KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels
Artikel 1 Wonen
Artikel 2 Waarde - Archeologie
Artikel 3 Waarde - Landschap
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 4 Algemene Regels
Bijlage 1 Bedrijvenlijst Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten

Dwarsweg 14 Nijensleek

Wijzigingsplan - gemeente Westerveld

Vastgesteld op 06-03-2018 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Bestemmingsregels

Artikel 1 Wonen

1.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. woonhuizen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, al dan niet in combinatie met ruimten voor: een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige

activiteit en/of kinderopvang, zoals genoemd in bijlage 1.

met daaraan ondergeschikt:

b. kleinschalige duurzame energiewinning;

c. wegen en paden;

d. water;

met de daarbijbehorende:

e. tuinen, erven en terreinen;

f. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.2 bouwregels

Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegevoegd.

1.3 afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

a. het bepaalde in lid 1.2.2 onder b en c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw wordt vergroot ten behoeve van de vervanging van landschapsontsierende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, mits:

1. bij vervanging boven 100 m² ten hoogste 50% van de gesaneerde oppervlakte wordt teruggebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 250 m²;

2. met de vervanging de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw ten hoogste 350 m² zal bedragen;

3. de vervanging bijdraagt aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;

4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

b. het bepaalde in lid 1.2.2 onder d in die zin dat de bouwhoogte van een aan-, uit- of bijgebouw of overkapping minder dan 1,00 m lager dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt, mits:

1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast, indien dit vanuit de cultuurhistorische waarden van de bebouwing wenselijk is;

2. de bouwhoogte van een aan-, uit- of bijgebouw of overkapping ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw zal bedragen;

3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de

woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

1.4 specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a. het gebruik van gedeelten van een hoofdgebouw, een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw bij het hoofdgebouw voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien:

1. het beroep of het bedrijf niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;

2. de beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw, de aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 100 m²;

3. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;

4. detailhandel plaatsvindt anders dan productiegebonden detailhandel;

b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;

c. het gebruik van een woonhuis voor kinderopvang waarbij meer dan zes kinderen, inclusief de eigen kinderen, worden opgevangen;

d. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning, tenzij de gronden zijn voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van wonen - twee woningen” of “specifieke vorm van wonen - drie woningen”;

e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een zorgfunctie;

f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie" of waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;

g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;

h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;

i. het gebruik van bouwwerken ten behoeve van een veehouderij ter plaatse van de aanduiding "paardenhouderij", indien de gezamenlijke vloeroppervlakte groter is dan 250 m²;

j. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak met de daarbijbehorende bouwwerken, anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;

k. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - kwekerijbedrijf";

l. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de in lid 1.1 onder a specifieke aangeduide bedrijvigheid indien de gezamenlijke vloeroppervlakte meer dan 100 m² bedraagt, tenzij de bestaande gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande gezamenlijke oppervlakte geldt;

m. het gebruik van bouwwerken ten behoeve van het kleinschalig houden van vee, indien de gezamenlijke oppervlakte groter is dan 50 m².

1.5 afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

a. het bepaalde in lid 1.4 onder b en f in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor recreatieappartementen ten behoeve van recreatieve bewoning in karakteristieke bijgebouwen, mits:

1. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

2. parkeren op eigen erf plaatsvindt;

3. de gezamenlijke oppervlakte die bij een woonhuis wordt gebruikt ten behoeve van nevenfuncties ten hoogste 100 m² bedraagt;

4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

b. het bepaalde in lid 1.4 onder c in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor kinderopvang voor meer dan zes kinderen, mits:

1. de gebruiksoppervlakte ten hoogste 100 m² en ten hoogste 1/3 deel van het woonhuis, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, zal bedragen;

2. de kinderopvang plaatsvindt binnen het woonhuis, een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw;

3. parkeren op eigen erf plaatsvindt;

4. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

5. de gezamenlijke oppervlakte die bij een woonhuis wordt gebruikt ten behoeve van nevenfuncties ten hoogste 100 m² bedraagt;

6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

c. het bepaalde in lid 1.4 onder e in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt ten behoeve van een zorgfunctie, mits:

1. de gebruiksoppervlakte ten hoogste 100 m² en ten hoogste 1/3 deel van het woonhuis, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, zal bedragen;

2. de zorgfunctie plaatsvindt binnen het woonhuis, een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw;

3. parkeren op eigen erf plaatsvindt;

4. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

5. de gezamenlijke oppervlakte die bij een woonhuis wordt gebruikt ten behoeve van nevenfuncties ten hoogste 100 m² bedraagt;

6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

d. het bepaalde in lid 1.4 onder f in die zin dat de gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor logiesverstrekking ten behoeve van recreatieve bewoning in de vorm van bed and breakfast, mits:

1. de logiesverstrekking plaatsvindt binnen het woonhuis, een aan- of uitbouw of een aangebouwd bijgebouw. Er wordt uitgegaan van een bestaande entree (deur);

2. de gebruiksoppervlakte ten hoogste 100 m² en ten hoogste 1/3 deel van het woonhuis, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, zal bedragen;

3. er maximaal drie kamers met in totaal 10 slaapplaatsen gerealiseerd worden;

4. er geen keukenblok in de kamers wordt gemaakt;

5. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

6. de gezamenlijke oppervlakte die bij een woonhuis wordt gebruikt ten behoeve van nevenfuncties ten hoogste 100 m² bedraagt;

7. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

e. het bepaalde in lid 1.4 onder j in die zin dat gronden, voorzover gelegen binnen het bestemmingsvlak, worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijbak ten behoeve van het eigen hobbymatige gebruik met de daarbijbehorende bouwwerken, mits:

1. er vanwege een paardrijdbak geen onevenredige hinder (geur, geluid, licht en stof) wordt veroorzaakt voor de nabijgelegen woonhuizen of woningen van derden;

2. de afstand tot een woonhuis van derden ten minste 15,00 m bedraagt;

3. de oppervlakte van de paardrijbak ten hoogste 800 m2 bedraagt;

4. een omheining uitsluitend transparant wordt toegepast met een maximale bouwhoogte van 1,80 m;

5. de paardrijbak niet wordt voorzien van bestrating of andere verharding;

6. er geen onevenredige verstoring van het bodemarchief wordt veroorzaakt;

7. er ten hoogste 4 lichtmasten worden geplaatst;

8. de bouwhoogte van lichtmasten ten hoogste 5,00 m bedraagt en de lichtmasten direct grenzend aan de paardrijbak worden geplaatst, waarbij de lichtuitstraling gericht is op de paardrijbak;

9. er sprake is van een goede inpassing in het landschap overeenkomstig het gestelde in het Beeldkwaliteitsplan Gemeente Westerveld;

10. een paardrijbak niet aangelegd wordt achter een naburig perceel;

11. er ten hoogste één paardrijbak per perceel wordt toegestaan;

12. er geen bomen en/of houtgewassen worden gekapt, gerooid of geveld ten behoeve van de aanleg van de paardrijbak;

13. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet worden beperkt.

Artikel 2 Waarde - Archeologie

2.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

- het behoud van de archeologische waarden.

2.2 bouwregels

2.3 afwijken van de bouwregels

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 2.2, mits:

a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, of;

b. op basis van archeologisch door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad, of;

c. één of meer van de volgende voorwaarden in acht genomen wordt:

1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;

2. een verplichting tot het doen van archeologisch onderzoek door middel van opgravingen;

3. een verplichting de bouw van een bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;

d. middels verleende vergunningen, rekeningen van uitgevoerd werk en dergelijke aangetoond wordt dat de bodem reeds eerder dieper geroerd is dan 0,30 m -Mv.

Indien aan de afwijking voorwaarden worden verbonden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.

2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

2.5 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming

'Waarde - Archeologie' wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 3 Waarde - Landschap

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

- het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijk en waterhuishoudkundig waardevolle beekdalen.

3.2 bouwregels

3.3 specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

- het aanbrengen en/of veroorzaken van veranderingen in de laagtes van een beekdal, zoals die bestonden ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan, als gevolg van het gebruik van de gronden.

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 4 Algemene Regels

4.1 Vrijwaringszone - laagvliegroute

Bijlage 1 Bedrijvenlijst Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten

Lijst met toelaatbare vormen van bedrijvigheid bij een woning. Op basis van indeling hoofdgroepen basiszoneringslijst van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Maximaal milieucategorie 2.

Bedrijvigheid voor kleding c.a.

- ambachtelijke kledingfabricage of -reparatie

Grafische bedrijvigheid

- binderij

- grafisch ontwerp/adviesbureau

Overige bedrijvigheid

- ambachtelijke speelgoedmakerij

- ambachtelijke productie van souvenirs

Reparatiebedrijven voor gebruiksgoederen

- ambachtelijke schoenen- en klompenfabricage of -reparatie

Reparatiebedrijven

- reparateurs uurwerken, goud- en zilversmeden, elektrische gebruiksgoederen, muziekinstrumenten

Wegvervoer

- taxibedrijf

Zakelijke dienstverlening,

- niet zijnde de vrije c.q. aan-huis-verbonden beroepen

- kantoren (vloeroppervlakte: < 100 m²)

Sociaal-culturele activiteiten

- ateliers, galerieën en/of musea voor kunst en nijverheid of het geven van workshops

Overige dienstverlenende bedrijven

- schoorsteenveger

- glazenwasser

- schoonmaker

- stoppage / oppersinr.

- kappers- en schoonheidsspecialistes

Museale activiteiten:

- Galerie/atelier