KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Natuur En Landschapswaarden
Artikel 5 Bedrijf
Artikel 6 Bedrijf - Brandweerkazerne
Artikel 7 Bedrijf - Perifere Detailhandel
Artikel 8 Bos
Artikel 9 Centrum - Echt
Artikel 10 Centrum - Susteren
Artikel 11 Cultuur En Ontspanning
Artikel 12 Detailhandel
Artikel 13 Dienstverlening
Artikel 14 Gemengd
Artikel 15 Gemengd - Leisurepark
Artikel 16 Groen
Artikel 17 Groen - Park
Artikel 18 Horeca
Artikel 19 Kantoor
Artikel 20 Maatschappelijk
Artikel 21 Recreatie
Artikel 22 Sport
Artikel 23 Verkeer
Artikel 24 Water
Artikel 25 Wonen
Artikel 26 Wonen - Uit Te Werken 1
Artikel 27 Wonen - Uit Te Werken 2
Artikel 28 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 29 Leiding - Ondergronds
Artikel 30 Waarde - Archeologie 1
Artikel 31 Waarde - Archeologie 2
Artikel 32 Waarde - Archeologie 3
Artikel 33 Waarde - Archeologie 4
Artikel 34 Waarde - Archeologie 5
Artikel 35 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 36 Waarde - Cultuurhistorisch Waardevol Ensemble
Artikel 37 Waterstaat - Bergend Rivierbed
Artikel 38 Waterstaat - Waterkering
Artikel 39 Waterstaat - Waterlopen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 40 Anti-dubbeltelregel
Artikel 41 Algemene Bouwregels
Artikel 42 Algemene Gebruiksregels
Artikel 43 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 44 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 45 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 46 Algemene Procedureregels
Artikel 47 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 48 Overgangsrecht
Artikel 49 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Planherziening
1.2 Ligging, Begrenzing En Juridische Status Van Het Plangebied
1.3 Bij Het Plan Behorende Stukken
1.4 Herzieningen Gerubriceerd
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Beleidskader Rijk, Provincie En Gemeente
Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden
3.1 Milieuaspecten
3.2 Waterhuishouding
3.3 Archeologische, Cultuurhistorische, Landschappelijke En Natuurlijke Waarden
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Uitgangspunten En Doelstellingen Van Het Plan
4.2 Planaanpassingen
Hoofdstuk 5 Planopzet
5.1 Feitelijke Planopzet
5.2 Juridische Planopzet
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
6.2 Handhaving
6.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging
Bijlage 3 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Afwijkingsbevoegdheid
Bijlage 4 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging Afwijkingsbevoegdheid
Bijlage 5 Lijst Van Leisurefuncties
Bijlage 6 Landschapstypen En Kenmerken
Bijlage 7 Raamsaneringsplan
Bijlage 8 Parkeerkencijfers
Bijlage 9 Landschappelijke Inpassing Caulitenklooster
Bijlage 1 Zienswijzenrapport En Ambtshalve Wijzigingen

Stedelijk gebied

Bestemmingsplan - Echt-Susteren

Vastgesteld op 26-05-2016 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied' met identificatienummer NL.IMRO.1711.BP20150950-VG02 van de gemeente Echt-Susteren.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan huis verbonden bedrijf:

bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2, dan wel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de eigenaar/gebruiker van de woning, zoals een kapsalon of schoonheidssalon; met uitzondering van een seksinrichting.

1.4 aan huis verbonden beroep:

een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de eigenaar/gebruiker van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris of advocaat; met uitzondering van een seksinrichting.

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 achtererfgebied:

erf aan de achterkant en niet naar het openbaar toegankelijke gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw.

1.8 achtergevelrooilijn:

de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, dan wel indien er geen sprake is van een bouwvlak, de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw, zonder bijbehorende bouwwerken.

1.9 afhankelijke woonruimte:

een onderdeel van het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

1.10 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, inclusief houtteelt, en/of het houden van dieren, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf of gebruiksgerichte paardenhouderij.

1.11 agrarisch nevenbedrijf:

een bedrijf waarbinnen arbeid wordt verricht door op- of overslag, vervoer of verhandeling van producten die in een agrarisch bedrijf zijn voortgebracht.

1.12 AMK-terrein:

een archeologisch terrein (monument) waaraan door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed een waardering is toegekend en dat als zodanig is aangeduid op de Archeologische Monumentenkaart (AMK).

1.13 antenne-installatie:

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.14 antennedrager:

antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.15 archeologische verwachtingswaarde:

de kans (hoog, middelhoog of laag) op het aantreffen van archeologische waarden (vondsten en/of informatie) in een gebied, gebaseerd op onder andere bodemtypen, relatieve hoogtes en bekende archeologische vindplaatsen.

1.16 archeologische waarden:

cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, dat als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigt.

1.17 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.18 bebouwingspercentage:

een percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de planregels anders is bepaald.

1.19 bed & breakfast:

een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid van kortdurend toeristisch verblijf inclusief het serveren van een ontbijt, niet zijnde een hotel, pension of ander bedrijf, waarbij het aanbod zich beperkt tot overnachtingsmogelijkheid voor maximaal 4 personen in stedelijk gebied (onderhavig plangebied). Een bed & breakfast-voorziening is ondergeschikt aan de woonfunctie (binnen een woonbestemming of een agrarische bedrijfsbestemming), is gevestigd in een woonhuis of bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de eigenaar(s) en tevens hoofdbewoner(s) van de betreffende woning. Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan het overnachten noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.

1.20 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.21 bedrijfs-/dienstwoning:

één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor het huishouden van een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.

1.22 bedrijfsvloeroppervlak:

het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.23 beeldbepalend pand:

gebouw of bouwwerk dat gezien het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse van belang is.

1.24 beperkt kwetsbaar object:

een beperkt kwetsbaar object als bedoeld in art. 1 lid 1 Bevi.

1.25 bestaand:

  1. a. bij bebouwing: bebouwing zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning;
  2. b. bij gebruik: gebruik zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, voor zover op een legale wijze tot stand is gekomen.

1.26 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.27 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.28 bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren).

1.29 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd, op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk met een dak, met uitzondering van overkappingen.

1.30 bijzondere woonruimte:

woonruimte waarin, al dan niet zelfstandige, woningen en gemeenschappelijke voorzieningen zijn opgenomen, zoals een bejaardenhuis, woonzorgcomplex of daarmee gelijk te stellen voorzieningen.

1.31 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.32 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.33 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van zolder en kelder.

1.34 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten.

1.35 bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.36 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.37 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.38 cultuurhistorisch ensemble:

een ruimtelijk en inhoudelijk samenhangend geheel van cultuurhistorisch waardevolle objecten, structuren en/of zones.

1.39 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.40 dienstverlening:

het verlenen van economische, (para-)medische en maatschappelijke diensten aan derden, waarbij een rechtstreekse relatie bestaat met het publiek, zoals reisbureaus, bankinstellingen, postkantoren, verzekerings- en/of administratiekantoren, makelaarskantoren, advocaten- en/of notariskantoren, uitzendbureaus, apotheken, praktijkvestigingen voor tandtechniek, kapsalons, schoonheidssalons, nagelstudio's, schoenmakerijen, kleermakerijen en video-/dvd-verhuurbedrijven, fotostudio's en hondentrimsalons.

1.41 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond.

1.42 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

1.43 escortbedrijf:

het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.

1.44 evenement:

periodieke en/of incidentele manifestaties, zoals concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen en shows, waarbij sprake is van onversterkte muziek dan wel van mechanisch versterkte muziek met een versterkt geluidniveau van maximaal 70 dB(A) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden of van een ander geluidgevoelig gebouw.

1.45 functie:

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.

1.46 garage:

een gebouw ten behoeve van het overdekt stallen van (motor)voertuigen.

1.47 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.48 geluidszoneringsplichtige inrichting:

een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone als bedoeld in die wet moet worden vastgesteld.

1.49 gestapelde woningen:

boven dan wel beneden (en eventueel ook naast) elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegang, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.

1.50 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers danwel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.51 grootschalige detailhandel:

detailhandelsvestiging met een vloeroppervlak vanaf 1.000 m² b.v.o. die, vanwege de te verwachten verkeersaantrekkende werking, behoefte heeft aan ruime parkeerfaciliteiten en voldoende fysieke ruimte voor de logistieke afwikkeling.

1.52 hondenuitlaatplaats:

een begrensd en als zodanig aangeduid deel van een openbare groenvoorziening waar honden uitgelaten kunnen worden en waar de uitwerpselen van honden niet opgeruimd hoeven te worden door degene die de hond uitlaat.

1.53 hoofdgebouw:

een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.54 horeca (bedrijf):

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.55 horeca, categorie 1:

een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt, alsmede een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood- en broodjeszaken/lunchroom, konditorei, ijssalon/ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels.

1.56 horeca, categorie 2:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) die de gelegenheid biedt tot dansen. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar, restaurant.

1.57 horeca, categorie 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking ven dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nachtcafé en een zalencentrum (met nachtvergunning).

1.58 horeca, categorie 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.

1.59 huishouden:

persoon of groep personen die een huishouding voert respectievelijk voeren, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.

1.60 intensieve veehouderij:

het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. De dieren worden in stallen of hokken gehouden. Waar in dit plan wordt gesproken over intensieve veehouderij wordt voornamelijk gedoeld op het hebben van een bedrijfsmatige tak van varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor de roodvleesproductie, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders. De melkveehouderij wordt niet als intensieve veehouderij beschouwd.

1.61 inwoning:

het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken.

1.62 jongeren ontmoetingsplaats (JOP)

een door het bevoegd gezag als zodanig aangewezen of ingerichte voor jongeren bedoelde openbare locatie, al dan niet met voorzieningen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.63 kamerbewoning:

het gebruik van een hoofdgebouw of met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken door meer dan twee onzelfstandige huishoudens.

1.64 kantoor- / praktijkruimte:

een ruimte die door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve, (para)medische en/of ontwerptechnische arbeid.

1.65 kwetsbaar object:

een kwetsbaar object als bedoeld in art. 1 lid 1 Bevi.

1.66 land- en tuinbouwcentrum:

verkoop van non-food, agro-georiënteerde en agrarisch getinte artikelen, waarin het hoofdaccent gericht is op:

  1. a. doe-het-zelf-producten;
  2. b. planten- en tuinartikelen;
  3. c. diervoeders.

1.67 lichaamsverzorgende activiteit:

activiteit gericht op het op peil houden of verbeteren van de conditie van het lichaam, zoals deze onder meer plaatsvindt in sportscholen, fitnesscentra en beautysalons.

1.68 lichte bedrijvigheid:

het op ambachtelijke wijze vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de van deze planregels deel uitmakende categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

1.69 luidruchtig evenement:

evenement met een luidruchtig karakter door het gebruik maken van versterkte muziek.

1.70 maatschappelijke en culturele voorzieningen:

educatieve, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, onderwijs-, kinderopvang, religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.71 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.72 nieuwvestiging van een intensieve veehouderij:

het vestigen van een intensieve veehouderij op een bestaand of een nieuw agrarisch bouwperceel waar nog geen intensieve veehouderij aanwezig is op de peildatum, zijnde het tijdstip van bekendmaking van het reconstructieplan: 1 juni 2004.

1.73 omgevingsvergunning:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.

1.74 ondergeschikte functie:

een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie en daarvan ten dienste staat c.q. daar functioneel mee verbonden is.

1.75 ondergronds bouwwerk:

een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.

1.76 openbaar toegankelijk gebied:

weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b., van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.

1.77 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.

1.78 paardenhouderij:

een agrarisch bedrijf waarbij de activiteiten geheel of overwegend gericht zijn op het fokken en houden van paarden, eventueel met daaraan ondergeschikte manegeactiviteiten.

1.79 parkeervoorzieningen:

elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.

1.80 perceelgrens:

een grenslijn tussen bouwpercelen onderling.

1.81 perifere detailhandel:

detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).

1.82 primaire woonruimte:

woonruimte die nodig is voor de huisvesting van één huishouden, zoals woonkamer, slaapkamer, badkamer, keuken en bijkeuken.

1.83 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.84 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.85 risicovolle inrichting:

  1. a. een inrichting waarvoor ingevolge het besluit externe veiligheid een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij in het bestemmingsplan toegelaten kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, of
  2. b. een inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid, met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations.

1.86 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, escortbedrijf, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutie(bedrijf) en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.87 seksuele dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.

1.88 speelvoorziening:

een speelplek die met één of meerdere speeltoestellen is ingericht voor de leeftijdscategorie tot circa 12 jaar.

1.89 standplaats:

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.90 teeltondersteunende voorzieningen

voorzieningen/constructies inclusief containervelden met als doel het gewas te forceren tot meer groei en/of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel het vervroegen als het verlaten van de teelt ten opzichte van de normale open teelt en/of het beschermen van het gewas tegen weersinvloeden, ziekten en plagen hetgeen leidt tot een beter kwaliteit van het product. De teeltondersteunende voorzieningen dienen ter ondersteuning van de vollegrondsteelt.

1.91 terras:

een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

1.92 tuincentrum:

detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waarop artikelen voor de aanleg, inrichting en onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen te koop worden aangeboden.

1.93 verkoopvloeroppervlak:

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke overdekte winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; dit is het netto vloeroppervlak.

1.94 voorerfgebied:

erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

1.95 voorgevellijn:

de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.

1.96 voorgevelrooilijn:

de voorste grens van het bouwvlak die is gericht naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.

1.97 voorzieningen van algemeen nut:

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.98 wabo:

de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.99 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.

1.100 wet/wettelijke regelingen:

indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., worden de regelingen bedoeld zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.

1.101 winkel:

een gebouw dat een ruimte omvat, die door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel.

1.102 winkelvloeroppervlak:

het totale vloeroppervlak van de overdekte verkoopruimten die bedoeld zijn voor het publiek en direct samenhangen met de verkoop.

1.103 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.

1.104 woonwagen:

voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst.

1.105 zolder:

ruimte onder een kap voor zover de hoogte van de borstwering ter plaatse van de omtrekmuren minder dan 80 cm boven de vloer is gelegen.

1.106 zoneringsplichtige inrichtingen:

inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken als bedoeld in artikel 2.1, sub 3, van het Besluit omgevingsrecht.

1.107 zorgplaats:

niet-zelfstandige wooneenheid, voor verzorgd wonen, waarbij extramurale verzorging, verpleging, en/of begeleiding vanuit een professionele zorgverlenende organisatie wordt geboden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij het toepassen van deze regels wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:

2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de loodrechte afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat perceel voorkomend bouwwerk.

2.2 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.

2.3 het bebouwingspercentage:

het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

  1. a. vanaf het peil loodrecht tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a. wordt de bouwhoogte van bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf.

2.5 de breedte, diepte c.q. lengte van bouwwerken:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.6 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.7 de goothoogte van een bouwwerk:

loodrecht vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.8 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

loodrecht vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.10 de oppervlakte van een bouwwerk:

  1. a. voor bouwwerken met wanden: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  2. b. voor bouwwerken zonder wanden (open overkappingen en daarmee vergelijkbare bouwwerken geen gebouwen zijnde): de overdekte grondoppervlakte (gemeten loodrecht onder het dakoppervlak).

2.11 peil:

  1. a. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. voor een woonwagen, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van de bestaande verharding van de standplaats;
  4. d. voor een bouwwerk ten behoeve van spoorwegdoeleinden: de bovenkant van de spoorstaaf.

2.12 ondergeschikte bouwdelen:

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,50 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarische bedrijfsuitoefening, met dien verstande, dat nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet is toegestaan;
  2. b. agrarisch grondgebruik;
  3. c. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
    uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende activiteiten toegestaan:
    'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' het trekken en kweken van planten
    'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch nevenbedrijf' een agrarisch nevenbedrijf
    'paardenhouderij' een paardenhouderij
    'tuincentrum' een tuincentrum
  4. d. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  5. e. alsmede voor de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  6. f. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';

met daaraan ondergeschikt ten dienste van voornoemde voorzieningen:

  1. g. detailhandel, met een maximaal verkoopvloeroppervlak van 200 m2, in agrarische producten die op het eigen bedrijf of in de directe omgeving daarvan zijn geproduceerd en/of agrarische producten die op het eigen bedrijf en/of in de directe omgeving daarvan op een ander agrarisch bedrijf zijn bewerkt. Onder agrarische producten worden tevens streekproducten en aanverwante artikelen, passend in het assortiment van boerderijwinkels, gerekend;

met de daarbij behorende:

  1. h. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  2. i. tuinen en erven;
  3. j. wegen en paden;
  4. k. groenvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van een landschappelijke inpassing van bedrijfsgebouwen;
  5. l. parkeervoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  6. f. ter waarborging van de externe veiligheid;
  7. g. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  8. h. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. detailhandel, behoudens zoals bedoeld in artikel 3.1;
  2. b. verkooppunten voor motorbrandstoffen (inclusief lpg);
  3. c. seksuele dienstverlening;
  4. d. nieuwvestiging van intensieve veehouderij;
  5. e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in artikel 3.1;
  6. f. opslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn;
  7. g. inwoning.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

3.9 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Natuur En Landschapswaarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarische bedrijfsuitoefening, met dien verstande dat nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet is toegestaan;
  2. b. agrarisch grondgebruik;
  3. c. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  4. d. de instandhouding en bescherming van voorkomende natuur- en of landschapswaarden;
  5. e. een begraafplaats uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  6. f. detailhandel, met een maximaal verkoopvloeroppervlak van 200 m2, in agrarische producten die op het eigen bedrijf of in de directe omgeving daarvan zijn geproduceerd en/of agrarische producten die op het eigen bedrijf en/of in de directe omgeving daarvan op een ander agrarisch bedrijf zijn bewerkt. Onder agrarische producten worden tevens streekproducten en aanverwante artikelen, passend in het assortiment van boerderijwinkels, verstaan;
  7. g. ontsluiting van de aangrenzende gronden, ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';

met de daarbij behorende:

  1. h. tuinen en erven;
  2. i. wegen en paden;
  3. j. groenvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van een landschappelijke inpassing van bedrijfsgebouwen;
  4. k. parkeervoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.

4.3 Nadere eisen

Niet van toepassing voor deze bestemming.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden

4.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

4.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsacitiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 en bedrijfsmatige activiteiten die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving daaraan gelijkwaardig zijn, met uitzondering van zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, en met dien verstande dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1' uitsluitend bedrijven zijn toegestaan van categorie 1 van de Lijst van bedrijfsacitiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 en bedrijfsmatige activiteiten die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving daaraan gelijkwaardig zijn;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - categorie A' uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan die staan vermeld in de Lijst van bedrijven, functiemenging zoals opgenomen in Bijlage 2 en bedrijfsmatige activiteiten die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving daaraan gelijkwaardig zijn;
  2. b. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
    uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende bedrijfsactiviteiten toegestaan: van categorie:
    'nutsvoorziening' uitsluitend nutsvoorzieningen
    'specifieke vorm van bedrijf - gasdrukmeet- en regelstation' een gasdrukmeet- en regelstation
    'specifieke vorm van bedrijf - autosloperij 3.2' een autosloperij 3.2
    'specifieke vorm van bedrijf - autospuitinrichting 3.1' een autospuitinrichting 3.1
    'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf 3.1' een bouw- en aannemersbedrijf met werkplaats 3.1
    'specifieke vorm van bedrijf - dierenpraktijk' een dierenpraktijk
    'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf' een garagebedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - goederenwegvervoerbedrijf 3.2' een goederenwegvervoerbedrijf (zonder schoonmaken tanks) 3.2
    'specifieke vorm van bedrijf - houtbewerking' een houtbewerkings- c.q. timmerbedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' reparatie- en installatiewerkzaamheden aan koolzuurtanks of daarmee te vergelijken producten
    'specifieke vorm van bedrijf - machineverhuur 3.1' een verhuurbedrijf voor machines en werktuigen 3.1
    'specifieke vorm van bedrijf - meubelfabriek 3.2' een meubelfabriek 3.2
    'specifieke vorm van bedrijf - meubelstoffeerderij 3.1' een meubelstoffeerderij 3.1
    'specifieke vorm van bedrijf - natuursteenbewerking 3.2' een natuursteenbewerkingsbedrijf 3.2
    'specifieke vorm van bedrijf - siervishandel' 1. een bedrijf dat is gericht op de particuliere verkoop en het kweken van siervissen, met een maximale verkoopvloeroppervlakte van 600 m2;
    2. de uitoefening van detailhandel in niet-dagelijkse non-food consumptiegoederen, met een maximale verkoopvloeroppervlakte van 125 m2;
    3. opslagdoeleinden, uitsluitend voor zover deze verband houden met de onder 1 en 2 opgenomen activiteiten.
    'specifieke vorm van bedrijf - slachterij' een slachterij
    'specifieke vorm van bedrijf - smederij 3.2' een smederij, lasinrichting, bankwerkerij e.d. 3.2
    'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek 3.1' een timmerwerkfabriek 3.1
    'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek 3.2' een timmerwerkfabriek 3.2
    'specifieke vorm van bedrijf - touringcarbedrijf' een touringcarbedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - vervaardiging van goederen 3.1' vervaardiging van overige goederen n.e.g. 3.1
    'brandweerkazerne' een brandweerkazerne
    'specifieke vorm van detailhandel - kunst en antiek' detailhandel in kunst en antiek
    'specifieke vorm van detailhandel - productiegebonden' productiegebonden detailhandel tot maximaal 10% van het bedrijfsvloeroppervlak, maar nooit meer dan 60 m2
    'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' een verkooppunt voor motorbrandstoffen exclusief lpg
    'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' een verkooppunt voor motorbrandstoffen inclusief lpg
  3. c. alsmede voor de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;

met de daarbij behorende:

  1. d. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  2. e. tuinen, erven en terreinen;
  3. f. parkeervoorzieningen,
  4. g. groenvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van een landschappelijke inpassing van bedrijfsgebouwen;
  5. h. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. i. wegen en paden.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. h. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  2. b. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in artikel 5.1;
  3. c. permanente of tijdelijke bewoning van bijbehorende bouwwerken;
  4. d. detailhandel, behoudens als bedoeld in artikel 5.1 en met uitzondering van productiegebonden detailhandel, niet zijnde handel in voedings- en genotmiddelen;
  5. e. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG), behoudens als bedoeld in artikel 5.1;
  6. f. seksuele dienstverlening;
  7. g. opslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn;
  8. h. inwoning.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

5.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

5.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de volgende voorwaarden:

  1. a. De bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd.
  2. b. Het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij wordt getoetst aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit.
  3. c. Het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan.
  4. d. Het aantal woningen bedraagt na wijziging maximaal 1;
  5. e. In afwijking van het bepaalde onder d, bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone wijzigingsgebied 2' het aantal woningen (inclusief de voormalige bedrijfswoning indien deze niet wordt gesloopt) maximaal 2, met dien verstande dat de bedrijfsbebouwing volledig wordt gesloopt.
  6. f. Bij wijziging wordt de meest recent vastgestelde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving in acht genomen.
  7. g. De economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd.
  8. h. Voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels wordt artikel 25 (Wonen) in acht genomen.

Artikel 6 Bedrijf - Brandweerkazerne

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Brandweerkazerne' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een brandweerkazerne;
  2. b. een oefenterrein voor de brandweer;

met de daarbij behorende:

  1. c. erven en terreinen;
  2. d. parkeervoorzieningen;
  3. e. groenvoorzieningen;
  4. f. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  2. b. wonen;
  3. c. detailhandel;
  4. d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief lpg);
  5. e. seksuele dienstverlening;
  6. f. opslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

6.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

6.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 7 Bedrijf - Perifere Detailhandel

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Perifere detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. ter plaatse reeds bestaande bedrijven;
  2. b. ter plaatse reeds bestaande grootschalige detailhandelsvoorzieningen;
  3. c. perifere detailhandelsvoorzieningen;
  4. d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen inclusief lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  5. e. een supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';

met de daarbij behorende:

  1. f. tuinen, erven en terreinen;
  2. g. parkeervoorzieningen;
  3. h. groenvoorzieningen;
  4. i. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  5. j. wegen en paden.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing en het aantal parkeerplaatsen:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid, bijvoorbeeld ten aanzien van de oriëntatie van gebouwen, toegang en vluchtwegen, de bereikbaarheid van het perceel en bouwkundige maatregelen ter beperking van de effecten van bijvoorbeeld een ongeval met gevaarlijke stoffen, alsmede ter voorkoming van hoge personendichtheden.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. andere vormen van detailhandel dan genoemd in artikel 7.1, zoals detailhandel in de modische branche, in de foodsector, warenhuizen en supermarkten, uitgezonderd:
    1. 1. detailhandel bij verkooppunten van motorbrandstoffen tot een maximum bruto-verkoopvloeroppervlak van 75 m² uitsluitend in samenhang met de verkoop van motorbrandstoffen;
    2. 2. een supermarkt ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  2. b. horeca;
  3. c. wonen;
  4. d. recreatie;
  5. e. zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  6. f. seksuele dienstverlening;
  7. g. opslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

7.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

7.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

7.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 8 Bos

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het bos en bosgroeiplaats;
  2. b. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurwaarden;
  3. c. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  4. d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. e. extensief recreatief medegebruik.

8.2 Bouwregels

Op of in de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen geen gebouwen en/of bouwwerken worden gebouwd.

8.3 Nadere eisen

Niet van toepassing voor deze bestemming.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het verlagen van de (grond) waterstand door aanleg van drainage of door bemaling en/of bronnering.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

8.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

8.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

8.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 9 Centrum - Echt

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - Echt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten bij deze regels is gevoegd, uitsluitend op de begane grond;
  2. b. cultuur en ontspanning, uitsluitend op de begane grond;
  3. c. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  4. d. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  5. e. kantoor, uitsluitend op de begane grond;
  6. f. maatschappelijk, uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bibliotheek' tevens een bibliotheek op de verdieping is toegestaan;
  7. g. wonen uitsluitend op de verdieping(en), uitgezonderd legaal bestaande woningen op de begane grond;
  8. h. horeca, categorie 1;
  9. i. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
    uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende activiteiten toegestaan:
    'horeca van categorie 2' horeca, categorie 2. Indien deze functie gedurende een aaneengesloten periode van drie jaar niet meer ter plaatse is uitgeoefend, is uitoefening van deze functie niet meer is toegestaan.
    'horeca van categorie 3' horeca, categorie 3, met dien verstande dat een discotheek uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'discotheek'. Indien deze functie gedurende een aaneengesloten periode van drie jaar niet meer ter plaatse is uitgeoefend, is uitoefening van deze functie niet meer is toegestaan.
    'bed & breakfast' een bed & breakfast onder de voorwaarden uit artikel 9.6.3
    'sportschool' een sportschool
  10. j. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';

met de daarbij horende:

  1. k. wegen en paden;
  2. l. groenvoorzieningen;
  3. m. tuinen;
  4. n. parkeervoorzieningen.
  5. o. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. p. bergingen;
  7. q. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
  8. r. openbare nutsvoorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. h. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. seksuele dienstverlening;
  2. b. permanente of tijdelijke bewoning van bijbehorende bouwwerken.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

9.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

9.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 10 Centrum - Susteren

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - Susteren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten bij deze regels is gevoegd, uitsluitend op de begane grond;
  2. b. cultuur en ontspanning;
  3. c. dienstverlening;
  4. d. detailhandel, uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat supermarkten niet zijn toegestaan;
  5. e. kantoor;
  6. f. maatschappelijk, met dien verstande dat kinderopvang uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  7. g. wonen, uitsluitend voor zover aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' nieuwe woningen op de verdieping(en) zijn toegestaan tot het aangegeven aantal;
  8. h. horeca van categorie 1 t/m 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' en voor zover reeds aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  9. i. alsmede voor de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  10. j. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';

met de daarbij horende:

  1. k. wegen en paden;
  2. l. groenvoorzieningen;
  3. m. tuinen;
  4. n. parkeervoorzieningen;
  5. o. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. p. bergingen;
  7. q. speelvoorzieningen;
  8. r. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
  9. s. openbare nutsvoorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. h. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  9. i. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

10.4 Afwijken van de bouwregels

10.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. seksuele dienstverlening;
  2. b. permanente of tijdelijke bewoning van gebouwen geen woningen zijnde of van bijbehorende bouwwerken;
  3. c. kamerbewoning;
  4. d. verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  5. e. perifere detailhandel.

10.6 Afwijken van de gebruiksregels

10.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

10.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

10.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 11 Cultuur En Ontspanning

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. uitsluitend een kinderboerderij met bijbehorende voorzieningen, zoals beheerdersruimte, dierenverblijven, schuilgelegenheden en vijvers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij', met daaraan ondergeschikt:
    1. 1. horecavoorzieningen ten dienste van de kinderboerderij;
  2. b. uitsluitend een creativiteitscentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'creativiteitscentrum';

met de daarbij behorende:

  1. c. parkeervoorzieningen,
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  4. f. wegen en paden.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid.

11.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

11.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. wonen;
  2. b. seksuele dienstverlening;
  3. c. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  4. d. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

11.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

11.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

11.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 12 Detailhandel

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. dienstverlening;
  3. c. wonen, niet zijnde in een bedrijfswoning, uitsluitend op de verdieping en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' wonen niet is toegestaan;
  4. d. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende activiteiten toegestaan:
'specifieke vorm van detailhandel - land- en tuinbouwcentrum' uitsluitend een land- en tuinbouwcentrum
‘specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf’ een garagebedrijf
'specifieke vorm van detailhandel - groothandel in sportprijzen' uitsluitend detailhandel in handboogartikelen en groothandel in sportprijzen en een opslag- en inpakruimte uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - opslag en inpakruimte'
'tuincentrum' uitsluitend detailhandel ten behoeve van een tuincentrum

met de daarbij behorende:

  1. e. bedrijfswoning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' of 'specifieke vorm van detailhandel - land- en tuinbouwcentrum';
  2. f. tuinen, erven en verhardingen;
  3. g. wegen en paden;
  4. h. parkeervoorzieningen;
  5. i. groenvoorzieningen;
  6. j. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid.

12.4 Afwijken van de bouwregels

12.5 Specifieke gebruiksregels

12.6 Afwijken van de gebruiksregels

12.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

12.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

12.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Detailhandel' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de volgende voorwaarden:

  1. a. Het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij wordt getoetst aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit.
  2. b. Het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan.
  3. c. Het aantal woningen bedraagt na wijziging maximaal één.
  4. d. Bij wijziging wordt de meest recent vastgestelde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving in acht genomen.
  5. e. De economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd.
  6. f. Voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels wordt artikel 25 (Wonen) in acht genomen.

Artikel 13 Dienstverlening

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;
  2. b. ondergeschikte detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  3. c. wonen, niet zijnde in een bedrijfswoning, uitsluitend op de verdieping en ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  4. d. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';

met de daarbij behorende:

  1. e. bedrijfswoning;
  2. f. tuinen;
  3. g. wegen en paden;
  4. h. parkeervoorzieningen;
  5. i. groenvoorzieningen.
  6. j. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. h. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

13.4 Afwijken van de bouwregels

13.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. perifere detailhandel;
  2. b. wonen, behoudens in een bedrijfswoning of ter plaatse van de aanduiding 'wonen' als bedoeld in artikel 13.1;
  3. c. permanente of tijdelijke bewoning van bijbehorende bouwwerken;
  4. d. verkooppunten voor motorbrandstoffen (inclusief LPG);
  5. e. opslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn;
  6. f. inwoning.

13.6 Afwijken van de gebruiksregels

13.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

13.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

13.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Dienstverlening' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de volgende voorwaarden:

  1. a. Het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij wordt getoetst aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit.
  2. b. Het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan.
  3. c. Het aantal woningen bedraagt na wijziging maximaal één.
  4. d. Bij wijziging wordt de meest recent vastgestelde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving in acht genomen.
  5. e. De economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd.
  6. f. Voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels wordt artikel 25 (Wonen) in acht genomen.

Artikel 14 Gemengd

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
    uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende activiteiten toegestaan:
    'specifieke vorm van gemengd - 1' - bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst vanbedrijfsactiviteiten, uitsluitend op de begane grond;
    - cultuur en ontspanning;
    - detailhandel uitsluitend op de begane grond, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten';
    - dienstverlening;
    - horeca van categorie 1 t/m 3, uitsluitend voor zover legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
    - kantoor;
    - maatschappelijk;
    - wonen.
    'specifieke vorm van gemengd - 2' - educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, onderwijs-, religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening;
    - wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld'.
    'specifieke vorm van gemengd - 3' - aan-huis-verbonden beroepen;
    - aan-huis-verbonden bedrijven, uitsluitend op de begane grond;
    - bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst vanbedrijfsactiviteiten, uitsluitend op de begane grond;
    - detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
    - dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
    - kantoor en praktijkruimte, uitsluitend op de begane grond;
    - maatschappelijke en culturele voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
    - wonen.
    'specifieke vorm van gemengd - 4' - detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
    - dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
    - horeca van categorie 1, en 2, uitsluitend op de begane grond;
    - kantoor/praktijkruimte, uitsluitend op de begane grond;
    - maatschappelijke en culturele voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
    - wonen, uitsluitend op de verdiepingen.
    'specifieke vorm van gemengd - 5' - kantoor;
    - maatschappelijk;
    - wonen, uitsluitend voor zover legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
    'specifieke vorm van gemengd - 6' - horeca van categorie 1;
    - wonen.
    'specifieke vorm van gemengd - 7' - kantoor;
    - maatschappelijk;
    - wonen, waarbij het aantal woningen maximaal 6 bedraagt.
  2. b. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';

met de daarbij horende:

  1. c. wegen en paden;
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. algemene nutsvoorzieningen;
  4. f. tuinen, erven en verhardingen;
  5. g. parkeervoorzieningen;
  6. h. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

14.2 Bouwregels

14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. h. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

14.4 Afwijken van de bouwregels

14.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. seksuele dienstverlening;
  2. b. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten';
  3. c. permanente of tijdelijke bewoning van bijbehorende bouwwerken;
  4. d. kamerbewoning;
  5. e. inwoning;
  6. f. verkooppunten voor motorbrandstoffen;
  7. g. perifere detailhandel.

14.6 Afwijken van de gebruiksregels

14.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

14.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

14.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 15 Gemengd - Leisurepark

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - Leisurepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. leisure in de categorieën 1 tot en met 3.2, zoals vermeld in Bijlage 5 Lijst vanleisurefuncties, almede leisure in de vorm van paintball;
  2. b. wellness;
  3. c. tevens voor evenementen en leisure in de categorieën 1 tot en met 4.2, zoals vermeld in Bijlage 5 Lijst van leisurefuncties, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd - evenementen’;
  4. d. uitsluitend een paintballterrein, uitsluitend ter plaats van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paintballterrein';
  5. e. horeca ondergeschikt aan en ten behoeve van de functies genoemd onder a en b;
  6. f. detailhandel ondergeschikt aan en ten behoeve van de functies genoemd onder a en b;
  7. g. kinderopvang ondergeschikt aan en ten behoeve van de functies genoemd onder a en b;

met de daarbij horende:

  1. h. wegen en paden;
  2. i. terrassen;
  3. j. groenvoorzieningen;
  4. k. parkeervoorzieningen;
  5. l. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid.

15.4 Afwijken van de bouwregels

15.5 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
    1. 1. seksuele dienstverlening;
    2. 2. detailhandel, behoudens als bedoeld in artikel 15.1;
    3. 3. wonen;
    4. 4. permanente of tijdelijke bewoning van bijbehorende bouwwerken;
    5. 5. kamerbewoning;
    6. 6. het stallen van en verblijven in pak- en salonwagens, woonwagens, campers en caravans, met uitzondering van incidenteel verblijven in tentenkampen door de scouting, militairen, kindervakantiewerk en dergelijke en met dien verstande dat dit ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd - evenementen' wel is toegestaan vanaf 3 dagen voor tot en met 3 dagen na de kermisperiode.
  2. b. De plaatsgebonden risicocontour PR 10-6 en het invloedsgebied van het groepsrisico in geval van toepassing van een ammoniakkoelinstallatie mogen niet buiten de inrichting komen te liggen.
  3. c. Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd - evenementen’ is het houden van evenementen toegestaan, met dien verstande dat er op maximaal 12 dagen per jaar luidruchtige evenementen zijn toegestaan, waarbij het aantal bezoekers per luidruchtig evenement niet meer dan 2.000 mag bedragen.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

15.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

15.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

15.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 16 Groen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. bermen en beplanting;
  3. c. paden;
  4. d. uitritten ten behoeve van aangrenzende functies;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. hondenuitlaatplaatsen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. kunstwerken;
  9. i. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderieën en een kermis;
  10. j. waterlopen en waterpartijen;
  11. k. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
  12. l. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
    uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende activiteiten toegestaan:
    'jongeren ontmoetingsplek' incidentele, kortdurende evenementen
    'ontsluiting' de ontsluiting van het aangrenzende bouwperceel alsmede het stallen van één voertuig
    'specifieke vorm van maatschappelijk - kapel' een kapel
  13. m. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  14. n. alsmede voor het behoud en de versterking van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden, ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden'.

16.2 Bouwregels

16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  6. f. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

16.4 Afwijken van de bouwregels

16.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

16.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

16.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

16.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

16.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 17 Groen - Park

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. dagrecreatie;
  3. c. bermen en beplanting;
  4. d. paden;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. hondenuitlaatplaatsen;
  7. g. voorzieningen van algemeen nut;
  8. h. kunstwerken;
  9. i. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderieën en een kermis;
  10. j. waterlopen en waterpartijen;
  11. k. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
  12. l. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

17.2 Bouwregels

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding;
  6. f. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

17.4 Afwijken van de bouwregels

17.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

17.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 44.

17.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

17.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

17.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 18 Horeca

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
    uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende activiteiten toegestaan:
    'horeca van categorie 1' horeca van categorie 1
    'horeca van categorie 2' horeca van categorie 2
    'horeca van categorie 3' horeca van categorie 3, met dien verstande dat een discotheek niet is toegestaan
    'horeca van categorie 4' horeca van categorie 4
    'garage' een garage ten behoeve van de stalling van auto's
    'specifieke vorm van bedrijf - vogelkwekerij' tevens voor een vogelkwekerij
  2. b. wonen niet zijnde in een bedrijfswoning, uitsluitend op de verdieping en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' wonen niet is toegestaan;
  3. c. alsmede voor de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  4. d. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';

met de daarbij behorende:

  1. e. bedrijfswoning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten';
  2. f. tuinen, erven en verhardingen;
  3. g. terrassen;
  4. h. parkeervoorzieningen.
  5. i. groenvoorzieningen;
  6. j. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid,
  8. h. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  9. i. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

18.4 Afwijken van de bouwregels

18.5 Specifieke gebruiksregels

18.6 Afwijken van de gebruiksregels

18.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

18.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

18.9 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 19 Kantoor

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoor, al dan niet in combinatie met aan de kantoorfunctie ondergeschikte dienstverlening;
  2. b. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  3. c. wonen, uitsluitend op de verdieping, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' wonen niet is toegestaan;

met de daarbij behorende:

  1. d. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  2. e. tuinen, erven en verhardingen;
  3. f. wegen en paden;
  4. g. groenvoorzieningen;
  5. h. parkeervoorzieningen.
  6. i. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

19.2 Bouwregels

19.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid.

19.4 Afwijken van de bouwregels

19.5 Specifieke gebruiksregels

19.6 Afwijken van de gebruiksregels

19.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

19.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

19.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Kantoor' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de volgende voorwaarden:

  1. a. Het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij wordt getoetst aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit.
  2. b. Het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan.
  3. c. Het aantal woningen bedraagt na wijziging maximaal één.
  4. d. Bij wijziging wordt de meest recent vastgestelde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving in acht genomen.
  5. e. De economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd.
  6. f. Voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels wordt artikel 25 (Wonen) in acht genomen.

Artikel 20 Maatschappelijk

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, onderwijs, kinderopvang, religieuze voorzieningen, algemene nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening met daaraan ondergeschikt ten dienste van voornoemde voorzieningen detailhandel en horeca;
  2. b. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
    uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende activiteiten toegestaan:
    'begraafplaats' uitsluitend een begraafplaats
    'horeca van categorie 2' horeca categorie 2
    'praktijkruimte' een praktijkruimte
    'speelvoorziening' een speelvoorziening
    'sportveld' sportvelden
    'wonen' wonen
    ‘specifieke vorm van maatschappelijk - zorgplaatsen 1’ uitsluitend doeleinden ten behoeve van medische-sociale functies, waaronder begrepen maximaal 10 zorgplaatsen
    ‘specifieke vorm van maatschappelijk - zorgplaatsen 2’ uitsluitend doeleinden ten behoeve van medische-sociale functies, waaronder begrepen maximaal 24 zorgplaatsen en 2 inpandige bedrijfswoningen
    'specifieke vorm van wonen - verdieping' wonen op de verdieping(en)
    'zorginstelling' een zorginstelling met wonen ten behoeve van zorg
  3. c. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  4. d. alsmede voor de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  5. e. uitsluitend het behoud en de bescherming van de ecologische waarden, ter plaatse van de aanduiding 'ecologische waarde';
  6. f. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - zorgplaatsen 2’ dient de landschappelijke inpassing overeenkomstig Bijlage 9 Landschappelijkeinpassing Caulitenklooster te worden aangelegd en in stand te worden gehouden;

met de daarbij behorende:

  1. g. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
  2. h. tuinen, erven en verhardingen;
  3. i. wegen en paden;
  4. j. groenvoorzieningen;
  5. k. parkeervoorzieningen;
  6. l. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

20.2 Bouwregels

20.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  4. d. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.
  5. e. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  6. f. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  7. g. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  8. h. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  9. i. ter waarborging van de externe veiligheid.

20.4 Afwijken van de bouwregels

20.5 Specifieke gebruiksregels

20.6 Afwijken van de gebruiksregels

20.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

20.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

20.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 21 Recreatie

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van dagrecreatieve activiteiten in de vorm van volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  2. b. het uitoefenen van dagrecreatieve activiteiten in de vorm van sportbeoefening in de openlucht, zoals voetbalveld, oefenveld, trapveld, speelvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';

met de daarbij behorende:

  1. c. wegen en paden;
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. parkeervoorzieningen.
  4. f. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

21.2 Bouwregels

21.3 Nadere eisen

Niet van toepassing voor deze bestemming.

21.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

21.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

21.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming.

21.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

21.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

21.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 22 Sport

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met dien verstande dat sportvelden ter plaatse van de aanduiding 'sportveld uitgesloten' niet zijn toegestaan;
  2. b. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
    uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende activiteiten toegestaan:
    'gemengd' maatschappelijke, (para)medische en sociaal-culturele voorzieningen, dienstverlening en/of horeca tot en met categorie 2
    'horeca van categorie 2' horeca categorie 2
    ‘specifieke vorm van maatschappelijk – kinderopvang’; kinderopvang
    'specifieke vorm van sport - schietbaan' een schietbaan
    'sportzaal' een sportzaal
  3. c. ondergeschikte horecavoorzieningen;
  4. d. ondergeschikte maatschappelijke activiteiten;

met daarbij behorende:

  1. e. wegen en paden;
  2. f. parkeervoorzieningen;
  3. g. groenvoorzieningen;
  4. h. speelvoorzieningen;
  5. i. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderie, verenigingsfeest en een kermis;
  6. j. grondwal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - grondwal';
  7. k. antennemast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  8. l. straatmeubilair;
  9. m. overige voorzieningen die naar aard en afmetingen bij deze bestemming passen;
  10. n. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

22.2 Bouwregels

22.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid.

22.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

22.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. sportvelden ter plaatse van de aanduiding 'sportveld uitgesloten';
  2. b. permanente of tijdelijke bewoning van gebouwen;
  3. c. seksuele dienstverlening.

22.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

22.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

22.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

22.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 23 Verkeer

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeers- en verblijfsfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  5. e. straatmeubilair;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. kunstwerken;
  9. i. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderieën en een kermis;
  10. j. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  11. k. _
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn toegestaan:
'railverkeer' spoorwegvoorzieningen
'specifieke vorm van maatschappelijk - kapel' een kapel
'gemaal' een rioolgemaal
'wonen' wonen op de verdieping

23.2 Bouwregels

23.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid.

23.4 Afwijken van de bouwregels

23.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42.1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  3. c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG).

23.6 Afwijken van de gebruiksregels

23.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

23.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

23.9 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 24 Water

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor het ontvangen, bergen en/ of afvoeren van water en de bescherming, het beheer en het onderhoud van de waterloop, alsmede voor het behoud, herstel en de ontwikkeling van ecologische waarden.

24.2 Bouwregels

24.3 Nadere eisen

Niet van toepassing voor deze bestemming.

24.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

24.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

24.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming.

24.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

24.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

24.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 25 Wonen

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. bestaande, legaal aanwezige aan-huis-verbonden-beroepen of -bedrijven;
  3. c. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
    uitsluitend ter plaatse van de aanduiding: zijn de volgende activiteiten toegestaan:
    'bed & breakfast' een bed & breakfast onder de voorwaarden uit artikel 25.6.2
    'specifieke vorm van recreatie – bed & breakfast 1' Een bed & breakfast onder de voorwaarden uit artikel 25.5.2
    'bedrijf' een bedrijf van categorie 1 of 2 van de Lijst van bedrijfsacitiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 en uitsluitend op de begane grond
    'caravanstalling' het stallen van caravans
    'detailhandel' detailhandel, uitsluitend op de begane grond
    'dienstverlening' dienstverlening, uitsluitend op de begane grond
    'garage' uitsluitend huishoudelijke bergruimte en stalling voor (motor)voertuigen
    'horeca van categorie 1' horeca van categorie 1, uitsluitend op de begane grond
    'kantoor' een kantoor, uitsluitend op de begane grond
    'maatschappelijk' maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond
    ‘onderdoorgang’ uitsluitend voorzieningen voor verkeer en verblijf op de begane grond
    'opslag' het opslaan van goederen
    'praktijkruimte' een praktijkruimte, uitsluitend op de begane grond
    'specifieke vorm van maatschappelijk - dagopvang' dagopvang voor ouderen, met dien verstande dat:
    - de dagopvang voor ouderen enkel plaatsvindt op de begane grond;
    - de dagopvang voor ouderen enkel plaatsvindt op werkdagen tussen 09:00 uur en 18:00 uur;
    - ter plaatse geen horeca-activiteiten worden ontplooid;
    - in de totale parkeerbehoefte wordt voorzien op het eigen terrein.
    'recreatiewoning' een recreatiewoning
    'supermarkt' een supermarkt
    'woonwagenstandplaats' uitsluitend woonwagenstandplaatsen
    'specifieke vorm van horeca - ijssalon' een ijssalon
    'specifieke vorm van wonen - galerie' een galerie / kunstatelier
    'minimum aantal parkeerplaatsen' dient het minimum aangegeven aantal parkeerplaatsen te worden aangelegd en in stand te worden gehouden
    'ontsluiting' ontsluiting van de aangrenzende agrarische percelen
    'groen' het aanleggen en in stand houden van een groene haag
  4. d. alsmede de instandhouding en bescherming van de cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  5. e. alsmede de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  6. f. alsmede de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';

met de daarbij behorende:

  1. g. tuinen, erven en verhardingen;
  2. h. bijbehorende voorzieningen;
  3. i. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

25.2 Bouwregels

25.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. g. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. h. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  9. i. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

25.4 Afwijken van de bouwregels

25.5 Specifieke gebruiksregels

25.6 Afwijken van de gebruiksregels

25.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

25.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

25.9 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 26 Wonen - Uit Te Werken 1

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeers- en verblijfsfunctie;
  3. c. voet- en rijwielpaden;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
  8. h. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderieën en een kermis;

met de daarbij behorende:

  1. i. tuinen, erven en verhardingen;
  2. j. straatmeubilair;
  3. k. kunstwerken;
  4. l. bijbehorende voorzieningen.

26.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid 26.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende uitwerkingsregels:

  1. a. De ontwikkeling van de gronden binnen deze bestemming is gericht op het realiseren van een gebied waarin de woonfunctie primair is.
  2. b. De nieuwe woningen zijn kwantitatief en kwalitatief afgestemd op meest recent geldende Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving, met dien verstande dat het aantal woningen op de gronden binnen deze bestemming in totaal maximaal 22 bedraagt.
  3. c. De bebouwingswijze dient garant te staan voor een goed woonklimaat. Daartoe zijn uitsluitend woningen in maximaal 2 bouwlagen, eventueel voorzien van een kap, toegestaan.
  4. d. De inrichting van de ontsluitingen is gericht op een ontsluitingsfunctie ten behoeve bestemmingsgericht verkeer.
  5. e. Er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid om de parkeerbehoefte van de woningen op te vangen.
  6. f. Minimaal 10% van de gronden binnen deze bestemming dient te worden aangewend ten behoeve van openbare groenvoorzieningen.
  7. g. De gevolgen voor de waterhuishouding moeten in beeld worden gebracht en de principes van duurzaam waterbeheer worden toegepast.
  8. h. De breedte van een bouwperceel voor een woning bedraagt voor:
    1. 1. een vrijstaande woning minimaal 14,00 meter;
    2. 2. een halfvrijstaande woning minimaal 8,50 meter;
    3. 3. een geschakelde woning minimaal 5,50 meter.
  9. i. De goothoogte van de woningen bedraagt maximaal 7,00 meter.
  10. j. De bouwhoogte van de woningen bedraagt maximaal 10,00 meter.
  11. k. Voor het overige wordt er voor het bebouwen en gebruiken van woonpercelen aangesloten bij het bepaalde in artikel 25 Wonen.

26.3 Bouwregels

26.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming.

26.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

Artikel 27 Wonen - Uit Te Werken 2

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;

en de daarbij behorende voorzieningen.

27.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en Wethouders werken de in lid 27.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende uitwerkingsregels:

  1. a. De regels in artikel 16 ('Groen'), 23 ('Verkeer') en 25 ('Wonen') zijn van toepassing.
  2. b. Er worden uitsluitend grondgebonden woningen gebouwd.
  3. c. Woningen uitsluitend binnen het 'bouwvlak' gebouwd.
  4. d. Ten aanzien van nieuw te bouwen woningen worden ter plaatse van de aanduiding:
    1. 1. 'vrijstaand' vrijstaande woningen gebouwd.
  5. e. Maximaal wordt het vermelde aantal wooneenheden ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' gebouwd.
  6. f. Ten aanzien van de goot- en bouwhoogte gelden de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte' opgenomen maximale hoogten.
  7. g. De woningen worden met een kap afgedekt.
  8. h. Er wordt in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien.
  9. i. Er wordt voldaan aan de regels van de Wet geluidhinder.
  10. j. De woningbouw past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma.
  11. k. De woningen zijn inpasbaar vanuit het stedenbouwkundige beeld.
  12. l. Er wordt in voldoende mate in de noodzakelijk infiltratievoorzieningen voorzien ten behoeve van de infiltratie van afgekoppeld hemelwater.
  13. m. In het kader van de watertoets wordt advies van de waterbeheerder ingewonnen.
  14. n. Er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen, of gelet op de aard en de omvang van het uitwerkingsplan, is met noodzakelijk (milieu)onderzoek aangetoond dat het plan alsnog uitvoerbaar is.
  15. o. Bij het nemen van een beslissing omtrent het toepassen van de uitwerkingsverplichting wordt de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) gevolgd.

27.3 Bouwregels

27.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming.

27.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

Artikel 28 Leiding - Hoogspanningsverbinding

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van:

  1. a. bovengrondse hoogspanningsleidingen met een vrijwaringstrook ter breedte van 20,00 / 26,00 / 36,00 / 39,00 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding'.

28.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden opgericht.

28.3 Nadere eisen

Niet van toepassing voor deze bestemming.

28.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 28.2 voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat:

  1. a. deze uitsluitend toelaatbaar zijn indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten;
  2. b. het bevoegd gezag hierover tijdig tevoren schriftelijk advies heeft ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).

28.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

28.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming.

28.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

28.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

28.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 45.

Artikel 29 Leiding - Ondergronds

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Ondergronds' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van:

  1. a. een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met een vrijwaringstrook ter breedte van 5,00 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas';
  2. b. een ondergrondse rioolwatertransportleiding met een vrijwaringstrook ter breedte van 2,50 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool'.

29.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden opgericht.

29.3 Nadere eisen

Niet van toepassing voor deze bestemming.

29.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 29.2 voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat:

  1. a. deze uitsluitend toelaatbaar zijn indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten;
  2. b. het bevoegd gezag hierover tijdig tevoren schriftelijk advies heeft ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s);
  3. c. geen kwetsbaar object wordt toegestaan (conform artikel 14 van het Bevb).

29.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

29.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming.

29.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

29.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

29.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsbevoegdheid van artikel 45.

Artikel 30 Waarde - Archeologie 1

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

30.2 Bouwregels

30.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 30.2.2 of artikel 30.7.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

30.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

30.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

30.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

30.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

30.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

30.9 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 31 Waarde - Archeologie 2

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in de historische dorpskern danwel een ander niet beschermd AMK-terrein.

31.2 Bouwregels

31.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 31.2.2 of artikel 31.7.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

31.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

31.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

31.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

31.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

31.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

31.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:

  1. a. uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
  3. c. aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veiliggesteld.

Artikel 32 Waarde - Archeologie 3

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in droge en natte landschappen met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde; danwel een provinciaal aandachtsgebied met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde.

32.2 Bouwregels

32.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 32.2.2 of artikel 32.7.3 gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

32.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

32.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

32.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

32.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

32.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

32.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door op een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:

  1. a. uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
  3. c. aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veiliggesteld.

Artikel 33 Waarde - Archeologie 4

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in een provinciaal aandachtsgebied met lage archeologische verwachtingswaarde.

33.2 Bouwregels

33.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 33.2.2 of artikel 33.7.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

33.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

33.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

33.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

33.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

33.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

33.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:

  1. a. uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
  3. c. aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veiliggesteld.

Artikel 34 Waarde - Archeologie 5

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen rond een ARCHIS-waarneming of vondstmelding.

34.2 Bouwregels

34.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 34.2.2 of artikel 34.7.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

34.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

34.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

34.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

34.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

34.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

34.9 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:

  1. a. uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. b. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
  3. c. aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veiliggesteld.

Artikel 35 Waarde - Cultuurhistorie

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en versterking van de aanwezige cultuurhistorisch waardevolle elementen en beeldbepalende panden.

35.2 Bouwregels

Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden mag worden gebouwd overeenkomstig de geldende bestemmingen.

35.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen bij toepassing van de bouwregels nadere eisen stellen ten aanzien van behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van de beeldbepalende panden.

35.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

35.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

35.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

35.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

35.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

35.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsbevoegdheid van artikel 45.

Artikel 36 Waarde - Cultuurhistorisch Waardevol Ensemble

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol ensemble' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de waarde van het ensemble van cultuurhistorisch waardevolle landschappen, erfgoed en bouwwerken.

36.2 Bouwregels

Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol ensemble' mag worden gebouwd overeenkomstig de geldende bestemmingen.

36.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen bij toepassing van de bouwregels nadere eisen stellen ten aanzien van behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden van landschappen, erfgoed en bouwwerken.

36.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

36.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

36.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

36.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

36.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

36.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming.

Artikel 37 Waterstaat - Bergend Rivierbed

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Bergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de berging en afvoer van oppervlaktewater.

37.2 Bouwregels

37.3 Nadere eisen

Niet van toepassing voor deze bestemming.

37.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, gehoord Rijkswaterstaat, middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in 37.2.1, ten behoeve van bouwwerken als toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen bestemming, mits:

  1. a. sprake is van een zodanige situering van de bebouwing dat het veilig en doelmatig gebruik van het oppervlaktelichaam gewaarborgd blijft;
  2. b. geen sprake is van een feitelijke belemmering voor de vergroting van de afvoercapaciteit van de rivier;
  3. c. sprake is van een zodanige situering van de bebouwing dat de waterstandverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
  4. d. sprake is van een zodanig situering van de bebouwing dat de ecologische toestand van het oppervlaktewaterlichaam niet verslechterd;
  5. e. eventueel resterende waterstandeffecten of afname van het bergend vermogen worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn.

37.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

37.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

37.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

37.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

37.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsbevoegdheid van artikel 45.

Artikel 38 Waterstaat - Waterkering

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beheer en onderhoud van de waterkering.

38.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. Op deze gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de waterkering.
  2. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat ze naar aard en afmetingen bij de bestemming passen.

38.3 Nadere eisen

Niet van toepassing voor deze bestemming.

38.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, gehoord de beheerder van de waterkering, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 38.2, ten behoeve van bouwwerken als toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen bestemming, mits door de bouw of situering van de bouwwerken geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de functie van de waterkering.

38.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

38.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

38.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing voor deze bestemming.

38.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

38.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsbevoegdheid van artikel 45.

Artikel 39 Waterstaat - Waterlopen

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beheer en het onderhoud van de aangrenzende waterloop, alsmede voor het behoud, herstel en de ontwikkeling van ecologische waarden van de waterloop.

39.2 Bouwregels

39.3 Nadere eisen

Niet van toepassing voor deze bestemming.

39.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, gehoord het betreffende waterschap, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 39.2.1 ten behoeve van bouwwerken als toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen bestemming, mits door de bouw of situering van de bouwwerken als bedoeld onder a en b van artikel 39.2.1 geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de waterhuishoudkundige functie dan wel geen onevenredige schade aan de specifieke ecologische waarden wordt of kan worden toegebracht.

39.5 Specifieke gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 42.

39.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 44.

39.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

39.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing voor deze bestemming.

39.9 Wijzigingsbevoegdheid

Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsbevoegdheid van artikel 45.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 40 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 41 Algemene Bouwregels

41.1 Algemene regels

41.2 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen

41.3 Milieu

41.4 Algemene regels met betrekking tot ondergronds bouwen

41.5 Algemene regels over bestaande afstanden en andere maten

Artikel 42 Algemene Gebruiksregels

42.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).

42.2 Voorbeelden van strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan, het gebruiken, te doen of laten gebruiken van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:

  1. a. het al dan niet ten verkoop opslaan van gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, die bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks passend is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  2. b. opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks passend is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  3. c. een seksinrichting, escortbedrijf en raam- en straatprostitutie.

Artikel 43 Algemene Aanduidingsregels

43.1 'geluidzone - industrie'

43.2 'milieuzone'

43.3 'milieuzone - bodembeschermingsgebied'

43.4 'milieuzone - geurzone'

43.5 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied'

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' mogen bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening gewaarborgd dient te blijven.

43.6 'milieuzone - roerdalslenk'

43.7 'milieuzone - waterwingebied'

43.8 'specifieke bouwaanduiding - monument'

In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de afzonderlijke bestemmingen zoals opgenomen in Hoofdstuk 2 van deze planregels, geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' onverkort het gestelde in de Monumentenwet 1988.

43.9 'veiligheidszone'

43.10 'veiligheidszone - bedrijven 1' en 'veiligheidszone - bedrijven 2'

43.11 'veiligheidszone - lpg'

43.12 'vrijwaringszone - spoor'

43.13 'vrijwaringszone - vaarweg'

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' mag, ongeacht het overige in dit plan bepaalde, geen nieuwe bebouwing worden opgericht, anders dan ten behoeve van waterstaatsdoeleinden, met uitzondering van vervangende nieuwbouw.

43.14 'vrijwaringszone - weg 0-25 meter' en 'vrijwaringszone - weg 25-50 meter'

43.15 'vrijwaringszone - weg 0-50 meter' en 'vrijwaringszone - weg 50-100 meter'

Artikel 44 Algemene Afwijkingsregels

44.1 Afwijken van de planregels

Het bevoegd gezag kan middels het verlenen van een omgevingsvergunning, met inachtneming van de procedure zoals aangegeven in artikel 46.1, afwijken van de planregels:

  1. a. voor het overschrijden van in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels al anderszins kan worden afgeweken;
  2. b. voor het in geringe mate overschrijden van het bouwvlak, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  3. c. voor de bouw van een luifel of erker aan de voorgevel van een hoofdgebouw, mits:
    1. 1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
    2. 2. de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de voorgevel van het hoofdgebouw;
    3. 3. de hoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
    4. 4. er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid;
    5. 5. de luifel of erker stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
  4. d. voor de bouw van openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, mits:
    1. 1. het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 25 m²;
    2. 2. dat bestaat uit één bouwlaag;
    3. 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5,00 meter.
  5. e. het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde tot maximaal 5,00 meter, mits:
    1. 1. de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast;
    2. 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving gewaarborgd wordt.
  6. f. ten behoeve van het oprichten van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 20,00 meter;
  7. g. ten behoeve van het oprichten van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot maximaal 40,00 meter;
  8. h. betrekking hebbende op (bedrijfs)woningen voor het uitbreiden van de woning met een afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg met dien verstande dat:
    1. 1. de bebouwingsmogelijkheden met niet meer dan 30 m² in één bouwlaag worden overschreden;
    2. 2. de afhankelijke woning met de hoofdwoning is verbonden en er geen zelfstandige woning gerealiseerd wordt;
    3. 3. het karakter van de omringende bebouwingsstructuur niet mag worden aangetast;
    4. 4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden;
    5. 5. de bereikbaarheid voor algemene en nutsvoorzieningen moet zijn gewaarborgd, evenals de bereikbaarheid voor hulpdiensten;
    6. 6. er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.

Artikel 45 Algemene Wijzigingsregels

45.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  3. c. de overschrijdingen als bedoeld onder a en b mogen echter niet meer dan 3,00 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  4. d. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
  5. e. het vestigen van dienstverlenende bedrijven, detailhandelsbedrijven dan wel horecabedrijven, met uitzondering van dancings, discotheken, nachtclubs en partycentra, in panden die georiënteerd zijn op de Markt te Nieuwstadt.

45.2 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 6'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone- wijzigingsgebied 6' de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de volgende voorwaarden:

  1. a. In totaal worden maximaal 5 grondgebonden woningen gerealiseerd.
  2. b. Het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar.
  3. c. Het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan.
  4. d. Bij wijziging wordt de meest recent vastgestelde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving in acht genomen.
  5. e. Er wordt voldaan aan de regels van de Wet geluidhinder.
  6. f. De economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd.
  7. g. Voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels wordt artikel 25 (Wonen) in acht genomen.

Artikel 46 Algemene Procedureregels

46.1 Procedure afwijking

Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit in de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

46.2 Procedure nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen is de volgende procedure van toepassing:

  1. a. Het voornemen, waarbij toepassing wordt gegeven aan het stellen van nadere eisen, ligt met bijbehorende stukken gedurende twee weken ter gemeentesecretaris ter inzage.
  2. b. Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging te voren in één of meer dag- of niewsbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend.
  3. c. De bekendmaking houdt in mededeling van de mogelijkheid voor belanghebbenden tot het indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders tegen het voornemen gedurende de onder a genoemde termijn.
  4. d. Indien tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed.
  5. e. Burgemeester en wethouders delen aan hen, die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent met redenen omkleed mede en maken het besluit op de voorgeschreven wijze bekend.

46.3 Procedure wijziging

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.

46.4 Procedure omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uit maakt van dit plan, is de procedure als vervat in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

Artikel 47 Overige Regels

47.1 Verleende omgevingsvergunningen, vrijstellingen of ontheffingen

Een omgevingsvergunning, vrijstelling of ontheffing die ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan is verleend voor een activiteit waarvoor ingevolge deze regels een omgevingsvergunning is vereist wordt gelijkgesteld met een zodanige omgevingsvergunning.

47.2 Voorrangsregels

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 48 Overgangsrecht

48.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

48.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 49 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied' van de gemeente Echt-Susteren.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van

17 december 2015

De voorzitter, De griffier,

………… …………

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding Planherziening

De gemeente Echt-Susteren is de afgelopen jaren bezig geweest met de actualisatie van haar bestemmingsplannen. Inmiddels zijn de bestemmingsplannen in de praktijk gebracht en is ervaring opgedaan met het toetsen aan de plannen. Hierbij is gebleken dat voor een aantal situaties planreparaties zijn vereist (fouten en omissies) in de planregels en/of op de verbeelding. De gemeente beoogt deze gevallen te gaan herstellen in de planregels en/of verbeelding. Bij aanpassingen op de verbeelding gaat het bijvoorbeeld om het toevoegen, verwijderen of veranderen van een bouwvlak, het toevoegen van een aanduiding of om een bestemmingswijziging. Bij aanpassingen in de regels gaat het bijvoorbeeld om onjuiste verwijzingen, teksten die niet conform het handboek zijn, weggevallen tekst en het toevoegen van definities.

Ook streeft de gemeente Echt-Susteren naar uniformiteit in haar planologische regelgeving voor de kernen. Dit is de afgelopen jaren ook al gebeurd bij de actualisatie van de bestemmingsplannen voor de kernen. De bestemmingsplannen zijn opgesteld op basis van een set gemeentelijk standaardplanregels. Bij het opstellen van de verschillende bestemmingsplannen heeft telkens een verbetering van deze standaardregels plaatsgevonden. Dit betekent dat sinds de eerste plannen in 2009 de gemeentelijke standaardregels op detailniveau zijn aangepast/verbeterd en dat er kleine verschillen bestaan in de regelingen voor de kerngebieden. Om te komen tot een uniforme regelgeving voor het gehele stedelijke gebied van de gemeente Echt-Susteren, dus voor alle kernen, wordt dit in één planologisch toetsingskader gedaan.

Om de onbedoelde gevolgen van de fouten en omissies ongedaan te maken, heeft de gemeente Echt-Susteren ervoor gekozen om dit voor de te repareren kernplannen in één integraal reparatieplan te doen, te weten onderhavig bestemmingsplan 'Stedelijk gebied'. Hierbij wordt de regelgeving ook direct geüniformiseerd, met behoud van bestaande rechten.

1.2 Ligging, Begrenzing En Juridische Status Van Het Plangebied

1.2.1 Ligging en begrenzing plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.1711.BP20150950-VG02_0001.png"

Luchtfoto met begrenzing plangebied

Het plangebied omvat de kernen Dieteren, Echt (incl. het centrum, Echt-Noord, Echt-Zuid en Kerkveld), Koningsbosch, Maria Hoop, Nieuwstadt, Peij, Roosteren, Sint Joost, Susteren (excl. het centrum). Daarnaast zijn de buurtschappen en gehuchten in het plangebied meegenomen, waaronder Slek, Heide, Aasterberg, Baakhoven, Berkelaar, Echterbosch, Gebroek, Hingen, Illikhoven, Kokkelert, Oevereind, Ophoven, Oud Roosteren, Putbroek, Spaanshuisken en Visserweert.

In feite gaat het om het gehele stedelijk gebied, met uitzondering van de bedrijventerreinen.

Voor de bedrijventerreinen en het buitengebied zijn afzonderlijke reparatiebestemmingsplannen opgesteld.

Het Leisurepark In de Bandert is meegenomen in het plangebied. Weliswaar maakt dit geen onderdeel uit van een woonkern, maar net als andere sport- en recreatievoorzieningen in de bebouwde kom maakt dit wel onderdeel uit van het stedelijk gebied. Omdat het een wezenlijk ander terrein is dan de bedrijventerreinen, wordt het leisurepark niet meegenomen in het reparatieplan Bedrijventerreinen. Het betreft immers geen industriële of andere bedrijvigheid, maar een terrein voor sport, ontspanning en vermaak.

In afwachting van de uitspraak is het centrumgebied van Susteren niet meegenomen in onderhavig reparatieplan. Hier wordt een afzonderlijk plan voor opgesteld.

1.2.2 Vigerende bestemmingsplannen

In onderstaande tabel is een overzicht van de op onderdelen te repareren bestemmingsplannen opgenomen. Het gaat in totaal om 11 bestemmingsplannen.

PLANNAAM DATUM VASTSTELLING
Bestemmingsplan Echt-Noord 15 oktober 2009
Bestemmingsplan Kern Nieuwstadt 2010 (incl. 1e herziening) 10 februari 2010
Bestemmingsplan Echt-Zuid en Kerkveld 29 september 2011
Bestemmingsplan Kern Slek 2010 (incl. herziening) 4 juli 2012
Bestemmingsplan Leisurepark In de Bandert 20 september 2012
Bestemmingsplan Kern Roosteren 2013 16 mei 2013
Bestemmingsplan Kern Dieteren 2013 16 mei 2013
Bestemmingsplan Echt Stedelijk Gebied 2013 16 mei 2013
Bestemmingsplan Echt Centrum 27 juni 2013
Bestemmingsplan Kern Susteren 2012 16 mei 2013
Bestemmingsplan Kernen Koningsbosch en Maria Hoop 2012 16 mei 2013

Verder zijn in dit plan diverse kleinere bestemmingsplannen (postzegelplannen) en verleende omgevingsvergunningen opgenomen.

1.3 Bij Het Plan Behorende Stukken

1.4 Herzieningen Gerubriceerd

De aanpassingen die onderdeel uitmaken van deze herziening (reparatie) van de bestemmingsplannen voor het stedelijk gebied zijn gerubriceerd naar hun achtergrond. In paragraaf 4.2 Planaanpassingen zijn de verschillende wijzigingen nader beschreven. Hierin wordt een globale beschrijving van de geconstateerde omissies weergegeven, alsmede de door te voeren verbeteringen. Een aantal aanpassingen wordt ingegeven door voortschrijdend inzicht of andere informatie die zich heeft aangediend na de vaststelling van de oorspronkelijke kernplannen, waaronder de wijzigingsplannen, postzegelplannen en omgevingsvergunningen. Verder wordt ingegaan op wijzigingen die zijn doorgevoerd in verband met nieuwe wetgeving en dus verplicht zijn te verwerken in dit bestemmingsplan. Tot slot is de rubriek ‘Uitspraak Raad van State’ opgenomen, met daarin de wijzigingen naar aanleiding van de (gedeeltelijk) als gegrond beoordeelde beroepen op het bestemmingsplan 'Echt Centrum'.

1.5 Leeswijzer

De toelichting van dit bestemmingsplan is als volgt opgebouwd:

Na dit inleidende hoofdstuk wordt in Hoofdstuk 2 aangegeven hoe is omgegaan met het rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleidskader, gevolgd door de (milieuhygiënische) randvoorwaarden in Hoofdstuk 3. De planbeschrijving is aangegeven in Hoofdstuk 4. In Hoofdstuk 5 wordt stilgestaan bij de (juridische) planopzet, gevolgd door de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan in Hoofdstuk 6.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Beleidskader Rijk, Provincie En Gemeente

Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgelegde beleid de kaders aan waarbinnen gemeenten kunnen opereren. Dit reparatiebestemmingsplan richt zich echter primair op het vastleggen van de bestaande situatie. Het nationale ruimtelijke beleid, zoals met name verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, is overwegend van toepassing op nieuwe ontwikkelingen en daardoor slechts zeer beperkt dan wel niet relevant in de onderhavige situatie. Het ruimtelijke beleid van de provincie Limburg is vervat in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg. Uit dit beleid blijkt dat ook de provinciale bemoeienis met het bestaande stedelijke gebied gering is. Op het Rijks- en provinciale beleid wordt derhalve in het kader van dit bestemmingsplan niet nader ingegaan.

Het gemeentelijk beleid is richtinggevend. Onderhavig bestemmingsplan is uitsluitend opgesteld om fouten en omissies te repareren. Verder zijn enkel ontwikkelingen opgenomen waarvan in eerdere planvorming, eerder doorlopen procedures of eerdere afwegingen op basis van aangeleverde onderbouwingen de van toepassing zijnde beleidsaspecten zijn afgewogen.

Er is geen nieuw beleid in onderhavig plan verwerkt en er worden verder geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.

Hoofdstuk 3 Randvoorwaarden

3.1 Milieuaspecten

De aanpassingen in dit reparatiebestemmingsplan hebben geen milieuhygiënische consequenties. De aanpassingen hebben betrekking op omissies ten opzichte van de bestaande situatie en leiden derhalve niet tot nieuwe situaties, dan wel hebben betrekking op ontwikkelingen waarvan in eerdere planvorming, eerder doorlopen procedures of eerdere afwegingen op basis van aangeleverde onderbouwingen de milieuconsequenties reeds zijn beoordeeld.

3.2 Waterhuishouding

Voor de waterhuishoudkundige aspecten is dezelfde redenering van toepassing, als hierboven beschreven onder de paragraaf Milieuaspecten.

In onderhavig bestemmingsplan vinden uitsluitend planreparaties plaats, waarbij fouten en omissies worden hersteld in de planregels en/of op de verbeelding. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen of nieuw beleid in het plan opgenomen, derhalve wordt het niet noodzakelijk geacht het plan in het kader van de watertoets voor te leggen aan het waterschap Roer en Overmaas.

3.3 Archeologische, Cultuurhistorische, Landschappelijke En Natuurlijke Waarden

De in dit reparatiebestemmingsplan opgenomen ontwikkelingen hebben mogelijk consequenties voor de aanwezige waarden op archeologisch, cultuurhistorisch, landschappelijk en/of natuurlijk terrein. Echter het betreft steeds ontwikkelingen waarvan in eerdere planvorming of eerder doorlopen procedures reeds is geoordeeld dat geen onevenredige aantasting van genoemde waarden plaatsvindt, dan wel heeft in het kader van de daarvoor afzonderlijk opgestelde onderbouwingen reeds onderzoek naar eventuele effecten op aanwezige waarden plaatsgevonden. In het kader van dit reparatiebestemmingsplan zijn dan ook geen verdere inventarisaties naar eventueel in het geding zijnde waarden uitgevoerd.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Uitgangspunten En Doelstellingen Van Het Plan

Onderhavig bestemmingsplan is er hoofdzakelijk op gericht om de vigerende plannen te repareren en op onderdelen te verbeteren. Uitgangspunt is in ieder geval dat het vastgestelde bestemmingsplan een juist toetsingskader vormt en dat deze de juridische toetsing door de bestuursrechter kan doorstaan.

Uitgangspunten voor dit bestemmingsplan zijn:

  • Het repareren van de concrete fouten en omissies.
  • Het uniformiseren van de regelingen voor het stedelijk gebied. De vigerende bestemmingsplannen zijn opgesteld door verschillende adviesbureaus, zodat er sprake is of kan zijn van een verschil in plansystematiek.
  • Het bestemmingsplan voldoet aan alle relevante wettelijke vereisten en wensen van de landelijke en provinciale overheid, waaronder de RO Standaarden 2012.
  • Het bestemmingsplan mag niet leiden tot planschade.

Hierna is een beschrijving van de aanpassingen opgenomen.

4.2 Planaanpassingen

4.2.1 Repareren fouten en omissies

Na vaststelling van de verschillende bestemmingsplannen voor het stedelijk gebied van de gemeente Echt-Susteren is een aantal fouten en omissies geconstateerd. Enerzijds betreft dit verkeerde interpretaties van de bestaande situatie, dan wel het niet meenemen van reeds vergunde situaties, anderzijds is er sprake van enkele verschrijvingen, die de leesbaarheid c.q. uitvoerbaarheid van de plannen bemoeilijken. Hierna is een globaal overzicht opgenomen van de fouten en omissies die in dit bestemmingsplan zijn gerepareerd.

  • De aanpassing of vergroting van bouwvlakken waarbij voorheen vigerende rechten zijn hersteld.
  • Abusievelijk verkeerd op de verbeelding opgenomen bestemmingen zijn hersteld conform het voorheen toegelaten gebruik.
  • Een aantal bedrijfswoningen was nog niet aangeduid op de verbeelding.
  • Kamerverhuur was op enkele locaties nog niet aangeduid op de verbeelding.
  • De woning boven het stationgebouw in Echt was abusievelijk wegbestemd.
  • Op enkele locaties ontbrak de aanduiding voor de bouw van een woning, waar deze voorheen wel was toegestaan.
  • Het aantal toegestane woonwagenstandplaatsen is op de verschillende locaties aangeduid.
  • Bepaalde functies zijn uitgesloten op de begane grond of op de verdiepingen. Het gaat bijvoorbeeld om wonen op de begane grond in centrumgebieden of niet woonfuncties (bijvoorbeeld detailhandel, bedrijf) binnen de woonbestemming op de verdieping(en). Alleen op de locaties waar de betreffende functie in de bestaande situatie legaal aanwezig is op de begane grond of verdieping(en), mag deze worden voortgezet.
  • Het toevoegen van regels voor bijgebouwen (bijbehorende bouwwerken) bij woningen in de centrumbestemming.
  • Verschillende foute artikelverwijzingen in de planregels zijn gecorrigeerd.
  • De definitiebepaling van bed & breakfast is in overeenstemming gebracht met wat in de afwijkingsbevoegdheid voor een bed & breakfast staat.
  • Het algemeen bouwverbod in de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' is verwijderd.
  • In het bestemmingsplan Echt Stedelijk Gebied 2013 waren ‘Kwaliteitsregels’ opgenomen. Ontwikkelingen die mogelijk waren o.b.v. dat bestemmingsplan dienden gecombineerd te worden met een kwaliteitsverbetering. Deze regeling was gelijk aan de regeling in het bestemmingsplan voor het buitengebied en daarmee te zwaar voor ontwikkelingen in het stedelijk gebied. De 'Kwaliteitsregels' zijn verwijderd.

4.2.2 Uniformiseren regelingen voor stedelijk gebied

Met dit reparatiebestemmingsplan voor het gehele stedelijk gebied van de gemeente Echt-Susteren ontstaat uniformiteit in de planologische regelgeving voor de kernen.

  • Het gemeentelijk Handboek Bestemmingsplannen is inmiddels geüpdate. Deze wijzigingen zijn meegenomen in dit reparatiebestemmingsplan. Het gaat onder andere om begrippen die zijn toegevoegd en de formulering van regels.
  • Daarnaast waren bepaalde begrippen in het ene bestemmingsplan wel opgenomen en in het andere niet. Nu geldt dezelfde begrippenlijst voor het gehele stedelijk gebied.
  • Tussen de diverse bestemmingsplannen zaten kleine verschillen in afwijkingsbevoegdheden en wijzigingsbevoegdheden. Soms was een bepaalde afwijkings-/wijzigingsbevoegdheid niet opgenomen in een bestemmingsplan. Nu gelden voor alle kernen dezelfde afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden met dezelfde voorwaarden. Indien een bepaalde afwijkings-/wijzigingsbevoegdheid alleen voor een specifiek gebied/locatie geldt is deze nader aangeduid op de verbeelding (wetgevingzone - afwijkingsgebied of wetgevingzone - wijzigingsgebied).
  • De regeling voor karakteristieke/beeldbepalende panden (aanduiding 'karakteristiek') was niet overal gelijk.
  • Alle verschillende milieuzones, vrijwaringszones en beschermingszones hebben dezelfde dubbelbestemming of gebiedsaanduiding gekregen. Zo was de beschermingszone langs de primaire watergangen in de verschillende bestemmingsplannen aangeduid als gebiedsaanduiding 'beschermingszone - primair water', dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterlopen', dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' of als dubbelbestemming 'Waterstaat', terwijl het om dezelfde zone gaat. Deze zone heeft nu overal dezelfde naam, zodat duidelijk is dat het om dezelfde regeling gaat. Dat geldt ook voor de verschillende leidingen in het plangebied.
  • Voor het gehele stedelijke gebied geldt dezelfde bedrijvenlijst.

4.2.3 Wijzigingsplannen, postzegelplannen en omgevingsvergunningen

In dit reparatiebestemmingsplan zijn ontwikkelingen opgenomen die in eerdere planvorming, eerder doorlopen procedures of eerdere afwegingen op basis van aangeleverde onderbouwingen mogelijk zijn gemaakt.

Een eventueel afwijkende plansystematiek uit de postzegelplannen is omgezet naar de gemeentelijke plansystematiek in dit reparatiebestemmingsplan.

4.2.4 SVBP2012

Het reparatiebestemmingsplan 'Stedelijk gebied' wordt vastgesteld na 1 juli 2013. Dit betekent dat dit bestemmingsplan moet voldoen aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). In de regels en op de verbeelding zijn benamingen van aanduidingen in overeenstemming gebracht met de SVBP2012. Ook enkele begrippen en meetvoorschriften zijn op basis hiervan aangepast.

4.2.5 Parkeernorm bepaald in bestemmingsplan

Op 30 oktober 2014 is door de Tweede Kamer ingestemd met een wetswijziging waarin onder andere de grondslag om in gemeentelijke bouwverordening stedenbouwkundige bepalingen op te nemen, is komen te vervallen. Dit betekent dat parkeernormen opgenomen moeten worden in het bestemmingsplan.

Voor een berekening van het aantal parkeerplaatsen hanteert de gemeente Echt-Susteren CROW (parkeerkencijfers, basis voor parkeernormering). Bij het gebruik van parkeerkencijfers moet rekening worden gehouden met onder meer de bereikbaarheidskenmerken van de locatie. De vraag naar parkeerplaatsen wordt namelijk bepaald door de locatie van de functie en het aanbod en de kwaliteit van alternatieve vervoerwijzen. Uit parkeerstudies blijkt dat functies in centra een lagere parkeervraag hebben dan functies van dezelfde aard elders in de bebouwde kom of in de periferie van een kern. Deze bevinding is aanleiding geweest om de parkeerkencijfers te onderscheiden naar stedelijke zones:

  • centrum;
  • schil / overloopgebied;
  • rest bebouwde kom;
  • buitengebied.

Ook de stedelijkheidsgraad is van invloed op het aanbod en de kwaliteit van alternatieve vervoerswijzen en dus op de hoogte van het parkeerkencijfer. Deze bevinding is aanleiding geweest om de parkeerkencijfers naast stedelijke zone ook te onderscheiden naar stedelijkheidsgraad. Onder stedelijkheidsgraad wordt verstaan het aantal adressen per vierkante kilometer. Er is onderscheid gemaakt in vijf categorieën:

  • I. zeer sterk stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 2500 of meer adressen per km2);
  • II. sterk stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 1500 tot 2500 adressen per km2);
  • III. matig stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 1000 tot 1500 adressen per km2);
  • IV. weinig stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 500 tot 1000 adressen per km2);
  • V. niet stedelijk (omgevingsadressendichtheid van minder dan 500 adressen per km2).
  • VI. De karakteristiek van Leudal valt onder 'niet stedelijk' (ongeveer 380 adressen per km2).

In de publicatie van het CROW worden parkeerkencijfers weergegeven onderverdeeld naar functies, de stedelijke zone en de stedelijkheidsgraad. Bij iedere functie wordt in de CROW-publicatie een maximum en minimum genoemd. Dit is de bandbreedte. Voor het bepalen van de parkeerbehoefte gaat de gemeente Echt-Susteren in eerste instantie uit van de 'maximale' parkeerbehoefte. Casusafhankelijk kan hiervan afgeweken worden indien die afwijking gedragen kan worden door een motivering.

De normen uit de CROW zijn als Bijlage 8 bij de regels gevoegd.

4.2.6 Afhankelijke woonruimte (inwoning/mantelzorg)

Mensen hebben de voorkeur om zo lang mogelijk in hun bekende en vertrouwde omgeving te blijven wonen. Waar mogelijk en wenselijk schept het bestemmingsplan mogelijkheden voor levensloopbestendig (ver)bouwen. In het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn sinds 1 november 2014 regels opgenomen waardoor het verlenen en/of ontvangen van mantelzorg binnen bestaande bebouwing is toegelaten en het ook eenvoudiger is geworden om bebouwing ten behoeve van mantelzorg op te richten. In onderhavig bestemmingsplan is de bestaande regeling afhankelijke woonruimte (inwoning/mantelzorg) uit de geldende bestemmingsplannen gehandhaafd als een aanvullende regeling op het Bor.

4.2.7 Uitspraak Raad van State inzake bestemmingsplan Echt Centrum

Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 18 juni 2014 (nr. 201307607/1/R1) over het bestemmingsplan “Echt Centrum” zijn de volgende reparaties verricht:

  • Regeling van vernietigd plandeel (r.o. 3.4 van de uitspraak), in overeenstemming met de uitspraak.
  • Regeling omtrent het voorkomen van nieuwe woningen in Echt Centrum op de begane grond. Wonen is uitsluitend toegestaan op de verdieping(en), uitgezonderd legaal bestaande woningen op de begane grond.
  • Aanpassing regeling voor de supermarkt aan de Zuiderpoort 31.

Hoofdstuk 5 Planopzet

5.1 Feitelijke Planopzet

5.1.1 Algemeen

In een bestemmingsplan zijn de bouw- en gebruiksmogelijkheden voor een bepaald gebied opgenomen. Het onderhavige bestemmingsplan regelt de inrichting van het gebied door voor de gronden bestemmingen aan te wijzen. Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding (kaart) in samenhang met de regels. In deze paragraaf wordt het juridische deel van het bestemmingsplan nader toegelicht.

5.1.2 Wettelijk kader

Het wettelijk kader wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De wettelijke regeling voor bestemmingsplannen is vervolgens verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Het bestemmingsplan dient te voldoen aan de als bijlage bij de voornoemde Regeling opgenomen Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). Dit betekent dat bestemmingsplannen kwalitatief gelijkwaardig zijn en uniform in aanpak, uitvoering, uitwisseling van gegevens en raadpleging daarvan.

5.1.3 Planonderdelen

Het bestemmingsplan ‘Stedelijk gebied' bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het plan. Verbeelding en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden opgenomen en toegepast.

Op de verbeelding krijgen alle gronden binnen het plangebied een bestemming. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. De juridische betekenis van deze bestemmingen en aanduidingen zijn terug te vinden in de regels.

Een gedeelte van de informatie op de analoge verbeelding heeft geen juridische betekenis, maar is slechts opgenomen om de leesbaarheid van en oriëntatie op de verbeelding te vergroten, zoals een topografische ondergrond. Alle letters, aanduidingen en lijnen worden verklaard in de legenda op de verbeelding. Bij eventuele verschillen tussen de digitale en analoge verbeelding is de digitale verbeelding juridisch bindend.

De regels bepalen de gebruiksmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied en geven tevens de bouw- en gebruiksmogelijkheden met betrekking tot bouwwerken aan. De regels van het bestemmingsplan ‘Stedelijk gebied’ zijn opgebouwd conform de door het SVBP2012 voorgeschreven systematiek en omvatten inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels, en ten slotte de overgangs- en slotregels.

5.2 Juridische Planopzet

5.2.1 Toelichting op de planregels

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische Uitvoerbaarheid

6.1.1 Algemeen

Onderhavig bestemmingsplan betreft een reparatie van fouten en omissies, waarbij de voorheen vigerende situatie wordt hersteld. Het plan voorziet niet in de realisering van nieuwe zaken van gemeentewege.

Voor de gemeente Echt-Susteren zijn aan het planvoornemen geen kosten verbonden. Indien op basis van het bestemmingsplan nieuwe projecten worden gerealiseerd, gebeurt dat door derden/particulieren. De met de daadwerkelijke realisering gepaard gaande kosten worden dan ook gedragen door de desbetreffende initiatiefnemer(s). Bijkomende kosten, zoals voor de aansluiting op de nutsvoorzieningen en riolering, komen eveneens voor rekening van de initiatiefnemer(s).

Voorgaande overziend zijn er voor de gemeente Echt-Susteren, behoudens kosten voor ambtelijke voorbereiding en procesbegeleiding, geen kosten aan de realisering van het plan verbonden.

6.1.2 Planschade

Onderhavig bestemmingsplan betreft een reparatie van fouten en omissies, waarbij de voorheen vigerende situatie wordt hersteld. Een enkele nieuwe ontwikkeling is na wijziging mogelijk. Het plan voorziet niet in beëindiging van thans plaatsvindende legale activiteiten en/of functies. Gelet hierop wordt verondersteld dat geen planschade zal ontstaan ten gevolge van het nieuwe bestemmingsplan.

Het risico op eventuele planschade is gezien de diversiteit van de aanpassingen en de omvang van het plan niet in te schatten of inzichtelijk te maken. De aanname is dat geen planschade wordt verwacht gelet op de jurisprudentie inzake het normaal maatschappelijk risico en de mogelijkheden om planvoordeel met plannadeel te salderen. Het risico op planschade valt desondanks niet geheel op voorhand uit te sluiten.

6.1.3 Exploitatieplan

Het exploitatieplan biedt de grondslag voor het publiekrechtelijk kostenverhaal. In de Wet ruimtelijke ordening (artikel 6.12) wordt voorgeschreven dat tegelijk met het vaststellen van een bestemmingsplan een exploitatieplan vastgesteld moet worden voor het plangebied of delen ervan, tenzij: het kostenverhaal anderszins verzekerd is; er geen noodzaak tot het stellen van locatie-eisen of eisen aan type woningbouw is; er geen noodzaak is voor het bepalen van een tijdvak of fasering.

In artikel 6.2.1 Bro worden de bouwplannen aangewezen waarvoor de gemeenteraad een exploitatieplan moet vaststellen. Onder een bouwplan wordt onder andere verstaan de bouw van één of meerdere woningen. Wijziging van het gebruik van een bestaand gebouw kan dan ook niet worden aangemerkt als een bouwplan.

Een exploitatieplan wordt gelijktijdig vastgesteld met het ruimtelijk plan (in dit geval een bestemmingsplan) of besluit waarop het betrekking heeft.

Het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied' is conserverend en is niet aan te merken als een ‘bouwplan’ in de zin van artikel 6.2.1 Bro. Dit bestemmingsplan leidt ook, ten opzichte van de vigerende rechten van de vorige bestemmingsplannen, niet tot extra bouwmogelijkheden voor woningbouw. Derhalve bestaat geen exploitatieplanverplichting en is het opstellen van een exploitatieplan niet nodig.

Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het plan economisch uitvoerbaar is.

6.2 Handhaving

6.2.1 Handhavingsbeleid

Bij de totstandkoming van het bestemmingsplan is aandacht besteed aan de handhaafbaarheid van de voorgeschreven regels. Een aantal factoren is van belang voor een goed handhavingsbeleid:

  • Kenbaarheid bestemmingsplan:
    Bekendmaking van de plannen voor het gebied aan de omliggende bewoners en waar mogelijk rekening te houden met de ingebrachte opmerkingen.
  • Inzichtelijke en realistische regelgeving:
    Een bestemmingsplan is een juridische regeling welke inzichtelijk en realistisch dient te zijn. Het plan moet helder van opzet en niet onnodig beperkend of star zijn. Daarbij zullen de regeling en de bepalingen welke hierin zijn opgenomen handhaafbaar moeten zijn. Dit betekent dat de planregels duidelijk zijn en niet meerdere interpretaties kunnen voortvloeien uit de omschrijvingen. Daarvoor zullen de regels ook inhoudelijk getoetst worden op de handhaafbaarheid hiervan.
    Het bestemmingsplan ‘Stedelijk gebied’ is onder meer voorzien van een duidelijke verbeelding.
  • Actief handhavingsbeleid:
    Het handhavingsbeleid van de gemeente Echt-Susteren zal worden vastgelegd in een beleidsvisie omgevingsrecht gemeente Echt-Susteren. In deze beleidsvisie en de bijbehorende stukken wordt de totale handhaving van wet en regelgeving welke binnen de gemeente wordt uitgevoerd gereguleerd. Ook de handhaving van dit bestemmingsplan zal in deze beleidsvisie worden meegenomen.
    Onderstaande tekst is een toelichting op de conceptbeleidsvisie omgevingsrecht Echt-Susteren.

6.2.2 Beleidsvisie omgevingsrecht

Landelijk, provinciaal en ook door de gemeente zelf zijn tal van regelingen en wetten in het leven geroepen met ieder voor zich een bepaald doel. Deze regels zijn er niet zomaar, maar hebben ieder op hun eigen terrein als hoofduitgangspunt het maatschappelijk leven in ons land in goede banen te leiden en ervoor te zorgen dat de doelen en wensen die we met ons allen hebben afgesproken zoveel mogelijk worden bereikt.

De gemeente is veelal belast met het concreet uitvoeren van een groot aantal van deze regels middels het verlenen van vergunningen of ontheffingen alsmede met het houden van toezicht op de uitvoering van deze regels en het handhaven daarvan.

Dit geldt voor het uitvoeren van de regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. Denk hierbij aan regelgeving op het gebied van bouwen, wonen, milieu, ruimtelijke ordening, openbare orde en veiligheid en dergelijke.

Op dit gebied doen zich momenteel bovendien nog enkele ingrijpende ontwikkelingen voor die pleiten voor een heroverweging van het gemeentelijk beleid op het gebied van de fysieke leefomgeving. Hierbij wordt met name gedoeld op de introductie van de zogenaamde 'omgevingsvergunning' per 1 januari 2008 en de wens om te komen tot een meer integrale aanpak op het gebied van handhaving en toezicht.

Mede op basis van de missie en visie, opgesteld bij de gemeentelijke fusie in 2003, is aangegeven wat de hoofddoelstellingen zijn van de gemeente. Waar willen we naar toe op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen, wat moet er bijzonder beschermd worden en wat moet er meer of kan minder aandacht krijgen.

Vervolgens is er middels een onderbouwde risicoanalyse per taakveld concreet inzicht gegeven in de zaken die een hogere of lagere prioriteit moeten c.q. kunnen krijgen bij de uitvoering. Zoals aangegeven is dit inzicht gebaseerd op eigen ervaringen alsmede op een gedegen risicoanalyse. Door deze aanpak worden we in staat gesteld de zaken die we echt belangrijk vinden, zoals de instandhouding van het mooie buitengebied, de risicobeheersing bij grotere bouwwerken, brandveiligheid, het voorkomen van echte overlast voor onze burgers etcetera, ook die aandacht te geven die ze verdienen. Zaken die minder of helemaal niet belangrijk worden geacht, zoals vergunningsvrije of kleinere bouwwerken, het toezicht op de bestaande woningbouw en dergelijke, krijgen navenant veel minder of nauwelijks aandacht.

Door rekening te houden met de risico’s welke voortvloeien uit de voorgeschreven regels van de binnen de gemeente geldende bestemmingsplannen is in de beleidsvisie omgevingsrecht van de gemeente Echt-Susteren en het op grond daarvan jaarlijks vast te stellen uitvoeringsprogramma een afweging gemaakt worden hoe de capaciteit van de handhavingsorganisatie zal worden ingezet. Ook het bestemmingsplan ‘Stedelijk gebied’ zal hierin worden opgenomen en zal volgens het uitvoeringsprogramma toelichting worden meegenomen in het uit te voeren toezicht. In de voornoemde beleidsvisie omgevingsrecht zijn de volgende uitgangspunten meegenomen voor het toezicht op ruimtelijke c.q. gebruikswaarden van bestemmingsplannen.

Het toezicht op ruimtelijke waarden c.q. gebruikswaarden leent zich goed voor integratie met andere gemeentelijke toezichtstaken. Op dit terrein zal dan ook nadrukkelijk aandacht worden gegeven aan de integratiemogelijkheden.

Het toezicht op de ruimtelijke regelgeving gaat vooral over de gebruiksregels die in de bestemmingsplannen zijn opgenomen. De gemeente moet dit toezicht zelf actief organiseren; het is niet aan vergunningen gekoppeld. Er zijn vier gebieden genoemd (buitengebied, bebouwde kom, bedrijfsterreinen en overig) die elk een eigen toezichtfrequentie zullen krijgen. Bovendien zal worden bezien in welke tijd van het jaar specifieke onderwerpen aandacht moeten krijgen. Vooral in het buitengebied zijn overtredingen nogal eens seizoensgebonden en vinden overtredingen nogal eens plaats buiten de kantooruren (’s avonds, in het weekeinde). Daarop wordt in het uitvoeringsprogramma van de gemeente Echt-Susteren ingespeeld.

Ten behoeve van de handhaving verdient het aanbeveling om regelmatig luchtfoto’s van het plangebied te laten maken. Bestemmingsplan ‘Stedelijk gebied’ is een beheersplan. Het overgangsrecht zal hierbij een minder zware rol spelen.

6.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

6.3.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Tot de voorbereiding van dit bestemmingsplan behoort het overleg met de daarvoor in aanmerking komende besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met diensten van het Rijk en provincie Limburg. Instanties die blijkens hun werkterrein, belangen vertegenwoordigen of bevoegdheden hebben krachtens de Wro, worden bij de totstandkoming van bestemmingsplannen betrokken bij het overleg conform artikel 3.1.1. Bro.

In onderhavig bestemmingsplan vinden uitsluitend planreparaties plaats, waarbij fouten en omissies worden hersteld in de planregels en/of op de verbeelding. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen of nieuw beleid in het plan opgenomen, derhalve wordt het voeren van vooroverleg niet noodzakelijk geacht. De rayonplanoloog van de provincie Limburg is hiervan reeds op de hoogte gesteld.

6.3.2 Zienswijzenprocedure

Het ontwerp bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen vanaf 29 mei 2015 tot en met 10 juli 2015. Van de mogelijkheid om op het ontwerp bestemmingsplan schriftelijk een zienswijze in te dienen, hebben 9 personen/instanties gebruik gemaakt. De zienswijzen zijn beoordeeld en van een reactie voorzien in het ‘Zienswijzenrapport en ambtshalve wijzigingen’.

Daarnaast hebben ambtshalve wijzigingen plaatsgevonden. Het ‘Zienswijzenrapport en ambtshalve wijzigingen’ is als bijlage 1 bij de toelichting opgenomen met daarin de wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan. Naar aanleiding van ingebrachte zienswijzen en ambtshalve wijzigingen is het bestemmingsplan aangepast.

Het bestemmingsplan is in de raadsvergadering van 17 december 2015 behandeld. Tijdens deze vergadering is het bestemmingsplan ‘Stedelijk gebied’ vastgesteld.

Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging

Bijlage 2 Lijst van bedrijfsactiviteiten functiemenging

Bijlage 3 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Afwijkingsbevoegdheid

Bijlage 3 Lijst van bedrijfsactiviteiten afwijkingsbevoegdheid

Bijlage 4 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging Afwijkingsbevoegdheid

Bijlage 4 Lijst van bedrijfsactiviteiten functiemenging afwijkingsbevoegdheid

Bijlage 5 Lijst Van Leisurefuncties

Bijlage 5 Lijst van leisurefuncties

Bijlage 6 Landschapstypen En Kenmerken

Bijlage 6 Landschapstypen en kenmerken

Bijlage 7 Raamsaneringsplan

Bijlage 7 Raamsaneringsplan

Bijlage 8 Parkeerkencijfers

Bijlage 8 Parkeerkencijfers

Bijlage 9 Landschappelijke Inpassing Caulitenklooster

Bijlage 9 Landschappelijke inpassing Caulitenklooster

Bijlage 1 Zienswijzenrapport En Ambtshalve Wijzigingen

Bijlage 1 Zienswijzenrapport en ambtshalve wijzigingen