KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
Artikel 4 Groen - Landschappelijke Inpassing
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Algemene Bouwregels
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 9 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
Artikel 11 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Inpassingsplan
Bijlage 1 Kavelpaspoort
Bijlage 2 Mer Aanmeldnotitie
Bijlage 3 Bodemonderzoek
Bijlage 4 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 5 Stikstof Onderzoek
Bijlage 6 Flora En Fauna Onderzoek
Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 8 Beeldkwaliteitsplan Airpark
Bijlage 9 Bedrijvenprogrammering Subregio A2 Gemeenten
Bijlage 10 Omgevingsdialoog
Bijlage 11 Nota Vooroverleg
Bijlage 12 Nota Van Zienswijzen

Fabrieksstraat 100 te Budel

Bestemmingsplan - Gemeente Cranendonck

Vastgesteld op 21-05-2024 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Fabrieksstraat 100 te Budel' met identificatienummer NL.IMRO.1706.BPAIR7005-VAS1 van de gemeente Cranendonck;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.5 bebouwingspercentage

Een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, het deel van een bouwvlak of het deel van een in de regels nader bepaald deel van een bouwperceel, dat maximaal mag worden bebouwd.

1.6 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen ook zijnde bedrijven (eenmanszaken, zzp-ers) waarvan de productie exclusief tot stand komt bij de klant worden daaronder niet begrepen. Internethandel wordt aangemerkt als een bedrijf indien ter plaatse geen sprake is van fysiek klantcontact.

1.7 bedrijfsgebouw

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.8 bedrijfsomvang

Het totaal aan oppervlakte van alle al dan niet aaneengesloten bouwpercelen van een bedrijf binnen het plangebied;

1.9 bedrijfsverzamelgebouw

Een gebouw dat huisvesting biedt aan meerdere bedrijven. Gebruikers van een bedrijfsverzamelgebouw zijn georganiseerd in een overleg over gebruik en beheer. Er zijn faciliteiten zoals ICT-voorzieningen, parkeervoorzieningen, vergaderruimtes, die gedeeld (kunnen) worden.

1.10 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van één of meerdere personen, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is;

1.11 beperkt kwetsbaar object

object zoals omschreven in artikel 1.1 lid b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.12 bestaande situatie

bebouwing en gebruik, zoals naar aard en omvang aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan. Bij bebouwing of gebruik waarvoor vergunning noodzakelijk is betreft het uitsluitend die bebouwing en dat gebruik waarvoor vergunning is verleend of welke kan worden gebouwd, respectievelijk gestart, op grond van een reeds verleende vergunning;

1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.15 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.16 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.17 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.18 bouwperceel

aaneengesloten (virtueel) vlak waarop functioneel bij elkaar behorende bebouwing en voorzieningen worden geconcentreerd, bestaande uit één bouwvlak, waarbinnen de gebouwen zijn toegelaten, met de direct daaraan grenzende gronden waar ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en bouwwerken zijn toegestaan.

1.19 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.20 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.21 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.22 bruto vloeroppervlakte

de totale overdekte vloeroppervlakte van een bedrijfsvestiging met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige ruimten;

1.23 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.24 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.25 geluidzoneringsplichtige inrichting

Een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.26 groepsrisico

cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;

1.27 grootschalige logistiek

gebruik van gronden of bouwwerken op een perceel van 3 hectare of groter, waarop grootschalige bebouwing staat en dat in hoofdzaak in gebruik is voor logistieke- of distributieactiviteiten, met een door de aard en schaal van de activiteiten hoge verkeersaantrekkende werking en impact op de omgevingskwaliteit;

1.28 hoofdgebouw

een gebouw, of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste (gedeelte van een) gebouw op een bouwperceel is aan te merken.

1.29 kantoor

een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;

1.30 kwetsbaar object

object zoals omschreven in artikel 1.1 lid l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.31 landschapselementen

ecologische en/ of landschappelijk waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen en poelen.

1.32 maaiveld

hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op de woning;

1.33 milieucategorie

indeling van bedrijven op basis van hun milieuhygiënische invloed op de omgeving, die als volgt wordt bepaald:

  1. 1. voor bedrijven die qua aard en omvang zijn vermeld onder een SBI-code uit Lijst 1 in de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering': de categorie die voor de desbetreffende SBI-code is vastgesteld en in voornoemde lijst is opgenomen;
  2. 2. voor overige bedrijven: het van toepassing verklaren van een categorie uit Lijst 1 van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' op bedrijfsactiviteiten die naar aard, omvang en invloed gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten, zoals wel opgenomen in de Lijst 1 van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering';

1.34 natuurinclusief bouwen

maatregelen om natuur te integreren bij de bouw van gebouwen.

1.35 nutsvoorziening

voorzieningen voor telecommunicatie, water- en energiedistributie, niet zijnde inrichtingen waarop het Bevi van toepassing is;

1.36 ondergronds bouwen

het oprichten van gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, beneden het niveau van het aangrenzend maaiveld;

1.37 ondersteunende detailhandel

Detailhandel die qua omvang en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en die niet zelfstandig, maar ter ondersteuning van de hoofdfunctie wordt uitgeoefend.

1.38 ondersteunende functie

functie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt;

1.39 open erfafscheiding

erfafscheidingen van een dusdanig materiaal en constructie dat vanuit de ene zijde zicht op de andere zijde blijft bestaan;

1.40 overkapping

een bouwwerk op het erf van een gebouw dat minimaal aan twee zijden open is, met uitzondering van een overkapping welke wordt gebouwd tegen een gebouw op het belendende perceel;

1.41 parkeervoorzieningen

een al dan niet overdekte, op straat aanwezige dan wel met een straat in open verbinding staande ruimte, die gelet op de ligging en ontsluiting geschikt is om te worden gebruikt voor het parkeren van motorvoertuigen;

1.42 plaatsgebonden risico

risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;

1.43 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, dan wel in goederen die op locatie worden toegepast bij de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, waarbij de detailhandelsactiviteiten ondergeschikt zijn aan de bedrijfsactiviteiten.

1.44 regelstation

een apparatuurkast die deel uitmaakt van een antenne-installatie voor mobiele telecommunicatie;

1.45 rijbaan

een verkeersbaan normaal bedoeld voor verkeer met voertuigen, bestaande uit een aaneengesloten gedeelte van verharding, al dan niet ingedeeld in rijstroken, bedoeld voor het rijdend verkeer;

1.46 risicovolle inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.47 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte(n) waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/ pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.48 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.49 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;

1.50 water en waterhuishoudkundige voorzieningen

Al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen, alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer en waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten et cetera;

1.51 weg

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

1.52 werk

een constructie, geen bouwwerk zijnde;

1.53 wet / wettelijke regeling

indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;

1.54 winkelvloeroppervlakte

de totale overdekte vloeroppervlakte van een bedrijfsvestiging, welke bestemd is voor de verkoop en uitstalling van goederen.

1.55 zijdelingse perceelsgrens

de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 De dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 De goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

In onderstaande afbeelding is aangegeven hoe de druiplijn/goothoogte bij verschillende dakvormen wordt bepaald.

afbeelding "i_NL.IMRO.1706.BPAIR7005-VAS1_0001.jpg"

Bij het bepalen van de goothoogte worden ondergeschikte toevoegingen of onderbrekingen van het dakvlak, zoals dakkapellen, loggia's en doorgezette gevels, buiten beschouwing gelaten, tenzij de breedte van de toevoeging of onderbreking meer bedraagt dan 50% van de breedte van het dakvlak waarin de toevoeging of onderbreking zich bevindt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1706.BPAIR7005-VAS1_0002.jpg"

2.3 De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 De oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

De kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel.

2.7 De bebouwde oppervlakte van een bouwperceel

De gezamenlijke oppervlakten van de gebouwen, die op hetzelfde bouwperceel zijn of mogen worden opgericht op grond van verleende vergunning of zijn opgericht op grond van artikel 2.3, lid 1 BOR juncto artikel 3 van bijlage 2 BOR, met inbegrip van de oppervlakten van (gedeelte van) gebouwen die volledig onder peil zijn gelegen.

2.8 De lengte, breedt en diepte van een gebouw

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken of de harten van scheidsmuren.

2.9 De ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.10 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, erkers en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m is.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. 1. bedrijven, passend in milieucategorie 2, 3.1 en/ of 3.2 zoals aangegeven in de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van:
    1. a. inrichtingen als bedoeld in artikel 41 Wet Geluidhinder jo. artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van de Wet milieubeheer;
    2. b. risicovolle inrichtingen op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' zijn bedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 2 en 3.1 of daarmee gelijk te stellen toegestaan.
  3. 3. kantoren, uitsluitend als ondersteunende functie ten behoeve van de bedrijfsvoering;
  4. 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw', zijn tevens bedrijfsverzamelgebouwen toegestaan;
  5. 5. ondergeschikte productiegebonden detailhandel;
  6. 6. groenvoorzieningen;
  7. 7. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. 8. nutsvoorzieningen.

met daarbij behorende:

  1. 9. erven en terreinen
  2. 10. verkeers- en parkeervoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

  1. 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de:
    1. a. situering van bedrijven en bedrijfsactiviteiten;
    2. b. situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    3. c. situering en afmetingen van percelen;
    4. d. de hoogte van gebouwen;
    5. e. inrichting van de gronden waaronder de aanleg en omvang van parkeer- en groenvoorzieningen en de aanleg en profilering van toegangs- en ontsluitingswegen.
    6. f. de kleurstelling van de gevels zoals bepaald in 3.2.3 onder 10.
  2. 2. Nadere eisen worden gesteld indien dit noodzakelijk is:
    1. a. ter waarborging van de ruimtelijke en functionele structuur ter plaatse;
    2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit, beeldkwaliteit en landschappelijke inpassing;
    3. c. ter waarborging van de milieuzonering;
    4. d. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    5. e. ter waarborging van de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding;
    6. f. in verband met de gewenste parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang op eigen terrein;
    7. g. in verband met doorstroming van het verkeer.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 4 Groen - Landschappelijke Inpassing

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Landschappelijke inpassing' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. 1. het aanbrengen en in stand houden van beplanting ter landschappelijke inpassing van gebouwen, erven en verhardingen zoals opgenomen in Bijlage 2.
  2. 2. groenvoorzieningen;
  3. 3. extensief recreatief medegebruik;
  4. 4. kunstobjecten;
  5. 5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene Bouwregels

6.1 Algemene bepaling met betrekking tot ondergronds bouwen

Artikel 7 Algemene Gebruiksregels

7.1 Strijdig gebruik

Het is verboden de in de artikelen 3, 4 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of te laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting of (straat)prostitutie;
  2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een woning voor bewoning;
  3. c. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  4. d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels

8.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden met een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. 1. de in deze regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. 2. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/ of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  3. 3. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil of afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geven;
  4. 4. de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, abri's, telefooncellen, gebouwtjes en behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
    1. a. de oppervlakte per gebouw niet meer dan 10 m² mag bedragen;
    2. b. de goothoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen;
    3. c. de bouwhoogte niet meer dan 6 meter mag bedragen;
  5. 5. de bestemmingsregels ten aanzien van de (bouw)hoogtes van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de (bouw)hoogte van bouwwerken wordt vergroot, mits:
    1. a. de bouwhoogte van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 30 meter mag bedragen.

Artikel 9 Overige Regels

9.1 Waterberging

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  2. 2. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%;
  3. 3. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

10.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. 2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. 3. indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. 4. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan “Fabrieksstraat 100 te Budel".

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Inpassingsplan

Bijlage 2 Inpassingsplan

Bijlage 1 Kavelpaspoort

Bijlage 1 Kavelpaspoort

Bijlage 2 Mer Aanmeldnotitie

Bijlage 2 Mer aanmeldnotitie

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 3 Bodemonderzoek

Bijlage 4 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 5 Stikstof Onderzoek

Bijlage 5 Stikstof onderzoek

Bijlage 6 Flora En Fauna Onderzoek

Bijlage 6 Flora en fauna onderzoek

Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 7 Akoestisch onderzoek

Bijlage 8 Beeldkwaliteitsplan Airpark

Bijlage 8 Beeldkwaliteitsplan Airpark

Bijlage 9 Bedrijvenprogrammering Subregio A2 Gemeenten

Bijlage 9 Bedrijvenprogrammering subregio A2 gemeenten

Bijlage 10 Omgevingsdialoog

Bijlage 10 Omgevingsdialoog

Bijlage 11 Nota Vooroverleg

Bijlage 11 Nota vooroverleg

Bijlage 12 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 12 Nota van zienswijzen