Kom Maarheeze
Bestemmingsplan - Gemeente Cranendonck
Vastgesteld op 25-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
Het bestemmingsplan 'Kom Maarheeze' van de gemeente Cranendonck.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1706.BPMHZ5005-VAS1 met de bijbehorende regels (en bijlagen).
1.3 Aanbouw/Uitbouw
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, dan wel als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw (door de vorm) onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.4 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 Aanduidingsgrens
Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 Aan-huis-verbonden-beroep
De uitoefening van een beroep aan huis op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt.
1.7 Afhankelijke woonruimte
Een bijgebouw bij een woning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.8 Archeologisch onderzoek
In een schriftelijke rapportage vastgelegd bureau- en/of veldonderzoek naar de materiële neerslag van menselijke aanwezigheid en menselijk handelen in het verleden.
1.9 Archeologisch verwachtingsvol gebied
Door burgemeester en wethouders aangewezen terrein waarvan op grond van historische gegevens of door archeologische vondsten en onderzoek vermoed wordt dat het van algemeen belang is wegens zijn betekenis voor de archeologische monumentenzorg.
1.10 Archeologische waarde
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, tenminste ouder dan 50 jaar.
1.11 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.12 Bebouwingspercentage
Een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
1.13 Bedrijf
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
1.14 Bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bestemd voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.15 Beperkt kwetsbare objecten
- a. woningen, kantoorgebouwen, hotels, restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen, voor zover deze objecten niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren;
- b. sporthallen, zwembaden, speeltuinen;
- c. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren;
- d. andere objecten die met de onder a en b genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten niet tot de categorie kwetsbare objecten behoren;
- e. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
1.16 Bestaand
- a. bebouwing: zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerpplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;
- b. gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
1.17 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.18 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.19 Bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak. Hieronder vallen bijgebouwen alsmede aan- en uitbouwen en overkappingen.
1.20 Bijgebouw
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.21 Bijzondere woonvorm
Een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uurs begeleiding).
1.22 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.23 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.24 Bouwlaag
Het doorlopende geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte gelegen ruimten in een gebouw met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder, onderbouw, zolder en vliering.
1.25 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.26 Bouwperceelsgrens
De grens van een bouwperceel.
1.27 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.28 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.29 Carport
Een op de grond staande overkapping van één bouwlaag bij een bestaande woning, die bedoeld is als een overdekte stallingsruimte voor personenauto's.
1.30 Coffeeshop
Een horeca-inrichting waar handel in of gebruik van softdrugs plaatsvindt.
1.31 Cultuurhistorische waarde
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon of de architectuur.
1.32 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.33 Detailhandel perifeer
Detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).
1.34 Dienstverlening
Het verlenen van diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek (al dan niet door middel van een baliefunctie), met uitzondering van een seksinrichting.
1.35 Evenement
Al of niet periodiek terugkerende publieke gebeurtenis op het gebied van sport, cultuur, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en vergelijkbare gebeurtenissen.
1.36 Extensief recreatief medegebruik
Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan en waarbij het gebruik weinig invloed heeft op de doeleinden binnen de bestemming.
1.37 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.38 Geluidsgevoelige functies (in de zin van de Wet geluidhinder)
Hieronder worden verstaan: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan de genoemde (t.w. verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven), alsmede de terreinen die behoren bij de andere gezondheidszorggebouwen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, alsmede woonwagenstandplaatsen.
1.39 Geluidzoneringsplichtige inrichting
Een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
1.40 Gevellijn
De als zodanig aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd.
1.41 Groepsrisico
De kans per jaar en per kilometer transportleiding dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van een transportleiding in een keer het (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval met die transportleiding. Het groepsrisico kan worden uitgedrukt in een logaritmische grafiek, de FN-curve. Voor de toetsing van het groepsrisico geldt geen wettelijke norm, maar een oriënterende waarde.
Met het groepsrisico wordt invulling gegeven aan het idee dat niet alleen de kans op een ongeval een rol speelt bij de beoordeling van risico's (deze wordt uitgedrukt door het plaatsgebonden risico), maar ook de effecten en eventuele maatschappijontwrichtende gevolgen daarvan.
1.42 Groothandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten behoeve van verkoop, het verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
1.43 Growshop
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen of leveren van kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen) voor psychotrope stoffen, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.44 Handel in softdrugs
Het verkopen van softdrugs vanuit een horeca-inrichting of een andere voor het publiek toegankelijke lokaliteit en de daarbij behorende erven, dan wel het aldaar aanwezig zijn van middelen als bedoeld in artikel 3 (lijst II) van de Opiumwet, dan wel toestaan dat de bedoelde middelen in de horeca-inrichting gebruikt, bereid, bewerkt, verkocht, geleverd, verstrekt en vervaardigd worden.
1.45 Hoofdgebouw
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.46 Horecabedrijf
Een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken of het exploiteren van zaalaccommodatie of nachtverblijf, een en ander gepaard gaande met dienstverlening. Tot de hieronder genoemde begrippen Horeca 1 tot en met Horeca 5 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:
a. Horeca 1 (daghoreca):
vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren of alcoholische en niet-alcoholische dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen of slechts in lichte mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms;
b. Horeca 2 (maaltijd- en logiesverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse of het bedrijfsmatig verstrekken van logies en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt, zoals restaurants, bistro's, grand cafés, hotels en pensions;
c. Horeca 3 (spijsverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren voor nuttiging al dan niet ter plaatse alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van licht-alcoholische dranken voor nuttiging ter plaatse en niet-alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans in enige mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafetaria's, automatieken en afhaalhoreca;
d. Horeca 4 (drankverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken voor gebruik ter plaatse van alcoholische en niet alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans een lichte aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafés en bars;
e. Horeca 5 (zware horeca):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig gelegenheid bieden van dansen op elektrisch versterkte muziek alsmede op het ter plaatse nuttigen van alcoholische en niet-alcoholische dranken en etenswaren, en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals discotheken, nachtclubs en dancings.
1.47 Huishouden
Een verzameling van één of meer personen die een huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.
1.48 Kantoor
Een gebouw dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord worden gestaan en geholpen.
1.49 Kunstwerken
Bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke.
1.50 Kwetsbare objecten
- a. woningen, met uitzondering van:
- 1. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare;
- 2. dienst- en bedrijfswoningen van derden.
- b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
- 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- 2. scholen.
- c. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- d. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
- 1. kantoorgebouwen en hotels met een b.v.o. van meer dan 1500 m² per object;
- 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk b.v.o. meer dan 1000 m² bedraagt en winkels met een totaal b.v.o. van meer dan 2000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
- 3. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
1.51 Landschappelijke inpassing
Inpassing in het omringende landschap door bij de situering in te spelen op de landschappelijke kenmerken en/of door het gebruik van beplanting die past bij het landschapstype ter plaatse, om de bebouwing minder nadrukkelijk in het landschap te plaatsen.
1.52 Lichte bedrijvigheid
Het op ambachtelijke wijze vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de van deze planregels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten.
1.53 Maatschappelijk
Educatieve, (sociaal-)medische, (sociaal-)culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, waaronder begrepen een kinderdagverblijf en peuterspeelzaal, alsmede voorzieningen ten behoeve van sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.54 Mantelzorg
Het bieden van zorg aan een of meer leden van het huishouden die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
1.55 Natuurlijke waarden
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied.
1.56 Ondergeschikte detailhandel
Beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten.
1.57 Ondergronds bouwwerk
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.
1.58 Ondersteunende horeca
Het als nevenactiviteit verkopen van dranken en spijzen voor consumptie ter plaatse, in een openbaar toegankelijk commercieel bedrijf, dit bedrijf heeft niet als hoofdbestemming 'Horeca'.
1.59 Ontmoetingsplaats
Plaats ingericht ten behoeve van het samenkomen van mensen met gelijke leeftijd, gezindheid of interesse, zoals jongeren en ouderen.
1.60 Overkapping
Een bouwwerk dat bestaat uit een dakconstructie zonder eigen wanden.
1.61 Paracommercieel horecabedrijf
Een instelling die weliswaar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken verstrekt, maar dit doet als nevenactiviteit. De hoofdactiviteit ligt op een ander vlak. Het gaat daarbij om hoofdactiviteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levenbeschouwelijke of godsdienstige aard.
1.62 Peil
- a. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst; de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.63 Plaatsgebonden risico
Risico op een plaats, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Voor dit risico geldt een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten.
1.64 Productiegebonden detailhandel
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.65 Prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.66 Risicovolle inrichting
Inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.67 Seksinrichting
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.68 Smartshop
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling en verkoop), verkopen of leveren van psychotrope stoffen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.69 Vloeroppervlakte
De totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond.
1.70 Volumineuze goederen
Goederen die vanwege hun omvang een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, zoals goederen in bouw- en doe-het-zelf producten, automobielen, motorfietsen, boten, caravans, en dergelijke.
1.71 Voorgevel
De gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg of het openbaar gebied waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is (bij een hoekgevel is er slechts sprake van één voorgevel).
1.72 Voorgevellijn
De denkbeeldige lijn die getrokken kan worden door, én samenvalt met, de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan.
1.73 Voorgevelrooilijn
De grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd en het verlengde daarvan.
1.74 Voorzieningen van algemeen nut
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.75 Water en waterhuishoudkundige voorzieningen
Al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer waterafvoer, en waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten et cetera.
1.76 Wet/wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
1.77 Woning
Een complex van ruimten, dient voor de huisvesting van één huishouden waarbij de volgende onderverdeling van toepassing is:
- a. aaneengebouwde woning: een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen;
- b. gestapelde woning: een woning of wooneenheid die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen;
- c. geschakelde woning: woning waarvan het hoofdgebouw door middel van bijbehorende bouwwerken met een andere woning is verbonden.
- d. twee-aaneengebouwde woning: een woning waarbij het hoofdgebouw aan één zijde een gemeenschappelijke wand heeft met het naastgelegen bij- of hoofdgebouw van een andere woning;
- e. vrijstaande woning: een woning waarbij het hoofdgebouw geen gemeenschappelijke wand heeft met een bij- of hoofdgebouw van een andere woning;
- f. patiowoning: woning met een kleine ommuurde privé-buitenruimte;
- g. zorgwoning: een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw, over het algemeen gelijkvloers en rolstoeltoegankelijk, voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen, gericht op het verlenen van zorg.
1.78 Zolder
Ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afdekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt (uitmaken) van de daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
1.79 Zorgcentrum
(Een gedeelte van) Een gebouw bedoeld voor zorgwoningen en/of groepswoningen, intramurale zorg (voorzieningen) en zorgondersteunende infrastructuur.
1.80 Zorgwonen
Het wonen in een zorgcentrum of zorgwoning.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 De hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.7 De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
De kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel.
2.8 De bebouwde oppervlakte van een bouwperceel
De gezamenlijke oppervlakten van de gebouwen, die op hetzelfde bouwperceel zijn of mogen worden opgericht op grond van verleende vergunning of zijn opgericht op grond van artikel 2.3, lid 1 BOR juncto artikel 3 van bijlage 2 BOR, met inbegrip van de oppervlakten van (gedeelte van) gebouwen die volledig onder peil zijn gelegen.
2.9 De lengte, breedt en diepte van een gebouw
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken of de harten van scheidsmuren.
2.10 De ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.11 Ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m is.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische doeleinden;
- b. behoud en herstel van de aan het gebied eigen zijnde landschappelijke waarden;
- c. een agrarische functie met natuur- en landschapswaarden;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. landschappelijke inpassing;
met de daarbij behorende:
- f. erven en terreinen;
- g. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. voorzieningen van algemeen nut;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.1. onder a. teneinde buiten het bouwvlak het bouwen van een schuilhut toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a. een schuilhut kan uitsluitend worden toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied schuilhutten';
- b. per perceel is maximaal één schuilhut toegestaan;
- c. de oppervlakte van het perceel waarop de schuilhut wordt gesitueerd, dient minimaal 2.500 m2 te bedragen;
- d. de oppervlakte van een schuilhut mag maximaal 30 m2 bedragen;
- e. de afstand tot de perceelgrenzen dient minimaal 3 meter te bedragen;
- f. de goothoogte mag maximaal 2,5 meter bedragen;
- g. de bouwhoogte mag maximaal 3 meter bedragen;
- h. voldaan wordt aan de beleidsregels "Beleidsregels Schuilhutten en Paardenbakken";
- i. een omgevingsvergunning als bedoeld in deze bepaling kan uitsluitend aan de eigenaar van het betreffende perceel worden verleend; per eigenaar kan maximaal één omgevingsvergunning als bedoeld in deze bepaling worden verleend.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. kamperen;
- b. opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het behoud van natuurlijke waarden.
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische doeleinden;
- b. behoud en herstel van de aan het gebied eigen zijnde landschappelijke waarden;
- c. een agrarische functie met natuur- en landschapswaarden;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. landschappelijke inpassing;
met de daarbij behorende:
- f. wegen en paden;
- g. groenvoorzieningen;
- h. voorzieningen van algemeen nut;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. kamperen;
- b. opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het behoud van natuurlijke waarden.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bestemming 'Agrarisch met waarden' te wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van de bescherming en ontwikkeling van de natuurlijke waarden mits de belangen en bestemmingen in de omgeving niet onevenredig worden aangetast.
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'bedrijfswoning': een bedrijfswoning, al dan niet met aan-huis-verbonden beroep;
- 2. 'groothandel': een groothandel;
- 3. 'nutsvoorziening': openbare nutsvoorzieningen;
- 4. 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf': een garagebedrijf;
- 5. 'specifieke vorm van bedrijf - verhuur motorvoertuigen': een bedrijf in de verhuur van motorvoertuigen;
- 6. 'specifieke vorm van bedrijf - frisdrankenbedrijf': een frisdrankenbedrijf;
- 7. 'specifieke vorm van bedrijf - opslag- en transportbedrijf': een opslag- en transportbedrijf;
- 8. 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg': een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg;
- 9. 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg': een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
- 10. 'detailhandel': detailhandel.
- c. ondergeschikte detailhandel;
met de daarbij behorende:
- d. erven en terreinen;
- e. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. voorzieningen van algemeen nut;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor voorzieningen van algemeen nut zoals transformatorgebouwen, bouwwerken ten behoeve van de gasvoorziening, rioolgemaal en dergelijke,
met de daarbij behorende:
- a. erven en terreinen;
- b. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. voorzieningen van algemeen nut;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Bos
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bos en bebossing;
- b. behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurwaarden;
- c. behoud, herstel en ontwikkeling van de bestaande biotopen;
- d. behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
- e. extensief recreatief medegebruik;
- f. ontsluiting ten behoeve van de aanwezige woonpercelen;
met daarbij behorende:
- g. paden en wegen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het behoud van natuurlijke waarden;
- b. lawaaisporten;
- c. verblijfsrecreatie.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Centrum - 1
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, niet zijnde detailhandel in volumineuze goederen;
- b. dienstverlening;
- c. ondersteunende horeca;
- d. bedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- e. maatschappelijke voorzieningen;
- f. kantoren;
- g. horecabedrijven uit de categorie Horeca 1 t/m 3;
- h. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'specifieke vorm van wonen - wonen op de verdieping': tevens wonen op de verdieping(en), al dan niet met aan-huis-verbonden beroep;
- 2. 'wonen': wonen, al dan niet met aan-huis-verbonden beroep;
- 3. 'supermarkt': een supermarkt;
- 4. 'horeca van categorie 4': horeca in categorie 4.
- i. verkeer- en parkeervoorzieningen;
met de daarbij behorende
- j. erven en terreinen;
- k. groenvoorzieningen;
- l. voorzieningen van algemeen nut;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Specifieke gebruiksregels
8.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 9 Centrum - 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum – 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. bedrijven, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- c. maatschappelijke voorzieningen;
- d. kantoren;
- e. ondersteunende horeca;
- f. horecabedrijven uit de categorie Horeca 1 t/m 3;
- g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'specifieke vorm van wonen - wonen op de verdieping': tevens wonen op de verdieping(en), al dan niet met aan-huis-verbonden beroep;
- 2. 'wonen': wonen, al dan niet met aan-huis-verbonden beroep;
- 3. 'sport': sportvoorzieningen;
- 4. 'horeca van categorie 4': horecabedrijven uit de categorie Horeca 4;
- 5. 'detailhandel': detailhandel.
- h. verkeer- en parkeervoorzieningen;
met de daarbij horende:
- i. erven en terreinen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. voorzieningen van algemeen nut;
- l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.4 Afwijken van de gebruiksregels
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen op de verdieping' de bestemming 'Centrum 2' te wijzigen in de bestemming Wonen' ten behoeve van de realisatie van een extra woning op de benedenverdieping met dien verstande dat:
- a. de activiteit ter plaatse is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet
- b. het gebruik als wonen vanuit milieuhygiënisch oogpunt aanvaardbaar is;
- c. sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
- d. het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast;
- e. de belangen en bestemmingen in de omgeving niet onevenredig worden aangetast;
- f. bij wijziging de meest recente woonvisie in acht wordt genomen;
- g. de bouw- en gebruiksregels voor de bestemming 'Wonen', in dit bestemmingsplan onverkort van toepassing blijven.
Artikel 10 Groen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen;
- c. speelvoorzieningen;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'parkeren': voor parkeren;
- 2. 'specifieke vorm van verkeer – calamiteitenverkeer': voorzieningen ten behoeve van calamiteitenverkeer;
- 3. ‘geluidscherm' : geluidwerende voorzieningen;
- 4. 'water': (ondergronds) water en waterstaatkundige voorzieningen;
- 5. 'pad' voor een ruiterpad.
- f. in- en uitritten;
- g. onverharde wegen;
- h. kunstwerken / standbeelden;
- i. voorzieningen voor langzaam verkeer;
met de daarbij behorende
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. voorzieningen van algemeen nut.
10.2 Bouwregels
10.3 Specifieke gebruiksregels
10.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.3.1 sub a voor de aanleg van parkeerplaatsen, met dien verstande dat:
- a. de noodzaak voor de parkeerplaatsen aangetoond moet zijn;
- b. er geen onevenredige aantasting van het groen plaatsvindt.
Artikel 11 Horeca
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven uit de categorie Horeca 1 t/m 3;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4', tevens voor horeca van categorie 4;
met de daarbij behorende:
- c. terrassen;
- d. erven en terreinen;
- e. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. voorzieningen van algemeen nut;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Kantoor
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren, al dan niet in combinatie met aan de kantoorfunctie ondergeschikte dienstverlening;
met de daarbij behorende:
- b. erven en terreinen;
- c. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. voorzieningen van algemeen nut;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. (recreatief) nachtverbijf.
Artikel 13 Maatschappelijk
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. zorgwonen;
- c. paracommerciële horeca;
- d. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'horeca van categorie 4', horeca in de categorie 4;
- 2. 'wonen': wonen, al dan niet met aan-huis-verbonden beroep;
- 3. 'begraafplaats': een begraafplaats;
- 4. 'evenemententerrein': een terrein voor evenementen;
- 5. specifieke vorm van waarde - monument rijk' en 'specifieke vorm van waarde - monument gemeente': het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en het stedenbouwkundig beeld.
met de daarbijbehorende:
- e. erven en terreinen;
- f. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. voorzieningen van algemeen nut;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 14 Sport
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de beoefening van sport met bijbehorende voorzieningen;
- b. paracommerciële horeca;
- c. een evenemententerrein voor het houden van evenementen;
- d. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'specifieke vorm van verkeer - parkeerterrein bij evenement': voor parkeervoorzieningen uitsluitend ten tijde van een evenement;
- 2. 'specifieke vorm van sport - gildeterrein': voor een gilde met bijbehorende voorzieningen;
- 3. 'water': voor (ondergronds) water en waterstaatkundige voorzieningen.
- e. speelvoorzieningen;
- f. bijbehorende verhardingen;
met de daarbij behorende
- g. erven en terreinen;
- h. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. voorzieningen van algemeen nut;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 15 Tuin
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuin, behorende bij de op de aangrenzende bestemming 'Wonen' gelegen hoofdgebouwen;
met de daarbij behorende:
- b. erven en terreinen;
- c. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. voorzieningen van algemeen nut;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 15.2.1 a en toegestaan worden dat erkers, entreeportalen, luifels mogen worden gebouwd achter de voorgevellijn, mits:
- a. het straatbeeld daardoor ruimtelijk niet wordt aangetast,
- b. de verkeerssituatie zich daartegen niet verzet;
- c. geen afbreuk wordt gedaan aan de benodigde parkeermogelijkheden op eigen terrein;
- d. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 16 Verkeer
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en pleinen;
- b. voet- en fietspaden;
- c. verkeer en parkeervoorzieningen;
- d. bruggen, tunnels en daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
- e. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'parkeerterrein' uitsluitend voor parkeervoorzieningen en voorzieningen voor langzaam verkeer;
- 2. 'evenemententerrein': evenementen.
- f. speelvoorzieningen;
- g. (muziek)kiosken, abri's, telefooncellen, straatmeubilair en dergelijke;
- h. terrassen behorende bij aangrenzende horecavoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- i. erven en terreinen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. voorzieningen van algemeen nut;
- l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 17 Verkeer - Spoorweg
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer – Spoorweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegverkeersdoeleinden met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals bermen, taluds, overgangen, geluidwerende voorzieningen en beplanting.
met de daarbij behorende
- b. erven en terreinen;
- c. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. voorzieningen van algemeen nut;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
Artikel 18 Water
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen en waterpartijen;
- d. infiltratievoorzieningen;
- e. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden.
met de daarbij behorende
- f. wegen en paden;
- g. groenvoorzieningen;
- h. wegen en paden;
- i. voorzieningen van algemeen nut.
18.2 Bouwregels
Artikel 19 Wonen
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan huis verbonden beroepen;
- c. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'garage': garageboxen;
- 2. 'kantoor': een kantoor;
- 3. 'detailhandel': detailhandel;
- 4. 'horeca': een afhaalrestaurant;
- 5. specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension': een dierenpension;
- 6. specifieke vorm van waarde - monument rijk' en 'specifieke vorm van waarde - monument gemeente': het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en het stedenbouwkundig beeld.
met de daarbij behorende
- d. erven en terreinen;
- e. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. voorzieningen van algemeen nut;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
19.2 Bouwregels
19.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.1 sub a. voor de verbouw van een ter plaatse als ‘specifieke bouwaanduiding - woonboerderij’ aangeduide bebouwing tot meerdere woningen of wooneenheden, met dien verstande dat:
- a. de breedte van een woning/wooneenheid niet minder dan 5,00 meter bedraagt en de inhoud niet minder dan 250 m³;
- b. onderdelen van woningen/wooneenheden en/of bijgebouwen mogen worden gebouwd, mits aan de volgende eisen wordt voldaan:
- 1. achter de oorspronkelijke achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw moet een aaneengesloten open ruimte aanwezig zijn van ten minste 30 m² groot en ten minste 5,00 meter diep;
- 2. het bebouwingspercentage achter de achtergevelrooilijn mag niet meer dan 40 bedragen.
- c. het karakter van het boerderijtype behouden dient te blijven;
- d. er geen sprake mag zijn van milieuhygiënische belemmeringen;
- e. de splitsing past binnen het geldende woningbouwcontingent.
19.4 Specifieke gebruiksregels
19.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 20 Wonen - Kamersven
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Kamersven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan huis verbonden beroepen;
- c. (bos)tuin;
- d. houtopstanden;
- e. groenvoorzieningen;
- f. bescherming van de ruimtelijke en landschappelijke karakteristiek die bepaald wordt door de verweving van de functies 'wonen' en 'bos';
met de daarbij behorende
- g. erven en terreinen;
- h. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. voorzieningen van algemeen nut;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
20.2 Bouwregels
20.3 Specifieke gebruiksregels
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Leiding - Gas
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), tevens bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van gas met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
21.2 Bouwregels
21.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Leiding - Hoogspanningsverbinding
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een hoogspanningsverbinding.
22.2 Bouwregels
22.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende hoogspanningsverbinding.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Leiding - Riool
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolwatertransportleiding
23.2 Bouwregels
23.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de rioolleiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende rioolleiding.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 24 Waarde - Archeologie 3
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' (gebied met een hoge archeologische verwachting, historische kern) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
24.2 Bouwregels
24.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
24.4 Afwijken van de bouwregels
24.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
24.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
24.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 25 Waarde - Archeologie 4
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' (gebied met een hoge archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
25.2 Bouwregels
25.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
25.4 Afwijken van de bouwregels
25.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
25.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 26 Waarde - Archeologie 5
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' (gebied met een middelhoge archeologische verwachting ) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
26.2 Bouwregels
26.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
26.4 Afwijken van de bouwregels
26.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
26.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 27 Waarde - Archeologie 6
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 6' (gebied met een lage archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
27.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 28 Waterstaat - Beschermingszone Watergang
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aan de andere aan de grond gegeven bestemmingen, primair bestemd voor het beheer en onderhoud van de binnen het plangebied gelegen waterloop, alsmede voor de ontwikkeling en bescherming van de ecologische waarden van de waterloop.
28.2 Bouwregels
28.3 Afwijken van de bouwregels
Door middel van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de watergang, van het bepaalde in lid 28.2.1 en toestaan dat de in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van het betreffende waterschap en de Keur van het waterschap in acht wordt genomen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 29 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 30 Algemene Bouwregels
30.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
30.2 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
Artikel 31 Algemene Gebruiksregels
Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 20 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die is nader aangeduid in de bestemmingsomschrijving. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
- a. gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een erotisch (getint) bedrijf of (straat)prostitutie;
- b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een woning als zelfstandige woningen en als afhankelijke woonruimte;
- c. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
Artikel 32 Algemene Aanduidingsregels
32.1 Geluidzone - industrie
32.2 Veiligheidszone - LPG
32.3 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
32.4 Veiligheidszone - gasstation
32.5 Waardevolle boom
Artikel 33 Algemene Afwijkingsregels
33.1 Algemeen
Indien niet op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken van deze regels kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:
- a. het afwijken van de in de regels voorgeschreven maatvoering met ten hoogste 10%;
- b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10,00 meter;
- e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot maximaal 40,00 meter, onder de volgende voorwaarden:
- 1. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan:
- buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horecagelegenheden;
- binnen de bebouwde kom op bedrijventerreinen en sportparken.
- 2. installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan:
- op hoge gebouwen; bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een dakrand, met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen in beginsel geheel dienen te worden ontzien, zonodig in overleg met de monumentencommissie;
- tegen gevels aan; wanneer de invloed van die installaties geen afbreuk doen aan de aanwezige kwaliteiten.
- 1. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan:
33.2 Evenementen
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels om toe te staan dat evenementen of festiviteiten worden gehouden met een maximum van 3 evenementen of festiviteiten per locatie per jaar, met uitzondering van plaatselijk kermissen en carnavalsactiviteiten, met een maximale duur van één dag, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de sociale veiligheid;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
rekeninghoudend met de aard van de activiteit en de te verwachten belasting voor de directe omgeving.
33.3 Bed & breakfast
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/of bijgebouwen bij de woning voor bed and breakfast-voorzieningen, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. de voorzieningen dienen te worden gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing;
- b. het maximaal aantal personen dat logies en ontbijt kan worden geboden bedraagt vier;
- c. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
- d. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
- e. aangetoond dient te worden dat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen bestaan, waaronder in ieder geval wordt begrepen belemmeringen in verband met geurhinder;
- f. er mag geen afbreuk worden gedaan aan de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en bedrijven.
33.4 Mantelzorg
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels voor het gebruik van een deel van de (bedrijfs)woning of bijbehorende bouwwerken bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
- a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is van uit een oogpunt van mantelzorg;
- b. het gebruik als afhankelijke woonruimte uitsluitend plaatsvindt in één of in meer aaneen gebouwde bijgebouwen;
- c. de oppervlakte die wordt gebruikt als afhankelijk woonruimte, niet meer bedraagt dan de maximaal toegestane gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 80 m²;
- d. de belangen van derden niet onevenredig worden aangetast;
- e. de omgevingsvergunning ter afwijking van het bestemmingsplan ten behoeve van mantelzorg weer kan worden ingetrokken wanneer de noodzaak tot mantelzorg niet langer aanwezig is.
33.5 Ontmoetingsplaatsen
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels voor het gebruik van een deel van een gebouw dan wel het oprichten van een gebouw voor een ontmoetingsplaats, met dien verstande dat:
- a. de oppervlakte van de ontmoetingsplaats niet meer bedraagt dan 20 m2;
- b. de bouwhoogte van de ontmoetingsplaats niet meer bedraagt dan 3,00 meter.
Artikel 34 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3,00 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3,00 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
- d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 35 Overgangsrecht
35.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- c. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
35.2 Overgangsrecht gebruik
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
35.3 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Artikel 36 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Kom Maarheeze' van de gemeente Cranendonck.