ZUIDMATEN-OOST WOONGEBIED
Bestemmingsplan - Twenterand
Vastgesteld op 24-04-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan “Zuidmaten - Oost woongebied” van de gemeente Twenterand;
1.2 bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand ID: NL.IMRO.1700.BPDH2012MP0002.vas1 met bijbehorende regels;
1.3 de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
1.6 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.8 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime;
1.9 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.10 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.11 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.12 bouwterrein
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels één bouwwerk of meerdere bij elkaar horende bouwwerken zijn toegestaan;
1.13 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.14 buurtvoorziening
(gebouwde) voorziening die dient als gemeenschappelijke ontmoetingsplaats voor buurtbewoners en als opslagruimte voor gemeenschappelijke zaken;
1.15 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.16 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.17 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
1.18 groenvoorzieningen
onbebouwd gebied, bestaande uit grasvelden, (opgaande) beplantingen, waterpartijen, speelweiden, voetpaden, alsmede hondenuitlaatplekken en jongerenontmoetingsplekken;
1.19 hoofdgebouw
een gebouw ten behoeve van bewoning, dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.20 kunstwerk
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, niet zijnde een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
1.21 MUPI
afkorting van 'Mobilier Urbain à Publicité Illuminé', oftewel straatmeubilair in de vorm van verlichte reclamezuil;
1.22 ondergeschikt gebouw
een gebouw of een onderdeel van een gebouw behorend bij een woning, dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht qua omvang en situering als ondergeschikt aan het hoofdgebouw valt aan te merken. Hiervan is sprake indien het gebouw minimaal 1,5 meter lager is dan het hoofdgebouw;
1.23 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.24 opslag
handelingen waarbij een stof of product voor een korte of langere tijd in een zekere ruimte min of meer statisch wordt gehouden;
1.25 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang plus 0,25 m;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.26 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;
1.27 seksshop
detailhandel in overwegend erotische artikelen waaronder mede begrepen een videotheek waar overwegend erotische films worden verhuurd;
1.28 vrijstaand ondergeschikt gebouw
een gebouw of een onderdeel van een gebouw behorend bij een woning, dat op een bouwperceel in stedenbouwkundig opzicht qua omvang en situering als ondergeschikt aan het hoofdgebouw valt aan te merken en dat niet is aangebouwd aan andere gebouwen;
1.29 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelgrens
tussen de zijdelingse grens van het perceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de plaatsing van gebouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilaster, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. voet- en fietspaden;
- c. beplantingen en speelvoorzieningen;
- d. water;
een en ander met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
3.2 Bouwregels
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 4 m.
Artikel 4 Water
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en oeverstroken;
- b. afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
- c. kunstwerken;
- d. ontsluitingspaden.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Woongebied
5.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, waaronder aan huis verbonden beroepen tot 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw begrepen, met dien verstande dat een maximum aantal woningen van 86 is toegestaan;
- b. verkeer en verblijf;
- c. collectieve parkeerterreinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “parkeerterrein”;
- d. buurtvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van woongebied - buurtvoorziening”;
- e. openbare nutsvoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
- g. kunstwerken;
onder verkeer en verblijf zijn, naast wegen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen en bermen tevens groenvoorzieningen, water, beplantingen, hondenuitlaatplekken, MUPI's en speelvoorzieningen begrepen.
5.2 bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de woon- en werksituatie;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
nadere eisen stellen aan:
de plaats van gebouwen in die zin dat:
- a. de hoofdgebouwen ten opzichte van elkaar verspringen;
- b. ondergeschikte gebouwen 1 m achter naar de openbare weg gerichte gevel(s) moeten worden gebouwd;
- c. de goot- en bouwhoogte en dakvorm bij verbouw van panden; deze dienen aan te sluiten bij het bestaande gebouw;
- d. de bouwhoogte van het hoofdgebouw in die zin dat het verschil met de goothoogte ten minste 2 m dient te bedragen;
- e. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m.
5.4 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de woon- en werksituatie;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden,
worden afgeweken van het bepaalde in:
- a. het bepaalde in lid 4.1 onder d voor het bouwen van een buurtvoorziening buiten de gronden die zijn aangeduid als “specifieke vorm van woongebied - buurtvoorziening”;
- b. lid 5.2.1 onder b en c voor de bouw van 1 gebouw ten behoeve van meergezinswoningen met een maximale bouwhoogte van 12 meter;
- c. lid 4.2.2 onder b voor niet-vrijstaande ondergeschikte gebouwen tot en met een maximum bouwhoogte van 7,5 m;
- d. lid 5.2.2, onder c:
- 1. ingeval van hoekpercelen;
- 2. ingeval van overige percelen onder de voorwaarden dat het ondergeschikte gebouw in architectonisch opzicht onderdeel uitmaakt van het bijbehorende hoofdgebouw;
- e. lid 5.2.2, onder d;
onder de voorwaarden dat:- 1. de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande ondergeschikte gebouwen niet meer bedraagt dan 50 m²;
- 2. de vergroting noodzakelijk is;
- f. lid 5.2.2, onder d:
ingeval de oppervlakte van de bestaande, vrijstaande ondergeschikte gebouwen groter is dan 50 m², teneinde toe te staan dat de bestaande, vrijstaande ondergeschikte gebouwen worden vervangen door maximaal twee vrijstaande ondergeschikte gebouwen, met dien verstande dat:- 1. de oppervlakte van de vrijstaande ondergeschikte gebouwen na deze vervangende nieuwbouw c.q. verbouw is teruggebracht tot maximaal 50 m² vermeerderd met 50% van de oppervlakte boven de 50 m²;
- 2. de bouwhoogte en de goothoogte van de vrijstaande, ondergeschikte gebouwen respectievelijk maximaal 5 m en 3 m bedragen;
- 3. door de vervangende nieuwbouw c.q. verbouw geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de eventueel ter plaatse aanwezige cultuurhistorische waarden en/of landschaps- en/of natuurwaarden;
- 4. door de vervangende nieuwbouw c.q. verbouw ruimtelijk een betere situatie ontstaat;
- g. lid 4.2.3. om het maximale bebouwingspercentage van een bouwperceel te vergroten tot 100% mits het gaat om de bouw van meergezinswoningen.
5.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen:
- a. het gebruik van vrijstaande ondergeschikte gebouwen als woning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor prostitutie en seksshops;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor enige vorm van beroep, handel en/of bedrijf, met uitzondering van aan huis verbonden beroepen.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de woon- en werksituatie;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
worden afgeweken van:
Artikel 6 Woongebied - Uit Te Werken
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maximaal 39 woningen;
- b. aan huis verbonden beroepen;
- c. wegen, straten, wandel- en fietspaden;
- d. parkeer-, groen-, speel- en nutsvoorzieningen;
- e. collectieve parkeerterreinen;
- f. buurtvoorzieningen;
- g. waterlopen en voorzieningen voor de waterhuishouding;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
6.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit onder de voorwaarde dat:
- a. het aantal te realiseren woningen op het moment van uitwerking past binnen het gemeentelijk kwalitatief woningbouwprogramma;
- b. het uitwerkingsplan voorziet in een informele en dorpse stedenbouwkundige structuur die aansluit bij het karakter van Den Ham;
- c. het parkeren zoveel mogelijk aan het zicht wordt ontrokken door in de uitwerking collectieve parkeerterreinen aan te leggen op binnenterreinen.
6.3 Bouwregels
6.4 Afwijkingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in de uitwerking afwijkingsbevoegdheden op te nemen met betrekking tot:
- a. het verkleinen van in de uitwerking voorgeschreven afstanden van aan- of uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen tot bouwperceelsgrenzen en (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouwen;
- b. het vergroten van in de uitwerking voorgeschreven oppervlakten van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.
6.5 Nadere eisenregeling
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in de uitwerking een nadere eisenregeling op te nemen om ervoor te zorgen dat de hoofdgebouwen ten opzichte van elkaar verspringen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- a. het gebruik van vrijstaande ondergeschikte gebouwen als woning;
- b. het gebruik van bouwwerken en gronden als stort en overslag van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor enige vorm van beroep, handel en/of bedrijf;
- d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter;
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutie en seksshops.
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
9.1 Afwijkingsbevoegdheid
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals luchtkokers, liftschachten en lichtkappen met maximaal 10% van de oppervlakte van het betreffende gebouw wordt vergroot, mits:
- 1. deze vergroting niet meer dan 20 m2 bedraagt;
- 2. de vergroting niet leidt tot een bouwhoogte welke meer dan één maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
- b. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen voor het verhogen van de bouwhoogte voor installaties en dergelijke voor ten hoogste 20% van de oppervlakte van de gebouwen tot maximaal 15 m om te kunnen voldoen aan de milieuvoorwaarden;
- c. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 10 m mag bedragen en voor een centrale antenne tot een bouwhoogte van ten hoogste 25 m;
- d. het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, fietsenstallingen, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
- 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m3 bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 15 m bedraagt;
- e. het bepaalde in het plan voor het bouwen van kunstwerken, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.
9.2 Voorwaarden voor afwijking
De onder 9.1 bedoelde omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- e. de verschijningsvorm van de gebouwen.
Artikel 10 Algemene Wijzigingsregels
10.1 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de plaats en richting van bouwgrenzen met maximaal 4 m kunnen worden gewijzigd, onder de voorwaarde dat deze afwijkingen uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond zijn gewenst;
- b. een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m3 en een maximum bouwhoogte van 4 m.
10.2 Voorwaarden voor wijziging
De onder 10.1 bedoelde wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
- a. de woon- en werksituatie;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
11.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ''Zuidmaten - Oost woongebied''.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 april 2012.
De voorzitter, De griffier,
............... ...............
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek Locatie Roelofs
Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek locatie Roelofs
Bijlage 2 Nader Bodemonderzoek Locatie Roelofs
Bijlage 2 Nader bodemonderzoek locatie Roelofs
Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek Zuidelijk Deel Plangebied
Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek zuidelijk deel plangebied
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek
Bijlage 5 Quick Scan Flora En Fauna
Bijlage 5 Quick scan flora en fauna
Bijlage 6 Verkennend Archeologisch Onderzoek
Bijlage 6 Verkennend archeologisch onderzoek
Bijlage 7 Nader Archeologisch Onderzoek (Proefsleuven)
Bijlage 7 Nader archeologisch onderzoek (proefsleuven)