Buitengebied, Ommerweg 66 Den Ham
Bestemmingsplan - Twenterand
Vastgesteld op 19-10-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1
In deze regels wordt verstaan onder:
plan
het bestemmingsplan Buitengebied, Ommerweg 66 van de gemeente Twenterand;
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0023-vas1 met de bijbehorende regels;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
ander-werk
een werk, geen bouwwerk zijnde;
een werkzaamheid;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bebouwingsgrens
de grens van een bouwvlak, welke door de hierbinnen krachtens de bepalingen van het plan toegestane bebouwing niet mag worden overschreden, behoudens de toegestane overschrijdingen;
bedrijfsgebouw
een gebouw ten dienste van een bedrijf, niet zijnde een dienst- c.q. bedrijfswoning;
bestaand bouwwerk
een bouwwerk dat ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaat, wordt gebouwd, dan wel nadien krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd;
bestaand gebruik
het gebruik dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwgrens
een grens van een bouwvlak;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke bouwconstructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienst- c.q. bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daarin, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht als het belangrijkste gebouw is aan te merken;
kleinschalig kamperen
kamperen op een kleinschalig kampeerterrein, een verenigingskampeerterrein of een natuurkampeerterrein;
nadere eis
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
ontheffing
een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
prostitutiebedrijf
een gebouw, voer- of vaartuig, dan wel enig gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk bestemd voor het daar uitoefenen van prostitutie; prostitutie is het tegen betaling hebben van seksuele omgang met anderen op een naar buiten toe kenbare wijze;
seks- en/of pornobedrijf
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;
wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
1.2
Onder gebruiken wordt mede begrepen het in gebruik geven en het laten gebruiken.
1.3
Onder uitvoeren wordt mede begrepen het doen uitvoeren en het laten uitvoeren.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1
Bij de toepassing van de regels van het plan wordt als volgt gemeten:
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de bouwhoogte van een bouwwerk
van het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerken, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.2
Voor wat betreft (dienst- c.q. bedrijfs)woningen wordt bij de toepassing van de bepalingen van artikel 2.1 niet meegerekend voor de:
inhoud of oppervlakte
ondergeschikte gebouwen;
hoogte
ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, masten, lichtkoepels, windvanen en daksierelementen;
goothoogte
maximaal een derde van de gezamenlijke goot- en/of boeiboord- en/of druiplijnlengten.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding (ph) een paardenhouderij;
- b. ter plaatse van de aanduiding (pf) een paardenfokkerij;
een en ander met bijbehorende bebouwing en voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Uitsluitend de volgende bebouwing is toegestaan:
- a. bedrijfsgebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak met een maximale hoogte van 10 m;
- b. één dienst- c.q. bedrijfswoning per bouwperceel, uitsluitend binnen het bouwvlak, met een maximale inhoud van 750 m3, dan wel indien een grotere woning aanwezig is, de inhoud zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
- c. ondergeschikte gebouwen zijn toegestaan, op geen grotere afstand dan 25 m van de dienst- c.q. bedrijfswoning, met per dienst- c.q. bedrijfswoning een gezamenlijke maximale oppervlakte van 75 m2 , een maximale hoogte van 6 m en een maximale goothoogte van 3 m, dan wel in geval van een grotere afstand, inhoud, hoogte en/of goothoogte, uitsluitend de ondergeschikte gebouwen zoals deze bestaan op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
- d. bouwwerken, geen gebouw zijnde met een hoogte van maximaal 10 m, met uitzondering van erfscheidingen waarvan de hoogte maximaal 2 m mag bedragen, met dien verstande dat de hoogte van antennemasten bij dienst- c.q. bedrijfswoningen maximaal 15 m mag bedragen;
- e. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
3.3 Nadere eisen
Bij de beslissing omtrent het verlenen van een bouwvergunning kunnen Burgemeester en Wethouders nadere eisen stellen met betrekking tot de situering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is:
- a. om de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
- b. om een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
- c. om een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
- d. ter bescherming van de aanwezige landschapswaarden van het omringende gebied;
- e. om een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.
3.4 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2 onder b voor het oprichten van een tweede dienst- c.q. bedrijfswoning met daarbij behorende bijgebouwen, waarbij voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. de duurzame noodzaak van de bouw van de tweede dienst- c.q bedrijfswoning voor een doelmatige bedrijfsvoering dient te worden aangetoond;
- b. het bedrijf naar omvang en activiteiten aan twee volwaardige arbeidskrachten een volledige dagtaak biedt;
- c. het bepaalde in artikel 3.2 onder b en c is van overeenkomstige toepassing;
- d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
- e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
- f. met betrekking tot (spoor)wegverkeersgeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;
- g. met betrekking tot de luchtkwaliteit een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Gebruiksregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in elk geval verstaan:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gebouwen, niet zijnde een toegestane (dienst- c.q. bedrijfs)woning, voor bewoning;
- d. een gebruik van gronden ten behoeve van een kampeerterrein;
- e. een gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel;
- f. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seks-en/of pornobedrijf dan wel ten behoeve van een prostitutiebedrijf.
Artikel 6 Algemene Aanduidingsregels
6.1 Vrijwaringszone - rioolwaterzuiveringsinstallatie
Artikel 7 Algemene Ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels van het plan ten behoeve van:
- a. het oprichten van bouwwerken voor doeleinden van openbaar nut met een oppervlakte, voor zover het een gebouw betreft, van maximaal 25 m2 en een maximale hoogte van 3 m, in verband waarmee bij het oprichten van bedoelde bouwwerken langs een weg, de kade of een waterloop, de wegbeheerder en/of het waterschap gehoord worden;
- b. het aanbrengen van geringe wijzigingen van maximaal 10 m in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen of bebouwingsgrenzen ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding dan wel, uitsluitend ten aanzien van bebouwingsgrenzen, ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
- c. het oprichten van vlaggenmasten, voor zover deze geen grotere hoogte hebben dan 7 m.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregel
Artikel 8 Overgangsrecht
8.1 Overgangsrecht bouwwerken
8.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 9 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, Ommerweg 66 Den Ham.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 19 oktober 2010.
De voorzitter, De griffier,
……………… ………………
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek, Grondslag Bv, 1 April 2010
Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek, Grondslag BV, 1 april 2010