KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Artikel 3 Bestaande Maten
Artikel 4 Dubbeltelbepaling
Hoofdstuk 2 Bestemmingsbepalingen
Artikel 5 Agrarisch Gebied Met Natuur- En Landschapswaarden
Artikel 6 Ontgrondingsgebied (Winning Van Delfstoffen)
Artikel 7 Natuur
Artikel 8 Terrein Voor Verblijfsrecreatie
Artikel 9 Manege
Artikel 10 Terrein Voor Dagrecreatie
Artikel 11 Bedrijfsdoeleinden
Artikel 12 Wonen
Artikel 13 Cultuurhistorie
Artikel 14 A-watergang
Artikel 15 Rivier
Artikel 16 Dijk
Artikel 17 Verkeer
Artikel 18 Groen
Hoofdstuk 3 Zonebepalingen
Artikel 19 Zone Ter Bescherming Van De Dijk
Artikel 20 Zone In Verband Met Geluid Industrieterrein
Artikel 21 Zone Ten Behoeve Van De Ondergrondse Leidingen
Artikel 22 Zone Ten Behoeve Van De Hoogspanningsleiding
Artikel 23 Zone Ten Behoeve Van Het Grondwaterbeschermingsgebied
Hoofdstuk 4 Algemene Bepalingen
Artikel 24 Algemene Bepaling In Verband Met De Vogel- En Habitatrichtlijn
Artikel 25 Algemene Vrijstellingen
Artikel 26 Algemene Wijzigingen
Artikel 27 Algemene Gebruiksbepaling
Artikel 28 Procedurevoorschriften
Artikel 29 Strafbare Feiten
Artikel 30 Overgangsbepalingen Voor Bouwwerken
Artikel 31 Overgangsbepaling Voor Het Gebruik
Artikel 32 Titel
Bijlage 1
Bijlage 2
Bijlage 3 Plankaart
Bijlage 1 Scheepswerf Vahali - Inspraak En Overleg
Bijlage 2 Verslag Informatie- En Inspraakavond Voorontwerp Bestemmingsplan 'Buitendijks Gebied'

Buitendijks gebied 2005

Bestemmingsplan - gemeente Lingewaard

Onherroepelijk op 11-04-2007 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

1.1 In deze voorschriften wordt verstaan onder:

het plan

het bestemmingsplan 'Buitendijks gebied 2005' van de gemeente Lingewaard, vervat in de plankaart en bijbehorende verklaring met tekeningnummer 10017i en deze voorschriften en bijbehorende bijlage(n);

aan huis gebonden beroep

een beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt;

aardkundige waarden

bijzondere landschapsvormen ontstaan als gevolg van geologische processen en kenmerkend voor bepaalde klimatologische omstandigheden en een bepaalde tijdschaal;

aanlegvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

agrarisch bouwperceel

een in het plan als zodanig aangegeven bouwvlak, waarop de agrarische bedrijfsbebouwing met de (dienst)woning is geconcentreerd;

ander-werk

een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid;

bebouwingspercentage

de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwterrein, in procenten van de oppervlakte van dat bouwterrein;

bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;

bestemmingsvlak

een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met een zelfde bestemming;

bestemmingsgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak;

bijgebouw

een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwterrein staand hoofdgebouw c.q. bedrijfswoning/dienstwoning;

bed&breakfast

een verblijfsrecreatieve medegebruiksvorm als ondergeschikte nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf, waarbij periodiek recreatief verblijf wordt verschaft;

boerderijkamers

inpandige appartementen op een agrarisch bedrijf ten behoeve van periodiek recreatief nachtverblijf als ondergeschikte nevenactiviteit bij dit bedrijf;

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;

bouwgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bouwvlak;

bouwterrein

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze voorschriften één bouwwerk of meerdere bij elkaar behorende bouwwerken zijn toegestaan;

bouwvlak

een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven waarop ingevolge deze voorschriften bepaalde bouwwerken zijn toegestaan;

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

cultuurhistorische waarden

een kenmerkend patroon van kavels, sloten en de wielen;

dagrecreatie

recreatief gebruik van gronden zoals speel- en ligweiden, zwemwater en picknickplaatsen;

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteiten;

dienstwoning/bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond, noodzakelijk moet worden geacht;

extensief recreatief medegebruik

recreatief medegebruik van gronden dat geen specifiek beslag legt op de ruimte zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen;

gebouw

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

gesloten verharding

een verharding bestaande uit een deklaag die de ondergrond volledig afdekt, zoals een klinker- of asfaltverharding;

half open verharding

een verharding bestaande uit een half open deklaag waarbij de ondergrond niet volledig wordt afgedekt, zoals half open stenen of kunststofverstevigingsmaterialen;

hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwterrein door zijn constructie en/of afmetingen als belangrijkste bouwwerk is aan te merken;

hoogtescheidingslijn

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van gronden binnen een bestemmingsvlak en/of bouwvlak, waarop ingevolge deze voorschriften voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maximale hoogte geldt;

horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, alsmede het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en waarbij het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel kan vormen;

kleinschalige dagrecreatieve nevenactiviteiten

activiteiten van hoofdzakelijk dagrecreatieve aard bij het agrarisch bedrijf, zoals voorzieningen ten behoeve van wandel- en fietsrecreatie (onder meer verhuur van fietsen), een voorlichtingsruimte, een theeschenkerij en stop- en picknickplaatsen;

natuur- en landschapswaarden

onder natuur- en landschapswaarden worden verstaan de openheid van het uiterwaarden landschap, kenmerkend patroon van kavels, sloten, waterpartijen en wielen, aanwezige landschapselementen en de geschiktheid voor weidevogels;

nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 15, eerste lid sub b van de Wet op de Ruimte-
lijke Ordening;

normaal gebruik

  • in het kader van stort en/of opslag van grond en/of afval:
    werkzaamheden passend binnen en gerelateerd aan de betreffende bestemming;
  • in het kader van normaal onderhoud, gebruik en beheer (aanlegvergunning):
    werkzaamheden met het doel objecten in zodanige conditie te houden of te brengen dat voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;

peil

  • voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • andere bouwwerken de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwterrein;

prostitutiebedrijf

een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;

seks- en/of pornobedrijf

een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;

subbestemmingsgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van gronden binnen een bestemmingsvlak, waarop ingevolge deze voorschriften eenzelfde subbestemming geldt;

vrijstelling

een vrijstelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid sub a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een huishouden.

1.2 wetten en besluiten

Algemene wet bestuursrecht

Wet van 4 juni 1992 (Stb. 315), houdende algemene regels van bestuursrecht, zoals deze wet luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

besluit van 25 april 2003 (aanwijzing de Gelderse poort als speciale beschermingszone)

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 25 april 2003, no. DN.2002/1464, zoals dit besluit luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

Flora- en faunawet

Wet van 25 mei 1998 (Stb. 402), houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten, zoals deze wet luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

Habitatrichtlijn

Richtlijn (EEG) nr. 92/43 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (Pb. 1992 nr. L 206);

Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer

Besluit van 5 januari 1993 (Stb. 50), houdende uitvoering van de hoofdstukken 1 en 8 van de Wet milieubeheer en hoofdstuk V van de Wet geluidhinder, zoals dit besluit luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

Onteigeningswet

Wet van 28 augustus 1851 (Stb. 125), regelende de onteigening ten algemeene nutte, zoals deze wet luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

Vogelrichtlijn

Richtlijn (EEG) nr. 79/409 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (Pb. 1979 nr. L 103);

Wet beheer rijkswaterstaatswerken

Wet van 14 november 1996 (Stb. 645), houdende vaststelling van bepalingen betreffende waterstaatswerken in beheer bij het Rijk, zoals deze wet luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

Wet geluidhinder

Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99), houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze wet luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

Wet op de openluchtrecreatie

Wet van 25 maart 1994 (Stb. 300), houdende regels ten behoeve van de openluchtrecreatie, zoals deze wet luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

Wet op de Ruimtelijke Ordening

Wet van 5 juli 1962 (Stb. 286), houdende vaststelling van nieuwe voorschriften omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze wet luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

Wet op de economische delicten

Wet van 22 juni 1950 (Stb. K258), houdende vaststelling van regelen voor de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten, zoals deze wet luidt op het moment van het van kracht worden van het plan;

Woningwet

Wet van 29 augustus 1991 (Stb. 439), houdende nieuwe voorschriften omtrent het bouwen en de volkshuisvesting, zoals deze wet luidt op het moment van het van kracht worden van het plan.

1.3 In deze voorschriften wordt mede verstaan onder:

bestaand(e)

Op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan aanwezig(e).

gebruiken

Het in gebruik geven, doen gebruiken en laten gebruiken.

uitvoeren

Het in uitvoering geven, doen uitvoeren en laten uitvoeren.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1

Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:

afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwterrein

tussen de zijdelingse grens van het bouwterrein en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

goothoogte van een bouwwerk

van het peil tot aan de bovenkant van de goot dan wel de druiplijn, het boeiboord of een daaraan gelijk te stellen constructiedeel;

hoogte van een bouwwerk

van het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, met dien verstande dat voor wat betreft gebouwen daarbij niet worden meegerekend antennes, schoorstenen, balkonhekken en andere ondergeschikte (dak)opbouwen;

inhoud van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren en de dakvlakken (zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen) en boven het peil;

oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren en op het peil;

2.2

Voor wat betreft woningen wordt niet meegerekend voor de:

goothoogte

maximaal een derde van de gezamenlijke goot- en/of boeiboordlengten;

hoogte

ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, masten, lichtkoepels, windvanen en daksierelementen;

inhoud

bijgebouwen.

Artikel 3 Bestaande Maten

In die gevallen dat bestaande afstanden, hoogten en/of inhoud afwijken van hetgeen in hoofdstuk 2 als minimum of maximum wordt voorgeschreven, mogen de bestaande afstanden, hoogten en/of inhoud, in afwijking daarvan, als minimaal dan wel maximaal toelaatbaar worden aangehouden.

Artikel 4 Dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het verlenen van een bouwvergunning, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsbepalingen

Artikel 5 Agrarisch Gebied Met Natuur- En Landschapswaarden

5.1 doeleinden

5.2 bouwen

5.3 aanlegvergunning

5.4 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken, indien en voorover dat noodzakelijk is teneinde te voorkomen dat een toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit voor water, sediment en ijs feitelijk wordt belemmerd.

5.5 vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 5.2.2 ten behoeve van het toestaan van meer gebouwen in het kader van een uitbreiding van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. vooraf dient te zijn aangetoond dat de uitbreiding om bedrijfseconomische redenen noodzakelijk is;
  2. b. vooraf dient te zijn aangetoond dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om de uitbreiding te realiseren op een buiten het winterbed van de rivier gelegen locatie;
  3. c. de uitbreiding mag geen feitelijke belemmeringen opleveren voor de bestaande en voor een toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit voor water, sediment en ijs;
  4. d. de bebouwing mag uitsluitend binnen het agrarisch bouwperceel worden opgericht;
  5. e. het bepaalde in artikel 5.2.2 met betrekking tot hoogten is van toepassing;
  6. f. vooraf dient een positief advies te zijn uitgebracht door Rijkswaterstaat en de VROM-Inspectie;
  7. g. vooraf dienen de gevolgen in beeld te zijn gebracht van hetgeen de vrijstelling mogelijk maakt voor bij of krachtens de Flora- en faunawet beschermde plant- en diersoorten. Daarbij wordt, indien aan de orde, mede betrokken, in hoeverre redelijkerwijs kan worden verwacht dat eventueel benodigde vrijstellingen en ontheffingen als bedoeld in die wet zullen kunnen worden verleend.

5.6 wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van:

  1. a. het veranderen van de bestemming in de bestemming "natuur", uitsluitend daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven en met inachtneming van de voorwaarde, dat vooraf een positief advies dient te zijn uitgebracht door Rijkswaterstaat en de VROM-Inspectie;
  2. b. het binnen een agrarisch bouwperceel toestaan van het volgende:
    1. 1. kleinschalige dagrecreatieve nevenactiviteiten, waarbij
      • voor zover de nevenactiviteiten inpandig worden uitgevoerd de activiteiten plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing en de hiervoor gebruikte oppervlakte maximaal 50 m3 mag bedagen;
      • voor zover de nevenactiviteiten buiten worden uitgeoefend deze binnen het agrarische bouwperceel dienen plaats te vinden tot een oppervlakte van maximaal 50 m2:
    2. 2. kleinschalige verblijfsactiviteiten in de vorm van voorzieningen ten behoeve van bed&breakfast, boerderijkamers en/of appartementen binnen de bestaande bebouwing met een maximum van 3 eenheden van maximaal 50 m2 per eenheid;

een en ander met inachtneming van de voorwaarde, dat vooraf een positief advies is uitgebracht door Rijkswaterstaat en de VROM-inspectie.

Artikel 6 Ontgrondingsgebied (Winning Van Delfstoffen)

6.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "ontgrondingsgebied (winning van delfstoffen)" zijn bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  4. d. de winning van delfstoffen;

met bijbehorende bouwwerken, onbebouwde terreinen en voorzieningen.

6.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal:

  • rivierbakens 6m;
  • overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m.

6.3 wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen, daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven, het plan wijzigen door de bestemming te veranderen in de bestemming "natuur", met inachtneming van de voorwaarde, dat vooraf een positief advies dient te zijn uitgebracht door Rijkswaterstaat en de VROM-Inspectie.

Artikel 7 Natuur

7.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "natuur" zijn bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  4. d. de bescherming en het herstel van de natuur- en landschapswaarden;
  5. e. de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden;
  6. f. de bescherming van aardkundige waarden;
  7. g. extensief recreatief medegebruik;
  8. h. ontgronding daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangeduid
  9. i. een radarmast daar waar dat als zodanig op de plankaart is aangeduid;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, fiets- en wandelpaden en onbebouwde terreinen.

7.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal:

  • radarmast 20 m;
  • rivierbakens 6m;
  • overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m.

7.3 aanlegvergunning

Artikel 8 Terrein Voor Verblijfsrecreatie

8.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "terrein voor verblijfsrecreatie" zijn bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  4. d. verblijfsrecreatieve voorzieningen overeenkomstig de op de plankaart met de volgende lettercode aangegeven subbestemmingen:
    Ca camping;
    Ho horeca;
  5. e. het bestaande aantal bedrijfswoningen en voor zover als zodanig aangeduid op de plankaart;
  6. f. het bedrijfsmatig exploiteren van (sta)caravans, mits het aantal stacaravans zoals vermeld in tabel 2 niet wordt overschreden;
  7. g. de bescherming van archeologische waarden;

met bijbehorende bouwwerken, onbebouwde terreinen en voorzieningen.

8.2 bouwen

8.3 vrijstelling

8.4 aanlegvergunning

8.5 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken, indien en voorover dat noodzakelijk is teneinde te voorkomen dat een toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit voor water, sediment en ijs feitelijk wordt belemmerd.

Artikel 9 Manege

9.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "manege" zijn bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  4. d. actieve recreatie in de vorm van een manege;
  5. e. de bescherming van archeologische waarden;

met bijbehorende bouwwerken, onbebouwde terreinen en voorzieningen.

9.2 bouwen

9.3 wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het veranderen van de bestemming in de bestemming "natuur", uitsluitend daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven en met inachtneming van de voorwaarde, dat vooraf een positief advies dient te zijn uitgebracht door Rijkswaterstaat en de VROM-Inspectie;

9.4 aanlegvergunning

9.5 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken, indien en voorover dat noodzakelijk is teneinde te voorkomen dat een toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit voor water, sediment en ijs feitelijk wordt belemmerd.

Artikel 10 Terrein Voor Dagrecreatie

10.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "terrein voor
dagrecreatie" zijn bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  4. d. de bescherming en het herstel van natuur- en landschapswaarden;
  5. e. de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden;
  6. f. dagrecreatie;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en onbebouwde terreinen.

10.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 2 m.

10.3 aanlegvergunning

Artikel 11 Bedrijfsdoeleinden

11.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "bedrijfsdoeleinden" zijn bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  4. d. bedrijven en inrichtingen overeenkomstig de op de plankaart met de volgende lettercodes aangegeven subbestemmingen:
    Ho horeca;
    Inz Inzameldepot;
    Sch+ scheepswerf (riviergebonden);
    Sch- scheepswerf (niet-riviergebonden);
    Slp sloop- en demontage werkzaamheden;
    St steenfabriek/fabricage van grofkeramische producten;
  5. e. het bestaande aantal bedrijfswoningen en voor zover als zodanig aangeduid op de plankaart;
  6. f. de bescherming van archeologische waarden;
  7. g. een zendmast daar waar dat als zodanig op de plankaart is aangeduid;
  8. h. parkeervoorzieningen daar waar dat als zodanig op de plankaart is aangeduid;
  9. i. een doorgaande weg daar waar dat als zodanig op de plankaart is aangeduid;

met bijbehorende bebouwing, onbebouwde terreinen en voorzieningen.

11.2 bouwen

11.3 vrijstelling

11.4 vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen, uitsluitend voor zover het betreft de subbestemmingen Sch+ en St, vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 11.2.2 ten behoeve van het toestaan van meer gebouwen dan op grond van artikel 11.3 mogelijk is, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. vooraf dient te zijn aangetoond dat de uitbreiding om bedrijfseconomische redenen noodzakelijk is;
  2. b. voor wat de subbestemming "St" geldt, dat uit een overeenkomst moet blijken, dat over voldoende kleivoorraden kan worden beschikt;
  3. c. de situatie en de uitvoering van de uitbreiding zodanig dienen te zijn, dat de waterstandsverhoging en de belemmering voor de toekomstige verlaging zo gering mogelijk zijn;
  4. d. er duurzame compensatie dient plaats te vinden van waterstandsverhogende effecten;
  5. e. een beschermingsniveau van 1:1.250 jaar voor potentiële schadegevallen dient te zijn gegarandeerd;
  6. f. de bebouwing mag uitsluitend binnen het bouwperceel worden opgericht;
  7. g. het bepaalde in artikel 11.2.2 met betrekking tot hoogten is van toepassing;
  8. h. het op de plankaart aangegeven bebouwingspercentage dient in acht te worden genomen;
  9. i. vooraf dienen de gevolgen in beeld te zijn gebracht van hetgeen de vrijstelling mogelijk maakt voor bij of krachtens de Flora- en faunawet beschermde plant- en diersoorten. Daarbij wordt, indien aan de orde, mede betrokken, in hoeverre redelijkerwijs kan worden verwacht dat eventueel benodigde vrijstellingen en ontheffingen als bedoeld in die wet zullen kunnen worden verleend;
  10. j. vooraf dient een positief advies te zijn uitgebracht door Rijkswaterstaat en de VROM-Inspectie.

11.5 aanlegvergunning

11.6 gebruiksbepaling

11.7 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken, indien en voorover dat noodzakelijk is teneinde te voorkomen dat een toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit voor water, sediment en ijs feitelijk wordt belemmerd.

Artikel 12 Wonen

12.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "wonen" zijn bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  4. d. het bestaande aantal woningen;
  5. e. praktijk- en kantoorruimten ten behoeve van aan huis gebonden beroepen, mits de woonfunctie als overwegende functie gehandhaafd blijft;
  6. f. de bescherming van archeologische waarden;
  7. g. de opslag van agrarische materialen en voertuigen daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangeduid;
  8. h. de uitoefening van een kleinschalig onderhoudsbedrijf daar waar dat op de plankaart is aangeduid en uitsluitend betreffende het pand 'b' op kaartje 4 in bijlage 1;

met bijbehorende bijgebouwen, tuinen, erven, voetpaden en bouwwerken, geen gebouw zijnde.

12.2 bouwen

12.3 aanlegvergunning

12.4 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bouwwerken, indien en voor zover dat noodzakelijk is teneinde te voorkomen dat een toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit voor water, sediment en ijs feitelijk wordt belemmerd.

Artikel 13 Cultuurhistorie

13.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "cultuurhistorie" zijn bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  4. d. de bescherming en onderhoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing van het fort Pannerden;
  5. e. de bescherming van archeologische waarden;

met bijbehorende bebouwing en onbebouwde terreinen.

13.2 bouwen

13.3 aanlegvergunning

13.4 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van beplanting, indien en voorzover dat noodzakelijk is teneinde te voorkomen dat een toekomstige vergroting van de afvoercapaciteit voor water, sediment en ijs feitelijk wordt belemmerd.

Artikel 14 A-watergang

14.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "A-watergang" zijn bestemd voor:

  1. a. waterhuishoudkundige doeleinden;
  2. b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en de waterberging;
  3. c. kunstwerken, bruggen en overige waterstaatswerken;
  4. d. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  5. e. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  6. f. een A-watergang;
  7. g. de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden;
  8. h. ontgronding daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangeduid;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en onbebouwde terreinen.

14.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 2 m.

14.3 aanlegvergunning

Artikel 15 Rivier

15.1 doeleinden

15.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 6 m, met dien verstande dat de oppervlakte van de ponton maximaal 100 m2 mag bedragen.

15.3 vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in artikel 15.2 ten behoeve van het eenmalig vergroten van de oppervlakte van het ponton met maximaal 10%, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de situatie en de uitvoering van de uitbreiding dienen zodanig te zijn, dat de waterstandsverhoging en de belemmering voor de toekomstige verlaging zo gering mogelijk zijn;
  2. b. vooraf dient een positief advies te zijn uitgebracht door Rijkswaterstaat met betrekking tot de situering;
  3. c. vooraf dienen de gevolgen in beeld te zijn gebracht van hetgeen de vrijstelling mogelijk maakt voor bij of krachtens de Flora- en faunawet beschermde plant- en diersoorten. Daarbij wordt, indien aan de orde, mede betrokken, in hoeverre redelijkerwijs kan worden verwacht dat eventueel benodigde vrijstellingen en ontheffingen als bedoeld in die wet zullen kunnen worden verleend.

Artikel 16 Dijk

16.1 doeleinden

16.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een maximale hoogte van:

  1. a. lichtmasten en verwijsborden 10 m;
  2. b. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m.

16.3 aanlegvergunning

Artikel 17 Verkeer

17.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "verkeer" zijn bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  4. d. wegen, voet- en fietspaden;

een en ander met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, onbebouwde gronden en voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen.

17.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een maximale hoogte van:

  1. a. lichtmasten en verwijsborden 10 m;
  2. b. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m.

Artikel 18 Groen

18.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "groen" zijn bestemd voor:

  1. a. groenstroken, afschermende beplanting en overige aanplanten en water(lopen);
  2. b. de bescherming van archeologische waarden;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.

18.2 bouwen

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 18.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  2. b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 1 m.

18.3 aanlegvergunning

Hoofdstuk 3 Zonebepalingen

Artikel 19 Zone Ter Bescherming Van De Dijk

19.1 doeleinden

19.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan ten dienste van de bestemming met een hoogte van maximaal 2 m.

19.3 aanlegvergunning

Artikel 20 Zone In Verband Met Geluid Industrieterrein

20.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "zone in verband met geluid industrieterrein" zijn mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de nabijheid van een industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

20.2 bouwen

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, mogen op de in artikel 20.1 bedoelde gronden geen nieuwe woningen en andere in de zin van de Wet geluidhinder gevoelige gebouwen worden gebouwd.

Artikel 21 Zone Ten Behoeve Van De Ondergrondse Leidingen

21.1 doeleinden

21.2 bouwen

21.3 vrijstelling

21.4 aanlegvergunning

Artikel 22 Zone Ten Behoeve Van De Hoogspanningsleiding

22.1 doeleinden

De gronden binnen een afstand van 36 m ter weerszijden op de plankaart aangegeven "hoogspanningsleiding 380 kV", alsmede de gronden binnen een afstand van 25 m ter weerszijden op de plankaart aangegeven "hoogspanningsleiding 150 kV" zijn mede bestemd voor:

  1. a. hoogspanningsleiding;
  2. b. het beheer van de hoogspanningsleiding;
  3. c. de bescherming van het aangrenzende woon- en leefklimaat;

met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.

22.2 bouwen

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, is bouwen uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 22.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  2. b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:
    - voor hoogspanningsmasten 67 m;
    - voor overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m.

22.3 vrijstelling

22.4 aanlegvergunning

Artikel 23 Zone Ten Behoeve Van Het Grondwaterbeschermingsgebied

23.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "zone ten behoeve van het grondwaterbeschermingsgebied" zijn mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.

23.2 bouwen

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze voorschriften, is bouwen uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 23.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. de oppervlakte van bouwwerken bedraagt maximaal 25 m2;
  2. b. de hoogte van bouwwerken bedraagt maximaal 2 m.

23.3 vrijstelling

23.4 aanlegvergunning

Hoofdstuk 4 Algemene Bepalingen

Artikel 24 Algemene Bepaling In Verband Met De Vogel- En Habitatrichtlijn

24.1

Dit artikel is van toepassing op bevoegdheden tot:

  1. a. het verlenen van vrijstelling en aanlegvergunning alsmede het wijzigen van het plan als bedoeld in hoofdstuk 2;
  2. b. het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 25;
  3. c. het wijzigen van het plan als bedoeld in artikel 26.

24.2

Een besluit tot het verlenen van vrijstelling en/of aanlegvergunning dan wel tot het wijzigen van het plan kan, onverminderd het bepaalde in de betreffende artikelen, niet eerder worden genomen dan nadat is voldaan aan het bepaalde in de hierna volgende leden.

24.3

Indien een besluit tot het verlenen van vrijstelling en/of aanlegvergunning dan wel tot het wijzigen van het plan strekt tot het uitvoeren van een plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied, gelet op:

  • de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied blijkend uit het besluit van 25 april 2003 (aanwijzing de Gelderse poort als speciale beschermingszone in de zin van de Vogelrichtlijn), en
  • de instandhouding van de typen habitats en van de soorten, genoemd in bijlage 1 (aanmelding de Gelderse poort als speciale beschermingszone in de zin van de Habitatrichtlijn),

maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor het gebied, wordt een passende beoordeling gemaakt van de gevolgen voor het gebied, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen en de instandhouding van de typen habitats en van de soorten, genoemd in bijlage 2.

24.4

Een besluit als bedoeld in artikel 24.1.3 kan slechts worden verleend, indien de zekerheid is verkregen dat het de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied blijkend uit het besluit van 25 april 2003 (aanwijzing de Gelderse poort als speciale beschermingszone) en de instandhouding van de typen habitats en van de soorten, genoemd in bijlage 1, niet zal aantasten.

24.5

Indien een plan of project, ondanks negatieve conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied, bij ontstentenis van alternatieve oplossingen, om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, toch moet worden gerealiseerd, worden compenserende maatregelen genomen om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft.

Artikel 25 Algemene Vrijstellingen

25.1

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling te verlenen van de voorschriften ten behoeve van:

  1. a. het geheel of gedeeltelijk herbouwen van een gebouw op, dan wel het geheel of gedeeltelijk verplaatsen van een gebouw naar een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van de voorwaarde, dat de herbouw op respectievelijk verplaatsing naar de andere locatie niet leidt tot een verslechtering van:
    - de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
    - de waterhuishouding;
    - de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
    - de milieuhygiënische, akoestische en/of verkeerstechnische situatie;
  2. b. het vervangen van meerdere gebouwen door één nieuw gebouw, dan wel door een kleiner aantal gebouwen, met inachtneming van de voorwaarde, dat de vervanging niet leidt tot een verslechtering van:
    - de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
    - de waterhuishouding;
    - de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
    - de milieuhygiënische, akoestische en/of verkeerstechnische situatie.

25.2

Bij toepassing van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 25.1 onder b mag de oppervlakte van het nieuwe gebouw dan wel, in geval meerdere gebouwen worden vervangen door een kleiner aantal gebouwen, de gezamenlijke oppervlakte van dat aantal gebouwen maximaal bedragen het totaal van de oppervlakten van de afzonderlijke gebouwen die worden vervangen, zoals genoemd onder kolom "toegestaan in m2" van de betreffende tabel.

25.3

Alvorens te beslissen omtrent een vrijstelling als bedoeld in artikel 25.1 dient Rijkswaterstaat een positief advies te hebben uitgebracht.

Artikel 26 Algemene Wijzigingen

26.1 verplaatsing watergang

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het veranderen van de bestemming "natuur" in de bestemming "A-watergang", uitsluitend in verband met het verplaatsen van een bestaande watergang, en, in verband daarmee, het veranderen van de bestemming "A-watergang" in de bestemming "natuur", met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. in de nabijheid gelegen functies en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad;
  2. b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  3. c. vooraf dient een positief advies te zijn uitgebracht door de beheerder van de watergang.

26.2 verwijderen watergang

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het veranderen van de bestemming "A-watergang" in de bestemming "natuur", met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. in de nabijheid gelegen functies en waarden mogen niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad;
  2. b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  3. c. vooraf dient een positief advies te zijn uitgebracht door de beheerder van de watergang.

Artikel 27 Algemene Gebruiksbepaling

27.1

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming(en).

27.2

Onder verboden gebruik in verband met alle bestemmingen wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. een gebruik van de gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik;
  2. b. een gebruik van bebouwing ten behoeve van een seks- en/of pornobedrijf;
  3. c. een gebruik voor (detail)handel, met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde goederen, niet zijnde detailhandel in textiel, schoeisel en lederwaren, voedings- en genotmiddelen en huishoudelijke artikelen.

27.3

Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in artikel 27.1 gestelde verbod, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 28 Procedurevoorschriften

Bij het nemen van een besluit omtrent het verlenen van een vrijstelling, het stellen van nadere eisen of het toepassen van een wijziging is afdeling 3.4 (openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 29 Strafbare Feiten

Overtreding van het verbod vervat in de artikelen 5.3.1, 7.3.1, 8.4.1, 9.4.1, 10.3.1, 11.5.1, 11.6.1, 12.3.1, 13.3.1, 14.3.1, 16.3.1, 18.3.1, 19.3.1, 21.4.1, 22.4.1, 23.4.1 en 27.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a onder 20 van de Wet op de economische delicten.

Artikel 30 Overgangsbepalingen Voor Bouwwerken

30.1

Een bouwwerk, dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat dan wel nadien wordt gebouwd of kan worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en dat afwijkt van het plan, mag gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd.

30.2

Bij een gedeeltelijke vernieuwing en/of verandering als bedoeld in artikel 30.1 mag geen nieuwe afwijking van het plan ontstaan noch mag een bestaande afwijking naar de aard en de omvang worden vergroot.

30.3

Een bouwwerk als bedoeld in artikel 30.1, dat tenietgaat door een calamiteit mag, in afwijking van het bepaalde in artikel 30.1, geheel worden vernieuwd, mits:

  1. a. de aanvraag om bouwvergunning wordt ontvangen binnen 1,5 jaren na de datum waarop de calamiteit zich heeft voorgedaan;
  2. b. de bouwgrens aan de wegzijde zo mogelijk in acht wordt genomen.

Artikel 31 Overgangsbepaling Voor Het Gebruik

31.1

Een gebruik van de onbebouwde grond en/of de opstallen, dat op het tijdstip van het van kracht worden van het plan bestond en dat afwijkt van de bestemming en/of voorschriften, mag worden voortgezet en/of gewijzigd, mits het gewijzigde gebruik niet in meerdere mate gaat afwijken van het plan.

31.2

Het bepaalde in artikel 31.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 32 Titel

Dit plan kan worden aangehaald als bestemmingsplan 'Buitendijks gebied 2005' van de gemeente Lingewaard.

Bijlage 1

Bijlage 1

Bijlage 2

Bijlage 2

Bijlage 3 Plankaart

Bijlage 3 Plankaart

Bijlage 1 Scheepswerf Vahali - Inspraak En Overleg

Bijlage 1 scheepswerf Vahali - inspraak en overleg

Bijlage 2 Verslag Informatie- En Inspraakavond Voorontwerp Bestemmingsplan 'Buitendijks Gebied'

Bijlage 2 verslag informatie- en inspraakavond voorontwerp bestemmingsplan 'Buitendijks gebied'