Bestemmingsplan Havelte Buitengoed Blanckenbergh
Bestemmingsplan - Gemeente Westerveld
Vastgesteld op 05-07-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 : Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1. plan:
het bestemmingsplanHavelte Buitengoed Blanckenbergh van de gemeente Westerveld;
2. bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1701.0000BP000000000550-0003 met de bijbehorende regels;
3. aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
4. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
5. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
6. appartement:
het geheel van bijbehorende vertrekken als afzonderlijk gemeubileerde woongelegenheid, bedoeld voor verblijfsrecreatie, in een groter gebouw;
7. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
8. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
9. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
10. bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
11. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
12. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
13. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
14. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
15. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
16. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
17. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
18. extensief dagrecreatief medegebruik:
een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, de aanleg van een vissteiger of een picknickplaats of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik;
19. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
20. huishouden:
een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree;
21. kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel worden of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
22. kap:
een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;
23. landschappelijke waarden:
de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap;
24. normaal onderhoud:
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
25. overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;
26. permanente bewoning:
bewoning binnen een vaste woonplaats;
27. recreatieve bewoning:
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
28. uitbouw:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
Artikel 2 : Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
1. de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
3. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
4. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
5. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bij de toepassing hiervan zal gebruik worden gemaakt van NEN 2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 : Gemengd - Recreatie En Wonen 1
3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Recreatie en wonen 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. recreatiewoningen ten behoeve van recreatieve en permanente bewoning;
- b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een recreatiewoning;
met de daarbijbehorende:
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2. Bouwregels
3.3. Afwijking van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 3.2.1. onder c in die zin dat minder dan 50% van de oppervlakte van een recreatiewoning wordt voorzien van een kap dat voor meer dan 50% in het horizontale vlak ligt, mits:
- 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.
Artikel 4 : Gemengd - Recreatie En Wonen 2
4.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Recreatie en wonen 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van de recreatieve en permanente bewoning in de vorm van appartementen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. wegen en paden;
- c. water;
met de daarbijbehorende:
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2. Bouwregels
Artikel 5 : Groen
5.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grasvelden, bermen, bomen en/of houtgewas, en daarmee gelijk te stellen groenvoorzieningen;
- b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de groengebieden;
- c. het extensief dagrecreatief medegebruik;
met daaraan ondergeschikt:
- d. wegen en paden;
- e. water;
met de daarbijbehorende:
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2. Bouwregels
5.3. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
- b. het dempen van sloten en/of andere waterlopen;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden.
5.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 : Recreatie - Dagrecreatie
6.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sport- en speelvelden;
- b. wandelpaden;
- c. groenvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. water;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2. Bouwregels
Artikel 7 : Recreatie - Verblijfsrecreatie
7.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het plaatsen van kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens;
met de daarbijbehorende:
- b. gebouwen ten behoeve van een receptie en ontmoetingsruimten en/of een driving range;
- c. gebouwen ten behoeve van het onderhoud en beheer en sanitaire voorzieningen;
- d. wegen en paden;
- e. groenvoorzieningen;
- f. sport- en speelvoorzieningen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2. Bouwregels
7.3. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van gebouwen ten behoeve van bewoning.
Artikel 8 : Sport - Sportveld
8.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport - Sportveld” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een tennisbaan;
met de daarbijbehorende:
- b. terreinen;
- c. paden;
- d. groenvoorzieningen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2. Bouwregels
Artikel 9 : Verkeer
9.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (ontsluitings)wegen;
- b. paden;
- c. dammen en/of duikers;
- d. sloten, bermen en beplanting;
- e. parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2. Bouwregels
9.3. Afwijking van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 9.2.2. in die zin dat de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 15,00 m, mits:
- 1. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.
Artikel 10 : Verkeer - Verblijf
10.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. straten;
- b. paden;
- c. dammen en/of duikers;
- d. sloten, bermen en beplanting;
- e. parkeerterreinen en -voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- f. nutsvoorzieningen;
- g. tuinen en erven;
met de daarbijbehorende;
- h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2. Bouwregels
Artikel 11 : Water
11.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sloten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
met de daarbijbehorende:
- b. dammen en duikers;
- c. oevers;
- d. paden;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2. Bouwregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 : Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 13 : Algemene Bouwregels
De bouwgrenzen mogen in afwijking van de gebiedsbestemmingen en de overige bestemmingen in deze regels uitsluitend worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m;
- b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m.
Artikel 14 : Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf;
- c. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- d. het storten van puin en afvalstoffen;
- e. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
- f. het gebruik van de gronden voor het plaatsen en/of aanbrengen van niet-perceelsgebonden handelsreclame en of reclame voor ideële doeleinden of overtuigingen.
Artikel 15 : Algemene Afwijkingsbevoegdheid
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- de bij recht in de regels gegeven afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlakte- en inhoudsmaten, tot ten hoogste 10% van die afmetingen en percentages.
Artikel 16 : Aanvullende Werking Welstandscriteria
De ter plaatse en in de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering en de maatvoering van bouwwerken kan nader worden ingevuld door de in de Woningwet bedoelde welstandscriteria.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 17 : Overgangsrecht
17.1. Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
17.2. Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijn 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 18 : Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
bestemmingsplanHavelte Buitengoed Blanckenbergh
van de gemeente Westerveld.
Behorend bij het besluit van 5 juli 2012.
===
Bijlage 1 Uitbreidingsmogelijkheden Woningen Blanckenbergh
Bijlage 1 Uitbreidingsmogelijkheden woningen Blanckenbergh
Bijlage 2 Privaatrechtelijke Overeenkomst
Bijlage 2 Privaatrechtelijke overeenkomst