Bestemmingsplan Giethoorn - Verblijfsrecreatieterreinen
Bestemmingsplan - Steenwijkerland
Vastgesteld op 14-02-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan:
het bestemmingsplan 'Giethoorn - Verblijfsrecreatieterreinen' van de gemeente Steenwijkerland.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1708.GHNVerblijfRecBP01-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 aanbouw:
een bijbehorend bouwwerk, dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 archeologisch onderzoek:
werkzaamheden naar het bodemarchief die ten behoeve van de archeologische monumentenzorg worden uitgevoerd volgens de eisen zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), zoals bedoeld in de Regeling archeologische monumentenzorg, zoals deze geldt op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.7 archeologisch rapport:
rapportage waarin de archeologische waarde van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft wordt vastgesteld, die voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie als bedoeld in de Regeling archeologische monumentenzorg, zoals deze geldt op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.8 archeologische verwachting:
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archelogische relicten.
1.9 archeologische waarde:
waarden waarvan de aanwezigheid bekend is in de vorm van fysieke overblijfselen in de bodem.
1.10 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.11 bebouwingspercentage:
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het bouwvlak of aanduidingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.12 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor één afzonderlijk huishouden waarvan de huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein.
1.13 beeldkwaliteit:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende architectonische waarde met betrekking tot de bouwkundige vormgeving en ruimtelijke en functionele aspecten.
1.14 beeldkwaliteitplan Recreatieterreinen Giethoorn:
Beeldkwaliteitplan Recreatieterreinen Giethoorn, HKB Stedenbouwkundigen Groningen, d.d. 21 december 2010.
1.15 beschermd dorpsgezicht (Giethoorn):
de cultuurhistorische waarden van het beschermde dorpsgezicht Giethoorn, zoals die blijken uit de redengevende omschrijving behorende bij het aanwijzingsbesluit d.d. 25 maart 1985.
1.16 bestaand:
1.17 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.18 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming.
1.19 bijgebouw bij bedrijfswoning:
een bijbehorend bouwwerk, zijnde een op zichzelf staand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.
1.20 bijgebouw bij gebouw voor recreatief nachtverblijf:
1.21 botenhuis:
een gebouw, gebouwd over of in het water en bereikbaar vanaf het te bevaren water, dat dient voor overdekt onderbrengen van één of meer schepen.
1.22 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.23 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.24 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.25 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.26 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.27 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.28 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.29 cultuurhistorische waarde:
de waarde die kan worden toegekend aan een object, gebouw, terrein of structuur op basis van zijn sociaal-historische, geschiedkundige, architectuurhistorische, (steden)bouwhistorische, archeologische of historisch-geografische karakteristiek.
1.30 dagrecreatie:
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats zonder overnachtingsmogelijkheden.
1.31 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop, te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren of het leveren van goederen aan diegenen die, die goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.32 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.33 groenvoorziening:
ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
1.34 hoofdgebouw:
een gebouw of gedeelte daarvan, dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.35 horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren.
1.36 horeca van categorie 1:
een horecabedrijf dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije dranken worden verstrekt.
1.37 horeca van categorie 2:
een inrichting die is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te of kunnen worden genuttigd. Daaronder begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszaak, lunchroom, ijssalon/ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, restaurant.
1.38 jachthaven:
water met de daarbij behorende grond, waarbij overwegend gelegenheid wordt gegeven tot het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen.
1.39 kampeermiddel:
een tent, tentwagen, kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor een mobiel recreatief nachtverblijf.
1.40 landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht.
1.41 maaiveld:
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, zonder enige kunstmatige verhogingen dan wel verlaging.
1.42 natuurlijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige, geomorfologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied.
1.43 nutsvoorziening:
een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.
1.44 omgevingsvergunning:
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.45 parkeren:
het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen.
1.46 peil:
onder het peil wordt verstaan:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdingang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: het N.A.P. of het plaatselijk aan te houden waterpeil.
1.47 permanente bewoning:
bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatief nachtverblijf bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats.
1.48 recreatie:
activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning dan wel vrijetijdsbesteding.
1.49 recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming.
1.50 recreatief nachtverblijf:
het verblijf dat plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie.
1.51 recreatieve voorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van verblijfsrecreatie.
1.52 restaurant:
een horecabedrijf dat in hoofdzaak overwegend ter plaatse bereide maaltijden verstrekt, al dan niet in combinatie met het bedrijfsmatig verstrekken van (alcoholhoudende) dranken.
1.53 seksinrichting:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel en naar de aard daarmee te vergelijken inrichtingen.
1.54 steiger:
boven of aan het water aangebrachte of op het water drijvende constructie voor het afmeren van een boot, waarna over de steiger naar de wal kan worden gelopen.
1.55 terras:
een al dan niet verhard en niet overkapt gedeelte van het buitenterrein bij een gebouw, waar men buiten kan zitten.
1.56 vaartuig:
elk vaartuig dat feitelijk gebruikt wordt of geschikt is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water. Hieronder worden mede verstaan drijvende werktuigen, zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard.
1.57 verbeelding:
de digitale, dan wel analoge, verbeelding van het bestemmingsplan met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.
1.58 verblijfsrecreatie:
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats, waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat.
1.59 watergang:
water dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder begrepen.
1.60 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen en inlaten.
1.61 waterstaatkundige werken:
werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houdende met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, uitgezonderd steigers.
1.62 weg:
alle voor het openbare auto-, fiets-, voetgangers- of ander verkeer openstaande wegen of paden, geen spoorwegen zijnde, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen, taluds en zijkanten, waterstaatkundige en civieltechnische (kunst)werken, nutsvoorzieningen, alsmede ondergrondse infrastructurele voorzieningen.
1.63 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het laagste punt van het bouwwerk, met uitzondering van fundering of ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk.
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.4 de goothoogte van het bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 de lengte van een recreatief nachtverblijf:
de afstand die van beide afstanden tussen de zich tegenover elkaar bevindende gevelwanden van dit verblijf, haaks en buitenwerks gemeten, de grootste afstand is.
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bos
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (hoog)opgaande, afschermende beplanting alsmede voor het behoud en/of herstel en ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
- b. bijbehorende voorzieningen zoals water ten behoeve van de waterhuishouding, waterhuishoudkundige voorzieningen, sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
- c. infrastructurele voorzieningen, openbare nutsvoorzieningen en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
3.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. het storten van afval;
- b. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijke gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
- c. de opslag van afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie;
- d. standplaats voor kampeermiddelen of andere vormen van recreatief nachtverblijf;
- e. het realiseren van een ligplaats voor boten;
- f. de verhuur van boten, fietsen en/of andere recreatieve vervoermiddelen;
- g. de stalling van kampeermiddelen.
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen en structurele beplantingen, met daaraan ondergeschikt recreatief medegebruik en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. het behoud, de bescherming en/of het herstel van de natuurlijke waarde, tot uitdrukking komend in de waarde van de voorkomende vegetatie en het vochtige karakter van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden';
- c. het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke waarde, tot uitdrukking komend in het kleinschalige karakter, het vrijwel ontbreken van bebouwing, het reliëf, het verkavelingpatroon, het wegenpatroon en de grote afwisseling in het landschap, ter plaatse van de aanduiding 'natuur en landschapswaarden';
- d. bijbehorende voorzieningen zoals (voet)paden en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- e. openbare nutsvoorzieningen en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
4.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. het storten van afval;
- b. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijke gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
- c. de opslag van afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie;
- d. het opslaan van mest;
- e. kwekerijen;
- f. houtteelt;
- g. standplaats voor kampeermiddelen of andere vormen van recreatief nachtverblijf;
- h. het realiseren van een ligplaats voor boten;
- i. de verhuur van boten, fietsen en/of andere recreatieve vervoermiddelen;
- j. de stalling van kampeermiddelen.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Horeca
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca van maximaal categorie 2;
- b. bijbehorende voorzieningen zoals water, steigers, recreatieve en speelvoorzieningen, terrassen, tuinen, erven en terreinen en nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
5.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel.
Artikel 6 Horeca - Daghoreca
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca - Daghoreca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca van maximaal categorie 2 met dien verstande dat dranken en etenswaren hoofdzakelijk overdag worden verstrekt;
- b. de verhuur van boten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – botenverhuur';
- c. bijbehorende voorzieningen zoals water, steigers, recreatieve en speelvoorzieningen, terrassen, tuinen, erven en terreinen en nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
6.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. feesten en muziek-/dansevenementen;
- b. detailhandel, met uitzondering van detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – botenverhuur'.
Artikel 7 Recreatie - Verblijfsrecreatie 1
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in gebouwen voor recreatief nachtverblijf en kampeermiddelen, inclusief de daarbij behorende bouwwerken;
- b. een gebouw voor recreatief nachtverblijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – zomerwoning';
- c. horeca van categorie 1 ten dienste aan de verblijfsrecreatieve functie , ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- d. bij de verblijfsrecreatie behorende sanitaire voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - sanitair';
- e. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- f. een bij een gebouw voor recreatief nachtverblijf behorend terras, met dien verstande dat deze niet mag worden overkapt en geen grotere verharde oppervlakte mag hebben dan 12,00 m²;
- g. bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, paden, water, walbeschoeiingen, bruggen, groenvoorzieningen, recreatieve en speelvoorzieningen, tuinen, erven, waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
7.4 Afwijken van de bouwregels
Door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.2, onder b, sub 6 voor:
- a. het bouwen bij of aan een bestaand gebouw voor recreatief nachtverblijf, mits:
- 1. de oppervlakte van het recreatieve nachtverblijf, met eventuele aangebouwde bijgebouwen niet toeneemt;
- 2. de onderlinge afstand niet kleiner wordt dan de bestaande onderlinge afstand.
- b. de vervanging van een bestaand gebouw voor recreatief nachtverblijf door een nieuw gebouw voor recreatief nachtverblijf, mits:
- 1. de oppervlakte van het nieuwe recreatieve nachtverblijf niet groter is dan het te vervangen recreatieve nachtverblijf;
- 2. het aantal recreatieve nachtverblijven binnen het betreffende bestemmingsvlak ten opzichte van de bestaande situatie niet wijzigt;
- 3. de onderlinge afstand niet kleiner wordt dan de bestaande onderlinge afstand.
7.5 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. permanente bewoning in een gebouw voor recreatief nachtverblijf en/of kampeermiddel of vrijstaand bijgebouw;
- b. recreatief nachtverblijf in een vrijstaand bijgebouw en/of een bedrijfswoning.
7.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Recreatie - Verblijfsrecreatie 2
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in kampeermiddelen, inclusief de bij verblijfsrecreatie behorende bouwwerken;
- b. een gebouw voor recreatief nachtverblijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – zomerwoning';
- c. dagrecreatie ten behoeve van de verblijfsrecreatie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – recreatieruimte';
- d. bij de verblijfsrecreatie behorende sanitaire voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - sanitair';
- e. de verhuur van boten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - botenverhuur';
- f. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- g. bijbehorende voorzieningen toegestaan zoals ontsluitingswegen, paden, water, steigers, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, recreatieve en speelvoorzieningen, tuinen, erven en nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
8.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. recreatief nachtverblijf in gebouwen, met uitzondering van recreatief nachtverblijf in gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – zomerwoning';
- b. permanente bewoning in een zomerwoning en/of kampeermiddel of vrijstaand bijgebouw;
- c. horeca.
8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Recreatie - Verblijfsrecreatie 3
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in gebouwen voor recreatief nachtverblijf en kampeermiddelen, inclusief de daarbij behorende bouwwerken;
- b. een gebouw voor recreatief nachtverblijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – zomerwoning';
- c. bij de verblijfsrecreatie behorende sanitaire voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - sanitair';
- d. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- e. een bij een gebouw voor recreatief nachtverblijf behorend terras, met dien verstande dat deze niet mag worden overkapt en geen grotere verharde oppervlakte mag hebben dan 12,00 m²;
- f. bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, paden, water, walbeschoeiingen, bruggen, groenvoorzieningen, recreatieve en speelvoorzieningen, tuinen, erven, waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
9.4 Afwijken van de bouwregels
Door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.2.2, onder b, sub 6 voor:
- a. het bouwen bij of aan een bestaand gebouw voor recreatief nachtverblijf, mits:
- 1. de oppervlakte van het recreatieve nachtverblijf, met eventuele aangebouwde bijgebouwen niet toeneemt;
- 2. de onderlinge afstand niet kleiner wordt dan de bestaande onderlinge afstand.
- b. de vervanging van een bestaand gebouw voor recreatief nachtverblijf door een nieuw gebouw voor recreatief nachtverblijf, mits:
- 1. de oppervlakte van het nieuwe recreatieve nachtverblijf niet groter is dan het te vervangen recreatieve nachtverblijf;
- 2. het aantal recreatieve nachtverblijven binnen het betreffende bestemmingsvlak ten opzichte van de bestaande situatie niet wijzigt;
- 3. de onderlinge afstand niet kleiner wordt dan de bestaande onderlinge afstand.
9.5 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. permanente bewoning in een gebouw voor recreatief nachtverblijf en/of kampeermiddel of vrijstaand bijgebouw;
- b. recreatief nachtverblijf in een vrijstaand bijgebouw en/of een bedrijfswoning.
9.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Recreatie - Verblijfsrecreatie 4
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in gebouwen voor recreatief nachtverblijf en kampeermiddelen, inclusief de daarbij behorende bouwwerken;
- b. bij de verblijfsrecreatie behorende sanitaire voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - sanitair';
- c. bij een gebouw voor recreatief nachtverblijf of kampeermiddel behorend terrassen, met dien verstande dat deze niet mogen worden overkapt en geen grotere verharde oppervlakte mogen hebben dan 12,00 m²;
- d. bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, paden, water, walbeschoeiingen, bruggen, groenvoorzieningen, recreatieve en speelvoorzieningen, tuinen, erven, waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
10.4 Afwijken van de bouwregels
Door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2.2, onder b, sub 6 voor:
- a. het bouwen bij of aan een bestaand gebouw voor recreatief nachtverblijf, mits:
- 1. de oppervlakte van het recreatieve nachtverblijf, met eventuele aangebouwde bijgebouwen niet toeneemt;
- 2. de onderlinge afstand niet kleiner wordt dan de bestaande onderlinge afstand.
- b. de vervanging van een bestaand gebouw voor recreatief nachtverblijf door een nieuw gebouw voor recreatief nachtverblijf, mits:
- 1. de oppervlakte van het nieuwe recreatieve nachtverblijf niet groter is dan het te vervangen recreatieve nachtverblijf;
- 2. het aantal recreatieve nachtverblijven binnen het betreffende bestemmingsvlak ten opzichte van de bestaande situatie niet wijzigt;
- 3. de onderlinge afstand niet kleiner wordt dan de bestaande onderlinge afstand.
10.5 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. permanente bewoning in een gebouw voor recreatief nachtverblijf en/of kampeermiddel of vrijstaand bijgebouw;
- b. recreatief nachtverblijf in een vrijstaand bijgebouw en/of een bedrijfswoning.
10.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 11 Tuin
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen behorende bij op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
- b. parkeren;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
met de daarbij behorende voorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
11.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
- b. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik.
11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Verkeer
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeersdoeleinden;
- b. speelvoorzieningen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. paden, wegen en straten;
- e. de berging of stalling van vaartuigen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - botenopslag';
- f. een kiosk ten behoeve van de naastgelegen jachthaven en de verhuur van boten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – kiosk';
- g. bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals bouwwerken ten behoeve van de regeling van de veiligheid van het verkeer, straatmeubilair en kunstwerken;
- h. bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
12.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. het storten van puin en afvalstoffen;
- b. de stalling en de opslag van aan het oorspronkelijke gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
- c. de opslag van afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie en zandopslag;
- d. standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 13 Water
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sloten, vaarten en grachten;
- b. een jachthaven en steigers, ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
- c. de berging of stalling van vaartuigen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - botenhuis';
- d. bijbehorende voorzieningen zoals water ten behoeve van de waterhuishouding, recreatief medegebruik, kaden en oeverstroken, bruggen, dammen en duikers;
- e. bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 Waarde - Archeologie
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de eventueel aanwezige archeologische waarden.
14.2 Bouwregels
14.3 Nadere eisen
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 15 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
15.1 Bestemmingsomschrijving
15.2 Nadere eisen
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4 Wijzigingsbevoegdheid
Indien op grond van de andere bestemmingen het mogelijk is om het bestemmingsplan te wijzigen gelden de volgende aanvullende voorwaarden:
- a. het bestemmingsplan kan slechts worden gewijzigd indien geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan de waarden van het beschermde dorpsgezicht;
- b. voordat wordt besloten over het wijzigen van het bestemmingsplan vragen burgemeester en wethouders advies bij de gecombineerde Welstands- en monumentencommissie voor de gemeente Steenwijkerland.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 16 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 17 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
- a. een gebruik voor een seksinrichting;
- b. een gebruik voor een insteekhaven.
Artikel 18 Algemene Afwijkingsregels
18.1 Mogelijkheden voor afwijken
Door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- b. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen en luchtkokers, wordt vergroot, mits de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt.
18.2 Voorwaarden voor afwijken
- a. afwijken bij omgevingsvergunning is mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de karakteristieken en/of cultuurhistorische waarden van het beschermde dorpsgezicht Giethoorn, zoals die blijken uit de redengevende omschrijving behorend bij het aanwijzingsbesluit voor het beschermde dorpsgezicht van Giethoorn, zoals aangewezen bij besluit van 25 maart 1985;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 3. de woonsituatie;
- 4. de verkeersveiligheid;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de milieusituatie;
- 7. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- 8. de landschappelijke en/of natuurlijke waarden en/of archeologische waarden van de gronden;
- 9. de waterstaats- en huishoudkundige waarden van de gronden en van de aangrenzende gronden.
Het straat- en bebouwingsbeeld is opgenomen in de bij dit plan als bijlage opgenomen Beeldkwaliteitplan Recreatieterreinen Giethoorn.
Artikel 19 Algemene Procedureregels
19.1 Procedure nadere eisen
Bij het stellen van nadere eisen wordt de volgende procedure gevolgd.
- a. Burgemeester en wethouders leggen het ontwerp-besluit met de daarop betrekking hebbende stukken voor een periode van twee weken ter inzage.
- b. voorafgaand aan de terinzagelegging geven burgemeester en wethouders in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op andere geschikte wijze kennis van het ontwerp. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijke inhoud.
- c. in de kennisgeving wordt vermeld waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen, wie in de gelegenheid wordt gesteld om een zienswijze in te dienen en op welke wijze dit kan.
- d. belanghebbenden kunnen bij burgemeester en wethouders naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het ontwerp naar voren brengen.
- e. de termijn voor het naar voren brengen van een zienswijze bedraagt twee weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag waarop het ontwerp-besluit ter inzage is gelegd.
Artikel 20 Overige Regels
20.1 Relatie basisbestemmingen - dubbelbestemmingen
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een basisbestemming en een dubbelbestemming gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
20.2 Relatie dubbelbestemmingen
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemmingen:
- a. Waarde - Archeologie;
- b. Waarde - Beschermd dorpsgezicht.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 21 Overgangsrecht
21.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
21.2 Overgangsrecht gebruik
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 22 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan 'Giethoorn - Verblijfsrecreatieterreinen' van de gemeente Steenwijkerland”.
Bijlage 1 Beeldkwaliteitplan
Bijlage 1 Aanwijzingsbesluit
Bijlage 2 Flora En Fauna Onderzoek
Bijlage 2 Flora en fauna onderzoek
Bijlage 3 Toetsing Natuurbeschermingswet
Bijlage 3 Toetsing natuurbeschermingswet
Bijlage 4 Brandveiligheidsadvies
Bijlage 4 Brandveiligheidsadvies
Bijlage 5 Economische Effecten Campings Giethoorn
Bijlage 5 Economische effecten campings Giethoorn
Bijlage 6 Nota Van Vooroverleg
Bijlage 6 Nota van vooroverleg
Bijlage 7 Nota Van Inspraak
Bijlage 8 Nota Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 8 Nota beantwoording zienswijzen