Perceel Stichtse Kade 47 a
Bestemmingsplan - gemeente Wijdemeren
Vastgesteld op 22-01-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Perceel Stichtse Kade 47a met identificatienummer NL.IMRO.1696.BP23Stk47a2014-va01 van de gemeente Wijdemeren;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 antenne-installatie:
installatie bestaande uit een antennestaaf, -spriet (al dan niet met dwarssprieten) of -schotel, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
1.6 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.7 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.8 bedrijfsmatige activiteiten:
bedrijfsmatige activiteiten - geen dienstverlening zijnde - en ambachtelijke verzorgende bedrijvigheden, geheel of overwegend door middel van handwerk;
1.9 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.10 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.11 bouwgrens:
de grens van het bestemmingsvlak;
1.12 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.13 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.14 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.15 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan derden;
1.16 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.17 brandgevaarlijke stoffen
Stoffen, waaronder begrepen afval, die door hun eigenschappen brandbaar (ADR-klasse 3 of 4) of brandbevorderend (ADR-klasse 5) zijn;
1.18 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.19 paardenbak:
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed, al dan niet in combinatie met een andere ondergrond en al dan niet voorzien van een omheining;
1.20 staat van bedrijfsactiviteiten:
de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze planregels deel uitmaakt;
1.21 zijdelingse perceelsgrens:
zijdelingse grens van het bouwperceel;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het (water)peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het(water)peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en-of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. ondergeschikte bouwdelen zoals overstekende daken, balkons, plinten en kozijnen, gevel- en kroonlijsten, ventilatiekanalen en schoorstenen tellen tot een maximale diepte van 1 meter niet mee.
2.6 de oppervlakte van een overkapping:
tussen de buitenzijden van de gevels en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren en/of tussen de verticale projectie van de buitenste maten van het bouwwerk;
2.7 de bedrijfsvloeroppervlakte:
tussen de binnenwerkse muurvlakken, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - 2
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige activiteiten, behorende tot categorieën 1 t/m 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, opgenomen in bijlage 1 van deze regels;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en erftoegangswegen.
3.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
3.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen aan het oppervlak en de plaatsing van bouwwerken voor zover dit noodzakelijk is om te kunnen voorzien in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Als gebruik in strijd met de bestemming, geldt in ieder geval het gebruik van de in lid 3.1 bedoelde gronden voor:
- a. inrichtingen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
- b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
- c. opslag van goederen ter plaatse van niet-bebouwde gronden;
- d. paardenbakken;
- e. opslag binnen de gebouwen van brandgevaarlijke stoffen ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - opslag brandgevaarlijke stoffen';
- f. opslag op onbebouwde grond van brandbare stoffen zoals pallets en brandgevaarlijke stoffen ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - opslag brandgevaarlijke stoffen'.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van:
- a. het bepaalde in lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd in lid 3.1, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- b. het bepaalde in lid 3.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- c. het bepaalde in lid 3.1 voor het toestaan van een BEVI-inrichting, met inachtneming van de volgende regels:
- 1. de10-6 – contour voor het plaatsgebonden risico of – indien van toepassing – de afstand zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen j° artikel 2 lid 1 van de Regeling externe veiligheid inrichtingen dient te zijn gelegen binnen het bouwperceel van de risicovolle inrichting of op de gronden met de bestemming ‘Verkeer’, ‘Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden’, ‘Natuur’ en/of ‘Groen’, en;
- 2. bij toepassing van de bevoegdheid om af te wijken van de gebruiksregels dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedsgebied van de inrichting.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Algemene Aanduidingsregels
In afwijking van het bepaalde in Artikel 3 geldt ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - opslag brandgevaarlijke stoffen' dat de opslag van brandgevaarlijke stoffen niet is toegestaan.
Artikel 5 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels van dit bestemmingsplan voor:
- a. het overschrijden van de bepalingen inzake goothoogte, bouwhoogte, percentage en oppervlakte van gebouwen met niet meer dan 10%;
- b. het overschrijden van de bepalingen inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
- c. het overschrijden van de in de planregels genoemde maximum bouwhoogte ten behoeve van lift- en trappenhuizen, centrale verwarmings- en ventilatie-installaties, antennes, lichtkappen, schoorstenen en torens van gebouwen, mits de hoogte met niet meer dan 5 meter wordt overschreden;
- d. geringe overschrijdingen van bouwgrenzen, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft en de overschrijding ten opzichte van hetgeen is aangeduid niet meer bedraagt dan 2 meter;
- e. het plaatsen van masten ten behoeve van mobiele telecommunicatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- 1. de bouwhoogte van een vrijstaande mast mag niet meer bedragen dan 40 meter;
- 2. de bouwhoogte van een mast op een gebouw mag niet meer bedragen dan 5 meter.
- f. het bedoelde onder a, b, c en d is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - opslag brandgevaarlijke stoffen';
Hoofdstuk 4 Slotregels
Artikel 6 Slotregel
6.1 Citeertitel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Perceel Stichtse kade 47a.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Visualisatie Van De Uitbreiding
Bijlage 1 Visualisatie van de uitbreiding
Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 3 Quick-scan Uitbreiding Bedrijfsperceel Stichtse Kade 47a
Bijlage 3 Quick-scan uitbreiding bedrijfsperceel Stichtse Kade 47a
Bijlage 4 Brief D.d. 18 Januari 2013 Van Het College Van Gedeputeerde
Bijlage 4 Brief d.d. 18 januari 2013 van het college van Gedeputeerde
Bijlage 5 Brief D.d. 5 November 2013 Van Reddyn Inzake
Bijlage 5 Brief d.d. 5 november 2013 van REDDYN inzake