Grensmaas 2016
Bestemmingsplan - Gemeente Echt-Susteren
Vastgesteld op 06-07-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Grensmaas 2016' met identificatienummer NL.IMRO.1711.BP20160090-VG01 van de gemeente Echt-Susteren.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aan huis verbonden bedrijf:
bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2 van Bijlage 1 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', dan wel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de eigenaar/gebruiker van de woning, zoals een kapsalon of schoonheidssalon; evenwel met uitzondering van een seksinrichting.
1.4 aan huis verbonden beroep:
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de eigenaar/gebruiker van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris of advocaat; evenwel met uitzondering van prostitutie.
1.5 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 achtergevel:
gevel aan de achterkant van een gebouw.
1.8 afhankelijke woonruimte:
een onderdeel van het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.9 agrarisch adviseur:
een door de gemeente aan te wijzen onafhankelijke adviseur of adviesorganisatie, gespecialiseerd in
bedrijfsvoering in de agrarische sector.
1.10 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van:
- het telen van gewassen, waaronder mede begrepen houtteelt en/of;
- het houden van dieren;
met dien verstande dat maneges, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven worden aangemerkt.
1.11 agrarisch nevenbedrijf:
een bedrijf waarbinnen arbeid wordt verricht door op- of overslag, vervoer of verhandeling van producten die in een agrarisch bedrijf zijn voortgebracht.
1.12 AMK-terrein:
een archeologisch terrein (monument) waaraan door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed een waardering is toegekend en dat als zodanig is aangeduid op de Archeologische Monumentenkaart (AMK).
1.13 antenne-installatie:
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.14 antennedrager:
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.15 archeologische verwachtingswaarde:
de kans (hoog, middelhoog of laag) op het aantreffen van archeologische waarden (vondsten en/of informatie) in een gebied, gebaseerd op onder andere bodemtypen, relatieve hoogtes en bekende archeologische vindplaatsen.
1.16 archeologische waarden:
cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, dat als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigt.
1.17 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.18 bebouwingspercentage:
een percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de planregels anders is bepaald.
1.19 bed & breakfast:
Een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid van kortdurend toeristisch verblijf inclusief het serveren van een ontbijt, niet zijnde een hotel, pension of ander bedrijf, waarbij het aanbod zich beperkt tot overnachtingsmogelijkheid voor maximaal vier personen in panden in stedelijk gebied en maximaal acht personen in panden in het buitengebied. Een bed & breakfast-voorziening is ondergeschikt aan de woonfunctie (binnen een woonbestemming of een agrarische bedrijfsbestemming), is gevestigd in een woonhuis of bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de eigenaar(s) en tevens hoofdbewoner(s) van de betreffende woning. Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan het overnachten noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
1.20 bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
1.21 bedrijfswoning:
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor het huishouden van een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.
1.22 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico cq. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
1.23 bestaand:
- bij bouwwerken: bestaand ten tijde van het inwerking treden van het bestemmingsplan, voor zover op een legale wijze tot stand gekomen, met dien verstande dat als bestaand bouwwerk ook worden aangemerkt bouwwerken die na dat tijdstip zijn of mogen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning waarvan de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;
- bij gebruik: bestaand ten tijde van het inwerking treden van het bestemmingsplan, voor zover op een legale wijze tot stand gekomen.
1.24 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.25 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.26 bevoegd gezag:
bevoegd gezag als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren).
1.27 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd, op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk met een dak, met uitzondering van overkappingen.
1.28 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.29 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.30 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping.
1.31 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.32 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.33 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.34 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.35 dagrecreatie:
recreatief gebruik van gronden voor een periode niet langer dan een dag.
1.36 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.37 dienstverlening:
het verlenen van economische, (para-)medische en maatschappelijke diensten aan derden, waarbij een rechtstreekse relatie bestaat met het publiek, zoals reisbureaus, bankinstellingen, postkantoren, verzekerings- en/of administratiekantoren, makelaarskantoren, advocaten- en/of notariskantoren, uitzendbureaus, apotheken, praktijkvestigingen voor tandtechniek, kapsalons, schoonheidssalons, nagelstudio's, schoenmakerijen, kleermakerijen en video-/dvd-verhuurbedrijven, fotostudio's en hondentrimsalons.
1.38 Ecologische Hoofdstructuur (EHS):
een zone die wordt bepaald door de door het Rijk vastgestelde Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een netwerk van grote en kleine natuurgebieden waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd. Daarmee wordt voorkomen dat natuurgebieden geïsoleerd komen te liggen en dieren en planten uitsterven en dat de natuurgebieden zo hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur.
1.39 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.40 erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
1.41 evenement:
periodieke en/of incidentele manifestaties, zoals concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen en shows, waarbij sprake is van onversterkte muziek dan wel van mechanisch versterkte muziek met een versterkt geluidniveau van maximaal 70 dB(A) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden of van een ander geluidgevoelig gebouw.
1.42 functie:
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
1.43 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.44 gebruiksgerichte paardenhouderij:
paardenhouderij die is gericht op het africhten en trainen van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden, het geven van instructie aan derden, het trainen van paarden en uitbrengen in de sport, verhuur van diensten met behulp van paarden en de in- en verkoop van paarden.
1.45 geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone als bedoeld in die wet moet worden vastgesteld.
1.46 grondgebonden agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf waarbij voor de bedrijfsvoering hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond.
1.47 hobbymatig agrarisch gebruik:
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren op niet bedrijfsmatige wijze.
1.48 hoofdgebouw:
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.49 horeca I:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, een en ander met dien verstande dat seksinrichtingen niet onder horeca/horeca I worden begrepen.
1.50 horeca II:
- elke voor het publiek, al dan niet tegen betaling toegankelijke lokaliteit, die geheel of nagenoeg geheel is ingericht of wordt gebruikt voor dansen, zoals discotheken en dancings, waarin al dan niet dranken voor gebruik ter plaatse worden verstrekt;
- inrichtingen waarin een kans- of behendigheidsspel wordt uitgeoefend;
een en ander met dien verstande dat seksinrichtingen niet onder horeca II worden begrepen.
1.51 houtopstand:
begroeiing die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bomen en/of struiken, voor zover niet vallend onder de Boswet en behoudens laagstamfruitbomen en de bijbehorende windsingels.
1.52 huishouden:
een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree.
1.53 intensieve veehouderij:
het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. De dieren worden in stallen of hokken gehouden. Waar in dit bestemmingsplan wordt gesproken over intensieve veehouderij wordt in principe gedoeld op het hebben van een bedrijfsmatige tak van varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor de roodvleesproductie, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders (waarvoor een omgevingsvergunning is verleend). De melkveehouderij wordt niet als intensieve veehouderij beschouwd.
1.54 kampeermiddel:
- een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
- enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,
één en ander voorzover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebuikt voor (niet-permanent) recreatief nachtverblijf.
1.55 kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico cq. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden.
1.56 landschappelijke waarden:
ruimtelijke objecten, structuren of gebieden in het cultuurlandschap die om esthetische, cultuurhistorische en/of ecologische redenen van waarde worden geacht.
1.57 landschapselement:
beplanting die om esthetische, cultuurhistorische of ecologische redenen van waarde en algemeen belang wordt geacht in zijn ruimtelijke context.
1.58 lichaamsverzorgende activiteit:
activiteit gericht op het op peil houden of verbeteren van de conditie van het lichaam, zoals deze onder meer plaatsvindt in sportscholen, fitnesscentra en beautysalons.
1.59 maatschappelijke en culturele voorzieningen:
educatieve, sociaalculturele, levensbeschouwelijke, onderwijs-, religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.
1.60 mantelzorg:
het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak.
1.61 nevenactiviteit:
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel.
1.62 omgevingsvergunning:
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
1.63 ondergeschikte detailhandel:
detailhandel welke dient ter ondersteuning van de hoofdfunctie en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de detailhandelsfunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.
1.64 ondergeschikte functie:
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie en daarvan ten dienste staat c.q. daar functioneel mee verbonden is.
1.65 ondergeschikte horeca:
horeca welke dient ter ondersteuning van de hoofdfunctie en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de horecafunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.
1.66 ondergronds bouwwerk:
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.
1.67 opslag 1:
opslag ten behoeve van statische opslag (o.a. caravans of boten).
1.68 opslag 2:
opslag ten behoeve van statische opslag (o.a. caravans of boten) alsmede inpandige opslag t.b.v. handelsdoeleinden en de stalling van maximaal drie (bedrijfs)voertuigen op het buitenterrein.
1.69 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
1.70 paardenbak:
een niet overdekt terrein ingericht ten behoeve van het paardrijden, met daarbij behorende voorzieningen.
1.71 parkeervoorzieningen:
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
1.72 perceelgrens:
een grenslijn tussen bouwpercelen onderling.
1.73 perifere detailhandel:
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).
1.74 permanente bewoning:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
1.75 plattelandswoning:
een (voormalige) agrarische bedrijfswoning die wordt bewoond door een niet functioneel met het bedrijf verbonden derde (een en ander als bedoeld in artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en die niet wordt beschermd tegen de milieugevolgen van het bedrijf waarbij de woning hoort.
1.76 productiegerichte paardenhouderij:
een grondgebonden paardenhouderij die is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan paarden en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met (en daaraan ondergeschikte) trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden.
1.77 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.78 risicovolle inrichting:
- een inrichting waarvoor ingevolge het besluit externe veiligheid een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij in het bestemmingsplan toegelaten kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, of
- een inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid, met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations.
1.79 recreatiewoning:
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door (het huishouden van) een persoon of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.
1.80 recreatief medegebruik:
vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.
1.81 relatie:
ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bouwvlakken of bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bouwvlakken of bestemmingsvlakken één vlak vormen.
1.82 schuilgelegenheid:
een in het buitengebied gelegen overdekte ruimte, die maximaal aan 3 zijden is omsloten door wanden, waarvan het/de betreffende dier(en) gebruik moet(en) kunnen maken in geval van weidegang, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter uit oogpunt van dierwelzijn en waarbij nabij de schuilgelegenheden geen opslag is toegestaan.
1.83 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.84 seksuele dienstverlening:
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.
1.85 stroomvoerend rivierbed:
de gronden die bij extreem hoge afvoer van de rivier de Maas onder water staan en die een stroomvoerende functie moeten kunnen vervullen en die worden begrensd door het zomerbed en het gebeid dat voorzien is van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed'.
1.86 teeltondersteunende voorzieningen:
voorzieningen/constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei en of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel het vervroegen als het verlaten van de teelt ten opzichte van de normale open teelt en/of het beschermen van het gewas tegen weers invloeden, ziekten en plagen hetgeen leidt tot een beter kwaliteit van het product.
1.87 tijdelijke teeltondersteunende voorziening:
teeltondersteunende voorzieningen die korter dan 6 maanden, al dan niet aaneengesloten in het jaar aanwezig zijn.
1.88 tijdelijke voorzieningen:
onder tijdelijke voorzieningen worden onder andere begrepen: tijdelijke geluidbeperkende constructies in de vorm van zeecontainers en/of grondwallen, kantoorunits, opslagloodsen en werkplaatsen, transportfaciliteiten, ongelijkvloerse kruisingen, verwerkingsbekkens, ringdijken, tijdelijke gronddepots, tijdelijke invaarten, loskades, werkwegen en watergangen. Deze bouwwerken, werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk ten behoeve van het project Grensmaas ter bevordering van een goede aan-en afvoer, verwerking en opslag van grondstoffen, dekgronden en van materiaal ter afwerking van de te ontgraven gebieden, het behoud van het woon- en leefmilieu en het in stand houden van de bereikbaarheid en in het kader van directievoering en uitvoering.
1.89 volwaardig agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf met tenminste de arbeidsomvang van een volwaardige arbeidskracht en een zodanige bedrijfsomvang (overeenkomstig de normen voor Standaardopbrengst en Standaardverdiencapaciteit) dat de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is gewaarborgd.
1.90 volwaardigheid niet-agrarisch bedrijf:
een niet-agrarisch bedrijf met tenminste de arbeidsomvang van een volwaardige arbeidskracht en een zodanige bedrijfsomvang dat de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is gewaarborgd.
1.91 voorgevel:
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, die gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
1.92 voorzieningen van algemeen nut:
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
1.93 Wabo:
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.94 waterbergend vermogen:
het vermogen tot opvang en/of transport van water.
1.95 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
1.96 wet/wettelijke regelingen:
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., worden de regelingen bedoeld zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
1.97 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
1.98 zomerbed:
de oppervlakte die bij regulier hoog zomerwater door de rivier wordt ingenomen.
1.99 ijssalon:
een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel waarbij het accent gelegen is op het verstrekken van ijs en waarbij het verstrekken van dranken daaraan ondergeschikt is.
1.100 zoneringplichtige inrichtingen:
inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken als bedoeld in artikel 2.1, sub 3, van het Besluit omgevingsrecht.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de loodrechte afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat perceel voorkomend bouwwerk.
2.2 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
2.3 het bebouwingspercentage:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
- vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen', zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
- in afwijking van het bepaalde onder a. wordt de bouwhoogte van bouwwerken binnen de bestemming 'Verkeer - Railverkeer' gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf.
2.5 de breedte, diepte c.q. lengte van bouwwerken:
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
2.6 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.7 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.8 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.9 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
loodrecht vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.10 de oppervlakte van een bouwwerk:
- voor bouwwerken met wanden: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- voor bouwwerken zonder wanden (open overkappingen en daarmee vergelijkbare bouwwerken geen gebouwen zijnde): de overdekte grondoppervlakte (gemeten loodrecht onder het dakoppervlak).
2.11 peil:
- voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- voor een woonwagen, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van de bestaande verharding van de standplaats;
- voor een bouwwerk ten behoeve van spoorwegdoeleinden: de bovenkant van de spoorstaaf.
2.12 ondergeschikte bouwdelen:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- agrarisch grondgebruik;
- de uitoefening van grondgebonden agrarische bedrijven;
- een gebruiksgerichte paardenhouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘paardenhouderij’;
- een tuinbouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuinbouw';
- een bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak niet meer mag bedragen dan 1;
- een minicamping, uitsluiten ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - minicamping’;
- een onderkomen voor seizoensarbeiders, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-seizoensarbeiders';
- behoud en ontwikkeling van recreatief medegebruik;
- detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, met dien verstande dat:
- uitsluitend detailhandel in agrarische producten die op het eigen bedrijf of in de directe omgeving daarvan zijn geproduceerd en/of agrarische producten die op het eigen bedrijf en/of in de directe omgeving daarvan op een ander agrarisch bedrijf zijn bewerkt. Onder agrarische producten worden tevens streekproducten en aanverwante artikelen, passend in het assortiment van boerderijwinkels, gerekend;
- detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit uitsluitend is toegestaan binnen de bestaande bebouwing en het verkoopvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 200 m²;
- aan huis verbonden beroep in de bedrijfswoning en/of bijbehorend bouwwerk, mits:
- de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
- de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m²;
- geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
- voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
- waterretentie, natuurvriendelijke oevers en het onderhouden van de waterloop voorzover de gronden zijn gelegen binnen 5 m. van de bestemming 'Water';
met de daarbij behorende nutsvoorzieningen; - inritten, erven en terreinen;
- erfbeplanting;
- tuinen bij bedrijfswoningen;
- wegen en paden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
- Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de landschappelijke en ruimtelijke inpassing, zoals is bedoeld in artikel 33 lid 2.2, van de uitbreiding van de agrarische bebouwing binnen het bouwvlak;
- Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van waarborging van de brandveiligheid, rampenbestrijding en zelfredzaamheid van personen en overige nadere eisen ten aanzien van externe veiligheid in het algemeen, bijvoorbeeld ten aanzien van de oriëntatie van gebouwen en toegang en vluchtwegen, de bereikbaarheid van het perceel en bouwkundige maatregelen ter beperking van de effecten van bijvoorbeeld een ongeval met gevaarlijke stoffen, alsmede ter voorkoming van hoge personendichtheden.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor:
- het gebruik van meer dan één bouwlaag van een bouwwerk voor het houden van dieren;
- verkooppunten voor motorbrandstoffen;
- seksuele dienstverlening;
- permanente bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken en recreatieve verblijven (bv. vakantieappartement/vakantiewoning) betreft;
- bewoning als inwoning;
- het beoefenen van lawaaisporten;
- buitenopslag, behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
- het stallen van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen buiten het bouwvlak;
- de inname van mest van derden.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
3.9 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Natuur- En Landschapswaarden
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- agrarisch grondgebruik;
- behoud, herstel en ontwikkeling van ecologische en natuurwaarden van Natura2000-gebieden;
- behoud en bescherming onverharde en halfverharde wegen;
- behoud en ontwikkeling van ecologische waarden;
- behoud en ontwikkeling van recreatief medegebruik;
- de uitoefening van grondgebonden agrarische bedrijven;
- intensieve veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' de oppervlakte van de intensieve veehouderij niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte;
- akkerbouwbedrijf,uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'akkerbouw';
- paardenhouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
- een fruitteeltbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘fruitteelt’;
- bedrijfswoningen, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak niet meer mag bedragen dan 1;
- detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, met dien verstande dat:
- uitsluitend detailhandel in agrarische producten die op het eigen bedrijf of in de directe omgeving daarvan zijn geproduceerd en/of agrarische producten die op het eigen bedrijf en/of in de directe omgeving daarvan op een ander agrarisch bedrijf zijn bewerkt. Onder agrarische producten worden tevens streekproducten en aanverwante artikelen, passend in het assortiment van boerderijwinkels, gerekend;
- detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit uitsluitend is toegestaan binnen de bestaande bebouwing en het verkoopvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 200 m²;
- aan huis verbonden beroep in de bedrijfswoning en/of bijbehorend bouwwerk, mits:
- de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
- de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m²;
- geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
- voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
- waterretentie, natuurvriendelijke oevers en het onderhouden van de waterloop voorzover de gronden zijn gelegen binnen 5 m. van de bestemming 'Water';
- water in de vorm van overkluisde watergangen, ter plaatse van de aanduiding 'water';
- opslag 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – opslag 1’;
- buitenactiviteiten behorende bij een wellnessinstituut, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning – wellnessinstituut’;
- parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
- een stroomgeleidingsdam, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - stroomgeleidingsdam';
- voorzieningen van algemeen nut zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorzieningen e.d., ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening',
met de daarbij behorende: - inritten, erven en terreinen;
- erfbeplanting;
- tuinen bij bedrijfswoningen;
- nutsvoorzieningen;
- wegen en paden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
- Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de landschappelijke en ruimtelijke inpassing, zoals is bedoeld in artikel 33 lid 2.2 van de uitbreiding van de agrarische bebouwing binnen het bouwvlak.
- Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van waarborging van de brandveiligheid, rampenbestrijding en zelfredzaamheid van personen en overige nadere eisen ten aanzien van externe veiligheid in het algemeen, bijvoorbeeld ten aanzien van de oriëntatie van gebouwen en toegang en vluchtwegen, de bereikbaarheid van het perceel en bouwkundige maatregelen ter beperking van de effecten van bijvoorbeeld een ongeval met gevaarlijke stoffen, alsmede ter voorkoming van hoge personendichtheden.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor:
- het gebruik van meer dan één bouwlaag van een bouwwerk voor het houden van dieren;
- verkooppunten voor motorbrandstoffen;
- seksuele dienstverlening;
- permanente bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken en recreatieve verblijven (bv. vakantieappartement/vakantiewoning) betreft;
- bewoning als inwoning;
- het gebruik van gronden als volkstuin;
- het beoefenen van lawaaisporten;
- buitenopslag, behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
- het stallen van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen buiten het bouwvlak;
- de inname van mest van derden.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
4.9 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van bijlage 1 'Staat van bedrijfsactiviteiten', met uitzondering van geluidzoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
- een waterproductiebedrijf met bijbehorende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterproductiebedrijf';
- een caravangroothandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravangroothandel';
- een expeditiebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - expeditiebedrijf';
- een grondverzet- en transportbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grondverzet- en transportbedrijf';
- een kunstsmederij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kunstsmederij';
- het stallen van auto's behorende bij het garagebedrijf aan de Maaseikerweg 38 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling van auto's t.b.v. garage';
- een timmerbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf';
- een werkplaats en loods ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - werkplaats en loods';
- een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- een rioolwatergemaal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwatergemaal';
- opslag 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – opslag 1’;
- bedrijfswoningen, met dien verstande dat:
- het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 1;
- indien de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', de bedrijfswoning enkel is toegestaan binnen het aanduidingsvlak;
- aan huis verbonden beroep in de bedrijfswoning en/of bijbehorend bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mits:
- de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
- de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m²;
- geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
- voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
met de daarbij behorende:
- inritten, erven en terreinen;
- tuinen bij bedrijfswoningen;
- parkeervoorzieningen,
- groenvoorzieningen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
- wegen en paden.
Ten behoeve van de toegestane bedrijfsactiviteiten dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
- de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
BouwwerkenMaximale goothoogte in m Maximale bouwhoogte in m Maximale oppervlakte in m² Maximale inhoud in m³ Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m Bedrijfsgebouwen 6,6 11 De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht. Geen beperking 5 Bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterproductiebedrijf' De bestaande goothoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht. De bestaande bouwhoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht. De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht. n.v.t. n.v.t. Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwatergemaal' 3 Geen beperking Geen beperking n.v.t. n.v.t. Bedrijfswoning 6 10 Geen beperking 750 5 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning 3,5 5,5 70, met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m² bedraagt de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m². Geen beperking n.v.t. Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn n.v.t. 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn n.v.t. 2 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning n.v.t. 12 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Overkappingen n.v.t. 3 40 n.v.t. n.v.t. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde n.v.t. 6 n.v.t. n.v.t. n.v.t. - indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
- ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- ter waarborging van de sociale veiligheid;
- ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
- ter waarborging van de externe veiligheid.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor:
- buitenopslag, behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
- detailhandel, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
- permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
- een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG), tenzij de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- seksuele dienstverlening;
- opslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
5.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits:
- het gebruik als wonen vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij dient getoetst te worden aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit;
- het gebruik als wonen de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
- het aantal woningen na wijziging niet meer mag bedragen dan 1, tenzij het bestaande aantal meer bedraagt;
- de economische uitvoerbaarheid gegarandeerd is;
- aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 33 lid 2.3;
- voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels worden de bepalingen van artikel 15 in acht genomen;
- de woning past binnen de kaders zoals gesteld in de regionale woonvisie.
Artikel 6 Cultuur En Ontspanning
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- een wellnessinstituut,
met de daarbij behorende: - aan de functie onder a. ondergeschikte horeca I, met uitzondering van bedrijfsmatige logiesverstrekking;
- aan de functie onder a. ondergeschikte detailhandel;
- tuinen, erven en verhardingen;
- wegen en paden;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
- de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Bouwwerken Maximale goothoogte in m Maximale bouwhoogte in m Maximale oppervlakte in m² Maximale inhoud in m³ Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m Gebouwen De bestaande goothoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.De bestaande bouwhoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.Geen beperking 5 Overkappingen n.v.t 3 40 n.v.t n.v.t. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde n.v.t. 8 n.v.t. n.v.t. n.v.t. - indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a. dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
- ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- ter waarborging van de sociale veiligheid;
- ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
- ter waarborging van de externe veiligheid.
6.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30 .
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30 .
6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing voor deze bestemming.
6.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
6.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
- voet- en rijwielpaden;
- calamiteitenpaden;
- inritten tot aangrenzende percelen;
- speelvoorzieningen;
- straatmeubilair;
- voorzieningen van algemeen nut;
- water in de vorm van overkluisde watergangen, ter plaatse van de aanduiding 'water';
- kunstwerken;
- waterlopen en waterpartijen;
- boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
- evenementen.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- ter waarborging van de sociale veiligheid;
- ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
7.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
7.5 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
7.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing voor deze bestemming.
7.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
7.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 8 Horeca
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- horeca, met de nadere bestemming die is weergegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nadere bestemming Schansweg 7 Horeca I Maaseikerweg 19A Horeca I Maaseikerweg 19B Horeca I Illikhoven 9B Horeca I Illikhoven 14A Horeca I Illikhoven 16 Horeca I - bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 1. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan;
- een ijssalon ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ijssalon' met bijbehorend terras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras' met een oppervlakte van maximaal 175 m²;
- een terras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras' in de bestaande omvang;
- aan huis verbonden beroep in de bedrijfswoning en/of bijbehorend bouwwerk, mits:
- de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
- de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m²;
- geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
- voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
- wonen op de verdieping ter plaatse van de aanduiding 'wonen'.
met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- parkeervoorzieningen,
- groenvoorzieningen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
- wegen en paden.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
- de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Bouwwerken Maximale goothoogte in m Maximale bouwhoogte in m Maximale oppervlakte in m² Maximale inhoud in m³ Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m Bedrijfsgebouwen 6,6 11 De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht. Geen beperking 5 Bedrijfswoning 6 10 Geen beperking 750 5 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning 3,5 5,5 70, met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m² bedraagt de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m². Geen beperking n.v.t. Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn n.v.t. 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn n.v.t. 2 n.v.t n.v.t n.v.t Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning n.v.t. 12 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Overkappingen n.v.t. 3 40 n.v.t. n.v.t. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde n.v.t. 6 n.v.t. n.v.t. n.v.t. - indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
8.3 Nadere eisen
- Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
- ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- ter waarborging van de sociale veiligheid;
- ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
- ter waarborging van de externe veiligheid.
- Burgemeester en wethouders kunnen bij toepassing van de bouwregels nadere eisen stellen ten aanzien van behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden, ter voorkoming van aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
8.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing voor deze bestemming.
8.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
8.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 9 Kantoor
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- kantoor, al dan niet in combinatie met aan de kantoorfunctie ondergeschikte dienstverlening;
met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en verhardingen;
- wegen en paden;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen.
- waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
- de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Bouwwerken Maximale goothoogte in m Maximale bouwhoogte in m Maximale oppervlakte in m² Maximale inhoud in m³ Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m Gebouwen 6,6, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte'. 11, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte', met uitzondering van klokkentorens en klokkenstoelen, die mogen hoger zijn dan 10 m. De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht. Geen beperking 5 Overkappingen n.v.t 3 40 n.v.t n.v.t. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde n.v.t. 8 n.v.t. n.v.t. n.v.t. - indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
- ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- ter waarborging van de sociale veiligheid;
- ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
- ter waarborging van de externe veiligheid.
9.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
9.5 Specifieke gebruiksregels
9.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing voor deze bestemming.
9.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
9.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Kantoor' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder de volgende voorwaarden:
- het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij wordt getoetst aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit;
- het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan;
- het aantal woningen bedraagt na wijziging maximaal één;
- bij wijziging wordt de meest recent vastgestelde Regionale Structuurvisie Wonen, Zorg en Woonomgeving in acht genomen;
- de economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd;
- voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels worden de bepalingen van artikel 15 in acht genomen.
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- maatschappelijke en culturele voorzieningen, met de nadere bestemming die is weergegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nadere bestemming Kokkelertstraat 2 Kapel Illikhoven 67 Kapel
met de daarbij behorende: - tuinen, erven en terreinen;
- parkeervoorzieningen, met dien verstande dat deze op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd, tenzij op andere wijze in voldoende parkeerbehoefte kan worden voorzien;
- groenvoorzieningen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings en infiltratievoorzieningen;
- wegen en paden.
10.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
- de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Bouwwerken Maximale goothoogte in m Maximale bouwhoogte in m Maximale oppervlakte in m² Maximale inhoud in m³ Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m Gebouwen De bestaande goothoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.De bestaande goothoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht. Geen beperking 5 Overkappingen n.v.t 3 40 n.v.t n.v.t. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde n.v.t. 8 n.v.t. n.v.t. n.v.t. - indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a. dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
- ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- ter waarborging van de sociale veiligheid;
- ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
- ter waarborging van de externe veiligheid.
10.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
10.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor:
- detailhandel, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
- wonen;
- opslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn.
10.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
10.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing voor deze bestemming.
10.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
10.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 11 Natuur
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- behoud, herstel en versterking van landschappelijke, aardkundige en natuurwaarden;
- op natuurbeheer gericht agrarisch grondgebruik;
- behoud en herstel van rust binnen het gebied;
- behoud en herstel van aanwezig reliëf;
- behoud en ontwikkeling van de archeologische waarden;
- behoud en herstel van de aanwezige poelen en watergangen;
- behoud, herstel en ontwikkeling van ecologische en natuurwaarden van Natura 2000-gebieden;
- een stroomgeleidingsdam, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - stroomgeleidingsdam';
- waterretentie, natuurvriendelijke oevers en het onderhouden van de waterloop;
- extensief recreatief medegebruik;
- behoud en bescherming onverharde en halfverharde wegen;
- bestaande perceelsontsluitingen;
met de daarbij behorende:
- verkeersvoorzieningen;
- voorzieningen van openbaar nut.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
11.4 Afwijken van de bouwregels
11.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor:
- agrarische doeleinden, behoudens voorzover dat ten dienste staat van de instandhouding of ontwikkeling van de natuurwaarden;
- het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest;
- het gebruik van gronden als volkstuin;
- het gebruik voor recreatiedoeleinden, behoudens extensief recreatief medegebruik;
- het beoefenen van lawaaisporten;
- paardenbakken;
- militair gebruik;
- het winnen van bosstrooisel of mos, behoudens voor zover dit ten dienste staat aan het instandhouden van de natuurwaarden;
- houtwinning.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
11.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
11.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 12 Natuur - Natuur Na Ontgronding/opvulling
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - Natuur na ontgronding / opvulling' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- natuurontwikkeling;
- bescherming tegen wateroverlast door realisering van stroomgeulverbredingen en weerdverlagingen in de rivier de Maas;
- de winning, verwerking en transport van oppervlaktedelfstoffen met bijbehorende inrichtingen;
- kleiberging;
- grinddrempels en -ruggen;
- tijdelijke voorzieningen als bedoeld in artikel 1, lid 87;
- vistrappen;
- voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
- extensief recreatief medegebruik na ontgronding;
- bestaande wegen;
- (half)verharde paden;
- bestaande perceelsontsluitingen;
met de daarbij behorende:
- verkeersvoorzieningen;
- voorzieningen van openbaar nut.
12.2 Bouwregels
Op of in de tot 'Natuur - Natuur na ontgronding/opvulling' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
- tijdelijke voorzieningen in de vorm van gebouwen, geen woning zijnde, tot een maximum bouwhoogte van 10 meter;
- tijdelijke voorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een maximum bouwhoogte van 25 meter.
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van tijdelijke werkwegen indien dit noodzakelijk is ten behoeve van de bescherming van het woonmilieu en/of ter voorkoming van onevenredige aantasting van omliggende natuurwaarden.
12.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 12 lid 2 ten behoeve van het realiseren van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van extensief recreatief medegebruik in de vorm van kleinschalige picknickplaatsen, zitbanken, borden, rustpunten, afvalbakken en soortgelijke voorzieningen, met dien verstande dat:
- de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.;
- de beoogde natuurontwikkeling niet wordt verstoord.
12.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming.
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
12.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing voor deze bestemming.
12.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
Artikel 13 Verkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeers- en verblijfsfunctie, waarbij het aantal rijstroken niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal;
- voet- en rijwielpaden;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
- parkeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
- een brug, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug';
- natuur na ontgronding, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'speciifieke vorm van natuur - natuur na ontgronding';
- straatmeubilair;
- voorzieningen van algemeen nut zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorzieningen e.d., ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
- water in de vorm van overkluisde watergangen, ter plaatse van de aanduiding 'water';
- kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderieën en een kermis;
- geluidwerende voorzieningen;
- faunavoorzieningen;
- kunstwerken;
- waterlopen en waterpartijen;
- boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
13.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
13.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor:
- verkooppunten voor motorbrandstoffen;
- het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
13.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
13.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing voor deze bestemming.
13.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
13.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 14 Water
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- bescherming, beheer en onderhoud van watergangen en waterpartijen;
- de ontvangst, berging en/of afvoer van water;
- behoud en ontwikkeling van ecologische waarden, waaronder meandering van de watergang/beek en behoud van aanwezig poelen beplanting;
- behoud, herstel en ontwikkeling van ecologische en natuurwaarden van Natura 2000-gebieden;
- water in de vorm van overkluisde watergangen, ter plaatse van de aanduiding 'water';
- scheepvaart;
- waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
14.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
14.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels in artikel 28.
14.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels in artikel 30.
14.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing voor deze bestemming.
14.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
14.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 15 Wonen
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen, met dien verstande dat:
- het aantal woningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
- in afwijking van het bepaalde onder 1 is het bouwen van nieuwe woningen, anders dan vervangende nieuwbouw, niet toegestaan;
- creatieve workshops ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - creatieve workshops';
- aannemersbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf';
- een fotograaf en reclamebureau, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – fotograaf en reclamebureau’;
- caravanstalling ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
- opslag 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – opslag 1’;
- opslag 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – opslag 2’;
- een ijssalon, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ijssalon';
- een ontsluiting langzaam verkeer voor de ijssalon ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting langzaam verkeer ijssalon';
- een ontsluiting van het parkeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting parkeerterrein';
- kamerverhuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kamerverhuur';
- ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – gemengd’ zijn de activiteiten pedicuresalon, schoonheidssalon en detailhandel in en workshops/cursussen op het gebied van curiosa toegestaan;
- aan huis verbonden beroep in de woning en/of bijbehorend bouwwerk, mits:
- de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
- de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning en de daarbij bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m²;
- geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
- voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
- één paardenbak per bestemmingsvlak waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 800 m²;
- het hobbymatig houden van dieren en telen van gewassen;
met de daarbij behorende: - nutsvoorzieningen;
- inritten, erven en terreinen;
- tuinen;
- parkeervoorzieningen;
- wegen en paden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
- de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Bouwwerken Maximale goothoogte in m Maximale bouwhoogte in m Maximale oppervlakte in m² Maximale inhoud in m³ Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m Woning 6,6 11 Geen beperking 750 m³5 Bijbehorende bouwwerken 3,5 5,5 70, met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m² bedraagt de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m². Geen beperking n.v.t. Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn n.v.t. 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn n.v.t. 2 n.v.t n.v.t n.v.t Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de woning n.v.t. 12 n.v.t. n.v.t. n.v.t. Overkappingen n.v.t. 3 40 n.v.t. n.v.t. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde n.v.t. 3 n.v.t. n.v.t. n.v.t. - indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a. dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht;
- bijbehorende bouwwerken zijn enkel toegestaan achter de voorgevelrooilijn van de woning, met dien verstande dat de afstand van de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan tot het bijbehorende bouwwerk niet minder dan 5 mag bedragen;
- indien de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' dient de woning binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
- de afstand van de meeste nabijgelegen gevel van bijbehorende bouwwerken tot de woning mag niet meer dan 40 meter bedragen;
- herbouw van bestaande woningen is, voorzover het de situering van de woning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover:
- de herbouw grotendeels plaatsvindt op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten;
- de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;
- de bouwwijze (vrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);
- de overige bepalingen ingevolge artikel 15 lid 2 in acht worden genomen.
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van waarborging van de brandveiligheid, rampenbestrijding en zelfredzaamheid van personen en overige nadere eisen ten aanzien van externe veiligheid in het algemeen, bijvoorbeeld ten aanzien van de oriëntatie van gebouwen en toegang en vluchtwegen, de bereikbaarheid van het perceel en bouwkundige maatregelen ter beperking van de effecten van bijvoorbeeld een ongeval met gevaarlijke stoffen, alsmede ter voorkoming van hoge personendichtheden.
15.4 Afwijken van de bouwregels
15.5 Specifieke gebruiksregels
15.6 Afwijken van de gebruiksregels
15.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing voor deze bestemming.
15.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
15.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 16 Leiding - Hoogspanningsverbinding
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van een bovengrondse hoogspanningsverbinding met een vrijwaringstrook ter breedte van 36 meter aan weerszijden van de leiding.
16.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden opgericht.
16.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
16.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 16 lid 2 voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat:
- deze uitsluitend toelaatbaar zijn indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten;
- het bevoegd gezag hierover tijdig tevoren schriftelijk advies heeft ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
16.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
16.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
16.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
16.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 17 Leiding - Ondergronds
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Ondergronds' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en onderhoud van de rioolwatertransportleiding.
17.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden opgericht.
17.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
17.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in artikel 17.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat deze gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde uitsluitend toelaatbaar zijn indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten en het bevoegd gezag hierover tijdig tevoren schriftelijk advies heeft ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
17.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
17.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
17.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
17.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 18 Waarde - Archeologie 2
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in de historische dorpskern dan wel een ander niet beschermd AMK-terrein.
18.2 Bouwregels
18.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 18 lid 2.2 of artikel 18 lid 7.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
18.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
18.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
18.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
18.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
18.9 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 19 Waarde - Archeologie 3
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in droge en natte landschappen met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde; danwel een provinciaal aandachtsgebied met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde.
19.2 Bouwregels
19.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 19 lid 2.2 of artikel 19 lid 7.3 gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
19.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
19.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
19.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
19.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
19.9 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Waarde - Archeologie 5
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in droge en natte landschappen met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde; danwel een provinciaal aandachtsgebied met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde.
20.2 Bouwregels
20.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 20 lid 2.2 of artikel 20 lid 7.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
20.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
20.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
20.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
20.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
20.9 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 21 Waterstaat - Beschermingszone Waterkering
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het beheer en het onderhoud van de waterkering.
21.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten behoeve van de waterstaat en/of waterkering met een maximale bouwhoogte van 4 meter.
21.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
21.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod in artikel 21 lid 2 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de waterstaat en/of waterkering en de beheerder van de waterkering hiervoor toestemming heeft verleend.
21.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
21.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
21.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
21.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 22 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed.
22.2 Bouwregels
Op de voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde gronden mag niet worden gebouwd.
22.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
22.4 Afwijken van de bouwregels
Het in artikel 22 lid 2 opgenomen verbod is niet van toepassing voor het bouwen overeenkomstig de bestemming 'Waterstaat-Stroomvoerend rivierbed' alsmede voor het oprichten van bouwwerken krachtens de onderliggende bestemming indien de daarvoor vereiste vergunning op basis van de Waterwet is verleend dan wel Rijkswaterstaat heeft beoordeeld dat een vergunning op basis van de Waterwet niet noodzakelijk is. Alsdan kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22 lid 2 onder de voorwaarden dat:
- sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de bouwactiviteit(en) dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
- geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
- sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de bouwactiviteit(en) dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
- de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.
22.5 Specifieke gebruiksregels
22.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
22.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
22.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 23 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de berging van rivierwater.
23.2 Bouwregels
In of op de voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' bestemde gronden wordt voor alle activiteiten toestemming verleend, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- de andere aan deze gronden gegeven bestemming laten dit toe;
- er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
- er mag geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
- er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
- de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen dienen duurzaam te worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn;
- er overeenstemming is bereikt met de rivierbeheerder.
23.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
23.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
23.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
23.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
23.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
23.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 24 Waterstaat - Waterkering
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
24.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten behoeve van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering, met dien verstande dat:
- de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 10 m.;
- de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
24.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
24.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 24 lid 2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.
24.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
24.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene afwijkingsregels van artikel 30.
24.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
24.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
24.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
Artikel 25 Waterstaat - Waterlopen
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beheer en het onderhoud van de aangrenzende waterloop, alsmede voor het behoud, herstel en de ontwikkeling van ecologische waarden van de waterloop.
25.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regels:
- Op deze gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de waterloop.
- Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat ze naar aard en afmetingen bij de bestemming passen.
- De gebods- en verbodsregels van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas zijn van toepassing.
25.3 Nadere eisen
Niet van toepassing voor deze bestemming.
25.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, gehoord het betreffende waterschap, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 25 lid 2 ten behoeve van bouwwerken als toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen bestemming, mits door de bouw of situering van de bouwwerken als bedoeld onder a. en b. van artikel 25 lid 2 geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de waterhuishoudkundige functie dan wel geen onevenredige schade aan de specifieke ecologische waarden wordt of kan worden toegebracht.
25.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
25.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene gebruiksregels van artikel 28.
25.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Niet van toepassing voor deze bestemming.
25.9 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing voor deze bestemming, behoudens de algemene wijzigingsregels van artikel 31.
3 Algemene Regels
Artikel 26 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 27 Algemene Bouwregels
27.1 Algemene regels
27.2 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
27.3 Algemene regels met betrekking tot ondergronds bouwen
27.4 Algemene regels over bestaande afstanden en andere maten
Artikel 28 Algemene Gebruiksregels
28.1 Gebruiksverbod
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
28.2 Voorbeelden van strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan, het gebruiken, te doen of laten gebruiken van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:
- het al dan niet ten verkoop opslaan van gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, die bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks passend is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
- opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks passend is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
- een seksinrichting, escortbedrijf en raam- en straatprostitutie.
Artikel 29 Algemene Aanduidingsregels
29.1 geluidzone - industrie
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidgevoelige bebouwing worden opgericht indien de voorkeurgrenswaarde van 50 dB(A) wordt overschreden, tenzij een hogere waarde is vastgesteld. Met uitzondering van nieuwbouw ter vervanging van bestaande geluidgevoelige bebouwing, waarvoor op basis van een bestemmingsplan reeds een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend.
29.2 milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk I
29.3 milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk II
29.4 milieuzone - geurzone
- Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen nieuwe geurgevoelige objecten worden gebouwd.
- Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
- de gebiedsaanduiding ´milieuzone-geurzone´ opgeheven wordt, indien de aanwezige geurhinderlijke inrichting gesaneerd is, dan wel uit nader onderzoek is gebleken dat de aanwezige geurhinderlijke inrichting buiten werking is gesteld, of
- in die zin dat de gebiedsaanduiding ´milieuzone-geurzone´ verkleind wordt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de geurzone als gevolg van een wijziging in een geurhinderlijke inrichting kleiner is geworden.
29.5 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
- Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water.
- Uitsluitend mag bebouwing worden opgericht welke noodzakelijk is in verband met de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water.
- Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub b ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.
29.6 milieuzone - waterwingebied
- Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden mede bestemd voor de winning van (drink)water uit het grondwater.
- Uitsluitend mag bebouwing worden opgericht welke noodzakelijk is in verband met de openbare drinkwaterwinning.
- Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub b ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het winnen van drinkwater en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.
29.7 ecologische hoofdstructuur
29.8 reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' geldt dat uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet mogelijk is.
29.9 veiligheidszone - lpg
- In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
- Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a. voor het bouwen van beperkt kwetsbare objecten ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' indien de ontwikkeling om zwaarwegende redenen plaatsvindt en uit het oogpunt van het groepsrisico verantwoord wordt geacht.
- Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' wordt verwijderd, mits de betreffende risicovolle inrichting/activiteit (bestaande uit een lpg-vulpunt, lpg-reservoir en lpg-afleverinstallatie) niet meer aanwezig is;
- de omvang en situering van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' wordt gewijzigd indien:
- de hoedanigheid van de betreffende risicovolle functie is gewijzigd;
- de ligging van de zone is afgestemd op de risicocontouren ingevolge de van toepassing zijnde wettelijke regels.
29.10 vrijwaringszone - vaarweg
- Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden gebouwd, met uitzondering van de met vaarweg verband houdende bouwwerken.
- Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a voor het bouwen van een bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg', mits door de bouw van deze bebouwing de belangen van de vaarweg niet onevenredig worden geschaad. Daartoe dient vooraf Rijkswaterstaat te worden gehoord.
- De in sub b. bedoelde omgevingsvergunning wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bebouwing die bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen.
29.11 'vrijwaringszone - weg 0-25 meter' en 'vrijwaringszone - weg 25-50 meter'
29.12 wetgevingszone - wijzigingsgebied
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding ‘wetgevingszone – wijzigingsgebied’ het plan te wijzigen naar de bestemming ‘Natuur’, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- de functie van aangrenzende gronden en bebouwing niet onevenredig wordt belemmerd;
- de gerechtigden ten aanzien van de betreffende gronden zulks wensen.
Artikel 30 Algemene Afwijkingsregels
30.1 Afwijken van de regels
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken:
- voor het overschrijden van in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels al anderszins kan worden afgeweken;
- voor het in geringe mate overschrijden van het bouwvlak, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- voor de bouw van een luifel of erker aan de voorgevel van een hoofdgebouw, mits:
- de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
- de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de voorgevel van het hoofdgebouw;
- de hoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
- er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid;
- de luifel of erker stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
- voor de bouw van openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, mits:
- het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 25 m²;
- er sprake is van maximaal één bouwlaag;
- de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m;
- het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde tot maximaal 5 m, mits:
- de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast;
- de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving gewaarborgd wordt;
- ten behoeve van het oprichten van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 20 m;
- ten behoeve van het oprichten van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot maximaal 40 m.
30.2 Paardenbakken
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in de artikelen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden' en 'Wonen' ten behoeve van het realiseren van een paardenbak buiten het bestemmingsvlak van de bestemming 'Wonen' en buiten het bouwvlak van de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden', met dien verstande dat:
- de paardenbak achter de voorgevelrooilijn van de (bedrijfs)woning, aansluitend aan bestaande bebouwing dan wel direct aansluitend aan achterzijde van bouwperceel, dient te worden gesitueerd;
- de oppervlakte van een paardenbak behorende bij een woning niet meer mag bedragen dan 800 m²;
- de oppervlakte van een paardenbak behorende bij een agrarisch bedrijf niet meer mag bedragen dan 1200 m²;
- de afstand van de paardenbak tot de (bedrijfs)woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
- er maximaal 1 paardenbak per (bedrijfs)woning is toegestaan;
- een stapmolen bij de paardenbak buiten het bouwvlak of bestemmingsvlak niet is toegestaan;
- de bouwhoogte van de omheining bij de paardenbak niet meer dan 1,80 m bedraagt;
- lichtmasten bij paardenbak buiten het bouwvlak of het bestemmingsvlak zijn niet toegestaan;
- aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 33 lid 2.3;
- de afstand van de paardenbak tot beschermde gebieden op grond van Natuurbeschermingswet 1998 niet minder dan 100 m. mag bedragen;
- er mag geen sprake mag zijn van onevenredige hinder voor omwonenden dan wel geen sprake van schade aan aangrenzende natuur- en landschapswaarden.
Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels
31.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van:
- overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
- overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- de overschrijdingen als bedoeld sub a en b mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
31.2 Functieverandering
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' en de bouwpercelen binnen de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden' te wijzigen te behoeve van het toestaan van de functies die zijn genoemd in bijlage 1 'Staat van bedrijfsactiviteiten' en bijlage 2 'Nevenactiviteiten/functieveranderingen', mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- de oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de nieuw te realiseren activiteit mag niet meer bedragen dan 500 m², dan wel de bestaande oppervlakte binnen de bestemming 'Bedrijf' indien deze meer bedraagt dan 500 m²;
- de overtollige bebouwing, niet zijnde de voormalige bedrijfswoning met de daarbij behorende bouwwerken en monumentale bebouwing, dient te worden gesloopt;
- aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 33 lid 2.3;
- er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
- buitenopslag is niet toegestaan;
- detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de nieuw te realiseren activiteit in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen, tot een maximale omvang van 150 m²;
- er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- de stedenbouwkundige situatie;
- de waterhuishoudkundige situatie/hydrologie;
- bij een wijziging van de gronden welke niet zijn voorzien van de bestemming 'Bedrijf' naar een functie welke is opgenomen in bijlage 1 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten uit categorie 1 en 2, welke zijn opgenomen in bijlage 1 'Staat van bedrijfsactiviteiten' toegestaan, niet zijnde geluidzoneringsplichtige inrichtingen of risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat mestbewerkingsbedrijven en mestverwerkingsbedrijven niet zijn toegestaan;
- bij een wijziging naar een minicamping gelden de volgende regels:
- de oppervlakte van het perceel dient minimaal 0,5 ha te bedragen;
- maximaal 25 kampeermiddelen zijn toegestaan in de voormalige gemeente Echt;
- maximaal 25 kampeermiddelen zijn toegestaan in de voormalige gemeente Susteren, mits:
- parkeren op eigen erf plaatsvindt;
- de kampeermiddelen buiten het seizoen worden verwijderd;
- de minicamping enkel is toegestaan in de periode van 1 maart tot 31 oktober;
- aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 33 lid 2.3.
- parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden, tenzij op een andere wijze in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.
Artikel 32 Algemene Procedureregels
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
- het ontwerpbesluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende zes weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie;
- burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid;
- in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders;
- indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;
- burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 33 Overige Regels
33.1 Voorrangsregels
33.2 Kwaliteitsregels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 34 Overgangsrecht
34.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
34.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 35 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Grensmaas 2016'.