Jachthaven Kortenhoef
Bestemmingsplan - gemeente Wijdemeren
Vastgesteld op 22-07-2014 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Jachthaven Kortenhoef met identificatienummer NL.IMRO.1696.BP2000jkrthf2013-va01 van de gemeente Wijdemeren;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aan- en uitbouw
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat te onderscheiden is van en in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en direct in verbinding staat met dat hoofdgebouw;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan-huis-verbonden beroep
en dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.8 bebouwingspercentage
het percentage van de oppervlakte van een bouwperceel, dat mag worden bebouwd;
1.9 bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.10 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein;
1.11 beschoeiing
een constructie die wordt gebruikt voor de bescherming van een oever of waterkant tegen afkalven, golfkrachten en andere invloeden;
1.12 bestaand
- a. bestaande bouwwerken: bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het bestemmingsplan als ontwerp, dan wel mogen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
- b. bestaand gebruik: bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;
1.13 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak;
1.14 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.15 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig en functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw;
1.16 botenopslag
de opslag van boten;
1.17 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.18 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.20 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.21 cultuurhistorische waarden
de aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt;
1.22 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.23 erf
de oppervlakte van het bouwperceel, uitgezonderd de oppervlakte van het hoofdgebouw;
1.24 extensieve dagrecreatie
niet gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen, natuurobservatie en kleinschalig tuinieren;
1.25 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.26 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.27 horeca
een bedrijf dat gericht is op het verstrekken van nachtverblijf en/of het verstrekken van dranken en voedsel, overwegende ter plaatse te nuttigen en/of het exploiteren van zaalaccommodatie met uitzondering van een discotheek/bar-dancing;
1.28 jachthaven
een haven waar bedrijfsmatig voor pleziervaartuigen ligging, berging en onderhoud wordt geboden;
1.29 ligplaats voor een woonschip of recreatiewoonschip
een plaats in het water waar een woonschip, woonark of recreatiewoonschip, voor anker mag liggen, mag afmeren, of op enigerlei wijze met de vaste grond verbonden mag zijn;
1.30 ligplaats voor een pleziervaartuig
een plaats in het water waarbij per ligplaats één pleziervaartuig mag afgemeerd;
1.31 landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
1.32 maaiveld
de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
1.33 natuurlijke waarden
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang, voorkomende in dat gebied;
1.34 nutsvoorziening
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
1.35 omgevingsvergunning
Vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.36 peil
- a. voor bouwwerken waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.37 pleziervaartuig
elk vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, waterrecreatie of watersport met uitzondering van een zeilplank;
1.38 plangebied
de gronden waar dit bestemmingsplan op van toepassing is;
1.39 recreatievaart
het gebruik van vaarwegen met een recreatief doel;
1.40 recreatiewoonschip
een woonschip dat naar de aard en inrichting bedoeld is voor recreatieve bewoning;
1.41 staat van horeca-activiteiten
de Staat van horeca-activiteiten die van deze planregels deel uitmaakt;
1.42 steiger
bouwwerk in het water bedoeld als aanlegplaats voor pleziervaartuigen;
1.43 tuin
gedeelte van het erf dat geheel of gedeeltelijk is ingericht met gazons, planten en/of bomen;
1.44 verblijfsgebied
gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer, doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg;
1.45 waterhuishoudkundige voorzieningen
al dan niet gebouwde voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en de scheepvaart;
1.46 waterpeil
de hoogte van het water;
1.47 woning
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden;
1.48 woonschip
- a. elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd, als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd, tot dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen;
- b. een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder eerste punt in aanbouw;
- c. een casco dat tot vaar- of drijftuig als bedoeld onder eerste punt kan worden opgebouwd;
- d. een vaar- of drijftuig als bedoeld onder bovenstaande punten dat is ingegraven, aangeaard, op de wal getrokken of door andere oorzaak niet onmiddellijk kan varen of drijven;
- e. de overblijfselen van een vaar- of drijftuig als bedoeld onder alle bovenstaande punten.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk
- a. vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
- b. voor bouwwerken boven of in water: vanaf het waterpeil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.2 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.5 de hoogte van een woonschip
gemeten vanaf het waterpeil tot aan het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen;
2.6 de lengte en breedte van een woonschip
gemeten over de langste lengte en de langste breedte, inclusief overstekken en loopranden en dergelijke;
2.7 de inhoud van een woonschip
gemeten tussen de buitenzijde van de zijwanden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Natuur
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur'aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke en/of landschappelijke waarden;
- b. bos en andere houtopstanden;
- c. water, sloten, kreken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
- d. beschoeiingen;
- e. het behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden;
- f. extensieve dagrecreatie;
- g. doorvaarroutes;
- h. fiets- en wandelpaden;
met dien verstande dat:
- i. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van natuur - natuurvriendelijke oever / struweelrand" uitsluitend kwalitatieve natuurcompensatie in de vorm van natuurvriendelijke oevers en struweelranden gerealiseerd en in stand gehouden moeten worden.
3.2 Specifieke gebruiksregels
Als gebruik in strijd met de bestemming, geldt in ieder geval het gebruik van de in lid 3.1 bedoelde gronden voor:
- a. paardenbakken.
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Recreatie - Jachthaven
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een jachthaven;
- b. de bedrijfsvoering van watersportbedrijven;
- c. water;
- d. het bedrijfsmatig exploiteren van ligplaatsen voor woonschepen;
- e. steigers en golfbrekers;
- f. ontsluitingswegen;
- g. watersport;
- h. watersportgerelateerde detailhandel;
- i. ondergeschikte dienstverlening en kantoren;
- j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen en erftoegangswegen;
alsmede voor:
- k. het bedrijfsmatig exploiteren van een horecabedrijf van categorie 1 van de Staat vanhoreca-activiteiten, ter plaatse van de aanduiding "horeca" met een maximum oppervlakte van 360 m²;
- l. botenloodsen voor het inpandig herstellen, bergen en opslaan van pleziervaartuigen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "opslag";
- m. een ligplaats voor een woonschip of recreatiewoonschip uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats";
- n. ten hoogste één bedrijfswoning ten dienste van de jachthaven of een watersportbedrijf uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning".
4.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
- a. de plaats en/of de afmetingen van de bebouwing voor het behoud van het open karakter van het bebouwingsbeeld en de doorzichten naar het achterliggende natuurgebied;
- b. het oppervlak en de plaatsing van bouwwerken voor zover dit noodzakelijk is om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Voor de gronden als bedoeld in lid 4.1 gelden de volgende regels:
- a. als gebruik in strijd met de bestemming, geldt in ieder geval het gebruik van de in lid 4.1 bedoelde gronden voor:
- 1. opslag van goederen (niet zijnde boten) ter plaatse van niet-bebouwde gronden, behoudens gronden ter plaatse van de aanduiding "opslag";
- 2. paardenbakken;
- b. ter plaatse van de ligplaatsen voor woonschepen als bedoeld in lid 4.1 gelden de volgende regels:
- 1. de lengte van een woonschip mag niet meer bedragen dan 20 meter;
- 2. de breedte van een woonschip mag niet meer bedragen dan 6 meter;
- 3. de goothoogte van een woonschip mag niet meer bedragen dan 4 meter, gemeten vanaf de waterlijn;
- 4. de bouwhoogte van een woonschip mag niet meer bedragen dan 4,5 meter, gemeten vanaf de waterlijn;
- 5. de inhoud van een woonschip mag niet meer bedragen dan 400 m³.
- c. het maximum aantal ligplaatsen voor pleziervaartuigen in de jachthaven bedraagt 116.
Artikel 5 Water - Waterweg
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - Waterweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water
- b. het verkeer te water en de recreatievaart;
- c. behoud, het herstel en de ontwikkeling van landschappelijke waarde en natuurlijke waarden;
- d. waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
- a. maximum bouwhoogte: 3 meter;
- b. bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen alleen worden gebouwd op voorwaarde dat er ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - doorvaart" een doorvaartbreedte van minimaal 9 meter in acht wordt genomen.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Als gebruik in strijd met de bestemming, geldt in ieder geval het gebruik van de in lid 5.1 bedoelde gronden voor:
- a. ligplaats voor een woonschip of recreatiewoonschip of ligplaats voor een pleziervaartuig.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Percentages
Een op de verbeelding of in de planregels aangegeven percentage geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen. Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald.
7.2 Aangrenzende terreinen
Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of voorzover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
7.3 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in de Woningwet buiten toepassing behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- e. de ruimte tussen bouwwerken.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
8.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen van de bepalingen van het plan, indien het betreft:
- a. het oprichten van bouwwerken, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten, schuilgelegenheden en schaftlokalen, mits de inhoud van elk van deze gebouwtjes niet meer zal bedragen dan 50 m³ en de bouwhoogte ervan niet meer zal bedragen dan 3 meter;
- b. het overschrijden van de bepalingen inzake goothoogte, bouwhoogte, percentage en oppervlakte van gebouwen met niet meer dan 10%;
- c. het overschrijden van de bepalingen inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
- d. het overschrijden van de in de planregels genoemde maximum bouwhoogte ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-installaties, antennes, lichtkappen, schoorstenen en torens van gebouwen, mits de hoogte met niet meer dan 5 meter wordt overschreden;
- e. geringe afwijkingen van de bepalingen opgenomen in deze planregels inzake de afmetingen van woningen, alsmede de afmetingen van de bij de woningen toegestane bijgebouwen, voor zover zulks in het belang van een goede huisvesting van minder valide personen noodzakelijk is en geen ontheffing van de desbetreffende bepalingen van het plan kan worden verleend op basis van het bepaalde onder b van dit artikel;
- f. geringe overschrijdingen van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft en de overschrijding ten opzichte van hetgeen is aangeduid niet meer bedraagt dan 2 meter;
- g. het plaatsen van masten op een gebouw en behoeve van mobiele telecommunicatie, met inachtneming van een maximale bouwhoogte van 5 meter, gemeten vanaf de bovenzijde van het dak.
8.2 Mantelzorg
8.3 Voorwaarden waaronder kan worden afgeweken
Een afwijking als bedoeld in lid 8.1 kan niet worden verleend, indien de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen in onevenredige mate worden beperkt en/of indien ter plaatse aanwezige waarden op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.
8.4 Bed & Breakfast
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan ten behoeve van een bed & breakfast, mits:
- a. het gebruik als bed & breakfast ondergeschikt blijft aan de woonfunctie;
- b. de houder van de bed & breakfast de hoofdbewoner is;
- c. maximaal 50% tot een maximum van 60 m² van het vloeroppervlak van de woning, met inbegrip van de gerealiseerde aan- en uitbouwen en (vrijstaande) bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van bed & breakfast;
- d. er geen zelfstandige woonruimte ontstaat in bijgebouwen;
- e. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- f. ten hoogste acht slaapplaatsen ten behoeve van bed & breakfast worden gebruikt;
- g. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
Artikel 9 Algemene Wijzigingsregels
9.1 Geringe afwijkingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wro geringe afwijkingen van de begrenzing van bestemmingen mogelijk te maken, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze geringe afwijkingen vanwege het belang van een juiste verwezenlijking van het plan gewenst of noodzakelijk zijn en mits de afwijkingen, ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven niet meer dan 2 meter bedragen.
Artikel 10 Overige Regels
10.1 Bestaande maten
- a. Indien afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen, oppervlakten en lengte- en breedte maten van bestaande bouwwerken, woonschepen en recreatiewoonschepen op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- b. Indien afstanden tot bestaande bouwwerken, woonschepen en recreatiewoonschepen op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
- c. In het geval van (her)oprichting van gebouwen, woonschepen en recreatiewoonschepen is het bepaalde sub a en b uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
10.2 Verwijzing naar andere regelgeving
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
10.3 Bedrijfswoningen
Bedrijfswoningen worden gerekend te blijven behoren tot het bedrijf of tot de instelling, waartoe zij behoorden op de eerste dag dat het bestemmingsplan in ontwerp ter inzage is gelegd.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 11.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Lid 11.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 11.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het lid 11.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid 11.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het bestemmingsplan: Jachthaven Kortenhoef van de gemeente Wijdemeren"
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Wijdemeren op: | ||||
......... | ||||
De voorzitter, | De griffier, | |||
.... | ... | |||
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Nota Inspraak En Overleg
Bijlage 1 Nota inspraak en overleg
Bijlage 2 Natuurcompensatieplan Jachthaven Kortenhoef
Bijlage 2 Natuurcompensatieplan Jachthaven Kortenhoef
Bijlage 3 Beeldkwaliteitsanalyse Jachthaven Kortenhoef
Bijlage 3 Beeldkwaliteitsanalyse Jachthaven Kortenhoef
Bijlage 4 Ecologisch Onderzoek
Bijlage 4 Ecologisch onderzoek
Bijlage 5 Verkennend (Water)bodemonderzoek
Bijlage 5 Verkennend (water)bodemonderzoek
Bijlage 6 Gedoogbeschikking Jachthaven Kortenhoef
Bijlage 6 Gedoogbeschikking Jachthaven Kortenhoef
Bijlage 7 Overeenkomst Doorvaart Perceel Moleneind 2
Bijlage 7 Overeenkomst doorvaart perceel Moleneind 2
Bijlage 8 Nota Van Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 8 Nota van beantwoording zienswijzen
Bijlage 9 Bezonningsstudie Jachthaven Kortenhoef
Bijlage 9 Bezonningsstudie jachthaven Kortenhoef
Bijlage 10 Verbeelding (Plankaart) Als Pdf
Bijlage 10 Verbeelding (plankaart) als PDF