrijfswoning worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

3.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gebouwen;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

- natuur en landschap:

de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 15 en/of Bedrijf, met inachtneming van het bepaalde in 5, met dien verstande dat ten hoogste twee afzonderlijke wooneenheden in het hoofdgebouw mogen worden gerealiseerd, met dien verstande dat:

- bij de maatvoering zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de bestaande hoofdvorm;

- er naar wordt gestreefd dat landschappelijk verstorende bebouwing wordt afgebroken.

Daarnaast gelden de volgende afwegingscriteria:

- Karakteristiek:

Naarmate een boerderij met een eigen bouwstijl en een duidelijke relatie tussen vorm, functie en situatie meer kenmerkend is voor het esdorpenlandschap of een bepaalde tijd, is het minder aanvaardbaar als door verbouw of ander gebruik afbreuk wordt gedaan aan typische kenmerken.

- Verkeer:

De functiewijziging dient geen nadelige invloed te hebben op de omgeving, waarbij bijvoorbeeld wordt gekeken naar de aspecten stof, geur en geluid. Hierbij is de milieuwetgeving toetsingskader.

- Landschap:

Om een negatieve uitstraling op de omgeving te voorkomen, dient het onbebouwde erf niet te worden gebruikt voor opslag van goederen en materialen en/of voor het stallen van voertuigen en/of machines.

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘agrarisch met waarden’ aangegeven gronden zijn bestemd voor:

a. de bedrijfsmatige bewerking en/of beweiding van cultuurgrond;

b. de opbouw, het behoud en herstel van de aan de gronden eigen landschappelijke en natuurlijke waarden in de vorm van esgronden.

4.2 Bouwregels

a. Voor deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken maximaal 5,5 m bedraagt.

4.3 Aanlegvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a. het ophogen of afgraven van gronden;

b. het beplanten van gronden met bomen en andere opgaande houtige gewassen.

4.4 Uitzondering aanlegvergunning

Het gestelde in lid 4.3 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn in verband met de gebruikelijke onderhoudswerkzaamheden, dan wel van ondergeschikte aard zijn.

4.5 Toetsing aanlegvergunning

De aanlegvergunning moet worden geweigerd, indien door het verlenen van de vergunning onevenredige afbreuk zou worden gedaan aan de in lid 1 genoemde waarden van de gronden.

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. bedrijven, voorzover deze zijn genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijven als bedoeld in de brochure 'Bedrijven en Milieuzonering';

en tevens voor:

b. de op het moment van de eerste tervisielegging bestaande bedrijvigheid;

c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

d. openbare nutsvoorzieningen.

In de bestemming zijn niet begrepen:

- geluidzoneringsplichtige inrichtingen;

- risicovolle inrichtingen;

- detailhandel.

5.2 Bouwregels

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;

2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 4,5 m en 9 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn;

3. per bedrijf mag niet meer dan één bedrijfswoning worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

5.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gebouwen, het straatbeeld en het bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

- natuur en landschap;

ontheffing verlenen van het bepaalde in:

a. lid 5.1:

Wat betreft het toestaan van detailhandel die in directe relatie staan met de aanwezige bedrijfsvoering. De vloeroppervlakte aan detailhandel mag niet meer bedragen dan 50% van de bestaande bebouwing.

b. lid 5.1:

voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de milieucategorie 1 en 2, maar die wat betreft geur, stof, geluid en gevaar daarmee kunnen worden gelijk gesteld en tevens voor bedrijven genoemd in de naast hogere milieucategorie 3.1 en bedrijven die niet zijn genoemd in deze categorie, maar die wat betreft geen, stof, geluid en gevaar daarmee kunnen worden gelijk gesteld.

Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘detailhandel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. kunstambachtelijke bedrijven;

b. museale voorzieningen;

c. detailhandel, die in directe relatie staat tot het onder a en b genoemde bedrijven;

d. verkeers- en bedrijfsvoorzieningen;

e. openbare nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;

2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 4,5 m en 9 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn;

3. per bedrijf mag niet meer dan één bedrijfswoning worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. groenvoorzieningen;

b. openbare nutsvoorzieningen.

7.2 Bouwregels

a. Voor deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 2 m bedraagt.

Artikel 8 Groen – Opgaand

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘groen – opgaand’ aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen in de vorm van opgaande beplanting.

8.2 Bouwregels

a. Voor deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 2 m bedraagt.

Artikel 9 Horeca

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. pension, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van horeca – pension’;

b. parkeervoorzieningen;

c. groenvoorzieningen;

d. openbare nutsvoorzieningen.

9.2 Bouwregels

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;

2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 4,5 m en 9 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn;

3. per bedrijf mag niet meer dan één bedrijfswoning worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. educatieve, sociaal-culturele en sociaal-medische doeleinden en kinderopvang;

b. fiets- en voetpaden en parkeervoorzieningen;

c. groenvoorzieningen;

d. openbare nutsvoorzieningen.

10.2 Bouwregels

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

2. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 4,5 m en 9 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor natuurgebied in de vorm van behoud en herstel van aan de gronden eigen landschappelijke en natuurlijke waarden.

11.2 Bouwregels

a. Voor deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 2 m bedraagt.

11.3 Aanlegvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

a. het rooien van bomen en andere opgaande houtige gewassen;

b. het beplanten van gronden met bomen en andere opgaande houtige gewassen.

11.4 Uitzondering aanlegvergunning

Het gestelde in lid 11.3, is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn in verband met de gebruikelijke onderhoudswerkzaamheden, dan wel van ondergeschikte aard zijn.

11.5 Toetsing aanlegvergunning

De aanlegvergunning moet worden geweigerd, indien door het verlenen van de vergunning onevenredige afbreuk zou worden gedaan aan de in lid 1 genoemde waarden van de gronden.

Artikel 12 Recreatie – Verblijfsrecreatie 1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘recreatie - verblijfsrecreatie 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. kampeerhuis met daarin ondergebracht horeca, categorie II annex kegelcentrum, receptie, verblijfsruimte voor gasten en dienstwoning;

b. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van mobiele en permanente verblijfsrecreatie;

c. groenvoorzieningen, daaronder afschermende beplanting begrepen;

d. openbare nutsvoorzieningen;

e. verkeers- en verblijfsvoorzieningen.

12.2 Bouwregels

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

2. per bedrijf mag niet meer dan één bedrijfswoning worden gebouwd;

3. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen bedragen niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 10 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn;

4. de bebouwde oppervlakte van een kampeermiddel ten behoeve van permanente verblijfsrecreatie bedraagt ten hoogste 50 m².

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

12.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gebouwen;

- het straat- en bebouwingsbeeld,

de bestemming wijzigen in die zin dat een tweede bedrijfswoning wordt gebouwd, indien de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond.

Artikel 13 Recreatie – Verblijfsrecreatie 2

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘recreatie – verblijfsrecreatie 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van mobiele verblijfsrecreatie tot een maximum aantal van 120;

b. centrale recreatieve voorzieningen in de vorm van gebouwen ten behoeve van beheer en één gebouw ten behoeve van groepsaccommodatie, en horeca categorie III;

c. groenvoorzieningen, daaronder afschermende beplanting begrepen;

d. openbare nutsvoorzieningen;

e. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

f. sport- en speelvoorzieningen.

13.2 Bouwregels

a. voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen;

2. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogste 3,5 m en 9 m;

3. op de gronden is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan.

b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de gebouwen ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. sport- en speelvoorzieningen;

b. groenvoorzieningen;

c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

d. openbare nutsvoorzieningen.

14.2 Bouwregels

a. Voor deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

Artikel 15 Verkeer - Verblijf

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘verkeer – verblijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wegen met een functie voor de ontsluiting van aanliggende gronden, met daarbij inbegrepen voet- en fietspaden, bermen, bushaltes en dergelijke;

b. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

c. groenvoorzieningen;

d. openbare nutsvoorzieningen;

e. hoofdwatergangen.

Het aantal rijstroken bedraagt ten hoogste twee.

15.2 Bouwregels

a. Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen;

b. groen- en speelvoorzieningen en waterpartijen;

c. open ruimte, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – open ruimte’;

d. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’.

16.2 Bouwregels

a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

1. de woningen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;

2 de woningen worden vrijstaand gebouwd;

3. de maximale bouwdiepte van de woningen bedraagt 15 m, dan wel de bestaande bouwdiepte indien deze meer bedraagt; voor het perceel Borgerderweg 3 geldt een bouwdiepte van 25 m;

4. de goot- en bouwhoogte van de woningen bedragen niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 9 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn; voor het pand Borgerderweg 3 geldt een bouwhoogte van 9,5 m;

5. de dakhelling van de woningen bedraagt ten minste 35°;

6. de afstand van de zijgevels van de woningen, niet zijnde de aangebouwde zijgevels of geschakelde zijden van de woningen, tot de zijdelingse grens van het bouwperceel bedraagt ten minste 3 m, dan wel de bestaande afwijkende maat;

7. uitbreiding van het aantal woningen is niet toegestaan met uitzondering van het gebied, ter plaatse voorzien van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen-nieuwbouwlocatie’.

b. Aan- en/of uitbouwen dienen aan de onder a genoemde regels zoals die gelden ten aanzien van hoofdgebouwen te voldoen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en/of uitbouwen niet meer mag bedragen dan 25% van de oppervlakte van het hoofdgebouw, dan wel, indien zij niet voldoen aan de bouwregels van het hoofdgebouw, aan het gestelde onder c (regeling bijgebouwen).

c. Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en/of uitbouwen bij hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

1. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen, inclusief de oppervlakte van aan- en uitbouwen die niet voldoen aan de situeringseisen van de hoofdgebouwen, bedraagt niet meer dan 60 m², met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; voor het pand Borgerderweg 3 geldt een oppervlaktemaat van 100 m²;

2. de afstand tot de zijdelingse grens van een bouwperceel dient ten minste 1 m te bedragen, tenzij op de grens van het bouwperceel wordt gebouwd;

3. ingeval zowel een goot- als bouwhoogte wordt toegepast, bedragen de hoogtematen ten hoogste respectievelijk 3 m en 6 m, mits wat betreft de bouwhoogte een verschil van 25% ten opzichte van het hoofdgebouw in acht wordt genomen; bij het toepassen van uitsluitend een bouwhoogte bedraagt de hoogtemaat ten hoogste 3 m;

4. de aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel of het verlengde ervan van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

d. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat de inhoud niet meer bedraagt dan 50 m³.

e. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

16.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gebouwen;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

- natuur en landschap;

ontheffing verlenen van het bepaalde in:

a. lid 16.1 en lid 16.2, sub c, onder 1:

voor een aan een woning gebonden beroep of bedrijf tot een bebouwde oppervlakte van maximaal 75 m². Hierbij dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:

1. de woonfunctie van de woning dient in overwegende mate te worden gehandhaafd;

2. er mogen geen verkeersaantrekkende activiteiten ontstaan, waardoor extra verkeersmaatregelen nodig zouden zijn;

3. detailhandel is uitsluitend aanvaardbaar, voorzover dit in rechtstreekse relatie staat tot het aan de woning gebonden beroep of bedrijf;

4. het parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;

b. lid 16.2, sub a, onder 5:

voor een platte afdekking tot maximaal 25% van de oppervlakte van een hoofdgebouw

c. lid 16.2, sub c, onder 1:

voor een vergroting van de oppervlakte van bijgebouwen, aan- en/of uitbouwen bij hoofdgebouwen tot een maximum oppervlakte van 75 m², indien een medische indicatie dit noodzakelijk maakt;

d. lid 16.2, sub c, onder 1:

tot een gezamenlijke bebouwde oppervlakte van aan- en/of bijgebouwen tot niet meer dan 100 m2, met dien verstande dat:

- de bebouwde oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50% van de bebouwde oppervlakte van het hoofdgebouw;

- niet meer dan een derde gedeelte in het bouwperceel wordt bebouwd. De ontheffing is uitsluitend van toepassing op voormalige agrarische gebouwen, waarin een woning is ondergebracht.

e. lid 16.2, sub c, onder 4:

voor het oprichten van aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen voor de naar de weg gekeerde geveld of het verlengde ervan van een woning;

f. lid 16.2, sub c, onder 4:

voor het oprichten van aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen tot 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel of het verlengde ervan van een woning.

Artikel 17 Woongebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘woongebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. wonen;

b. verkeersdoeleinden in de vorm van buurtontsluitingswegen, fiets- en voetpaden, parkeervoorzieningen en bermen;

c. groen- en speelvoorzieningen en waterpartijen.

17.2 Bouwregels

a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

1. de woningen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;

2. uitbreiding van het aantal woningen is niet toegestaan;

3. de woningen worden vrijstaand en/of aaneen gebouwd;

4. de maximale bouwdiepte van de woningen bedraagt 15 m, dan wel de bestaande bouwdiepte indien deze meer bedraagt;

5. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 9 m, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze hoger zijn;

6. de dakhelling van de gebouwen bedraagt ten minste 35°;

7. de afstand van de zijgevels van de woningen, niet zijnde de aangebouwde zijgevels of geschakelde zijden van de woningen, tot de zijdelingse grens van het bouwperceel bedraagt ten minste 3 m, dan wel de bestaande afwijkende maat.

b. Aan- en/of uitbouwen dienen of aan de onder a genoemde regels zoals die gelden ten aanzien van hoofdgebouwen te voldoen, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en/of uitbouwen niet meer mag bedragen dan 25% van de oppervlakte van het hoofdgebouw, dan wel, indien zij niet voldoen aan de bouwregels van het hoofdgebouw, aan het gestelde onder c (regeling bijgebouwen).

c. Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en/of uitbouwen bij hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

1. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen, inclusief de oppervlakte van aan- en uitbouwen die niet voldoen aan de situeringseisen van de hoofdgebouwen, bedraagt niet meer dan 60 m², met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd;

2. de afstand tot de zijdelingse grens van een bouwperceel dient ten minste 1 m te bedragen, tenzij op de grens van het bouwperceel wordt gebouwd;

3. ingeval zowel een goot- als bouwhoogte wordt toegepast, bedragen de hoogtematen ten hoogste respectievelijk 3 m en 6 m, mits wat betreft de bouwhoogte een verschil van 25% ten opzichte van het hoofdgebouw in acht wordt genomen; bij het toepassen van uitsluitend een bouwhoogte, bedraagt de hoogtemaat ten hoogste 3 m;

4. de aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel of het verlengde ervan van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

d. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden geldt dat de inhoud niet meer bedraagt dan 50 m³.

e. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van de bouwwerken ten hoogste 8 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt.

17.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gebouwen;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

- natuur en landschap.

ontheffing verlenen van het bepaalde in:

a. lid 17.1 en lid 17.2, sub c, onder 1:

voor een aan een woning gebonden beroep of bedrijf tot een bebouwde oppervlakte van maximaal 75 m². Hierbij dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:

1. de woonfunctie van de woning dient in overwegende mate te worden gehandhaafd;

2. er mogen geen verkeersaantrekkende activiteiten ontstaan, waardoor extra verkeersmaatregelen nodig zouden zijn;

3. detailhandel is uitsluitend aanvaardbaar, voorzover dit in rechtstreekse relatie staat tot het aan de woning gebonden beroep of bedrijf;

4. het parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;

b. lid 17.2, sub a, onder 6:

voor een platte afdekking tot maximaal 25% van de oppervlakte van een hoofdgebouw;

c. lid 17.2, sub c, onder 1:

voor een vergroting van de oppervlakte van bijgebouwen, aan- en/of uitbouwen bij hoofdgebouwen tot een maximum oppervlakte van 75 m², indien een medische indicatie dit noodzakelijk maakt;

d. lid 17.2, sub c, onder 4:

voor het oprichten van aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen voor de naar de weg gekeerde gevel of het verlengde ervan van een woning;

e. lid 17.2, sub c, onder 4:

voor het oprichten van aan- en/of uitbouwen en bijgebouwen tot 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel of het verlengde ervan van een woning.

Artikel 18 Waarde – Archeologie 1, 2 En 3

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘waarde – archeologie 1, 2 en 3’ aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van archeologische waarden, voorzover:

a. de gronden een 'hoge archeologische waarde' hebben (zogenaamde AMK-terreinen); deze gronden zijn in het plan aangeduid als ‘waarde - archeologie 1’;

b. de gronden van archeologische betekenis (zogenaamde AMK-terreinen): deze gronden zijn in het plan aangeduid als ‘waarde archeologie 2’;

c. de gronden een 'hoge trefkans' of een 'middelhoge trefkans' hebben (zogenaamde IKAW-terreinen); deze gronden zijn in het plan aangeduid als ‘waarde-archeologie 3’.

18.2 Aanlegvergunning

a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders op de in lid 1 omschreven gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

- het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,3 m met een oppervlakte groter dan of gelijk aan 70 m², zoals afgraven, diepploegen, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanleg of rooien van bos of boomgaard, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleggen van drainage, aanbrengen en verwijderen van funderingen, met dien verstande dat de genoemde oppervlakteondergrens niet geldt voor de in lid 1, sub a en sub b genoemde gronden, dan wel zijn gelegen binnen een afstand van 50 m van de in lid 1, sub a en b genoemde gronden.

b. Voorzover de in lid 18.2, sub a genoemde werken en werkzaamheden, dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologische waarden, kan de vergunning worden verleend indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:

- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.

c. De aanlegvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat de aanvrager een (onderzoeks)rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld, met dien verstande dat geen archeologisch onderzoek is vereist wanneer door de deskundige, genoemd in lid 2, sub d, is aangegeven dat onderzoek niet noodzakelijk is.

d. Alvorens over de aanlegvergunning te beslissen, voeren burgemeester en wethouders overleg met de provinciaal archeoloog.

e. Het in lid 18.2, sub a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.

18.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 18.2, sub c in die zin dat geen archeologisch onderzoek is vereist voor het uitvoeren van grondbewerkingen met een oppervlakte van meer dan 100 m², doch niet meer dan 500 m² (uitsluitend in geval het een binnen het bestemmingsplangebied of bouwvlak aaneengesloten project betreft van ten hoogste 500 m², dat niet kan worden opgedeeld in deeluitwerkingen). De ontheffing geldt niet voor de in lid 1, sub a en b genoemde gronden, dan wel de gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 m van de in lid 1, sub a en b genoemde gronden.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 19 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 20 Algemene Gebruiksregels

Het is verboden gronden te gebruiken in strijd met de in het plan aan de grond en/of bouwwerken gegeven bestemmingsomschrijving.

Als strijdig gebruik wordt in elk geval aangemerkt:

a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;

b. het gebruik van verblijfsrecreatieve voorzieningen voor permanente bewoning.

Artikel 21 Algemene Aanduidingsregels

21.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied’ gelden de volgende regels.

21.2 Aanlegvergunning

a. Het is verboden op of in de gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), ondergrondse transport- en energieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur aan te leggen, alsmede grondwerkzaamheden dieper dan 2 m onder het peil te verrichten. Het vorenstaande heeft geen betrekking op het aanbrengen van leidingen uitsluitend ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet en op werkzaamheden die het normale onderhoud tot doel hebben.

b. Burgemeester en wethouders verlenen uitsluitend vergunning als bedoeld onder a, indien de belangen van de waterwinning hierdoor niet nadelig worden beïnvloed.

Artikel 22 Algemene Ontheffingsregels

22.1 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

a. de gegeven maten en afmetingen tot niet meer dan 10% van die maten en afmetingen;

b. het bepaalde in het plan en toestaan dat:

- een geringe verschuiving van de in het plan aangegeven bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en indelingslijnen met ten hoogste 5 m wordt aangebracht;

- openbare nutsvoorzieningen en openbare nutsgebouwtjes worden aangelegd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 10 m³ bedraagt;

- (ondergrondse) rioleringswerken, zoals rioolputten en bergbezinkbassins worden aangelegd.

22.2 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het plan en toestaan dat in het woongedeelte van de woning of (agrarische) bedrijfswoning logies wordt verstrekt in de vorm van bed and breakfast.

Hierbij dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:

a. gebruik dient te worden gemaakt van de hoofdentree en andere voorzieningen van de woning of (agrarische) bedrijfswoning;

b. de bed and breakfastvoorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige eenheid;

c. de omvang van het verstrekken van logies dient ten opzichte van de huidige bestaande functie van de woning of (agrarische) bedrijfswoning van ondergeschikte betekenis te zijn tot maximaal 50% van het vloeroppervlak van de woning of (agrarische) bedrijfswoning met een maximum van 75 m²;

d. de bed and breakfastvoorziening biedt ruimte aan maximaal tien personen in maximaal zes slaapkamers;

e. er mogen geen verkeersaantrekkende activiteiten ontstaan waardoor extra verkeersmaatregelen nodig zijn;

f. het parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;

g. er mag geen extra inrit worden gemaakt als gevolg van de realisatie van een bed and breakfastvoorziening;

h. er mag geen extra inrit worden gemaakt als gevolg van de realisatie van een bed and breakfastvoorziening;

i. de bed and breakfastvoorziening zijn uitsluitend toegestaan in combinatie met de woonfunctie van de woning of (agrarische) bedrijfswoning;

j. de initiatiefnemer van de bed and breakfastvoorziening dient zelf de hoofdbewoner van de woning of (agrarische) bedrijfswoning te zijn.

22.3 De ontheffing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;

- de verkeersveiligheid;

- het straat- en bebouwingsbeeld;

- natuur en landschap.

Artikel 23 Overige Regels

23.1 Kleinschalige verblijfsrecreatie

Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter.

23.2 Uitsluiting seksinrichting

Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van de gronden als seksinrichting.

23.3 Afstemming Flora- en faunawet

Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en/of andere activiteiten zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Flora- en faunawet. Indien uit gegevens, dan wel uit onderzoek blijkt dat sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen, dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de betreffende (bouw)werkzaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden nadat ontheffing, dan wel ontheffing op grond van de Flora- en faunawet is verkregen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 24 Overgangsrecht

A Overgangsrecht bouwwerken

1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.

2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

B Overgangsrecht gebruik

1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 25 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als: 'Regels behorende bij het bestemmingsplan Drouwen'.

Vastgesteld ter openbare vergadering van de raad d.d. 20 mei 2010.

, voorzitter

, griffier

Bijlagen

Staat van bedrijven, deel uitmakend van de brochure Bedrijven en Milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk (editie 2009)

SBI-1993

SBI-2008

OMSCHRIJVING

AFSTANDEN IN METERS

-

-

nummer

GEUR

STOF

GELUID

GEVAAR

GROOTSTE AFSTAND

CATEGORIE

22

58

-

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA

221

581

Uitgeverijen (kantoren)

0

0

10

0

10

1

2223

1814

A

Grafische afwerking

0

0

10

0

10

1

223

182

Reproduktiebedrijven opgenomen media

0

0

10

0

10

1

36

31

-

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

361

9524

2

Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2

0

10

10

0

10

1

50

45, 47

-

HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS

5020.4

45204

B

Autobeklederijen

0

0

10

10

10

1

51

46

-

GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING

511

461

Handelsbemiddeling (kantoren)

0

0

10

0

10

1

52

47

-

DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN

527

952

Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)

0

0

10

10

10

1

64

53

-

POST EN TELECOMMUNICATIE

72

62

-

COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE

72

62

A

Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.

0

0

10

0

10

1

73

72

-

SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

732

722

Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek

0

0

10

0

10

1

74

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

-

OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

74

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

A

Overige zakelijke dienstverlening: kantoren

0

0

10

0

10

D

1

7484.4

82992

Veilingen voor huisraad, kunst e.d.

0

0

10

0

10

1

93

96

-

OVERIGE DIENSTVERLENING

9301.3

96013

B

Wasserettes, wassalons

0

0

10

0

10

1

9302

9602

Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten

0

0

10

0

10

1

01

01

-

LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW

014

016

4

- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²

30

10

30

10

30

2

15

10, 11

-

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

1581

1071

0

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:

1581

1071

1

- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens

30

10

30

C

10

30

2

1593 t/m 1595

1102 t/m 1104

Vervaardiging van wijn, cider e.d.

10

0

30

C

0

30

2

18

14

-

VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT

182

141

Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

10

10

30

10

30

2

20

16

-

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.

205

162902

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

10

10

30

0

30

2

22

58

-

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA

221

581

Uitgeverijen (kantoren)

0

0

10

0

10

1

2222.6

18129

Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen

10

0

30

0

30

2

2223

1814

A

Grafische afwerking

0

0

10

0

10

1

2223

1814

B

Binderijen

30

0

30

0

30

2

2224

1813

Grafische reproduktie en zetten

30

0

10

10

30

2

2225

1814

Overige grafische aktiviteiten

30

0

30

10

30

D

2

223

182

Reproduktiebedrijven opgenomen media

0

0

10

0

10

1

24

20

-

VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN

2442

2120

0

Farmaceutische produktenfabrieken:

2442

2120

2

- verbandmiddelenfabrieken

10

10

30

10

30

2

26

23

-

VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN

262, 263

232, 234

0

Aardewerkfabrieken:

262, 263

232, 234

1

- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

10

10

30

10

30

2

30

26, 28, 33

-

VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS

30

26, 28, 33

A

Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie

30

10

30

10

30

2

31

26, 27, 33

-

VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.

316

293

Elektrotechnische industrie n.e.g.

30

10

30

10

30

2

33

26, 32, 33

-

VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN

33

26, 32, 33

A

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie

30

0

30

0

30

2

36

31

-

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

361

9524

2

Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2

0

10

10

0

10

1

362

321

Fabricage van munten, sieraden e.d.

30

10

10

10

30

2

363

322

Muziekinstrumentenfabrieken

30

10

30

10

30

2

45

41, 42, 43

-

BOUWNIJVERHEID

45

41, 42, 43

3

- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²

0

10

30

10

30

2

50

45, 47

-

HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS

501, 502, 504

451, 452, 454

Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven

10

0

30

10

30

2

5020.4

45204

B

Autobeklederijen

0

0

10

10

10

1

5020.5

45205

Autowasserijen

10

0

30

0

30

2

503, 504

453

Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires

0

0

30

10

30

2

505

473

0

Benzineservisestations:

505

473

3

- zonder LPG

30

0

30

10

30

2

51

46

-

GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING

511

461

Handelsbemiddeling (kantoren)

0

0

10

0

10

1

5122

4622

Grth in bloemen en planten

10

10

30

0

30

2

5134

4634

Grth in dranken

0

0

30

0

30

2

5135

4635

Grth in tabaksprodukten

10

0

30

0

30

2

5136

4636

Grth in suiker, chocolade en suikerwerk

10

10

30

0

30

2

5137

4637

Grth in koffie, thee, cacao en specerijen

30

10

30

0

30

2

5138, 5139

4638, 4639

Grth in overige voedings- en genotmiddelen

10

10

30

10

30

2

514

464, 46733

Grth in overige consumentenartikelen

10

10

30

10

30

2

5156

4676

Grth in overige intermediaire goederen

10

10

30

10

30

2

519

466, 469

Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.

0

0

30

0

30

2

52

47

-

DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN

527

952

Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)

0

0

10

10

10

1

64

53

-

POST EN TELECOMMUNICATIE

641

531, 532

Post- en koeriersdiensten

0

0

30

C

0

30

2

642

61

A

Telecommunicatiebedrijven

0

0

10

C

0

10

1

70

41, 68

A

Verhuur van en handel in onroerend goed

0

0

10

0

10

1

71

77

-

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN

711

7711

Personenautoverhuurbedrijven

10

0

30

10

30

2

714

772

Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.

10

10

30

10

30

D

2

72

62

-

COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE

72

62

A

Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.

0

0

10

0

10

1

73

72

-

SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

731

721

Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk

30

10

30

30

R

30

2

732

722

Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek

0

0

10

0

10

1

74

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

-

OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

74

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

A

Overige zakelijke dienstverlening: kantoren

0

0

10

0

10

D

1

7481.3

74203

Foto- en filmontwikkelcentrales

10

0

30

C

10

30

2

7484.4

82992

Veilingen voor huisraad, kunst e.d.

0

0

10

0

10

1

90

37, 38, 39

-

MILIEUDIENSTVERLENING

9002.2

382

A0

Afvalverwerkingsbedrijven:

9002.2

382

A7

- verwerking fotochemisch en galvano-afval

10

10

30

30

R

30

2

93

96

-

OVERIGE DIENSTVERLENING

9301.2

96012

Chemische wasserijen en ververijen

30

0

30

30

R

30

2

9301.3

96013

A

Wasverzendinrichtingen

0

0

30

0

30

2

01

01

-

LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW

014

016

0

Dienstverlening t.b.v. de landbouw:

014

016

1

- algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²

30

10

50

10

50

D

3.1

014

016

3

- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²

30

10

50

10

50

3.1

014

016

4

- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²

30

10

30

10

30

2

02

02

-

BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW

020

021, 022, 024

Bosbouwbedrijven

10

10

50

0

50

3.1

15

10, 11

-

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

151

101, 102

0

Slachterijen en overige vleesverwerking:

151

101, 102

7

- loonslachterijen

50

0

50

10

50

3.1

151

108

8

- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²

50

0

50

10

50

3.1

152

102

6

- verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²

50

10

30

10

50

3.1

1581

1071

0

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:

1581

1071

1

- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens

30

10

30

C

10

30

2

1584

10821

6

- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²

30

10

30

10

30

2

1585

1073

Deegwarenfabrieken

50

30

10

10

50

3.1

1593 t/m 1595

1102 t/m 1104

Vervaardiging van wijn, cider e.d.

10

0

30

C

0

30

2

17

13

-

VERVAARDIGING VAN TEXTIEL

173

133

Textielveredelingsbedrijven

50

0

50

10

50

3.1

174, 175

139

Vervaardiging van textielwaren

10

0

50

10

50

3.1

176, 177

139, 143

Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen

0

10

50

10

50

3.1

18

14

-

VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT

181

141

Vervaardiging kleding van leer

30

0

50

0

50

3.1

182

141

Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)

10

10

30

10

30

2

183

142, 151

Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont

50

10

10

10

50

3.1

19

15

-

VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)

192

151

Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)

50

10

30

10

50

D

3.1

193

152

Schoenenfabrieken

50

10

50

10

50

3.1

20

16

-

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.

2010.2

16102

0

Houtconserveringsbedrijven:

2010.2

16102

2

- met zoutoplossingen

10

30

50

10

50

3.1

205

162902

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

10

10

30

0

30

2

21

17

-

VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN

2112

1712

0

Papier- en kartonfabrieken:

2112

1712

1

- p.c. < 3 t/u

50

30

50

C

30

R

50

3.1

22

58

-

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA

221

581

Uitgeverijen (kantoren)

0

0

10

0

10

1

2222.6

18129

Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen

10

0

30

0

30

2

2223

1814

A

Grafische afwerking

0

0

10

0

10

1

2223

1814

B

Binderijen

30

0

30

0

30

2

2224

1813

Grafische reproduktie en zetten

30

0

10

10

30

2

2225

1814

Overige grafische aktiviteiten

30

0

30

10

30

D

2

223

182

Reproduktiebedrijven opgenomen media

0

0

10

0

10

1

24

20

-

VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN

2442

2120

0

Farmaceutische produktenfabrieken:

2442

2120

1

- formulering en afvullen geneesmiddelen

50

10

50

50

R

50

3.1

2442

2120

2

- verbandmiddelenfabrieken

10

10

30

10

30

2

2462

2052

0

Lijm- en plakmiddelenfabrieken:

2466

205903

A

Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken

50

10

50

50

R

50

3.1

25

22

-

VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF

2512

221102

0

Loopvlakvernieuwingsbedrijven:

2512

221102

1

- vloeropp. < 100 m2

50

10

30

30

50

3.1

26

23

-

VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN

261

231

0

Glasfabrieken:

2615

231

Glasbewerkingsbedrijven

10

30

50

10

50

3.1

262, 263

232, 234

0

Aardewerkfabrieken:

262, 263

232, 234

1

- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

10

10

30

10

30

2

267

237

0

Natuursteenbewerkingsbedrijven:

2681

2391

Slijp- en polijstmiddelen fabrieken

10

30

50

10

50

D

3.1

30

26, 28, 33

-

VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS

30

26, 28, 33

A

Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie

30

10

30

10

30

2

31

26, 27, 33

-

VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.

316

293

Elektrotechnische industrie n.e.g.

30

10

30

10

30

2

32

26, 33

-

VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.

321 t/m 323

261, 263, 264, 331

Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie

30

0

50

30

50

D

3.1

3210

2612

Fabrieken voor gedrukte bedrading

50

10

50

30

50

3.1

33

26, 32, 33

-

VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN

33

26, 32, 33

A

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie

30

0

30

0

30

2

35

30

-

VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)

351

301, 3315

0

Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:

351

301, 3315

1

- houten schepen

30

30

50

10

50

3.1

36

31

-

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

361

9524

2

Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2

0

10

10

0

10

1

362

321

Fabricage van munten, sieraden e.d.

30

10

10

10

30

2

363

322

Muziekinstrumentenfabrieken

30

10

30

10

30

2

364

323

Sportartikelenfabrieken

30

10

50

30

50

3.1

365

324

Speelgoedartikelenfabrieken

30

10

50

30

50

3.1

3663.1

32991

Sociale werkvoorziening

0

30

30

0

30

2

3663.2

32999

Vervaardiging van overige goederen n.e.g.

30

10

50

30

50

D

3.1

45

41, 42, 43

-

BOUWNIJVERHEID

45

41, 42, 43

1

- bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²

10

30

50

10

50

3.1

45

41, 42, 43

2

Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²

10

30

50

10

50

3.1

45

41, 42, 43

3

- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²

0

10

30

10

30

2

50

45, 47

-

HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS

501, 502, 504

451, 452, 454

Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven

10

0

30

10

30

2

5020.4

45204

B

Autobeklederijen

0

0

10

10

10

1

5020.4

45204

C

Autospuitinrichtingen

50

30

30

30

R

50

3.1

5020.5

45205

Autowasserijen

10

0

30

0

30

2

503, 504

453

Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires

0

0

30

10

30

2

505

473

0

Benzineservisestations:

505

473

2

- met LPG < 1000 m3/jr

30

0

30

50

R

50

3.1

505

473

3

- zonder LPG

30

0

30

10

30

2

51

46

-

GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING

511

461

Handelsbemiddeling (kantoren)

0

0

10

0

10

1

5121

4621

0

Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders

30

30

50

30

R

50

3.1

5122

4622

Grth in bloemen en planten

10

10

30

0

30

2

5124

4624

Grth in huiden, vellen en leder

50

0

30

0

50

3.1

5125, 5131

46217, 4631

Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen

30

10

30

50

R

50

3.1

5132, 5133

4632, 4633

Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën

10

0

30

50

R

50

3.1

5134

4634

Grth in dranken

0

0

30

0

30

2

5135

4635

Grth in tabaksprodukten

10

0

30

0

30

2

5136

4636

Grth in suiker, chocolade en suikerwerk

10

10

30

0

30

2

5137

4637

Grth in koffie, thee, cacao en specerijen

30

10

30

0

30

2

5138, 5139

4638, 4639

Grth in overige voedings- en genotmiddelen

10

10

30

10

30

2

514

464, 46733

Grth in overige consumentenartikelen

10

10

30

10

30

2

5153

4673

0

Grth in hout en bouwmaterialen:

5153.4

46735

6

- algemeen: b.o. <= 200 m²

0

10

30

0

30

2

5154

4674

0

Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:

5154

4674

2

- algemeen: b.o. < = 2.000 m²

0

0

30

0

30

2

5156

4676

Grth in overige intermediaire goederen

10

10

30

10

30

2

518

466

0

Grth in machines en apparaten:

518

466

2

- overige

0

10

50

0

50

3.1

519

466, 469

Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.

0

0

30

0

30

2

52

47

-

DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN

527

952

Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)

0

0

10

10

10

1

60

49

-

VERVOER OVER LAND

6022

493

Taxibedrijven

0

0

30

C

0

30

2

6024

494

1

- Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²

0

0

50

C

30

50

3.1

63

52

-

DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER

6311.2

52242

0

Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:

6312

52102, 52109

A

Distributiecentra, pak- en koelhuizen

30

10

50

C

50

R

50

D

3.1

6312

52109

B

Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)

0

0

30

C

10

30

2

64

53

-

POST EN TELECOMMUNICATIE

641

531, 532

Post- en koeriersdiensten

0

0

30

C

0

30

2

642

61

A

Telecommunicatiebedrijven

0

0

10

C

0

10

1

71

77

-

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN

711

7711

Personenautoverhuurbedrijven

10

0

30

10

30

2

712

7712, 7739

Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)

10

0

50

10

50

D

3.1

713

773

Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen

10

0

50

10

50

D

3.1

714

772

Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.

10

10

30

10

30

D

2

72

62

-

COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE

72

62

A

Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.

0

0

10

0

10

1

73

72

-

SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

731

721

Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk

30

10

30

30

R

30

2

732

722

Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek

0

0

10

0

10

1

74

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

-

OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

74

63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82

A

Overige zakelijke dienstverlening: kantoren

0

0

10

0

10

D

1

747

812

Reinigingsbedrijven voor gebouwen

50

10

30

30

50

D

3.1

7481.3

74203

Foto- en filmontwikkelcentrales

10

0

30

C

10

30

2

7484.4

82992

Veilingen voor huisraad, kunst e.d.

0

0

10

0

10

1

75

84

-

OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN

80

85

-

ONDERWIJS

90

37, 38, 39

-

MILIEUDIENSTVERLENING

9001

3700

A0

RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:

9002.1

381

A

Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.

50

30

50

10

50

3.1

9002.1

381

B

Gemeentewerven (afval-inzameldepots)

30

30

50

30

R

50

3.1

9002.2

382

A0

Afvalverwerkingsbedrijven:

9002.2

382

A4

- pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)

50

10

30

10

50

3.1

9002.2

382

A7

- verwerking fotochemisch en galvano-afval

10

10

30

30

R

30

2

93

96

-

OVERIGE DIENSTVERLENING

9301.1

96011

A

Wasserijen en strijkinrichtingen

30

0

50

C

30

50

3.1

9301.1

96011

B

Tapijtreinigingsbedrijven

30

0

50

30

50

3.1

9301.2

96012

Chemische wasserijen en ververijen

30

0

30

30

R

30

2

9301.3

96013

A

Wasverzendinrichtingen

0

0

30

0

30

2