Buitengebied, Leertendijk ong. Den Ham
Bestemmingsplan - Twenterand
Vastgesteld op 18-05-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
plan
het bestemmingsplan Buitengebied, Leertendijk ong. Den Ham van de gemeente Twenterand;
bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0022-VAS1 met bijbehorende regels;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
extensief recreatief medegebruik
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met uitzondering van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubilair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
grondgebonden agrarisch bedrijf
een bedrijf met een overwegend grondgebonden agrarische bedrijfsvoering eventueel met als onderdeel een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, mits de bedrijfsvloeroppervlakte van laatstgenoemd onderdeel niet meer dan 250 m2 per bedrijf bedraagt;
grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
(dat deel van) de agrarische bedrijfsvoering die (dat) geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de grond als agrarisch productiemiddel zoals akkerbouw, veeteelt en/of tuinbouwbedrijf;
intensieve veehouderij
een agrarisch bedrijf of een deel daarvan dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren 'biologisch' worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
kassen
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer boven maaiveld;
natuurwaarden
de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden;
niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
de agrarische bedrijfsvoering die niet geheel of hoofdzakelijk van de grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is, zoals de varkens-, kalver- of pluimveefokkerij, eendenmesterij of -fokkerij, witlof- of champignonkwekerij;
ondersteunende horeca
een horecavoorziening die gerelateerd is aan een ander nader in de regels omschreven (hoofd-) functie, welke tevens ruimtelijk gezien in ondergeschikte vorm zelfstandig functioneert, waar ten behoeve van de hoofdfunctie(s) kleine etenswaren en dranken worden verstrekt aan mensen die deelnemen aan een op het bedrijf georganiseerde activiteit;
ontheffing
een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
recreatie
de uitoefening van recreatieve activiteiten bij daartoe bestemde voorzieningen en detailhandel;
vloeroppervlak
de totale oppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslagruimten en dergelijke;
wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.2
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
Uitsluitend de volgende bebouwing is toegestaan:
- a. binnen het bouwvlak:
- 1. bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, met een maximale bouwhoogte van 12 m en een maximale goothoogte van 5,5 m;
- 2. bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder sleufsilo's en mestopslagplaatsen, met een maximale bouwhoogte van 7 m;
- 3. windmolens en antennemasten met een maximale hoogte van 15 m;
- b. buiten het bouwvlak, bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder terreinomheiningen met een maximale hoogte van 2 m, met dien verstande dat op gronden gelegen buiten het bouwperceel geen sleufsilo's en mestopslagplaatsen mogen worden opgericht.
3.3 Wijzigingsbevoegdheid
3.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:
- a. een gebruik voor doeleinden van handel en/of nijverheid, anders dan de agrarische handel overeenkomstig de bestemming;
- b. een gebruik voor doeleinden van verblijfsrecreatie en actieve recreatie in de vorm van het crossen met motorvoertuigen en het beoefenen van de modelvliegtuigsport;
- c. een gebruik van de onbebouwde grond als stort- en/of opslagplaats van grond, vuilnis, afvalstoffen en/of al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als opslag ten behoeve van het normale gebruik, zoals mestopslag en kuilvoeropslag op het agrarisch bouwperceel;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
- a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten;
- b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen en overige aanduidingsgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 6 Overgangsrecht
6.1 Overgangsrecht bouwwerken
6.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 7 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, Leertendijk ong. Den Ham.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 18 mei 2010.
De voorzitter, De griffier,
……………… ………………
Bijlage 1 : Wijngaard De Tappenmars In Den Ham, Het Oversticht, September 2009
Bijlage 1: Wijngaard de Tappenmars in Den Ham, Het Oversticht, september 2009
Bijlage 2 : Verkennend Bodemonderzoek, Elementair, Mei 2009
Bijlage 2: verkennend bodemonderzoek, Elementair, mei 2009