KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Planologisch Regiem
1.3 Uitgangspunt En Begrenzing Nieuw Bestemmingsplan
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Planuitgangspunten
2.2 Ruimtelijke Structuur
2.3 Ontwikkelingen
Hoofdstuk 3 Beleidskaders
3.1 Rijksbeleid
3.2 Provinciaal Beleid
3.3 Regionaal Beleid
3.4 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 4 Milieukundige En Ruimtelijke Aandachtspunten
4.1 Milieuzonering
4.2 Wet Geluidhinder
4.3 Luchtkwaliteit
4.4 Bodem
4.5 Externe Veiligheid
4.6 Archeologie En Cultuurhistorie
4.7 Water
4.8 Ecologie
Hoofdstuk 5 Juridische Vormgeving
5.1 Inleiding
5.2 Planvorm
5.3 Opzet Van De Regels
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg
Bijlage 1 Staat Van Bedrijven
Bijlage 2 Uitsnede Beleidsadvieskaart Archeologie
Bijlage 3 Beleidsadvieskaart Archeologie Gemeente Noordenveld
Bijlage 4 Toelichting Op Archeologische Beleidsadvieskaart Uitsnede
Bijlage 1 Monumentelijst

Centrumgebied Roden

Bestemmingsplan - Noordenveld

Vastgesteld op 19-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Regels

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Een bestemmingsplan dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (1 juli 2008) ten minste vijf jaar oud is, moet vóór 1 juli 2013 worden geactualiseerd. De gemeente Noordenveld wil aan dit vereiste kunnen voldoen en zal daarom meerdere bestemmingsplannen herzien. Voor enkele kernen is gekozen voor het opstellen van een beheersverordening. Een beheersverordening is alleen geschikt voor gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. In het centrumgebied van Roden doen zich enkele ontwikkelingen voor. Daarom is voor dit gebied voorliggend bestemmingsplan opgesteld.

1.2 Planologisch Regiem

1.2.1 Vigerende bestemmingsplannen

Het plan is een actualisatie van de volgende bestemmingsplannen:

  • Bestemmingsplan Roden kom II (vastgesteld door de gemeenteraad op 30 november 2000 en goedgekeurd door Gedeputeerde staten op 24 april 2001);
  • Bestemmingsplan Wilhelminastraat/Kanaalstraat (vastgesteld door de gemeenteraad op 22 december 2005 en goedgekeurd door Gedeputeerde staten op 24 maart 2006).

Daarnaast worden enkele kleine delen van het bestemmingsplan woonwijken Roden (vastgesteld door de gemeenteraad op 28 juli 2005 en goedgekeurd door Gedeputeerde staten op 21 maart 2006) geactualiseerd. Het gaat slechts om de gebieden welke vanuit stedenbouwkundig opzicht deel uitmaken van het centrumgebied. Ook een klein deel van het bestemmingsplan Kern Roden (vastgesteld door de gemeenteraad op 23 oktober 1975) is gelegen in het plangebied.

1.2.2 Uitwerkings- en wijzigingsplannen

In de vigerende bestemmingsplannen zijn een aantal locaties voorzien van een uitwerkingsplicht of wijzigingsbevoegdheid. Met de volgende plannen is hier gebruik van gemaakt:

  • Uitwerking woonbebouwing De Helterbult;
  • Uitwerking Heereplein e.o.;
  • Uitwerking woonbebouwing en kantoren Heerestraat-Touwslager;

1.2.3 Plan in voorbereiding

Een deel van het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Kampeerterreinen in Noordenveld is in het onderhavige plan opgenomen. Het betreft het kampeerterrein Ot en Sien, gelegen binnen de begrenzing van de Havezathe Mensinge. Dit kampeerterrein is vanwege een logische planbegrenzing in het onderhavige plan opgenomen en wordt uit het bestemmingsplan Kampeerterreinen gehaald.

1.3 Uitgangspunt En Begrenzing Nieuw Bestemmingsplan

1.3.1 Uitgangspunt

Het nieuwe bestemmingsplan is gericht op het in stand houden van een vitaal centrum met behoud en versterking van de huidige ruimtelijke structuur. Omdat het centrumgebied van Roden een relatief groot aantal deelgebieden kent die zowel stedenbouwkundig als functioneel gezien specifiek van aard zijn, is ervoor gekozen de gronden gedetailleerd te bestemmen (qua bouwvlakken), maar met de nodige flexibiliteit in de regeling. Een groot voordeel hiervan is, dat de te behouden waarden en functionele structuren van het overwegend openbaar toegankelijke centrumgebied direct en eenduidig op de verbeelding inzichtelijk gemaakt kunnen worden.

1.3.2 Begrenzing

Een groot deel van het plangebied volgt de begrenzing van het bestemmingsplan Roden Kom II. Op enkele plekken is de begrenzing gewijzigd, zodat er een ruimtelijk-stedenbouwkundig logische planbegrenzing van het 'centrumgebied' ontstaat. Hierbij is met name de noordwestzijde van het plangebied vergroot met delen van het bestemmingsplan Woonwijken Roden. Aan de (noord)oostzijde van het plangebied liggen nog enkele woongebieden die ruimtelijk-stedenbouwkundig eigenlijk geen deel uitmaken van het daadwerkelijke centrumgebied, maar vanwege de actualiseringsplicht nu wel meegenomen moeten worden. Zodra 'woonwijken Roden' aan herziening toe is, zullen deze woongebieden alsnog overgaan naar bijbehorend nieuw bestemmingsplan.

1.4 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 gaat allereerst in op de planuitgangspunten. Vervolgens wordt de ruimtelijke structuur van het plangebied uiteengezet. Ook de ontwikkelingen in het centrumgebied komen in dit hoofdstuk aan de orde. In hoofdstuk 3 komt het relevante beleid op rijksniveau, provinciaal en gemeentelijk niveau aan bod. Hoofdstuk 4 benoemt vervolgens de milieukundige en ruimtelijke aandachtspunten. De onderwerpen die in dit hoofdstuk aan bod komen, zijn milieuzonering, wegverkeerslawaai, luchtkwaliteit, bodem, externe veiligheid, archeologie, water en ecologie. In hoofdstuk 5 is de juridische vormgeving van het plan beschreven. De hoofdstukken 6 en 7 verwoorden achtereenvolgens de economische uitvoerbaarheid en de resultaten van inspraak en overleg.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Planuitgangspunten

Voordat wordt ingezoomd op de ruimtelijke structuur van het plangebied (paragraaf 2.2), komen in deze paragraaf de planuitgangspunten aan de orde. Het gaat daarbij vooral om de specifieke manier van bestemmen en welke visies daaraan ten grondslag liggen.

In het plangebied zijn vier gebieden te onderscheiden, het centrumwinkelgebied (bestemd als Centrum), de randen van het centrum (bestemd als Gemengd), de overgang naar de woongebieden (bestemd als Wonen) en de buitenplaats Mensinge. Daarnaast komen verspreid in het plangebied nog enkele andere bestemmingen voor, waaronder de bestemming Maatschappelijk en Detailhandel. In de juridische vormgeving wordt nader ingegaan op de voorkomende bestemmingen.

Op de verbeelding is de exacte indeling van bestemmingen weergegeven. Het navolgende kaartje 1 geeft ter ondersteuning de gebiedsindeling weer.

Het centrumwinkelgebied ligt binnen de 'parkeerring' (Kanaalstraat, Touwslager, Westerstraat, Nieuweweg, Heerestraat, Raadhuisstraat).

Het gemengd gebied ligt aan de zuid- en noordoostzijde van het centrumwinkelgebied. Het zuidelijke deel van het gemengd gebied omvat de Brink (het meest oorspronkelijke en cultuurhistorisch waardevolle deel van Roden) en de zuidelijke uitloper ervan. Het noordelijke deel van het gemengd gebied betreft de oostzijde van de Kanaalstraat.

De woongebieden liggen aan de randen van het plangebied. In het zuiden van het plangebied ligt de buitenplaats (Havezathe) Mensinge.

De visie op winkelspreiding, aanwezigheid van bepaalde type horecavoorzieningen en de feitelijke situatie zijn bij deze gebiedsindeling bepalend geweest.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0002.jpg"

Kaart 1: gebiedsindeling centrumgebied Roden

  • Centrumwinkelgebied

De gemeente streeft naar een compact centrum, waarbinnen publieksgerichte (winkel)functies worden geconcentreerd. Alleen het gebied tussen de Heerestraat en Touwslager is daarom bestemd als Centrum. In dit gebied liggen eveneens de (grootschalige) openbare parkeerterreinen.

De supermarkten zijn specifiek aangeduid, omdat nieuwvestiging in het centrum niet is gewenst. In het centrum van Roden zijn relatief veel supermarkten aanwezig. Dit legt een grote druk op de parkeervoorzieningen. Gezien het aantal supermarkten en de wijzigingsbevoegdheid op de locatie 'hoek Kanaalstraat-Wilhelminastraat' om er plaatse nog een supermarkt te vestigen, kan geconcludeerd worden dat het marktpotentieel volledig benut wordt.

  • Gemengd gebied

Het zuidelijke deel van het dit gebied betreft de Brink met de zuidelijke uitloper ervan. Het is een cultuurhistorisch waardevol gebied. De openbare inrichting, de karakteristieke verschijningsvorm van de voorkomende panden en de aanwezige functies zorgen ervoor dat dit gebied meer gericht is op de verblijfsfunctie. Naar (feitelijke) beleving is dit als het ware een concentratiegebied van horecafuncties. Tevens komen er maatschappelijke functies, dienstverlening en woonfuncties voor. Het gebied is daarom bestemd als Gemengd. Afwijkend van het noordelijk gemengd gebied is dat in dit gebied ook horeca bij recht is toegestaan (zie juridische vormgeving).

Het noordelijke deel van het gemengd gebied betreft de oostzijde van de Kanaalstraat. Dit deel van het plangebied ligt buiten de 'ring' en wijkt stedenbouwkundig af van het centrumwinkelgebied. Echter, gelet op de feitelijke situatie (er komen meerdere vormen van detailhandel en dienstverlening voor) is het gebied bestemd als Gemengd.

  • Woongebied

De woongebieden zijn de gebieden waarin wonen de hoofdfunctie is. Centrumfuncties, zoals detailhandel of horeca, zijn specifiek aangeduid. Aanwezige maatschappelijke functies, waaronder het gemeentehuis, zijn als zodanig bestemd.

  • Havezathe Mensinge

De Havezathe Mensinge en omliggende open landerijen (inclusief het kampeerterrein Ot en Sien) worden als samenhangende (en monumentale) buitenplaats gezien. Dit gebied is daarom bestemd als Buitenplaats.

Voor een specifieke beschrijving van toegestane functies in de diverse bestemmingen, wordt verwezen naar de bij dit plan behorende regels of het hoofdstuk 'juridische vormgeving'.

2.2 Ruimtelijke Structuur

2.2.1 Ligging en bereikbaarheid

Roden (en daarmee ook het centrumgebied) is vanuit omliggende dorpen bereikbaar via onder meer de N372 (Leek-Roden-Peize), de N373 (Norg-Roden) en de Roderweg (Zevenhuizen-Roden).

Aan de noordoostzijde van het plangebied liggen bedrijventerreinen (Bitseveld). Aan de noord- en westzijde van het plangebied liggen de woonwijken van Roden. De zuidzijde van het plangebied, waar de Havezathe Mensinge is gelegen, grenst aan het landelijk gebied.

2.2.2 Deelgebieden

Het centrumgebied van Roden kent een aantal deelgebieden die stedenbouwkundig specifiek van aard en structuur zijn. De volgende deelgebieden binnen het totale plangebied zijn te onderscheiden:

  • Oorspronkelijke brink en omgeving;
  • Centrumwinkelgebied;
  • Havezathe Mensinge;
  • Gemeentehuis;
  • Nieuwbouwinvullingen;
  • Overige gebieden.

Op navolgend kaartje zijn deze gebieden aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0003.jpg"

Kaart 2: Deelgebieden binnen het plangebied

  • Oorspronkelijke brink en omgeving

De Brink plus omgeving contrasteert sterk met het winkelgebied. Hier is de losse bebouwingsstructuur van het oude Drentse esdorp, gedomineerd door (voormalige) boerderijen en bomen, nog intact. In dit gebied staat ook de 13e eeuwse Catharinakerk.

De cultuurhistorische waarde van dit gebied is groot (zie paragraaf 4.6.2 Cultuurhistorie).

  • Centrumwinkelgebied

De Heerestraat, Wilhelminastraat en Albertsbaan vormen samen een circuit waar de detailhandel en aanverwante functies in redelijke mate geconcentreerd zijn. Het vormt daarom een gemakkelijk beloopbaar gebied.

Het type bebouwing in het centrumwinkelgebied is erg wisselend met grote en kleinere, nieuwe en oude panden. In een enkel geval wordt er alleen gewoond, maar in het overgrote deel betreft het woonwinkelpanden.

De parkeerterreinen in het centrumgebied zijn goed bereikbaar vanaf de uitvalswegen, zoals de Nieuweweg, de Leeksterweg, de Groningerweg en de Brink. Ook langs de wegen in het centrumwinkelgebied kan worden geparkeerd.

  • Havezathe Mensinge

Havezathe Mensinge (Huis te Roden) is een voormalige havezathe op een omgracht terrein en omringd door een parkbos. Het gaat om een cultuurhistorisch waardevol gebied. Door de aanwezigheid van laanbeplanting en houtsingels heeft het gebied een besloten karakter. In paragraaf 4.6.2 Cultuurhistorie wordt nader ingegaan op de cultuurhistorische waarden van deze buitenplaats.

  • Gemeentehuis

Het gemeentehuis staat aan de oostzijde van het centrumwinkelgebied, aan de Raadhuisstraat. De bebouwing vormt vanwege de functie en vorm een afzonderlijk stedenbouwkundig element in het centrumgebied.

  • Nieuwbouw invullingen

Diverse locaties in het centrumgebied zijn in de afgelopen decennia heringevuld. Het gaat om appartementencomplexen (waarvan enkele gecombineerd gaan met een zorgfunctie) en inbreidingen in de vorm van (geschakelde) eengezinswoningen.

  • Overige gebieden

Langs de uitvalswegen (de Kanaalstraat, Leeksterweg, Nieuweweg en de Groningerstraat) en de Schoolstraat is sprake van overwegend vrijstaande bebouwing. Aan de oostzijde van de Kanaalstraat heeft een deel van de panden een detailhandelsfunctie. Een menging van functies is typisch voor dergelijke (van oorsprong) uitvalswegen.

De navolgende foto's geven een beeld van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0004.jpg"

2.3 Ontwikkelingen

2.3.1 Wijzigingsbevoegdheden

Binnen het plangebied zijn op enkele locaties wijzigingsbevoegdheden gelegd. Op deze locaties kan de bestemming worden gewijzigd na het doorlopen van een wijzigingsprocedure. Als gebruik wordt gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid, zal er een wijzigingsplan worden opgesteld. Daarin zal dan onder meer de toekomstige situatie worden uiteengezet. Tijdens de inspraakprocedure van een wijzigingsplan kunnen belanghebbenden zienswijzen indienen.

Binnen het plangebied is op een viertal locaties een wijzigingsbevoegdheid gelegd:

  • Locatie Schoollaantje

Ter plaatse is een school gevestigd. Deze school is in het vigerend bestemmingsplan Roden kom II bestemd als Woongebied met de aanduiding 'Maatschappelijke voorzieningen'. In het onderhavige bestemmingsplan is deze locatie bestemd als Maatschappelijk, omdat de bebouwing nog wordt gebruikt als school. Met de wijzigingsbevoegdheid mag de bestemming Maatschappelijk worden gewijzigd naar de bestemming Wonen.

  • Locatie hoek Kanaalstraat - Touwslager

Op de hoek van de Kanaalstraat-Touwslager is een kerk gevestigd. In het vigerend bestemmingsplan is deze kerk bestemd als Woongebied (met de aanduiding 'maatschappelijke voorzieningen'). Gezien de feitelijke situatie is deze kerk in dit plan bestemd als Maatschappelijk, maar wel met een wijzigingsbevoegdheid, waarmee de bestemming Maatschappelijk gewijzigd kan worden in de bestemming Wonen. De bestemming sluit daarmee beter aan op het feitelijk gebruik.

  • Locatie hoek Kanaalstraat - Wilhelminastraat

Het braakliggende perceel op de hoek van de Kanaalstraat en de Wilhelminastraat is in 2005 bestemd als kernwinkelgebied met een wijzigingsbevoegdheid over een deel van het terrein. In 2010 is van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik gemaakt door het opstellen van een wijzigingsplan. Met het betreffende wijzigingsplan kon een deel van de begane grond, waar op basis van het bestemmingsplan alleen zakelijke dienstverlening en wonen was toegestaan, mede gebruikt worden voor detailhandel, waaronder een supermarkt. Het betreffend wijzigingsplan is echter niet vastgesteld. Een deel van het perceel is opnieuw voorzien van een wijzigingsbevoegdheid. Detailhandel is wel bij recht toegestaan. Via een wijzigingsbevoegdheid mag zich er tevens een supermarkt vestigen.

  • Locatie Groningerstraat 8/10 en 12/14

In het bestemmingsplan 'Roden Kom II' uit 2000 waren deze percelen aan de Groningerstraat samen aangeduid als uit te werken ten behoeve van de realisering van appartementengebouwen. De toen nog bestaande winkel was in dat plan onder het overgangsrecht gebracht, omdat deze buiten het kernwinkelgebied was gelegen. Beoogd werd om de woonfunctie voor specifieke doelgroepen in het centrum te versterken. Besloten is om de uitwerkingsverplichting uit het vorige plan in het voorliggende plan om te zetten naar een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van de nieuwbouw van appartementen met maximaal twee bouwlagen met kap (bestemming Wonen - Woongebouw).

Hoofdstuk 3 Beleidskaders

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Beleid

  • Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012)

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. De SVIR heeft diverse nota's vervangen, zoals de Nota Ruimte en Nota Mobiliteit. Ook zijn met het SVIR de ruimtelijke doelen en uitspraken vervallen die zijn benoemd in de Agenda Landschap, Agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. In het SVIR is de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. Dit betreft een nieuw, integraal kader dat de basis vormt voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In het SVIR is gekozen voor een meer selectieve inzet van het rijksbeleid dan voorheen. Voor de periode tot 2028 zijn de ambities van het Rijk in drie rijksdoelen uitgewerkt:

  • vergroten van de concurrentiekracht door versterking van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • verbeteren van de bereikbaarheid;
  • zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

Met bovengenoemde rijksdoelen zijn 13 nationale belangen aan de orde die in het SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio's. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen; het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties en daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.

3.2 Provinciaal Beleid

3.2.1 Beleid

  • Omgevingsvisie Drenthe

Provinciale Staten van Drenthe hebben op 2 juni 2010 de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. De Omgevingsvisie is hét strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020. De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijke domein.

De ambitie is om de ruimtelijke identiteit van Drenthe te versterken. Dat gebeurt door nieuwe ontwikkelingen te bezien in samenhang met de kernkwaliteiten:

  • rust, ruimte, natuur en landschap;
  • oorspronkelijkheid;
  • naoberschap;
  • menselijke maat;
  • veiligheid;
  • kleinschaligheid.

Het behoud en waar mogelijk de ontwikkeling van kernkwaliteiten zijn van provinciaal belang. Op de bij de omgevingsvisie gevoegde kaarten zijn de kernkwaliteiten weergegeven. Op de kaart 'landschap' zijn de Groningerstraat en de Kanaalstraat aangeduid als 'lintbebouwing'. Op de kaart 'cultuurhistorie' is een deel van Roden aangeduid als 'waardevol esdorp' en zijn de twee wegen wederom aangeduid als 'weg met lintbebouwing'. Ook staat op deze kaart de Havezathe Mensinge vermeld.

In de Omgevingsvisie wordt verder nog apart stilgestaan bij positie van Roden. In de omgevingsvisie is over Roden het volgende opgenomen:

Roden heeft, samen met Leek, in de Regio Groningen-Assen een schragende functie voor wonen en werken. Wij bieden ruimte voor het realiseren van de intergemeentelijke structuurvisie (IGS) Leek-Roden (kaart 1,Visie 2020). Deze visie brengt samenhang aan in vooral het wonen, het werken, de bereikbaarheid en de ontwikkeling van natuur en landschap. Deze visie biedt Roden de mogelijkheid zich te blijven ontwikkelen als woon- en werkgemeente met een goede bereikbaarheid, ook per openbaar vervoer. Onze inbreng in het proces van de IGS Leek - Roden is er op gericht de woonopgave mogelijk te maken binnen de kaders van de kernkwaliteiten en de actualiteit van de woningmarkt. Op basis van een zorgvuldige en gedragen inschatting van de woonbehoefte maken wij integrale afspraken over:

  • de fasering van de woonopgave;
  • de bijbehorende infrastructurele en openbaar vervoersontsluiting;
  • de inpassing van de woonopgave en infrastructuur in het landschap en de cultuurhistorische structuren.

Door de samenwerking met Leek ontstaan meer mogelijkheden om Roden verder te positioneren als centrum voor kennisintensieve bedrijvigheid, zoals in de sector Life sciences. Het technologiepark Roden vormt in zijn nieuwe setting een aantrekkelijk vestigingsmilieu voor bedrijven.

Op 21 oktober 2009 hebben de gemeenteraden van Noordenveld en Leek de intergemeentelijke structuurvisie vastgesteld. Omdat de visie betrekking heeft op twee gemeenten en samen met de provincies Drenthe en Groningen en de Dienst Landelijk gebied is opgesteld, komt het beleidsdocument onder regionaal beleid aan de orde.

  • Provinciale Omgevingsverordening

Bij de Omgevingsvisie hoort de Omgevingsverordening, dat het juridische kader van het omgevingsbeleid vormt. In de Omgevingsverordening (geldend vanaf 22-9-2012) zijn geen specifieke waarden of kenmerken benoemd, die van invloed zijn op dit bestemmingsplan.

3.2.2 Doorwerking

Omdat het onderhavige bestemmingsplan conserverend van aard is, hebben de omgevingsvisie en omgevingsverordening geen consequenties voor dit bestemmingsplan.

3.3 Regionaal Beleid

3.3.1 Beleid

  • Intergemeentelijke Structuurvisie

De Intergemeentelijke Structuurvisie is een integrale visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied Leek-Roden tot het jaar 2030 op het gebied van wonen, werken, natuur en landschap en verkeer en is een uitwerking van de Regiovisie Groningen-Assen 2030. De visie voorziet in een uitbreiding, transformatie en revitalisering van de dorpen Leek en Roden, en de kernen Zevenhuizen, Oostwold, Nietap, Tolbert en Nieuw-Roden binnen een landschappelijk raamwerk.

Groenstructuur

Bij de kern Roden is aangegeven dat bij de huidige uitbreidingen in noordelijke en westelijke richting de structuur van het onderliggende landschap grotendeels is vervangen door een nieuwe structuur die is bedacht vanuit de organisatie van de woonwijk.

De enige structuur die nog intact is gebleven is het eivormig hart met een radiale wegenstructuur. Deze structuur die ooit uit statige eikenlanen bestond, zal weer in ere worden hersteld. Hiermee wordt de identiteit van Roden als brinkdorp versterkt.

Het bestemmingsplan maakt het herstel van deze structuur mogelijk.

Bij de visie zijn enkele kaarten gevoegd. Op de plankaart op hoofdlijnen (zie kaart 3) worden de gebieden onderscheiden waarvoor specifiek beleid is ontwikkeld. Relevant voor het onderhavige bestemmingsplan zijn de gebieden Centrum en Landgoed Mensinghe. Vanuit de kernwaarden met het landschap als belangrijkste drager (zie kaart 4), is een ontwerp strategie geformuleerd voor afzonderlijke gebieden. Voor het centrum van Roden wordt ingegaan op het thema 'centrum-dorps wonen' en 'werken in een brinkdorp'. Het thema 'centrum-dorps wonen' is relevant voor het plangebied en wordt daarom in het navolgende besproken.

Centrum-dorps wonen

In de structuurvisie is aangegeven dat de belangrijkste openbare ruimte gelegen is rondom de Brink. In de visie wordt gestuurd op uitbreiding van het centrumgevoel. Dit zal een samenspel moeten zijn van goede openbare ruimtes met het juiste programma in een dorpsachtige setting. Aan de noordzijde van het centrum wordt deze ambitie ingevuld door het toepassen van een functiewisseling op het oude bedrijventerrein Bitseveld. Centraal in de uitbreiding van het centrum liggen een aantal nieuwe groene openbare ruimtes die met langzaam verkeersroutes worden verbonden met de bestaande openbare ruimtes. Op deze manier ontstaat er een netwerk van routes, dat aanvullend is op de aanwezigheid van de radiale laanstructuur.

Om het samenspel van openbare ruimtes aantrekkelijk te maken, zal het parkeerplein bij de Albertsbaan worden getransformeerd tot een aantrekkelijke verblijfsruimte en zal de omgeving van het gemeentehuis en de Helterbult worden betrokken bij het centrum.

Op de kaart 'landschappelijke hoofdstructuur' zijn de Schoolstraat, de Raadhuisstraat en de uitvalswegen aangeduid als 'laan'. Ook liggen er enkele gebieden in het plangebied die zijn aangeduid als 'plantsoen'. Het bestemmingsplan verzet zich niet tegen versterking van de groenstructuur in het dorp.

De uitwerking van de Intergemeentelijke Structuurvisie zal indien nodig met separate ruimtelijke plannen worden uitgevoerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0005.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0006.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0007.png"

Kaart 3: Plankaart op hoofdlijnen

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0008.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0009.png"

Kaart 4: Landschappelijke hoofdstructuur

3.4 Gemeentelijk Beleid

3.4.1 Beleid

  • Vigerende bestemmingsplannen

In de inleiding van het bestemmingsplan is aangegeven wat de huidige bestemmingsplannen binnen de begrenzing van het plangebied van het bestemmingsplan Centrumgebied Roden zijn. Voor het overgrote deel van het plangebied is het bestemmingsplan Roden kom II uit 2000 van toepassing. De bestemmingsplannen, die geheel binnen het plangebied liggen, vervallen met het in werking treden van het bestemmingsplan Centrumgebied Roden.

De grootste wijzigingen van het nieuwe plan ten opzichte van het vigerend plan is de opsplitsing van het kernwinkelgebied in het centrumgebied en het gemengd gebied. Verder zijn de supermarkten specifiek aangeduid, omdat nieuwe supermarkten niet bij recht zijn toegestaan. Voor het gebied rond de Brink is een specifieke regeling opgenomen ten aanzien van de horeca.

  • Woonvisie (2006, tussenbalans)

De Woonvisie (2006) betreft een tussenbalans, tussen de oude nota uit 2000 en de nieuwe woonvisie. Vanwege de economische recessie en het feit dat de tussenbalans van 2006 is, zijn de doelstellingen wat betreft de bouw van nieuwe woningen enigszins verouderd. Wel kan worden aangegeven dat de Raad in 2004 de keuze heeft gemaakt om bij het wegzetten van de restantmiddelen prioriteit te geven aan herstructurering, seniorenhuisvesting in de woonzorgsfeer en aan huisvesting van bijzondere doelgroepen.

Gezien het conserverende karakter van dit bestemmingsplan heeft de Woonvisie geen gevolgen voor het plan.

  • Waterplan

De gemeente heeft met het waterplan (Noordenveld leeft met water, 2005) als doel het verkrijgen van een gezamenlijke visie op het stedelijke en landelijke waterbeheer, het afstemmen van waterbeleid tussen de gemeente, het waterschap en andere partijen en het maken van concrete afspraken over ambities, maatregelen en de bekostiging daarvan.

Op de kaarten bij het waterplan is inzichtelijk gemaakt welke waterhuishoudkundige zaken van belang zijn. Op navolgende afbeeldingen is een uitsnede te zien van de visiekaart en de knelpuntenkaart.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0010.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0011.png"

Kaart 5: Visiekaart

Havezathe Mensinge is opgenomen in het gebied dat is aangeduid als wonen/waterberging (wonen aan de Beek).

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0012.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0013.png"

Kaart 6: Knelpuntenkaart

Het plangebied is op de knelpuntenkaart (kaart 6) aangegeven als 'wateroverlast door grondwater' en 'ontbreken oppervlakte waterstructuur ten behoeve van afkoppeling/drainage'. De knelpunten zijn of worden opgepakt door het waterschap en de gemeente.

Bij nieuwe ontwikkelingen waarbij extra verharding wordt toegevoegd, moet rekening worden gehouden met het Waterplan. Gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan heeft het Waterplan geen verdere gevolgen.

  • Welstandsnota

Op 18 december 2008 heeft de gemeenteraad de Welstandsnota voor de gemeente Noordenveld vastgesteld. De welstandsnota beoogd versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit zijn onder meer het uiterlijk van individuele gebouwen en bouwwerken en de kwaliteit van het totaalbeeld van de gebouwen. De welstandstoets is een belangrijk instrument voor de sturing van deze kwaliteiten.

Bij aanvragen van een omgevingsvergunning zullen bouwplannen worden getoetst aan de welstandscriteria. In de nota is onderscheid gemaakt in verschillende deelgebieden, waarvoor verschillende welstandscriteria zijn opgenomen. Het overgrote deel van het plangebied maakt onderdeel uit van het welstandsgebied 'Roden-Kom en winkelgebied'. Voor de brink en Havezathe Mensinge gelden eveneens specifieke criteria.

De criteria spitsen zich toe op materiaalgebruik, ligging, vorm en massa. Bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan geeft, kunnen echter niet door welstandscriteria teniet worden gedaan.

  • Groenvisie Noordenveld

In de Groenvisie Noordenveld (2002, Oranjewoud) wordt het huidige groen naar inrichting en beheer in beeld gebracht. Het plan legt voor de gemeente Noordenveld de groenstructuur en de gewenste kwaliteit voor het groen vast binnen de bebouwde kom. De Groenvisie wordt geactualiseerd.

Voor Roden wordt aangegeven welke identiteitsdragers het dorp kent, wat de 'knelpunten' zijn en welke aandachtspunten er daarom zijn. In het navolgende komen de voor het plangebied relevante aspecten aan de orde.

De identiteitsdragers van het plangebied zijn: de centrumfunctie voor de regio en Havezathe Mensinge. Het lijkt erop dat Roden in de loop der jaren veel karakteristieken heeft verloren. Sterke identiteitsdragers zijn moeilijk aan te wijzen. Afzonderlijke plekken als de oude brink en Havezathe Mensinge zijn nog goed herkenbaar, de context tussen de elementen is echter verdwenen. Een sterke groenstructuur kan geen karakteristieken terugbrengen, maar kan wel zorgen voor relaties tussen gebieden of elementen en kan ook bijdragen aan een nieuwe identiteit.

Het centrum van Roden verdient speciale aandacht. Hierbij gaat het voornamelijk om het winkelcentrum naast het 'oude' centrum van Roden. Het groene en ruimtelijke karakter van Roden wordt juist in dit deel gemist. Dit wordt veroorzaakt door het gebrek aan gebiedseigen boombeplantingen en open ruimten als een plein of 'brink'. Ook materiaalgebruik en straatopbouw passen niet bij aan het landelijke karakter van de rest van het dorp. De maatregelen om de identiteit van Roden ook in dit deel van het dorp terug te brengen zijn meer gericht op de inrichting van het winkelcentrum dan op het beheer.

Aandachtspunten voor het winkelcentrum van Roden zijn:

  • creëren van meer ruimte en eenvoud in de straatprofielen;
  • creëren van meer ruimte voor landschappelijke boombeplantingen;
  • meer gebruik maken van plantvakken met lage heesters in plaats van bloembakken of hoge heesters;
  • streven naar grotere eenheden zoals bijvoorbeeld een plein of brink.

De oude brink in Roden is grotendeels versteend. De nabijheid van de kerk, de situering van de gebouwen eromheen en de bomen zorgen echter voor een authentieke sfeer en het vormt een bijzondere en mooie plek in het dorp. Dit geldt ook voor Havezathe Mensinge. Tot de bijzondere plekken behoren ook de begraafplaatsen. Behoud van deze elementen is van belang.

Gezien het conserverende karakter van dit bestemmingsplan heeft de Groenvisie geen gevolgen voor het plan. Binnen de bestemmingen zijn nieuwe inrichtingsmaatregelen mogelijk (zoals wijzigen van straatprofiel of de aanleg van boombeplanting).

  • Beleidskader bed & breakfast voorzieningen

In 2010 is het beleidskader voor bed & breakfastvoorzieningen vastgesteld door de Raad. Het beleidskader is tot stand gekomen om nieuwe verzoeken van bed & breakfast eenduidig te kunnen behandelen.

Het beleidskader is gebruikt voor het opstellen van regels ten aanzien van bed & breakfast voorzieningen binnen dit bestemmingsplan.

  • Nota Kampeerbeleid

In mei 2007 heeft de gemeente de nota Kampeerbeleid vastgesteld. Deze nota bevat de planologische (beoordelings)kaders voor de in de gemeente aanwezige kampeerterreinen. De genoemde nota dient tevens als herijking en actualisatie van het bestaande beleid. Door het vervallen van de Wet op de openluchtrecreatie (1 januari 2008), moeten gemeenten het kampeerbeleid zelf vormgeven.

De Nota Kampeerbeleid is gebruikt bij het vormgeven van de regels voor het kampeerterrein in de bestemming Buitenplaats.

  • Horecabeleid

De gemeente is bezig met het opstellen van horecabeleid. Dit beleid wordt naar verwachting in 2013 vastgesteld. In dit beleid wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende horeca categorieën. In de juridische vormgeving wordt nader ingegaan op de indeling in categorieën.

Hoofdstuk 4 Milieukundige En Ruimtelijke Aandachtspunten

4.1 Milieuzonering

In en direct rond het plangebied zijn diverse bedrijven aanwezig. Deze bedrijven zijn op grond van de Staat van bedrijven (uit bedrijven en milieuzonering, VNG, 2009) in een milieucategorie ingedeeld. De Staat van bedrijven verschaft op een systematische wijze informatie over de milieukenmerken van verschillende typen bedrijven en inrichtingen en geeft een indicatie van de afstanden die als gevolg van deze kenmerken kunnen worden aangehouden tussen de diverse typen bedrijven en een rustige woonwijk. De afstanden hebben niet het karakter van een norm, maar gelden als richtlijn, waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken.

Voor de binnen het plangebied gelegen bedrijven geldt dat via de milieuwetgeving wordt zorg gedragen voor een goede inpassing in de woonomgeving. Hierbij doen zich geen knelpunten voor die om een directe aanpak vragen.

4.2 Wet Geluidhinder

In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones, met uitzondering van die wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en die wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied. Binnen de bebouwde kom bedraagt de zonebreedte voor tweestrookswegen die, gerekend vanuit de wegas, aan weerszijden van de weg in acht moet worden genomen, 200 m. In het geval van geluidgevoelige nieuwbouw binnen die zone dient akoestisch onderzoek plaats te vinden.

Behoudens situaties waarbij door Gedeputeerde Staten of burgemeester en wethouders een hogere waarde is vastgesteld, geldt voor geluidsgevoelige bebouwing binnen een zone als hoogst toelaatbare geluidsbelasting van de gevel 48 dB. Bij het voorbereiden van een ruimtelijk plan dat geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op gronden behorende bij een zone dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd.

De actualisatie betreft een 'statische' situatie. In het bestemmingsplan worden bij recht geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Indien er gebruik wordt gemaakt van één van de wijzigingsbevoegdheden, waarmee er woningen mogelijk worden gemaakt, zal formeel de geluidssituatie in kaart moeten worden gebracht. Een akoestisch onderzoek kan op dit moment achterwege blijven.

4.3 Luchtkwaliteit

Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden in principe overal. Aangezien met het onderhavig plan geen extra woningen of bedrijven aan het plangebied kunnen worden toegevoegd, zal de luchtkwaliteit niet verslechteren. Een onderzoek kan daarom achterwege blijven.

4.4 Bodem

Voordat wordt gestart met de bouw van woningen (of andere gebouwen), dient de bodem geschikt te zijn bevonden voor het toekomstig gebruik, zoals wonen. Op de provinciale bodeminformatiekaart kan worden nagegaan of een locatie verdacht is of dat er in het verleden reeds een onderzoek is uitgevoerd. Omdat deze kaart eens in de zoveel tijd wordt geactualiseerd, is het niet praktisch de locaties in het bestemmingsplan te noemen. Voor actuele bodeminformatie kan daarom het beste de gemeente worden benaderd.

4.5 Externe Veiligheid

4.5.1 Inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) richt zich, zoals uit de naam reeds blijkt, primair op inrichtingen die risico's met zich meebrengen voor de in de omgeving gelegen risicogevoelige objecten. Het besluit onderscheidt twee categorieën risicogevoelige objecten, namelijk kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Dit onderscheid is gebaseerd op maatschappelijke opvattingen over de groepen mensen die in het bijzonder moeten worden beschermd en op gegevens, zoals het aantal personen en de verblijfstijd van groepen mensen. Het besluit geeft waarden voor het risico dat toelaatbaar wordt geacht voor deze objecten. Hierbij worden twee vormen van risico onderscheiden: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico.

Op navolgende afbeelding is een uitsnede van de (professionele) risicokaart weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0014.png"

Kaart 7: Uitsnede risicokaart

Onderzoek

In het plangebied zijn geen Bevi-inrichtingen en andere risicovolle inrichtingen aanwezig. Ten noorden van het plangebied ligt een lpg-tankstation. Het invloedsgebied (150 m) van dit tankstation ligt echter buiten het plangebied.

4.5.2 Transport van gevaarlijke stoffen

Zoals bij inrichtingen het Bevi voorwaarden stelt aan de omgang met externe veiligheid, zo zijn bij vervoer van gevaarlijke stoffen deze voorwaarden opgenomen in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (cRNVGS).

De cRNVGS is een uitwerking van de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en bepaalt dat ruimtelijke plannen moeten worden getoetst aan de norm voor het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. De circulaire wordt vervangen door het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev), met als uitvloeisel het zogeheten Basisnet voor de beoordeling van de risico's vanwege transport van gevaarlijke stoffen.

De nieuwe wetgeving is van toepassing op de rijksinfrastructuur die onderdeel uitmaakt van de Basisnetten Weg, Water en Spoor. Hierbij wordt vastgehouden aan de volgende zaken:

  • vaste afstanden voor het plaatsgebonden risico;
  • vaste invoergegevens voor de berekening van het groepsrisico;
  • aanwijzing plasbrandaandachtsgebieden (PAG).

Onderzoek

In of nabij het plangebied liggen geen wegen, waarmee in verband met het aspect externe veiligheid rekening moet worden gehouden.

4.5.3 Buisleidingen

Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) met de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) omvat de regelgeving op het gebied van buisleidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd. In deze regelgeveing is bepaald dat de belemmeringenstrook (5 m), de plaatsgebonden risicocontour (10-6) en het invloedsgebied van het groepsrisico in acht dienen te worden gehouden bij ruimtelijke ontwikkelingen.

Onderzoek

Uit de risicokaart blijkt dat er geen risicovolle buisleidingen in het plangebied gelegen zijn.

4.6 Archeologie En Cultuurhistorie

4.6.1 Archeologie

De Monumentenwet heeft als doel het bieden van bescherming aan karakteristieke monumenten (gebouwen zijnde), archeologische monumenten en stads- en dorpsgezichten. Een van de belangrijkste uitgangspunten van deze wetgeving is dat er bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen rekening dient te worden gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden.

Onderzoek

Op de beleidsadvieskaart van de gemeente Noordenveld is aangegeven welke archeologische (verwachtings)waarden in het gebied voorkomen. Een uitsnede van deze kaart is in deze paragraaf opgenomen.

Uit deze kaart blijkt dat voor het plangebied de volgende archeologische waarden van belang zijn:

Tabel 1. Overzicht van de vindplaatsen en terreinen in het plangebied

Vindplaatsen/terreinen Advies Dubbelbestemming
Terreinen van hoge archeologische waarde - Behoud in situ, indien niet mogelijk opgraven;
- Vrijstelling bij ingrepen kleiner dan 100 m²
- Waarde - Archeologie 2
Buffer 50 m AMK-terrein - Verkennend/karterend booronderzoek; - Waarde - Archeologie 2
Hoge verwachting essen - Verkennend/karterend proefsleuvenonderzoek - Waarde - Archeologie 2

In het navolgende wordt ingegaan op het advies dat wordt gegeven voor deze terreinen.

AMK-terrein

De gronden die onderdeel uitmaken van de oude bewoningskern van Roden, komen voor op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en hebben een hoge archeologische waarde. Bij dit terrein dient te worden gestreefd naar behoud in situ. Rondom het AMK-terrein ligt een bufferzone van 50 m. Bij ingrepen in deze zone dient contact te worden opgenomen met de gemeente.

Voor de historische kern Roden geldt een vrijstelling van archeologisch onderzoek voor een gebied kleiner dan 100 m2. Deze vrijstelling geldt niet voor de bufferzone.

Hoge verwachting essen (westzijde plangebied)

Een klein deel van het plangebied ligt in een gebied dat is aangeduid als 'essen'. Het gaat om een deel van de oorspronkelijke 'Roderesch II' (aanlegd in de 19e eeuw). Ook voor dit deel van het plangebied is een dubbelbestemming opgenomen, ter bescherming van de eventueel voorkomende archeologische waarden.

Daarnaast zijn twee locaties op de kaart aangeduid als 'bijzondere terreinen'. Het betreffen de terreinen 'Spijker' en 'Mensinge'. Op deze terreinen en in de omgeving van deze terreinen zijn sporen van vroegere bewoning of landgebruik te vinden. Ook deze terreinen zijn als Waarde-Archeologie 2 bestemd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0015.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1699.2012BP037-vg01_0016.png"

Kaart 8: Uitsnede plangebied beleidsadvieskaart gemeente Noordenveld

In het plangebied bevinden zich ook enkele terreinen die al archeologisch zijn onderzocht en vrijgegeven. Aanvullend archeologisch onderzoek is daar niet nodig.

Op de verbeelding is te zien waar de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 van toepassing is. In hoofdstuk 5 Juridische vormgeving wordt nader op deze dubbelbestemming ingegaan.

Voorts geldt de meldingsplicht conform artikel 53 van de Monumentenwet. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden archeologische resten worden gevonden, moet de initiatiefnemer dit onmiddellijk melden bij de provinciaal archeoloog en de medewerker archeologie van de gemeente Noordenveld.

4.6.2 Cultuurhistorie

Sinds 1 januari 2012 is het verplicht in ruimtelijke plannen een beschrijving op te nemen over de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden rekening is gehouden.

Cultureel erfgoed bestaat uit archeologische, historisch-(steden)bouwkundige en historisch-geografische aspecten. Een complete inventarisatie van cultureel erfgoed bevat daarom een beschrijving van deze drie waarden (voor zover aanwezig in een gebied).

  • Archeologische waarden zijn bijzondere zichtbare en onzichtbare resten van vroegere culturen op het land, in de bodem en onder water. In de vorige paragraaf zijn deze waarden aan bod gekomen.
  • Historisch-geografische waarden verwijzen naar de ontstaanswijze en bijzondere plekken van onze cultuurlandschappen, zoals polders, kavelstructuren, terpen en wegen.
  • Bij historische (steden)bouwkundige waarden gaat het om gebouwde elementen met bijzondere betekenis, zoals molens, bruggen, kastelen of hele dorpen en binnensteden.

In het navolgende komt een beschrijving van de historisch-geografische en historisch (steden)bouwkundige waarden aan bod. Bij de historische (steden)bouwkundige waarden wordt ook het monumentenbeleid beschreven.

  • Historisch-geografische waarden

De historisch-geografische waarden zijn uiteraard een gevolg van het ontstaan van Roden. Daarom volgt allereerst een korte beschrijving van de ontstaansgeschiedenis van Roden.

Ontstaansgeschiedenis

Roden is ontstaan als een esdorp op de noordelijke rand van het Drents Plateau. Het dorp ligt op de overgang van hogere zandgronden naar lager gelegen veengebied. Roden heeft alle kenmerken van een esdorp (aanwezigheid van de essen, een brink, dichtbij elkaar gesitueerde boerderijen, ligging op een overgang van een zandrug naar een beekdal). De essen van Roden liggen ten westen en noorden van het plangebied. De es aan de westzijde is geheel bebouwd geraakt. Ten zuiden van Roden ligt een es, die bij de Roderesch hoort.

Roden heeft een grote veelhoekige verharde kerkbrink, waarbij de Catharinakerk, de naastgelegen Winsinghhof en enkele boerderijen rondom, de Middeleeuwse geschiedenis van het dorp nog laten zien.

De noordelijke invloed blijkt ook uit de stichting van de Havezathe Mensinge bij Roden. De bewoningsgeschiedenis van de havezathe laat zich terug zien in het terrein. De bossen, de lanen, het sterrenbos, de vele houtwallen en het nooit voltooide kanaal tonen de geschiedenis van de havezathe. Samen met de bijzondere geologische opbouw en de ligging naast het nog oorspronkelijke Lieversediep geven deze elementen het terrein van de havezathe een unieke historische gelaagdheid.

Aan het eind van de negentiende eeuw maakt Roden een sterke groei door, onder andere door de opkomst van de zuivelindustrie. Met de aanleg van de Rodervaart (in 1891) en een haven bij de zuivelfabriek, is Roden over het water verbonden met Groningen. Enkele jaren later wordt de stoomtram van Drachten naar Groningen aangelegd, die ook Roden aandoet. Door deze ontwikkelingen groeit het dorp langs de uitvalswegen en wordt de dorpskern verdicht met bebouwing.

De grote groei van het dorp vindt plaats na de Tweede Wereldoorlog. In het centrum van Roden is dat goed te zien. Veel oude bebouwing wordt gesloopt en maakt plaats voor grote nieuwe complexen van winkels en appartementen. Met deze schaalvergroting is gekozen voor een meer stedelijke allure van de bebouwing. De oorspronkelijke wegenstructuur blijft daarbij grotendeels intact. Nadat in de jaren tachtig van de vorige eeuw de spoortram buiten gebruik raakt, wordt het spoor weggehaald. Tussen Roden en Peize is het oude spoortracé nog goed te zien, in het dorp zelf zijn alle restanten verdwenen.

De brink is nog steeds het historische, kloppende hart van het dorp. De bebouwing, de naastgelegen havezathe en de monumentale beplanting geven de plek haar eigen, unieke sfeer.

Te beschermen historisch-geografische waarden

  • Wegenstructuur;
  • De brink met omliggende bebouwing als representant van het oude esdorp Roden.

Doorwerking

De cultuurhistorisch waardevolle wegen zijn, naast de functionele bestemming, mede bestemd als 'Waarde-Cultuurhistorie 1', daarmee wordt behoud van het beloop bewerkstelligd.

Bescherming van de waardevolle bebouwing wordt geregeld via de Monumentenwet (door de aanwijzing van monumenten) of via de aanduiding 'karakteristiek'. De meeste rijksmonumenten en karakteristieke panden liggen aan de Brink. In de bijlage is een lijst met monumenten en karakteristieke panden opgenomen.

De brink met omringende bebouwing is voorzien van de aanduiding 'Waarde - Cultuurhistorie 2'. Deze gronden zijn mede bestemd voor het behoud en herstel van de volgende historische kenmerken van het brinkgebied:

  • het informele karakter van de openbare ruimte, in overeenstemming met het historische karakter van de bebouwing;
  • de aanwezige boombeplanting op de brink;
  • de wegenstructuur.

Als toetsingscriterium voor het toelaten van nieuwe ontwikkelingen geldt dat het bebouwde en het onbebouwde gebied als één samenhangend en onlosmakelijk geheel moet blijven bestaan.

  • Historisch-(steden)bouwkundige waarden

Binnen het plangebied liggen diverse karakteristieke en in sommige gevallen ook monumentale panden. Er bestaan verschillende soorten monumenten: rijksmonumenten, beschermde stadsgezichten en dorpsgezichten, gemeentelijke monumenten en in sommige provincies ook provinciale monumenten. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) wijst namens de minister bouwwerken aan die vanwege hun bijzondere cultuurhistorische waarde behouden moeten blijven. Dit gebeurt op basis van aanwijzingsprogramma's. Deze programma's richten zich op gebouwen uit een specifieke periode of gebouwen met een speciale functie.

Ook in het centrumgebied van Roden komen monumenten voor. Bescherming van de rijksmonumenten is geregeld in de Monumentenwet 1988. In de Monumentenwet is vastgelegd wat een monument is en hoe rijksmonumenten aangewezen en onderhouden moeten worden.

Eén van de rijksmonumenten in het plangebied betreft Havezathe Mensinge. Niet alleen de bebouwing, maar ook het omliggende terrein maakt deel uit van het monument (het geheel aan te duiden als buitenplaats). Het huis dateert in oorsprong uit de 15e eeuw, is herbouwd in de 16e eeuw en tot zijn huidige vorm verbouwd in 1728. Het havezathe terrein is deels in structuur en deels in detail gaaf bewaard gebleven. De utilitaire inrichting van het terrein dateert waarschijnlijk uit de 15de eeuw (of daarvoor). Een rechte toegangslaan met linden staat op de as van het huis; noordelijk van het huis ligt een grotendeels omgrachte moestuin annex boomgaard (thans weiland, enkele fruitbomen) en zuidelijk een weiland (toponiem 'de Duivenkamp'), dat zijn naam ontleent aan de daar gelegen 18de-eeuwse duiventil. Westelijk van het huis liggen eveneens weilanden. Het karakter van de aanleg wordt bepaald door kenmerkende lanen (eiken/beuken), die de huisplaats en de weilanden omsluiten.

De overige rijksmonumenten staan genoemd in de bijlage.

In het plangebied komen geen provinciale monumenten voor.

Te beschermen historisch-stedenbouwkundige waarden

  1. 1. Havezathe Mensinge met bijbehorende park- en tuinaanleg;
  2. 2. Alle andere genoemde panden als representanten van de bebouwingsgeschiedenis van Roden.

Doorwerking

  1. 1. Havezathe Mensinge is als Buitenplaats bestemd. De bestemming is mede gericht op de bescherming van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Omdat het gehele terrein is aangewezen als rijksmonument, is het terrein op grond van andere wetgeving al voldoende beschermd.
  2. 2. Via de Monumentenwet zijn rijksmonumenten al beschermd. Het bestemmingsplan hoeft hiervoor geen extra regels op te nemen. Wel zijn de monumenten aangeduid als 'specifieke bouwaanduiding-monument'. De door de gemeente aangewezen karakteristieke panden zijn aangeduid als 'karakteristiek'. De hoofdvorm van deze panden dient in stand gehouden te worden. Alle voormalige boerderijen zijn bestemd als Wonen - Boerderij. In de regels is bepaald dat de hoofdvorm van de boerderij in stand moet blijven.

Een monumentenlijst is opgenomen in de bijlage.

4.7 Water

Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening moet bij ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder ver- en nieuwbouwplannen, wordt getoetst welke consequenties deze plannen hebben voor de waterhuishouding en hoe in de plannen wordt omgegaan met aspecten van water. Het beleid van het waterschap is neergelegd in het Waterbeheerplan 2010-2015 en de Notitie Stedelijk Water. In beide documenten is vastgelegd hoe het waterschap invulling geeft aan het integrale waterbeheer nu en in de toekomst.

Op particulier terrein is primair de eigenaar van het terrein verantwoordelijk voor de afvoer van het hemelwater.

Het plangebied omvat het centrumgebied van Roden. Voorliggend bestemmingsplan is een conserverend plan. De waterhuishouding zal hierdoor niet worden gewijzigd. Wel is de gracht om Havezathe Mensinge aangeduid als Water, om daarmee demping te voorkomen.

Bij nieuwbouw binnen het plangebied dient het Gemeentelijk Rioleringsplan te worden gehanteerd.

Advies en overleg Waterschap

De waterparagraaf is voorgelegd aan het Waterschap Noorderzijlvest. Het waterschap heeft aangegeven in te kunnen stemmen met het bestemmingsplan.

4.8 Ecologie

Omdat het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen bij recht mogelijk maakt, is een ecologische inventarisatie van de natuurwaarden in het plangebied niet nodig.

Hoofdstuk 5 Juridische Vormgeving

5.1 Inleiding

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bevat de regeling voor de opzet en de inhoud van een bestemmingsplan. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is deze regeling verder uitgewerkt.

Het bestemmingsplan bestaat uit:

  1. a. een verbeelding van het bestemmingsplangebied zowel analoog (bestaande uit twee kaartbladen, schaal 1:1.000 met bijbehorende legenda en verklaring) waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;
  2. b. de regels waarin de bestemmingen worden beschreven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.

Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting.

Ook zijn de regels van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP 2008) toegepast. Met deze standaard worden de regels en de verbeelding zodanig opgebouwd en ingericht dat bestemmingsplannen goed met elkaar kunnen worden vergeleken.

Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting wordt langs elektronische weg vastgelegd en ook in die vorm vastgesteld, tegelijk met een analoge versie van het bestemmingsplan. Als de digitale en analoge versie tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale versie beslissend.

5.2 Planvorm

Het bestemmingsplan betreft een actualisering en is gericht op het in stand houden c.q. realiseren van een vitaal centrum. Daarbij vormt behoud en versterking van de huidige ruimtelijke structuur het uitgangspunt voor de regeling in het bestemmingsplan, dat over het algemeen conserverend van aard is. Binnen dit kader zal wel voldoende flexibiliteit moeten worden geboden om planologisch aanvaardbare bouwinitiatieven of functiewijzigingen mogelijk te maken.

Het centrumgebied van Roden kent een relatief groot aantal deelgebieden die stedenbouwkundig specifiek van aard en structuur zijn, zowel in functie als in vorm. Het behoud en/of de versterking hiervan vereist een specifieke en gedetailleerdere aanpak. Daarom is voor het centrumgebied qua planvorm gekozen voor het functioneel en gedetailleerd bestemmen, maar met de nodige flexibiliteit in de regeling. Een groot voordeel hiervan is dat de te behouden waarden en (functionele) structuren van het overwegend openbaar toegankelijke centrumgebied direct en eenduidig op de verbeelding inzichtelijk kunnen worden gemaakt .

5.3 Opzet Van De Regels

De regels zijn opgebouwd uit een aantal hoofdstukken.

  • Hoofdstuk 1 Inleidende regels

In hoofdstuk 1 is een uitleg van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen opgenomen, alsmede de wijze van meten.

Begrippen

In dit artikel zijn de standaard begripsomschrijvingen van de gemeente Noordenveld opgenomen, aangevuld met die begrippen, die specifiek in dit bestemmingsplan voorkomen en waarbij sprake is van een (mogelijk) afwijkende betekenis in het algemeen spraakgebruik en/of technische begrippen.

Wijze van meten

Om de in de regels aangegeven oppervlakte, goot- en bouwhoogten en inhoud van bouwwerken te kunnen bepalen is aangegeven hoe deze worden gemeten. Ook is aangegeven welke onderdelen van gebouwen buiten beschouwing blijven bij het toepassen van de regels. Dit betreft ondergeschikte bouwdelen zoals schoorstenen en antennes.

  • Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de bestemmingen opgenomen. Onderstaand wordt per bestemming een korte uitleg gegeven.

Buitenplaats

De Havezathe Mensinge met de omliggende landerijen is een zogenaamde buitenplaats en heeft een eigen, specifieke bestemming gekregen. Binnen deze bestemming zijn de functies wonen, maatschappelijke voorzieningen en zakelijke dienstverlening toegestaan. In de gebouwen zijn ook een horecabedrijf en een museum gevestigd.

De hele buitenplaats is aangewezen als rijksmonument. Om de karakteristieke structuur van de buitenplaats te behouden hebben de paden, het groen en het water een aanduiding gekregen en is een beschermende regeling opgenomen (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden).

Het kampeerterrein Ot en Sien maakt onderdeel uit van de oorspronkelijke buitenplaats en daarom is ervoor gekozen om het kampeerterrein in deze bestemming mee te nemen en niet in het nieuwe bestemmingsplan Kampeerterreinen dat voor de gehele gemeente wordt opgesteld.

Een deel van het terrein wordt gebruikt als evenemententerrein en is als zodanig aangeduid. In de gebruiksregels zijn uit het oogpunt van ruimtelijke aanvaardbaarheid beperkingen gesteld aan het aantal evenementen dat per jaar mag worden gehouden en het aantal bezoekers.

Centrum

Grote delen van de bestemming 'kernwinkelgebied' uit het bestemmingsplan Roden Kom II krijgen binnen de zogenaamde parkeerring de bestemming Centrum, tenzij er plaatselijk en bestaand sprake is van een concrete functionele uitzondering en/of feitelijk geen sprake is van het bestaan van meerdere doelen/functies per perceel en dit planologisch ook niet gewenst is. Zoals bijvoorbeeld de bestaande appartementencomplexen of reguliere woonpercelen waar alleen gewoond wordt en bestaande maatschappelijke voorzieningen.

Binnen de bestemming Centrum zijn bij recht detailhandel, dienstverlening en daghoreca (horeca I) toegestaan. Horeca in de categorieën II, III en V is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca'. Supermarkten zijn alleen toegestaan waar dit is aangegeven. Om de centrumfunctie te versterken, is het wonen alleen mogelijk in bovenwoningen, behoudens bestaande afwijkingen.

De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. De maximale bouwhoogte voor de hoofdgebouwen in het centrumgebied is 10 meter. Op een aantal plaatsen is hogere bebouwing tot 14 meter toegestaan. Deze locaties zijn op de verbeelding voorzien van een bouwaanduiding.

Het verblijfsgebied in het centrum heeft de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - winkelgebied'. De inrichting hiervan is specifiek afgestemd op het winkelend publiek.

Detailhandel

De enige supermarkt die geen onderdeel uitmaakt van het centrumwinkelgebied en ook niet van de het gemengd gebied, heeft de bestemming Detailhandel. De gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd en de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter.

Dienstverlening

Binnen deze bestemming is maatschappelijke en zakelijke dienstverlening toegestaan. Op dit moment zijn hier gevestigd: de apotheek aan de Heerestraat, het Lab Noord aan de Leeksterweg en de huisartsenpraktijk aan de Brink. Bij de apotheek hoort een bedrijfswoning.

Gemengd

De bebouwing die buiten het centrumwinkelgebied ligt, maar waar naast het wonen meerdere functies te vinden zijn, zoals dienstverlening, detailhandel, kleinschalige (ambachtelijke) bedrijvigheid en cultuur (museum) zijn bestemd als Gemengd. Alle genoemde functies zijn bij recht mogelijk.

Het gebied rond de Brink is ook als Gemengd bestemd. Dit gebied heeft een verblijfsfunctie en is als het ware een concentratiegebied met horeca en terrassen. In dit gebied is bij recht horeca mogelijk in de categorieën I, II, III en V. De bestaande discotheek (categorie IV) is aangeduid.

De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Het aantal bouwlagen bedraagt maximaal twee met een kap.

Groen

De structurele en/of beeldbepalende openbare groenvoorzieningen zijn bestemd als Groen. Bebouwing is hier niet toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen.

Maatschappelijk

De maatschappelijke voorzieningen, zoals kerken, scholen en sportzalen, alsmede het gemeentehuis, zijn bestemd als Maatschappelijk. De hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd . De bouwhoogte bedraagt maximaal 10 meter, danwel de bestaande hoogte (zoals bijvoorbeeld de kerktorens).

Tuin

Beeldbepalende (voorname) voorkantsituaties en/of ruimtelijk samenhangende als tuin ingerichte (privé) gronden voor de voorgevel of naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijden, hebben de bestemming Tuin. Gebouwen zijn hier niet toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen. Van dit verbod kan worden afgeweken voor de bouw van erkers en toegangsportalen.

Verkeer

De wegen met een doorstroomfunctie zijn bestemd als Verkeer. Gebouwen zijn hier niet toegestaan, met uitzondering van abri's (wachthuisjes) voor het openbaar vervoer.

Verkeer - Parkeerterrein

De openbare parkeerterreinen zijn specifiek bestemd. Parkeerterreinen die particulier eigendom zijn, maar onderdeel uitmaken van maatschappelijke bestemmingen of bij een supermarkt horen, zijn meebestemd in de respectievelijke bestemmingen en hebben een aanduiding 'parkeerterrein'.

Op het parkeerterrein van de Albertsbaan kan via een wijzigingsbevoegdheid een kiosk, muziekkoepel of iets dergelijks worden gebouwd. Dit in het kader van de herinrichting van het winkelgebied.

Verkeer - Verblijfsgebied

De wegen zonder doorstroomfunctie hebben de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied. Hiertoe behoren het winkelgebied in het centrum aan de Heerestraat en Wilhelminastraat, dat aangeduid is als 'specifieke vorm van verkeer - winkelgebied' en de meer karakteristiek ingerichte 'brink' die is aangeduid als 'specifieke vorm van verkeer - brink'.

Wonen

De reguliere woningen zijn bestemd als Wonen. Het bestaande aantal woningen - bestaande uit vrijstaande, tweeaaneengebouwde en aaneengebouwde woningen mag niet toenemen. De hoofdgebouwen van de woningen worden gebouwd in het bouwvlak. De bijgebouwen worden ook in het bouwvlak gebouwd of in het gebied dat als zodanig is aangeduid.

Het aantal bouwlagen van woningen bedraagt niet meer dan één of twee bouwlagen met een kap en de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m.

In alle woonfuncties zijn aan huis verbonden werkactiviteiten toegestaan, alsmede kleinschalige verblijfsrecreatie in de vorm van bed and breakfast. Het gebruik voor deze activiteiten is toegestaan voor zover de oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de bestaande vloeroppervlakte van de hoofd- en bijgebouwen met een maximum van 45 m2 indien de activiteiten gezamenlijk worden gebezigd.

Ter plaatse van het adres Groningerstraat 8-10 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om maximaal zes wooneenheden te kunnen realiseren.

Wonen - Boerderij

De beeldbepalende voormalige boerderijen zijn bestemd als Wonen - Boerderij. Specifiek voor deze bestemming is dat de bestaande hoofdvorm van de boerderij moet worden gehandhaafd. De toegestane oppervlakte voor werk/bedrijf aan huis en bed and breakfast is ruimer (60 m2) dan bij de reguliere woonfunctie. Ook woningsplitsing is mogelijk. Tot slot is een saneringsregeling voor bijgebouwen opgenomen.

Wonen - Woongebouw

De appartementencomplexen zijn als Wonen - Woongebouw bestemd. In de woonfunctie is ook niet zelfstandige huisvesting en/of verzorging van woongroepen begrepen, al dan niet gecombineerd met een dienstencentrum. De maximale bouwhoogte van deze gebouwen is aangegeven op de verbeelding.

Archeologie

Volgens de systematiek van de gemeente Noordenveld krijgen de gronden die als rijksmonument zijn aangemerkt de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 . Deze monumenten worden beschermd door de Monumentenwet. In dit bestemmingsplan komen deze beschermde terreinen niet voor.

Alle gronden met een hoge archeologische waarde en een middelhoge of hoge verwachtingswaarde worden onder één een beschermende regeling gebracht, namelijk Waarde - Archeologie 2.

Hoewel er een grote diversiteit is aan archeologische zones, bijzondere terreinen en landschapselementen, met een even zo grote diversiteit aan beleidsadviezen voor de onderzoeksmethodiek, is er desalniettemin voor gekozen om alle gronden met een archeologische (verwachtings)waarde in één dubbelbestemming onder te brengen. De bouwregels en het omgevingsvergunningsstelsel zijn voor al deze bestemmingen namelijk identiek, alleen de onderzoeksadviezen verschillen van elkaar. Door de bestemming te koppelen aan de archeologische beleidsadvieskaart ontstaat een overzichtelijk geheel. Hierdoor is eenvoudig na te gaan voor welke gronden welke onderzoeksplicht geldt. De archeologische beleidsadvieskaart, een uitsnede van deze kaart voor het plangebied en de toelichting op de beleidsadvieskaart zijn als bijlage bij de regels opgenomen.

De gronden met een lage verwachtingswaarde en/of een (met zekerheid) verstoorde bodem, alsmede de gronden die al archeologisch zijn onderzocht en vrijgegeven, vallen buiten de dubbelbestemming Waarde - Archeologie.

Indien op grond van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn of waardevolle archeologische vondsten worden gedaan, kan het plan worden gewijzigd in die zin dat de dubbelbestemming vervalt.

Cultuurhistorie

De panden die als rijksmonument zijn aangewezen, hebben in het bestemmingsplan de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' gekregen. Een beschermende regeling is niet opgenomen omdat de Monumentenwet hiervoor het kader is.

De panden die door de gemeente als karakteristiek zijn bestempeld hebben de aanduiding 'karakteristiek' gekregen. In de bestemming is als doel opgenomen de instandhouding van de bestaande hoofdvorm van het karakteristieke gebouw. Tevens is een regeling opgenomen om ongewenste sloop te voorkomen.

De karakteristieke wegenstructuur worden beschermd via de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1'. Voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden is toestemming nodig in de vorm van een omgevingsvergunning.

Het brinkgebied wordt beschermd via de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2'. Voor dit gebied geldt dat het bebouwde en onbebouwde gebied als één samenhangend en onlosmakelijk geheel moeten blijven bestaan.

  • Hoofdstuk 3 Algemene regels

In dit hoofdstuk zijn een anti-dubbeltelregel, de algemene gebruiksregels, de algemene afwijkingsregels, de algemene wijzigingsregels en de overige regels opgenomen.

Het doel van de anti-dubbeltelregel is om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein mog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Kortweg gezegd, komt het erop neer, dat grond die één keer in beschouwing is genomen voor het toestaan van gebouwen, niet een tweede maal mag meetellen voor de toelaatbaarheid van andere gebouwen, als die grond inmiddels tot een ander bouwperceel is gaan behoren.

In de algemene gebruiksregels is aangegeven welke specifieke vormen van gebruik in elk geval strijdig zijn met de bestemmingen. In dit bestemmingsplan is een verbod opgenomen voor het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van een seksinrichting. Dit verbod geldt voor alle bestemmingen.

In de algemene afwijkingsregels zijn een aantal bepalingen opgenomen die het mogelijk maken om het plan op ondergeschikte punten aan te passen. Omdat dit zich niet beperkt tot één bestemming, maar bij diverse bestemmingen gewenst of noodzakelijk kan blijken, zijn deze regels in beginsel op alle bestemmingen van toepassing.

Het verlenen van een omgevingsvergunning met afwijking mag geen automatisme zijn. Het verlenen van de vergunning wordt zorgvuldig afgewogen en gemotiveerd.

In de algemene wijzigingsregels zijn vier wijzigingsgebieden opgenomen.

Het gebied dat is aangeduid als 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' betreft een perceel dat nu als Maatschappelijk is bestemd (school) ,waarvan de bestemming kan worden gewijzigd in Wonen.

Het gebied dat is aangeduid als 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' betreft ook een perceel dat nu als Maatschappelijk is bestemd (kerk) en waarvan de bestemming kan worden gewijzigd in Centrum.

Het derde wijzigingsgebied, dat is aangeduid als 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' betreft een perceel dat nu is bestemd als Centrum en dat kan worden gewijzigd ten behoeve van de vestiging van een supermarkt.

Het vierde wijzigingsgebied, dat is aangeduid als 'wro-zone - wijzigingsgebied 4' betreft twee percelen die nu zijn bestemd als Wonen en Wonen - Boerderij. De bestemming kan worden gewijzigd in Wonen - Woongebouw, ten behoeve van de nieuwbouw van appartementen met twee bouwlagen en een kap.

Het artikel Overige regels geeft de relatie aan met de Woningwet.

  • Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen.

Voor de redactie van het overgangsrecht geldt het Besluit ruimtelijke ordening. Bebouwing die niet voldoet aan de bepalingen van dit bestemmingsplan is onder het overgangsrecht gebracht. Een geringe uitbreiding van de bebouwing met 10% wordt mogelijk gemaakt.

Het gebruik van gronden en opstallen dat in strijd is met dit bestemmingsplan op het tijdstip van inwerkingtreding, mag in beginsel worden voortgezet. Wijziging van dit strijdige gebruik is verboden, indien de afwijking van het plan wordt vergroot. Indien het strijdige gebruik, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

In de slotregel van het bestemmingsplan wordt aangegeven onder welke titel het bestemmingsplan wordt vastgelegd.

Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid

De Grondexploitatiewet (onderdeel van de Wet ruimtelijke ordening) stelt een gegarandeerd kostenverhaal verplicht bij het opstellen van een bestemmingsplan waarin bepaalde bouwplannen mogelijk worden gemaakt. Een exploitatieplan is verplicht, tenzij het kostenverhaal reeds anderszins is verzekerd, het bepalen van een tijdvak of fasering niet noodzakelijk is en het stellen van eisen en regels omtrent werken en werkzaamheden in het exploitatiegebied niet noodzakelijk is. In dat geval dient de gemeenteraad tegelijk met vaststelling van het voorliggende bestemmingsplan expliciet en gemotiveerd te besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen.

Het voornaamste doel van dit bestemmingsplan is actualisering van de bestaande bestemmingsregeling. In dat kader speelt de economische uitvoerbaarheid een ondergeschikte rol (financiële middelen die bijvoorbeeld zijn gemoeid met het onderhoud van de ruimtelijke kwaliteit zijn niet direct relateerbaar aan het bestemmingsplan).

Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg

Er heeft geen inspraak plaatsgevonden (voorontwerp). De overlegreacties zijn meegenomen bij de behandeling van de zienswijzen op het ontwerp-bestemmingsplan.

Het ontwerp-bestemmingsplan heeft van 28 maart tot en met 9 mei 2013 ter inzage gelegen. Er zijn een aantal zienswijzen binnengekomen. Voor de beantwoording hiervan wordt verwezen naar het raadsvoorstel met het oog op vaststelling van het bestemmingsplan Centrumgebied Roden.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijven

Bijlage 1 Staat van bedrijven

Bijlage 2 Uitsnede Beleidsadvieskaart Archeologie

Bijlage 2 Uitsnede Beleidsadvieskaart archeologie

Bijlage 3 Beleidsadvieskaart Archeologie Gemeente Noordenveld

Bijlage 3 Beleidsadvieskaart archeologie gemeente Noordenveld

Bijlage 4 Toelichting Op Archeologische Beleidsadvieskaart Uitsnede

Bijlage 4 Toelichting op Archeologische beleidsadvieskaart uitsnede

Bijlage 1 Monumentelijst

Bijlage 1 Monumentelijst