KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Toepassingsbereik
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Herziening Van De Regels
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
Artikel 5 Slotregel

Bedrijventerreinen Rondven en Den Engelsman, Partiele herziening 2018

Bestemmingsplan - gemeente Cranendonck

Vastgesteld op 25-09-2018 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan:

het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Rondven en Den Engelsman - Partiële herziening 2018' van de gemeente Cranendonck;

1.2 Bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1706.BPMHZ5018-VAS1 met de bijbehorende regels.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  1. De verbeelding van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Rondven en Den Engelsman' van de gemeente Cranendonck, zoals vastgesteld op 6 juni 2013, wordt herzien zoals aangegeven op de verbeelding van dit bestemmingsplan. Voor het overige blijft de verbeelding van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Rondven en Den Engelsman' ongewijzigd van toepassing.

  2. De regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Rondven en Den Engelsman' van de gemeente Cranendonck, zoals vastgesteld op 6 juni 2013, worden herzien zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van deze regels. Voor het overige blijven de regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Rondven en Den Engelsman' ongewijzigd van toepassing.

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 3 Herziening Van De Regels

3.1 Herziening van de regels van artikel 4 'Bedrijventerrein - 1'

  1. In artikel 4 'Bedrijventerrein - 1' wordt artikel 4.2.2 lid a (de oppervlakte van een bouwperceel bedraagt maximaal 5.000 m²) aangevuld en vervangen door: de oppervlakte van een bouwperceel bedraagt maximaal 5.000 m², met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende perceelsgrootte' de oppervlakte van een bouwperceel groter dan 5.000 m2 mag zijn.

  1. In artikel 4 ‘Bedrijventerrein - 1’ worden de regels in artikel 4.3 ondergebracht in het nieuwe artikel 4.3.1 (afwijken maximale bebouwingspercentage) en wordt het volgende artikel 4.3.2 (afwijken maximale bouwhoogte) toegevoegd:

4.3.2 Afwijken maximale bouwhoogte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 onder b, voor éénmalige verhoging van de maximale bouwhoogte tot maximaal 15 meter, met dien verstande dat:

  1. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van de bebouwing;

  2. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;

  3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de milieusituatie.

3.2 Herziening van de regels van artikel 5 'Bedrijventerrein - 2'

  1. In artikel 5 'Bedrijventerrein - 2' wordt artikel 5.2.2 lid a (de oppervlakte van een bouwperceel bedraagt maximaal 5.000 m²) aangevuld en vervangen door: de oppervlakte van een bouwperceel bedraagt maximaal 5.000 m², met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende perceelsgrootte' de oppervlakte van een bouwperceel groter dan 5.000 m2 mag zijn.

  1. In artikel 5 ‘Bedrijventerrein - 2’ worden de regels in artikel 5.3 ondergebracht in het nieuwe artikel 5.3.1 (afwijken maximale bebouwingspercentage) en wordt het volgende artikel 5.3.2 (afwijken maximale bouwhoogte) toegevoegd:

5.3.2 Afwijken maximale bouwhoogte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder b, voor éénmalige verhoging van de maximale bouwhoogte tot maximaal 15 meter, met dien verstande dat:

  1. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van de bebouwing;

  2. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;

  3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de milieusituatie.

3.3 Herziening van de regels van artikel 19 'Algemene afwijkingsregels'

In van artikel 19 'Algemene afwijkingsregels' wordt (voor het afwijken door middel van een omgevingsvergunning) lid f toegevoegd door:

  1. het bepaalde in het plan ten aanzien van de voorgeschreven maximale oppervlakte van het bouwperceel van 5.000 m2, met dien verstande dat:

  1. de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om op het in gebruik zijnde bouwperceel tegemoet te komen aan de ruimtebehoefte door middel van zorgvuldig ruimtegebruik als bedoeld in artikel 4.4, derde lid van de Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant;

  2. aantoonbare ruimtelijk-economische belangen voor de lange termijn aanwezig zijn die noodzaken tot uitbreiding of vestiging ter plaatse;

  3. de financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om het bedrijf te verplaatsen naar of te vestigen op:

  1. een bedrijventerrein in een nabij gelegen stedelijk concentratiegebied, of

  2. een nabijgelegen bovenregionaal bedrijventerrein, of

  3. enig ander bedrijventerrein in de gemeente Cranendonck.

  1. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig wordt aangetast;

  2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de milieusituatie.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  1. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

  2. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Rondven en Den Engelsman - Partiële herziening 2018' van de gemeente Cranendonck.