Kom Huissen
Bestemmingsplan - Gemeente Lingewaard
Vastgesteld op 27-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Kom Huissen' van de gemeente Lingewaard;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1705.30-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aaneengebouwde woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde een gestapelde woning;
1.6 antenne-installatie:
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbijbehorende bevestigingsconstructie;
1.7 archeologisch deskundige:
de regionaal archeoloog of een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
1.8 archeologisch monument:
terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
1.9 archeologische waarde
een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
1.10 archeologisch onderzoek
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 Monumentenwet en werkend volgens de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
1.11 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.12 bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.13 bedrijf aan huis:
het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;
1.14 bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.15 beroep aan huis:
het door de bewoner van de woning beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebieden, alsmede kappers, schoonheidssalonnen, hondentrimsalonnen en pedicures, die door hun beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;
1.16 begane grondvloer:
de vloer, die nagenoeg op het niveau van het peil ligt.
1.17 bestaand:
- bij bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
- bij gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
1.18 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.19 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.20 bevoegd gezag:
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
1.21 bijgebouw:
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw;
1.22 bouwen:
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk;
1.23 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.24 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.25 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.26 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.27 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.28 coffeeshop:
gelegenheid waar handel in en/of gebruik van softdrugs plaatsvindt;
1.29 cultuur en ontspanning:
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning;
1.30 dagrecreatie:
vormen van recreatie, die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
1.31 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.32 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met een baliefunctie;
1.33 educatieve voorzieningen:
voorzieningen gericht op doeleinden van onderwijs;
1.34 erf:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.35 erker:
een bijgebouw in één bouwlaag aan de voor- en/of zijgevel van een woning;
1.36 extensief recreatief medegebruik:
die vormen van natuurvriendelijke recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, picknicken, kanoën, survivaltochten en natuurgerichte recreatie zoals vogelobservatie, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte;
1.37 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.38 geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.39 gestapelde woningen:
boven dan wel beneden en/of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is;
1.40 geschakelde woning:
een woning, waarvan het hoofdgebouw door middel van een bijgebouw verbonden is aan een ander hoofdgebouw en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse bouwperceelgrens wordt gebouwd;
1.41 gesloten bebouwingswand:
een vrijwel volledig ononderbroken rij van gevels van woningen, waarvan één gevel evenwijdig of nagenoeg evenwijdig loopt aan de bestemmingsgrens ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - gevellijn 2’ en waarbij de gevels in één rechte lijn liggen. Uitsluitend de gevels van woningen, waarvan de afstand tot het uiteinde van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - gevellijn 2’ het kleinst is, mogen worden gerealiseerd in de vorm van een kopgevel (maximaal 2 kopgevels). Onder een gevel worden niet verstaan de ondergeschikte bouwdelen, waaronder erkers;
1.42 hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.43 horecabedrijf:
een bedrijf dat tot doel heeft het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van een zaalaccommodatie, een en ander gepaard gaande met dienstverlening, niet zijnde coffeeshops;
1.44 hotel:
een accommodatie met slaapplaatsen voor logiesverstrekking in overwegend één- en tweepersoonskamers tegen boeking per nacht, waar afzonderlijke maaltijden, kleine etenswaren en dranken kunnen worden verstrekt aan gasten en aan passanten. Ook appartementen met hoteldienstverlening behoren hiertoe.
1.45 inwoning:
het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is genomen, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen en dat woningsplitsing en/of kamerbewoning niet toegestaan is;
1.46 kamerbewoning:
het gebruik van een hoofdgebouw of met het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen door meer dan twee onzelfstandige huishoudens;
1.47 kantoren:
het bedrijfsmatig verstrekken van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden, zonder baliefunctie;
1.48 kopgevel:
de eerste en laatste gevel aan weerzijden van een rij van aaneengebouwde woningen;
1.49 landschappelijke waarde:
de aan een gebied aanwezige en toegekende waarden, gekenmerkt door het waarneembare -al dan niet begroeide- deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
1.50 lawaaisport:
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen;
1.51 maatschappelijk:
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:
- gezondheidszorg; en/of
- zorg en welzijn; en/of
- jeugd/kinderopvang; en/of
- onderwijs; en/of
- religie; en/of
- uitvaart;/begraafplaats en/of
- bibliotheken; en/of
- openbare dienstverlening; en/of
- verenigingsleven;
1.52 nagenoeg gesloten bebouwingswand:
een al dan niet onderbroken rij van voorgevels van woningen (waarbij kopgevels zijn uitgesloten), waarvan de voorgevel evenwijdig of nagenoeg evenwijdig loopt aan de bestemmingsgrens ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - gevellijn 1’. Onder een gevel worden niet verstaan de ondergeschikte bouwdelen, waaronder erkers.
1.53 natuurwaarden:
de in een gebied aanwezige en aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge ecologische samenhang;
1.54 nutsvoorziening:
voorziening ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
1.55 omgevingsvergunning:
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.56 ondergeschikt bouwdeel:
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk, zoals een balustrade, dakkapel of dakopbouw, met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak;
1.57 overkapping:
een bouwwerk met een open constructie zonder eigen wanden;
1.58 patiowoning:
een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnenhof, gevormd door de zijmuren van naburige dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige gebouwen.
1.59 peil:
- voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: het aansluitend terrein, ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan een weg grenst: de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein, voor aanvang van de bouwwerkzaamheden, het oorspronkelijke maaiveld;
1.60 recreatief medegebruik:
vormen van recreatie (zoals wandelen en fietsen) waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, doch in hoofdzaak kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn;
1.61 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.62 terras:
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;
1.63 twee-aaneen gebouwde woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen;
1.64 volumineuze goederen:
goederen die vanwege hun omvang en aard een groot uitstallingsoppervlak nodig hebben;
1.65 voorgevellijn:
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
1.66 wet/wettelijke regelingen:
indien en voorzover in deze voorschriften wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
1.67 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
1.68 zorgwoning:
een gebouw dat bestaat uit meerdere wooneenheden, al dan niet zelfstandig, waarbij gemeenschappelijke voorzieningen, zorgvoorzieningen en verpleegvoorzieningen zijn toegestaan.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van de voorschriften wordt als volgt gemeten:
2.1 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 1 Lijst van bedrijven, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
- c. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’, een bedrijfswoning;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1', een autobedrijf in de vorm van reparatie en verkoop;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2', vervaardiging en revisie van motoren en turbines;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf, een transportbedrijf;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', een verkooppunt motorbrandstoffen waarbij de verkoop van lpg niet is toegestaan;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', een verkooppunt motorbrandstoffen waarbij de verkoop van lpg is toegestaan;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'sportcentrum', een sportcentrum;
met de daarbij behorende:
- j. tuinen, erven en terreinen;
- k. parkeervoorzieningen;
- l. groenvoorzieningen;
- m. waterlopen en waterpartijen;
- n. duikers.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met dien verstande dat dit niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' en 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- b. seksinrichtingen;
- c. opslag van goederen en materialen die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Bedrijf - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 1 Lijst van bedrijven, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
- c. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’, maximaal één bedrijfswoning;
met de daarbij behorende:
- d. tuinen, erven en terreinen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. waterlopen en waterpartijen;
- h. duikers.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
- b. seksinrichtingen;
- c. opslag van goederen en materialen die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Centrum
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Centrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. maatschappelijk;
- c. cultuur en ontspanning;
- d. dienstverlening;
- e. kantoren;
- f. horeca, in de categorie 1 en 2 van de Lijst van horeca-activiteiten;
- g. wonen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - uitvaartbedrijf' is uitsluitend een uitvaartbedrijf toegestaan alsmede een woning, uitsluitend op de verdieping(en) boven de begane grondbouwlaag;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - werkplaats', een werkplaats;
met de daarbij behorende:
- j. wegen en paden;
- k. groenvoorzieningen;
- l. parkeervoorzieningen;
- m. waterlopen en waterpartijen;
- n. duikers.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. seksinrichtingen;
- b. coffeeshops;
- c. detailhandel in volumineuze goederen;
- d. verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Artikel 6 Detailhandel
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Detailhandel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. wonen op de verdieping voor zover aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan;
- c. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met de daarbij behorende:
- d. wegen en paden;
- e. groenvoorzieningen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. waterlopen en waterpartijen;
- h. duikers.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. detailhandel in volumineuze goederen;
- b. verkooppunten voor motorbrandstoffen;
- c. coffeeshops;
- d. seksinrichtingen.
Artikel 7 Dienstverlening
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Dienstverlening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. wonen op de verdieping voor zover aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan;
met de daarbij behorende:
- c. wegen en paden;
- d. groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. waterlopen en waterpartijen;
- g. duikers.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. coffeeshops;
- b. seksinrichtingen.
Artikel 8 Gemengd - 1
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, met dien verstande dat per bouwvlak maximaal één woning is toegestaan, behoudens daar waar ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan meerdere woningen bestaan;
- b. bedrijven, uitsluitend uit categorie 1 van de als bijlage opgenomen Lijst van bedrijven;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. dienstverlening;
- e. horeca, uitsluitend uit horecacategorie 1 en 2 van de als bijlagen opgenomen Lijst vanhoreca-activiteiten;
- f. kantoren;
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen, tuinen en erven en groenvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, bouwmassa, dakvorm, materiaaltoepassing en kleurgebruik van nieuw op te richten gebouwen, uitsluitend teneinde te voorkomen dat het monumentale karakter van de op het perceel aanwezige monumentale bebouwing onevenredig wordt aangetast.
Artikel 9 Gemengd - 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. dienstverlening;
- c. kantoren;
- d. horeca, in de categorie 1 en 2 van de Lijst van horeca-activiteiten;
- e. wonen, uitsluitend op de verdieping(en);
met de daarbij behorende:
- f. wegen en paden;
- g. groenvoorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. waterlopen en waterpartijen;
- j. duikers.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. seksinrichtingen;
- b. coffeeshops;
- c. detailhandel in volumineuze goederen;
- d. verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Artikel 10 Gemengd - 3
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd - 3’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. dienstverlening;
- c. wonen op de verdieping, met dien verstande dat per bouwperceel maximaal één woning op de verdieping is toegestaan, behoudens daar waar ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan meerdere woningen bestaan;
met de daarbij behorende:
- d. wegen en paden;
- e. groenvoorzieningen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. waterlopen en waterpartijen;
- h. duikers.
10.2 Bouwregels
10.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. seksinrichtingen;
- b. coffeeshops;
- c. detailhandel in volumineuze goederen;
- d. verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Artikel 11 Gemengd - 4
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd - 4’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. medische voorzieningen;
- c. wonen;
- d. zorgwoningen;
met de daarbij behorende:
- e. wegen en paden;
- f. groenvoorzieningen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. waterlopen en waterpartijen;
- i. duikers.
11.2 Bouwregels
11.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. seksinrichtingen;
- b. coffeeshops;
- c. detailhandel in volumineuze goederen;
- d. verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Artikel 12 Groen - Landelijk
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Landelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grasvelden;
- b. weilanden met voorzieningen zoals paardenbakken, sport- en spelvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen en mest behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het aanbrengen van verhardingen;
- c. het bedrijfsmatig gebruiken van de gronden;
- d. parkeervoorzieningen.
Artikel 13 Groen - Waterberging
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Waterberging' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen en beplanting;
- c. voet- en fietspaden;
- d. in- en uitritten;
- e. speelvoorzieningen;
- f. jongerenontmoetingsplaats, uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 13.3.1;
- g. hondenuitlaatplaats, uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 13.5.1;
- h. kinderboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';
- i. nutsvoorzieningen;
- j. kunstwerken;
- k. waterlopen en waterpartijen;
- l. duikers;
- m. een vlonderterras op palen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - vlonderterras'.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. parkeervoorzieningen.
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
13.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 14 Horeca
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 1’, voor horeca, categorie 1 van van Bijlage 2 Lijst van horeca-activiteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 2’, voor horeca, categorie 2 van Bijlage 2 Lijst van horeca-activiteiten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2', voor horeca uit categorie 1 en 2 van Bijlage 2 Lijst van horeca-activiteiten;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - zalencentrum' tevens voor een zalencentrum;
- e. wonen op de verdieping voor zover aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan;
met de daarbij behorende:
- f. niet overdekte terrassen;
- g. wegen en paden;
- h. groenvoorzieningen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. waterlopen en waterpartijen;
- k. duikers.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. seksinrichtingen;
- b. coffeeshops.
Artikel 15 Kantoor
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Kantoor’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. wonen op de verdieping voor zover aanwezig ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan, met dien verstande dat in afwijking van het voorgaande:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' op de verdiepingen boven de begane grondbouwlaag maximaal 12 appartementen zijn toegestaan;
met de daarbij behorende:
- c. wegen en paden;
- d. groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. waterlopen en waterpartijen;
- g. duikers.
15.2 Bouwregels
15.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen.
Artikel 16 Maatschappelijk
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:
- 1. gezondheidszorg; en/of
- 2. zorg en welzijn; en/of
- 3. jeugd/kinderopvang; en/of
- 4. onderwijs; en/of
- 5. religie; en/of
- 6. uitvaart/begraafplaats; en/of
- 7. bibliotheken; en/of
- 8. openbare dienstverlening; en/of
- 9. verenigingsleven; en/of
- b. een woon-zorgcomplex, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling';
- c. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding begraafplaats;
- d. een sporthal, zelfstandig functionerend ten behoeve van de onder a opgesomde doeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sporthal';
- e. sportvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'sport';
- f. een brandweerkazerne, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne';
- g. een antennemast, ter plaatse van de aanduiding 'zend/ontvangstinstallatie';
- h. horeca uit horecacategorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
- i. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
met de daarbij behorende:
- j. wegen en paden;
- k. groenvoorzieningen;
- l. parkeervoorzieningen;
- m. waterlopen en waterpartijen;
- n. duikers.
16.2 Bouwregels
16.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen.
Artikel 17 Natuur
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
17.3 Specifieke gebruiksregels
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 18 Sport
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van sportactiviteiten;
met daaraan ondergeschikt:
- b. een kantine;
met de daarbij behorende:
- c. wegen en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. waterlopen en waterpartijen;
- f. duikers;
- g. groenvoorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor seksinrichtingen.
Artikel 19 Verkeer - Verblijfsgebied
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
- e. jongerenontmoetingsplaats, uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 19.3.1;
- f. hondenuitlaatplaats, uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 19.5.1;
- g. kunstwerken;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. straatmeubiliair;
- j. speelvoorzieningen;
- k. waterlopen en waterpartijen;
- l. duikers;
- m. oeververbindingen (bruggen);
- n. terrassen;
- o. ter plaatse van de aanduiding ‘garage’, zijn garageboxen toegestaan.
19.2 Bouwregels
19.3 Afwijken van de bouwregels
19.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
19.5 Afwijken van de gebruiksregels
19.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Water
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen en waterpartijen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. infiltratievoorzieningen;
- f. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
- g. duikers.
20.2 Bouwregels
20.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
Artikel 21 Wonen
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw en bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis, met een maximum van 45 m²;
- b. inwoning met dien verstande dat maximaal 60 m² van het grondvloeroppervlak van het hoofdgebouw en aangebouwde bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats', wonen in maximaal 15 woonwagens;
- d. ter plaatse van de aanduiding ‘dienstverlening’, dienstverlening, met dien verstande dat de oppervlakte van de dienstverlening zoals bestaand ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan met maximaal 10% mag worden uitgebreid;
- e. ter plaatse van de aanduiding ‘detailhandel’, detailhandel, met dien verstande dat de oppervlakte van de detailhandel zoals bestaand ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan met maximaal 10% mag worden uitgebreid;
- f. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf’, het bestaande type bedrijf, alsmede een bedrijf die staat vermeld in de categorie 1 of 2 van Bijlage 1 Lijst van bedrijven, met dien verstande dat de oppervlakte van de bedrijvigheid zoals bestaand ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan met maximaal 10% mag worden uitgebreid;
- g. ter plaatse van de aanduiding ‘horeca van categorie 1a’, horeca in categorie 1a van Bijlage 2 Lijst van horeca-activiteiten, met dien verstande dat de oppervlakte van de horeca-activiteiten zoals bestaand ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan met maximaal 10% mag worden uitgebreid;
- h. ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor’, een kantoor, met dien verstande dat de oppervlakte van het kantoor zoals bestaand ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan met maximaal 10% mag worden uitgebreid;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1', horeca uit categorie 1 van Bijlage 2 Lijst van horeca-activiteiten, met dien verstande dat:
- 1. binnen het aanduidingsvlak geldt dat horeca met nachtverblijf uitsluitend is toegestaan in de vorm van een hotel;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kinderopvang', kinderopvang;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - detailhandel in levensmiddelen', detailhandel in levensmiddelen;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - hydroshop', detailhandel in hydroplanten en artikelen;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf', een transportbedrijf;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kantoor en praktijkruimten', kantoren en praktijkruimten;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte', een praktijkruimte;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - slijterij'', een slijterij;
- q. een ondergrondse parkeergarage voor gemeenschappelijk gebruik is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - geluidwerende voorziening' is uitsluitend een geluidwerende voorziening toegestaan;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is uitsluitend opslag toegestaan;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' is op de begane grondvloerlaag uitsluitend detailhandel toegestaan;
- u. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - opslag', opslag;
met de daarbij behorende:
- v. tuinen;
- w. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkeren op eigen terrein 1', per woning 1 parkeerplaats op eigen terrein dient te worden gerealiseerd;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - parkeren op eigen terrein 2', per woning 2 parkeerplaatsen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd;
- x. waterlopen en waterpartijen;
- y. duikers.
21.2 Bouwregels
21.3 Specifieke gebruiksregels
21.4 Afwijken van de gebruiksregels
21.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 22 Wonen - 1
22.1 Bestemmingsomschrijving
22.2 Bouwregels
22.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.2.4 sub g en worden toegestaan dat hoofdgebouwen worden gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - hoofdgebouwen uitgesloten’, mits:
- a. de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. de haalbaarheid mede door middel van een akoestisch onderzoek is aangetoond.
22.4 Specifieke gebruiksregels
Binnen de bestemming gelden per woning type de volgende minimale parkeernormen voor parkeren, waarvan minimaal 0,5 parkeerplaatsen per woning in het openbaar gebied moeten worden gerealiseerd:
Woningtype | Minimum parkeernorm |
Vrijstaand (duur) | 1,9 |
Twee-aaneen (middenduur) | 1,7 |
Aaneengebouwd (goedkoop) | 1,7 |
Artikel 23 Wonen - 2
23.1 Bestemmingsomschrijving
23.2 Bouwregels
23.3 Specifieke gebruiksregels
Binnen de bestemming gelden per woning type de volgende minimale parkeernormen voor parkeren, waarvan minimaal 0,5 parkeerplaatsen per woning in het openbaar gebied moeten worden gerealiseerd:
Woningtype | Minimum parkeernorm |
Vrijstaand (duur) | 1,9 |
twee-aaneen (middenduur) | 1,7 |
Artikel 24 Wonen - 3
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen - 3’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woondoeleinden, waarbij wonen als hoofdfunctie kan worden aangemerkt en ondergeschikt daaraan het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep;
- b. erven, waaronder toegangspaden en tuinen;
- c. paden;
- d. parkeren.
24.2 Bouwregels
24.3 Specifieke gebruiksregels
Binnen de bestemming gelden per woning type de volgende minimale parkeernormen voor parkeren, waarvan minimaal 0,5 parkeerplaatsen per woning in het openbaar gebied worden gerealiseerd:
Woningtype | Minimum parkeernorm |
Vrijstaand (duur) | 1,9 |
Artikel 25 Wonen - Uit Te Werken
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
alsook voor:
- b. woonstraten en voet- en fietspaden;
- c. voorzieningen van openbaar nut;
- d. groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. beeldende kunstwerken;
- g. speelvoorzieningen;
- h. waterlopen, waterpartijen, waterbergingen en waterhuishouding;
- i. verkeers- en verblijfsvoorzieningen.
25.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken deze bestemming uit met inachtneming van de volgende uitwerkingsregels:
- a. de woningdichtheid per hectare mag niet minder bedragen dan 40 en niet meer dan 45;
- b. binnen het plangebied zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan;
- c. de oppervlakte aan bebouwing mag niet meer bedragen dan 2.000 m²;
- d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15 m (vier bouwlagen met daaronder een onderbouw);
- e. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij geldt dat de parkeervoorziening uitsluitend in de bebouwing mag worden gerealiseerd;
- f. uit onderzoek naar mogelijke archeologische waarden moet blijken dat de ontwikkeling van de bestemming mogelijk is;
- g. uit onderzoek naar mogelijke bodemverontreiniging moet blijken dat de ontwikkeling van de bestemming mogelijk is;
- h. bij de uitwerking moeten de resultaten van het akoestisch onderzoek in acht worden genomen, zodat wordt voldaan aan de relevante wettelijke bepalingen met betrekking tot geluid.
25.3 Bouwregels
Op of in de in 25.1 bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens het in een zodanig plan bepaalde.
25.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.3 voor het bouwen van bouwwerken op of in de gronden, indien:
- a. het bouwplan in overeenstemming is met een ontwerp uitwerkingsplan;
- b. het bouwwerken betreft waarvoor ingevolge of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geen omgevingsvergunning is vereist.
Artikel 26 Leiding - Riool
26.1 Bestemmingsomschrijving
26.2 Bouwregels
26.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Archeologie
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
27.2 Bouwregels
27.3 Afwijken van de bouwregels
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 28 Waarde - Archeologie Loovelden
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Archeologie Loovelden’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
28.2 Bouwregels
28.3 Afwijken van de bouwregels
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door op de plankaart de bestemming Waarde - Archeologie Loovelden geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien op basis van archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 29 Waterstaat - Waterkering
29.1 Bestemmingsomschrijving
29.2 Bouwregels
29.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 29.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
30.1 Bestemmingsomschrijving
30.2 Bouwregels
30.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 30.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering en/of waterloop.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 31 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 32 Algemene Bouwregels
32.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
32.2 Bestaande afstanden en maten
32.3 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. parkeren;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- d. het bouwen bij hoogspanningsverbindingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- e. de ruimte tussen bouwwerken.
Artikel 33 Algemene Aanduidingsregels
33.1 Veiligheidszone - lpg
33.2 Vrijwaringszone - dijk
Artikel 34 Algemene Wijzigingsregels
34.1 Aanpassen wettelijke regelingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
34.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' de bestemming te wijzigen teneinde één nieuwe woning extra toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de woning mag uitsluitend in de bouwwijze vrijstaand worden gerealiseerd;
- b. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m;
- c. de maatvoering sluit aan op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving;
- d. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
- e. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woning;
- f. de woning vormt geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
- g. ten behoeve van het bepaalde onder e en f geldt in ieder geval het volgende:
- 1. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij;
- 2. de situering vindt plaats op een afstand van minimaal 50 m ten opzichte van fruitboomgaarden;
- 3. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende of te ontheffen voorkeursgrenswaarde;
- 4. uit onderzoek dient te blijken dat de externe veiligheid voldoende gewaarborgd is;
- h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- i. bij uitbreidingen van het verharde oppervlak, dienen compenserende maatregelen getroffen te worden om een hydrologisch neutrale situatie te behouden; conform de uitgangspunten hydrologisch neutraal bouwen;
- j. op de verbeelding worden de aanduidingen “bouwvlak", “erf" en de aanduiding 'vrijstaand' opgenomen;
- k. de woning dient direct vanaf de openbare weg ontsloten te worden en dient zich op diezelfde weg te oriënteren;
- l. de afstand van de woning tot de achterste perceelsgrens dient tenminste 8 m te bedragen;
- m. de bepalingen in Artikel 21 Wonen zijn van overeenkomstige toepassing.
34.3 Wro-zone - wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' de bestemming te wijzigen teneinde twee nieuwe woningen extra toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de woning mag uitsluitend in de bouwwijze vrijstaand worden gerealiseerd;
- b. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m;
- c. de maatvoering sluit aan op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving;
- d. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
- e. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woning;
- f. de woning vormt geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
- g. ten behoeve van het bepaalde onder e en f geldt in ieder geval het volgende:
- 1. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij;
- 2. de situering vindt plaats op een afstand van minimaal 50 m ten opzichte van fruitboomgaarden;
- 3. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende of te ontheffen voorkeursgrenswaarde;
- 4. uit onderzoek dient te blijken dat de externe veiligheid voldoende gewaarborgd is;
- h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- i. bij uitbreidingen van het verharde oppervlak, dienen compenserende maatregelen getroffen te worden om een hydrologisch neutrale situatie te behouden; conform de uitgangspunten hydrologisch neutraal bouwen;
- j. op de verbeelding worden de aanduidingen “bouwvlak" en “erf" opgenomen;
- k. de woning dient direct vanaf de openbare weg ontsloten te worden en dient zich op diezelfde weg te oriënteren;
- l. de afstand van de woning tot de achterste perceelsgrens dient tenminste 8 m te bedragen;
- m. de bepalingen in Artikel 21 Wonen zijn van overeenkomstige toepassing.
34.4 Wro-zone - wijzigingsgebied 3
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' de bestemming te wijzigen teneinde drie nieuwe woningen extra toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de woning mag uitsluitend in de bouwwijze vrijstaand worden gerealiseerd;
- b. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m;
- c. de maatvoering sluit aan op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving;
- d. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
- e. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woning;
- f. de woning vormt geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
- g. ten behoeve van het bepaalde onder e en f geldt in ieder geval het volgende:
- 1. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij;
- 2. de situering vindt plaats op een afstand van minimaal 50 m ten opzichte van fruitboomgaarden;
- 3. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende of te ontheffen voorkeursgrenswaarde;
- 4. uit onderzoek dient te blijken dat de externe veiligheid voldoende gewaarborgd is;
- h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- i. bij uitbreidingen van het verharde oppervlak, dienen compenserende maatregelen getroffen te worden om een hydrologisch neutrale situatie te behouden; conform de uitgangspunten hydrologisch neutraal bouwen;
- j. op de verbeelding worden de aanduidingen “bouwvlak" en “erf" opgenomen;
- k. de woning dient direct vanaf de openbare weg ontsloten te worden en dient zich op diezelfde weg te oriënteren;
- l. de afstand van de woning tot de achterste perceelsgrens dient tenminste 8 m te bedragen;
- m. de bepalingen in Artikel 21 Wonen zijn van overeenkomstige toepassing.
34.5 Wro-zone - wijzigingsgebied 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 4' de bestemming te wijzigen teneinde één woning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. wijziging mag enkel plaatsvinden indien het gebruik als sportcentrum of bedrijf is beëindigd;
- b. de woning mag uitsluitend in de bouwwijze 'vrijstaand' worden gerealiseerd;
- c. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m;
- d. de goot- en bouwhoogte van de woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 9 m en 12 m;
- e. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
- f. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woning;
- g. de woning vormt geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
- h. ten behoeve van het bepaalde onder f en g geldt in ieder geval het volgende:
- 1. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij;
- 2. de situering vindt plaats op een afstand van minimaal 50 m ten opzichte van fruitboomgaarden;
- 3. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende of te ontheffen voorkeursgrenswaarde;
- 4. uit onderzoek dient te blijken dat de externe veiligheid voldoende gewaarborgd is;
- i. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- j. bij uitbreidingen van het verharde oppervlak, dienen compenserende maatregelen getroffen te worden om een hydrologisch neutrale situatie te behouden; conform de uitgangspunten hydrologisch neutraal bouwen;
- k. op de verbeelding worden de aanduidingen “bouwvlak" en “erf" opgenomen;
- l. de woning dient direct vanaf de openbare weg ontsloten te worden;
- m. de woning dient te worden georiënteerd op de dijk;
- n. de afstand van de woning tot de achterste perceelsgrens dient tenminste 8 m te bedragen;
- o. de bepalingen in Artikel 21 Wonen zijn van overeenkomstige toepassing.
34.6 Wro-zone - wijzigingsgebied 5
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 5' de bestemming te wijzigen teneinde twee nieuwe woningen extra toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de woning mag uitsluitend in de bouwwijze vrijstaand worden gerealiseerd;
- b. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m;
- c. de maatvoering sluit aan op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving;
- d. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
- e. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woning;
- f. de woning vormt geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
- g. ten behoeve van het bepaalde onder e en f geldt in ieder geval het volgende:
- 1. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij;
- 2. de situering vindt plaats op een afstand van minimaal 50 m ten opzichte van fruitboomgaarden;
- 3. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende of te ontheffen voorkeursgrenswaarde;
- 4. uit onderzoek dient te blijken dat de externe veiligheid voldoende gewaarborgd is;
- h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- i. bij uitbreidingen van het verharde oppervlak, dienen compenserende maatregelen getroffen te worden om een hydrologisch neutrale situatie te behouden; conform de uitgangspunten hydrologisch neutraal bouwen;
- j. op de verbeelding worden de aanduidingen “bouwvlak" en “erf" opgenomen;
- k. de woning dient direct vanaf de openbare weg ontsloten te worden en dient zich op diezelfde weg te oriënteren;
- l. de afstand van de woning tot de achterste perceelsgrens dient tenminste 8 m te bedragen;
- m. de bepalingen in Artikel 21 Wonen zijn van overeenkomstige toepassing.
34.7 Wro-zone - wijzigingsgebied 6
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 6' de bestemming te wijzigen teneinde binnen het aanduidingsvlak drie woningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m;
- b. de maatvoering sluit aan op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving;
- c. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
- d. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woning;
- e. de woning vormt geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
- f. ten behoeve van het bepaalde onder e en f geldt in ieder geval het volgende:
- 1. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij;
- 2. de situering vindt plaats op een afstand van minimaal 50 m ten opzichte van fruitboomgaarden;
- 3. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende of te ontheffen voorkeursgrenswaarde;
- 4. uit onderzoek dient te blijken dat de externe veiligheid voldoende gewaarborgd is;
- g. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- h. bij uitbreidingen van het verharde oppervlak, dienen compenserende maatregelen getroffen te worden om een hydrologisch neutrale situatie te behouden; conform de uitgangspunten hydrologisch neutraal bouwen;
- i. op de verbeelding worden de aanduidingen “bouwvlak" en “erf" opgenomen;
- j. de woning dient direct vanaf de openbare weg ontsloten te worden en dient zich op diezelfde weg te oriënteren;
- k. de afstand van de woning tot de achterste perceelsgrens dient tenminste 8 m te bedragen;
- l. de bepalingen in Artikel 21 Wonen zijn van overeenkomstige toepassing.
34.8 Wro-zone - wijzigingsgebied 7
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 7' de bestemming te wijzigen teneinde binnen het aanduidingsvlak één woning toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de woning mag uitsluitend in de bouwwijze vrijstaand worden gerealiseerd;
- b. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m;
- c. de maatvoering sluit aan op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving;
- d. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
- e. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woning;
- f. de woning vormt geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
- g. ten behoeve van het bepaalde onder e en f geldt in ieder geval het volgende:
- 1. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij;
- 2. de situering vindt plaats op een afstand van minimaal 50 m ten opzichte van fruitboomgaarden;
- 3. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende of te ontheffen voorkeursgrenswaarde;
- 4. uit onderzoek dient te blijken dat de externe veiligheid voldoende gewaarborgd is;
- h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- i. bij uitbreidingen van het verharde oppervlak, dienen compenserende maatregelen getroffen te worden om een hydrologisch neutrale situatie te behouden; conform de uitgangspunten hydrologisch neutraal bouwen;
- j. op de verbeelding worden de aanduidingen “bouwvlak" en “erf" opgenomen;
- k. de woning dient direct vanaf de openbare weg ontsloten te worden en dient zich op diezelfde weg te oriënteren;
- l. de afstand van de woning tot de achterste perceelsgrens dient tenminste 8 m te bedragen;
- m. de bepalingen in Artikel 21 Wonen zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 35 Algemene Procedureregels
35.1 Nadere eisen
Bij het opnemen van nadere eisen als bedoeld in deze regels gelden de volgende procedureregels:
- a. het ontwerpbesluit met daarin opgenomen de nadere eisen ligt gedurende twee weken voor een ieder ter inzage;
- b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging zienswijzen naar voren te brengen bij Burgemeester en wethouders tegen de nadere eisen als opgenomen in het ontwerpbesluit;
- d. indien tegen de nadere eisen in het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;
- e. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 36 Overgangsrecht
36.1 Overgangsrecht bouwwerken
36.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 37 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Kom Huissen.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
………………………
De voorzitter, De griffier,
………. ………
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijven
Bijlage 2 Lijst Van Horeca-activiteiten
Categorie 1 "lichte horeca"
Horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
1a. Aan de detailhandel verwante horeca, zoals:
- automatiek;
- broodjeszaak;
- cafetaria;
- croissanterie;
- koffiebar;
- lunchroom;
- ijssalon;
- snackbar;
- tearoom;
- traiteur;
1b. Overige lichte horeca, zoals:
- bistro;
- restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);
- hotel.
1c. Horecabedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking, zoals:
- horecabedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²;
- restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, drive-in restaurant).
Categorie 2 "middelzware horeca"
Horecabedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals:
- Bierhuis;
- Biljartcentrum;
- Café:
- Proeflokaal:
- Shoarma/grillroom:
- Zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).
Categorie 3 "zware horeca":
Horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen, zoals:
- Dancing;
- Discotheek;
- Nachtclub;
- Partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).