KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf - 1
Artikel 5 Bedrijf - 2
Artikel 6 Bedrijf - 3
Artikel 7 Bedrijf - 4
Artikel 8 Bedrijf - 5
Artikel 9 Bedrijf - Brandweerkazerne
Artikel 10 Bedrijf - Grondstoffenwinning
Artikel 11 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 12 Bedrijf - Perifere Detailhandel
Artikel 13 Bedrijventerrein - Automotive
Artikel 14 Bedrijventerrein - Businesspark Midden-limburg
Artikel 15 Bedrijventerrein - De Berk
Artikel 16 Bedrijventerrein - De Loop
Artikel 17 Bedrijventerrein - De Valk Noord
Artikel 18 Bedrijventerrein - Dieterderweg
Artikel 19 Bedrijventerrein - Poort Van Echt
Artikel 20 Bedrijventerrein - Wolfskoul
Artikel 21 Centrum - 1
Artikel 22 Centrum - 2
Artikel 23 Centrum - Echt
Artikel 24 Centrum - Susteren
Artikel 25 Cultuur En Ontspanning
Artikel 26 Detailhandel
Artikel 27 Detailhandel - Foodmarkt
Artikel 28 Dienstverlening
Artikel 29 Gemengd
Artikel 30 Gemengd - Aanloopgebied
Artikel 31 Gemengd - De Valk
Artikel 32 Gemengd - Leisurepark
Artikel 33 Groen
Artikel 34 Horeca
Artikel 35 Kantoor
Artikel 36 Maatschappelijk
Artikel 37 Natuur
Artikel 38 Natuur - Natuur Na Ontgronding/opvulling
Artikel 39 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 40 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 41 Sport
Artikel 42 Sport - De Bandert
Artikel 43 Verkeer
Artikel 44 Verkeer - Railverkeer
Artikel 45 Water
Artikel 46 Wonen - Buitengebied
Artikel 47 Wonen - Landgoed
Artikel 48 Wonen - Stedelijk
Artikel 49 Wonen - Uit Te Werken 1
Artikel 50 Wonen - Uit Te Werken 2
Artikel 51 Leiding
Artikel 52 Leiding - Hoogspanningsverbinding (Bovengronds)
Artikel 53 Leiding - Hoogspanningsverbinding (Ondergronds)
Artikel 54 Leiding - Ondergronds
Artikel 55 Waarde - Aardkundige Waarde
Artikel 56 Waarde - Archeologie 1
Artikel 57 Waarde - Archeologie 2
Artikel 58 Waarde - Archeologie 3
Artikel 59 Waarde - Archeologie 4
Artikel 60 Waarde - Archeologie 5
Artikel 61 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 62 Waterstaat - Beschermingszone Waterkering
Artikel 63 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed
Artikel 64 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed
Artikel 65 Waterstaat - Waterkering
Artikel 66 Waterstaat - Waterlopen
3 Algemene Regels
Artikel 67 Anti-dubbeltelregel
Artikel 68 Algemene Bouwregels
Artikel 69 Algemene Gebruiksregels
Artikel 70 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 71 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 72 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 73 Algemene Procedureregels
Artikel 74 Overige Regels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 75 Overgangsrecht
Artikel 76 Slotregel

Initieel Omgevingsplan Echt-Susteren

Bestemmingsplan - Gemeente Echt-Susteren

Vastgesteld op 11-12-2024 - vastgesteld

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het 'Initieel Omgevingsplan Echt-Susteren' met identificatienummer NL.IMRO.1711.BP20230993-VG01 van de gemeente Echt-Susteren.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aan huis verbonden bedrijf:

bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2 van bijlage 1 t/m 9 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' zoals opgenomen bij de regels van een bestemmingsplan, dan wel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de eigenaar(s)/gebruiker(s) van de woning dan wel een persoon met een verwantschap in de eerste graad met de eigenaar(s)/gebruiker(s), met uitzondering van een seksinrichting.

1.4 aan huis verbonden beroep:

een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de eigenaar(s)/gebruiker(s) van de woning dan wel een persoon met een verwantschap in de eerste graad met de eigenaar(s)/gebruiker(s), waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris, adviseur, therapeut, accountant of advocaat, evenwel met uitzondering van prostitutie.

1.5 aaneengebouwde woning

een woning die onderdeel uitmaakt van een rij van minimaal drie aan elkaar gebouwde woningen.

1.6 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.7 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.8 aardgasloos:

zonder aansluiting op het aardgasnet.

1.9 aardkundig ensemble:

gebied met specifieke landschappelijke kenmerken die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze van het gebied.

1.10 aardkundige waarde:

die onderdelen van het landschap die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze van het gebied. Deze onderdelen kunnen worden verdeeld in 4 subgroepen:
  1. Geologie: Opbouw van de aarde onder het aardoppervlak.
  2. Geomorfologie: Vormen van het aardoppervlak
  3. Hydrologie: Gedrag en eigenschappen van water in en op het aardoppervlak.
  4. Bodemkunde: Verschillende grondsoorten en hun ontstaanswijze.

1.11 achtererfgebied:

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1,00 m van de voorkant van het hoofdgebouw.

1.12 achtergevel:

gevel aan de achterkant van een gebouw.

1.13 achtergevelrooilijn:

de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, dan wel indien er geen sprake is van een bouwvlak, de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw, zonder bijbehorende bouwwerken.

1.14 afhankelijke woonruimte:

een onderdeel van het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

1.15 agrarisch adviseur:

een door de gemeente aan te wijzen onafhankelijke adviseur of adviesorganisatie, gespecialiseerd in
bedrijfsvoering in de agrarische sector.

1.16 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van:
  1. het telen van gewassen, waaronder mede begrepen houtteelt en/of;
  2. het houden van dieren;
met dien verstande dat maneges, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven worden aangemerkt.

1.17 agrarisch nevenbedrijf:

  • een bedrijf dat is gericht op het leveren van goederen aan uitsluitend of overwegend agrarische bedrijven en/of het opslaan van producten, niet zijnde mest, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, ofwel;
  • een bedrijf dat is gericht op de verwerking en bewerking van agrarische producten, niet zijnde mest, ofwel;
  • een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur (zoals loonbedrijven).

1.18 agrarische deskundige/adviseur:

een onafhankelijk deskundige op het gebied van de agrarische bedrijfsvoering.

1.19 ambacht(elijke):

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht.

1.20 ambachtelijke bedrijven in de foodsector:

bedrijven die op originele of traditionele wijze producten ten behoeve van de foodsector produceren, zoals een kleine stadsbrouwerij of een ijsmakerij, waarbij de producten ook ter plaatse genuttigd, afgehaald en verkocht kunnen worden.

1.21 ambulancepost:

een voertuigstalling voor ambulances en bijbehorende voorzieningen, zoals kantoorruimtes, een kantine, sanitaire voorzieningen, kleedkamers, opslagruimtes en technische ruimtes.

1.22 AMK-terrein:

een archeologisch terrein (monument) waaraan door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed een waardering is toegekend en dat als zodanig is aangeduid op de Archeologische Monumentenkaart (AMK).

1.23 antennedrager:

antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.24 antenne-installatie:

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.25 arbeidsmigrantenhuisvesting:

het huisvesten van legale werknemers van bedrijven, die tijdelijk in Nederland verblijven.

1.26 archeologische monumentenzorg:

zorg die zich richt op het optimaal beheer van de bodem als unieke bron van informatie over de geschiedenis van Nederland.

1.27 archeologisch verwachtingsvol gebied:

door burgemeester en wethouders aangewezen terrein waarvan op grond van historische gegevens of door archeologische vondsten en onderzoek vermoed wordt dat het van algemeen belang is wegens zijn betekenis voor de archeologische monumentenzorg.

1.28 archeologische verwachtingswaarde:

de kans (hoog, middelhoog of laag) op het aantreffen van archeologische waarden (vondsten en/of informatie) in een gebied, gebaseerd op onder andere bodemtypen, relatieve hoogtes en bekende archeologische vindplaatsen.

1.29 archeologische waarden:

cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, dat als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigt.

1.30 automotive industrie:

bedrijven waarvan de bedrijfsactiviteiten zijn gericht op de productie van auto's of andere motorvoertuigen, bestaande uit:
  • productieactiviteiten, waaronder pers-, las-, lak- en assemblageactiviteiten;
  • aan de productieactiviteiten verbonden activiteiten, waaronder opslag van grondstoffen en materialen, stalling en transport van geproduceerde motorvoertuigen en logistieke activiteiten; en
  • ondersteunende activiteiten, waaronder kantooractiviteiten en administratieve activiteiten.

1.31 baliefunctie:

een (onderdeel van een) kantooractiviteit, of dienstverlening, waarvoor kenmerkend is dat de (economische) activiteit is gericht op structureel contact met publiek in een daarvoor bestemd en daartoe voor het publiek toegankelijk (deel van een) gebouw.

1.32 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.33 bebouwingspercentage:

een percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de planregels anders is bepaald.

1.34 bed & breakfast:

een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid van kortdurend toeristisch verblijf inclusief het serveren van een ontbijt, niet zijnde een hotel, pension of ander bedrijf, waarbij het aanbod zich beperkt tot overnachtingsmogelijkheid voor maximaal vier personen. Een bed & breakfast-voorziening is ondergeschikt aan de woonfunctie (binnen een woonbestemming of een agrarische bedrijfsbestemming), is gevestigd in een woonhuis of bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de eigenaar(s) en tevens hoofdbewoner(s) van de betreffende woning. Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan het overnachten noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.

1.35 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.36 bedrijf in segment modern gemengd:

een kleinschalig dan wel middelgroot bedrijf met een gemengd karakter.

1.37 bedrijf in segment, transport, distributie en/of logistiek:

een grootschalig transport- distributie-, en/of logistiek bedrijf waarvoor de nabijheid van transportassen en aansluiting op het autowegennet op korte afstand essentieel is.

1.38 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.39 bedrijfsvloeroppervlak (b.v.o.):

het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.40 bedrijfs-/dienstwoning:

één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor het huishouden van een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.

1.41 beeldbepalend pand of beeldbepalende schoorsteen:

gebouw of schoorsteen die gezien het karakter, de cultuurhistorische waarde en/of de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse van belang is. Bij dit gebouw horen eventueel ook bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde.

De beeldbepalende panden zijn opgenomen in bijlage 57 bij de regels.

1.42 behendigheidsautomaat:

een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt.

1.43 belemmeringenstrook:

een strook grond ter plaatse van en ter weerszijden van de hoogspanningsverbinding die dient om de veiligheid, de bereikbaarheid en het ongestoord functioneren van de verbinding te kunnen garanderen.

1.44 beperkt kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico cq. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.

1.45 bestaand:

  1. bij bouwwerken: bestaand ten tijde van het inwerking treden van het bestemmingsplan, voor zover op een legale wijze tot stand gekomen, met dien verstande dat als bestaand bouwwerk ook worden aangemerkt bouwwerken die na dat tijdstip zijn of mogen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning waarvan de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;
  2. bij gebruik: bestaand ten tijde van het inwerking treden van het bestemmingsplan, voor zover op een legale wijze tot stand gekomen.

1.46 bestaande veehouderij:

intensieve veehouderij die op 1 juni 2004 aanwezig was in overeenstemming met:
  1. de toenmalige bepalingen bij of krachtens de Wet milieubeheer; en
  2. de toenmalige bepalingen bij of krachtens de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waaronder begrepen de overgangsrechtelijke bepalingen van het toenmalig geldende bestemmingsplan, tenzij:
    1. deze intensieve veehouderij op 1 juni 2004 geen wezenlijk onderdeel uitmaakte van de bedrijfsvoering;
    2. deze intensieve veehouderij na 1 juni 2004 feitelijk is beëindigd, voor een periode langer dan een jaar onderbroken is geweest, de daarvoor krachten de Wet milieubeheer benodigde vergunning blijvend is ingetrokken of vervallen of een melding is gedaan dat de intensieve veehouderij structureel is beëindigd.

1.47 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.48 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.49 bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren).

1.50 bijbehorend bouwwerk:

functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd, op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk met een dak.

1.51 bijzonder kwetsbaar object:

een kwetsbaar object dat bestemd is voor mensen die niet of niet goed in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen en bescherming te zoeken als gevaar dreigt. Dit beperkte of afwezige vermogen is het gevolg van geestelijke en of lichamelijke en of ruimtelijke beperkingen.

Bijzondere kwetsbare objecten zijn bijvoorbeeld:
  1. kinderdagverblijven;
  2. zorgwoningen;
  3. bejaarden tehuizen/ woon-zorgcomplexen;
  4. psychiatrische inrichtingen.

1.52 bijzondere woonruimte:

woonruimte waarin, al dan niet zelfstandige, woningen en gemeenschappelijke voorzieningen zijn opgenomen, zoals een bejaardenhuis, woonzorgcomplex of daarmee gelijk te stellen voorzieningen.

1.53 bodemverstorende activiteiten:

het plegen van ingrepen die de bestemming van de grond veranderen en/of waardoor het grondwaterpeil verandert of het uitvoeren van grondbewerkingen.

1.54 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.55 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.56 bouwhistorisch onderzoek:

in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument of beeldbepalend pand, overeenkomstig de door het college te stellen eisen.

1.57 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping.

1.58 bouwmarkt:

een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf met een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelf producten dat aan zowel vakman als particulier uit voorraad wordt aangeboden op basis van zelfbediening.

1.59 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.60 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.61 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.62 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.63 bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van opslagdoeleinden

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die bij de aard van de bestemming passen, waaronder keerwanden, verlichtingsmasten, puinbrekers, weegbruggen, sproeiinstallaties en menginstallaties.

1.64 buisleiding:

holle buis voor het doorstromen van gassen, vloeistoffen of capsules, bestemd om hetzij een gas, een vloeistof of capsules te transporteren, hetzij een vloeistof als intermediair te gebruiken voor het transport van warmte of een opgeloste of verpulverde stof.

1.65 buitenopslag

het opslaan, of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstraling ten verkoop, verhuur en degelijke.

1.66 calamiteitenweg:

een weg of verhard oppervlak die bedoeld en geschikt is voor nood- en hulpdiensten, zoals ambulances en brandweerwagens.

1.67 casco-restauratie:

de restauratie van de gevels en ornamenten, dakconstructie, muurplaten en met inachtneming van het goedgekeurde restauratieplan.

1.68 clublokaal:

een verenigingsgebouw om gezamenlijk een wetenschap of vrijetijdsbesteding te beoefenen.

1.69 crematorium:

inrichting voor lijkverbranding.

1.70 cultureel erfgoed:

structuren en landschappelijke elementen met betrekking tot bouwkundig erfgoed, historische groenwaarden, historisch-geografisch erfgoed en het archeologisch erfgoed waaraan de vroegere ontginnings- en bewoningsgeschiedenis nog goed afleesbaar zijn.

1.71 cultuur en ontspanning:

kleinschalige culturele en cultuur-educatieve - al dan niet commerciële - activiteiten met het accent op kunst, literatuur, toneel, muziek en maatschappij.

1.72 cultuurhistorisch basisonderzoek:

het rapport waarin is opgenomen met welke cultuurhistorische en aardkundige waarden in de gemeente rekening gehouden moet worden. Het betreft het rapport 'Fraaie landstreken, belangrijke wandelingen en indrukwekkende gedenktekens. Een cultuurhistorische en aardkundige waardenkaart van de gemeente Echt-Susteren' d.d. 24 februari 2015.

1.73 cultuurhistorisch ensemble:

een ruimtelijk en inhoudelijk samenhangend geheel van cultuurhistorisch waardevolle objecten, structuren en/of zones.

1.74 cultuurhistorisch onderzoek:

in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de cultuurhistorische waarden van een monument of beeldbepalend pand, een complex van monumenten en/of beeldbepalende panden en/of een gebied, overeenkomstig de door het college te stellen eisen.

1.75 cultuurhistorische waarde:

de aan een bouwwerk en/of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van gronden en gebouwen, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het slotenpatroon of de architectuur; onder cultuurhistorische waarden worden mede verstaan:
  1. de stedenbouwkundige waarden of waarden van de gebouwde (of: bebouwde) omgeving;
  2. de historische landschapswaarden, aardkundige waarden of historisch-geografische waarden.

1.76 cultuurhistorische waardenkaart:

de kaart waarop de in de gemeente aanwezige cultuurhistorische waarden zijn aangegeven met betrekking tot het (steden)bouwkundig erfgoed, het historisch erfgoed en de historische groenwaarden.

1.77 cultuurhuis:

een gemeenschapscentrum waarin voorzieningen op het gebied van cultuur, informatie, educatieve, creativiteit, welzijn en horeca, al dan niet in combinatie met zaalverhuur, elkaar ontmoeten en versterken.

1.78 dagbesteding:

opvang, zorg en/of begeleiding wordt geboden aan personen (deelnemers) met beperkingen, zonder dat er sprake is van bewoning.

1.79 dagperiode:

van 7:00 in de ochtend tot 19:00 in de avond.

1.80 dagrecreatie:

recreatief gebruik van gronden voor een periode niet langer dan een dag.

1.81 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, dit met uitzondering van een supermarkt.

1.82 detailhandel ABC-goederen:

  1. detailhandel in transportartikelen waaronder in ieder geval auto's, boten, caravans, alsmede qua aard en omvang vergelijkbare artikelen zoals motoren, aanhangwagens en paardentrailers;
  2. detailhandel in autoaccessoires en -materialen (in relatie met inbouw).

1.83 detailhandel in volumineuze goederen:

detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans) en daarmee vergelijkbare goederen die vanwege hun omvang en aard een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, waaronder in elk geval niet begrepen tuincentra, bouwmarkten, keukens en sanitair en woninginrichting (waaronder meubels).

1.84 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische of maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.

1.85 dienstverlening:

het verlenen van economische, (para-)medische en maatschappelijke diensten aan derden, waarbij een rechtstreekse relatie bestaat met het publiek, zoals reisbureaus, bankinstellingen, postkantoren, verzekerings- en/of administratiekantoren, makelaarskantoren, advocaten- en/of notariskantoren, uitzendbureaus, apotheken, praktijkvestigingen voor tandtechniek, kapsalons, schoonheidssalons, nagelstudio's, schoenmakerijen, kleermakerijen en video-/dvd-verhuurbedrijven, fotostudio's en hondentrimsalons.

1.86 dierenasiel:

een niet-agrarisch bedrijf, dat is gericht op het tijdelijk opvangen en verzorgen van dieren om deze vervolgens weer te herplaatsen bij een derde, waaronder mede begrepen wordt het terugplaatsen bij degene die het dier tijdelijk heeft afgestaan.

1.87 dove gevel:

  1. Gouverneur Houbenstraat 1:
    een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.
  2. Molenveldweg 6 en Kempstraat ong.:
    een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de maximale geluidsbelasting (piekgeluid) in de nachtperiode van die constructie en 45 dB(A), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.

1.88 e-commerce:

een vorm van bedrijfsvoering waarbij een bedrijf uitsluitend goederen aan particulieren verhandelt door middel van contact met die particulieren, dat uitsluitend verloopt via e-mail, fax, internet, post of telefoon, waardoor geen handelswaren op het bedrijf worden aangeprezen en waarbij het bedrijfspand geen uitstraling heeft van een winkelpand en de goederen niet uitstalt ten verkoop, en daarmee een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de bedrijvenfunctie, zijnde een magazijn en/of opslag van goederen ten behoeve van de op grond van de bestemming toegelaten bedrijven.

1.89 e-fulfilment:

een vorm van bedrijfsvoering waarbij een bedrijf uitsluitend de bedrijfsmatige handelingen verricht, gericht op het in behandeling nemen van bestellingen, inslag en opslag, verzamelen, verpakken en verzenden van goederen naar de klant en daarmee geen ruimtelijke uitstraling heeft van een winkelpand en geen klanten ontvangt.

1.90 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond.

1.91 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

1.92 erker:

een ondergeschikte transparante toevoeging aan de wegzijde op de begane grond.

1.93 erotisch getint horecabedrijf:

een horecabedrijf dat tot doel heeft het daarbinnen doen plaatsvinden van handelingen, voorstellingen en/ of vertoningen van porno-erotische aard en tevens het bedrijfsmatig, ten behoeve van verbruik ter plaatse, verstrekken van alcoholische dranken.

1.94 escortbedrijf:

het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.

1.95 evenement:

periodieke en/of incidentele manifestaties, zoals concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen en shows, waarbij sprake is van onversterkte muziek dan wel van mechanisch versterkte muziek met een versterkt geluidniveau van maximaal 70 dB(A) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden of van een ander geluidgevoelig gebouw.

1.96 extensief dagrecreatief medegebruik:

alle vormen van recreatief medegebruik die wat betreft hun lage intensiteit, beperkte omvang en frequentie inpasbaar zijn en gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen en vissen.

1.97 foodmarkt:

een gecombineerde supermarkt (met een minimale winkelverkoopvloeroppervlakte van 2.000 m²) en foodcafé (met een minimale winkelverkoopvloeroppervlakte van 125 m²) die in één ruimte zijn samengebracht en in verbinding met elkaar staan (met een totale minimale winkelverkoopvloeroppervlakte van 2.125 m²) en waar voedsel en drank ter plaatse zichtbaar voor bezoekers worden bereid en/of samengesteld om mee te nemen of in het foodcafé te nuttigen.

1.98 foodcafé:

een horecabedrijf dat samen met een supermarkt onderdeel uitmaakt van een foodmarkt en behoort tot horeca categorie 1, met dien verstande dat het hierbij gaat om in de foodmarkt bereide en/of samengestelde maaltijden en/of etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank die ter plaatse worden verstrekt en in het foodcafé worden genuttigd.

1.99 foodgerelateerde detailhandel:

detailhandel, met dien verstande dat het hierbij uitsluitend gaat om voedsel en drank.

1.100 functie:

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.

1.101 garage:

een gebouw ten behoeve van het overdekt stallen van (motor)voertuigen.

1.102 garagebox:

een ruimte ten behoeve van het overdekt stallen van (motor)voertuigen.

1.103 gebiedseigen beplanting:

beplanting met de kwaliteit die van nature voorkomt in een gebied.

1.104 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.105 gebruiksgerichte paardenhouderij:

een bedrijfsmatige paardenhouderij die uitsluitend of in hoofdzaak gericht op het africhten en trainen van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden (pensionstalling), het geven van instructie aan derden, het trainen van paarden en uitbrengen in de sport, verhuur van diensten met behulp van paarden en de in- en verkoop van paarden, niet zijnde een manege.

1.106 geluidgevoelige objecten:

  1. geluidgevoelige gebouwen, zijnde:
    1. woningen;
    2. onderwijsgebouwen;
    3. kinderdagverblijven;
    4. ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen en psychiatrische inrichtingen;
  2. geluidgevoelige terreinen, zijnde:
    1. woonwagenstandplaatsen;
    2. ligplaatsen voor woonschepen.

1.107 geluidscherm:

een geluidwerende voorziening in de vorm van een scherm of afscheiding.

1.108 geluidwal:

een geluidwerende voorziening in de vorm van een grondwal met eventuele begroeiing.

1.109 geluidwerende voorzieningen

(gebouwde) voorziening ten behoeve van de wering van het geluid, zoals een geluidswal of geluidscherm.

1.110 geluidzone van een industrieterrein:

zone rond een industrieterrein waarbuiten de geluidbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.

1.111 geluidzoneringsplichtige inrichting:

een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone als bedoeld in die wet moet worden vastgesteld.

1.112 gestapelde woningen:

boven dan wel beneden (en eventueel ook naast) elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegang, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.

1.113 gevelrooilijn:

de denkbeeldige lijn waarin de gevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.

1.114 GKM (Gemeentelijk Kwaliteitsmenu):

een vorm van ontwikkelingsplanologie, vastgelegd in de 'Structuurvisie Echt-Susteren 2012-2025', die erop gericht is om (op beperkte schaal) ontwikkelingen mogelijk te maken in het buitengebied, terwijl tegelijkertijd de ruimtelijke kwaliteit van dat buitengebied wordt verbeterd. In Echt-Susteren is het GKM op onderdelen verbreed naar het stedelijk gebied.

1.115 graft:

een steile rand, al dan niet begroeid met bos of struikgewas op hellingen.

1.116 grond(en):

de onder- en bovengrond op verschillende niveaus, alsmede water, de territoriale zee en de exclusieve economische zone daaronder begrepen.

1.117 grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf waarbij voor de bedrijfsvoering hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond.

1.118 grondgebonden veehouderij:

het bedrijfsmatig houden van dieren waarbij voor de bedrijfsvoering hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond. Waar in dit bestemmingsplan wordt gesproken over grondgebonden veehouderij wordt in principe gedoeld op het hebben van een bedrijfsmatige tak van melkvee, schapenhouderij, paardenhouderij (voorzover deze paardenhouderij niet gebruiksgericht is).

1.119 groothandel (met showroom):

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers danwel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.120 grootschalige detailhandel:

detailhandelsvestiging met een vloeroppervlak vanaf 1.000 m² b.v.o. die, vanwege de te verwachten verkeersaantrekkende werking, behoefte heeft aan ruime parkeerfaciliteiten en voldoende fysieke ruimte voor de logistieke afwikkeling.

1.121 hobbymatig agrarisch gebruik:

het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren op niet bedrijfsmatige wijze.

1.122 hondenuitlaatplaats:

een begrensd en als zodanig aangeduid deel van een openbare groenvoorziening waar honden uitgelaten kunnen worden en waar de uitwerpselen van honden niet opgeruimd hoeven te worden door degene die de hond uitlaat.

1.123 hoofdgebouw:

een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.124 hoogspanningsverbinding:

een ondergrondse of bovengrondse verbinding met een spanningsniveau hoger dan 110 kV.

1.125 hoogzit:

een uitkijkpunt in de natuur voor het waarnemen en/of afschieten van wild.

1.126 horeca (bedrijf):

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.127 horeca, categorie 1:

een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt, alsmede een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood- en broodjeszaken/lunchroom, konditorei, ijssalon/ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels.

1.128 horeca, categorie 2:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) die de gelegenheid biedt tot dansen. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar, restaurant en afhaalcentrum.

1.129 horeca, categorie 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking ven dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nachtcafé en een zalencentrum (met nachtvergunning).

1.130 horeca, categorie 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.

1.131 horecagebruiksruimte:

ruimte die wordt gebruikt voor het schenken van dranken en verstrekken van spijzen, alsmede voor het nuttigen van dranken en spijzen welke ter plaatse worden verstrekt. Keukens en toiletgroepen worden hieronder niet begrepen.

1.132 houtopstand:

begroeiing die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bomen en/of struiken, voor zover niet vallend onder de Boswet en behoudens laagstamfruitbomen en de bijbehorende windsingels.

1.133 hoveniersbedrijf:

een agrarisch verwant bedrijf gericht op het aanleggen en onderhouden van tuinen, parken, bossen en groenvoorzieningen, evenals hieraan gerelateerde infrawerkzaamheden, en op- en overslag van producten.

1.134 huishouden:

een persoon of een groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur en verhuur ten behoeve van arbeidsmigranten wordt daaronder niet begrepen.

1.135 immissiewaarde:

de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) bij de ontvanger (immissiepunt) veroorzaakt door de inrichtingen ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - milieugebruiksruimte -1' en 'overige zone - milieugebruiksruimte -2'.

1.136 industrieel bedrijf:

bedrijf waar grootschalig en met behulp van machines grondstoffen, materialen of goederen geproduceerd worden.

1.137 industrieterrein:

terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen.

1.138 Inkoopstation:

afzonderlijke technische ruimte waar toelevering van zonne-energie vanaf het zonnepark op het openbaar net plaatsvindt.

1.139 intensieve veehouderij:

het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. De dieren worden in stallen of hokken gehouden. Waar in dit bestemmingsplan wordt gesproken over intensieve veehouderij wordt in principe gedoeld op het hebben van een bedrijfsmatige tak van varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor de roodvleesproductie, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders (waarvoor een omgevingsvergunning is verleend). De melkveehouderij wordt niet als intensieve veehouderij beschouwd.

1.140 internetwinkel:

Een internetwinkel is een specifieke vorm van detailhandel, waarbij verkoop van goederen plaatsvindt na bestelling op internet. Er zijn vier verschillende categorieën internetwinkels (webwinkels) te onderscheiden, waarvan twee zonder fysieke bezoekmogelijkheid en twee met fysieke bezoekmogelijkheid:
Internetwinkels zonder fysieke bezoekmogelijkheid
  • categorie A: een internetwinkel waar alleen een elektronische transactie tot stand komt en waar alle klantcontacten en transacties digitaal verlopen en er geen fysieke opslag en verzending van goederen plaatsvindt;
  • categorie B: een internetwinkel met opslag– en verzendfunctie; een internetwinkel als bedoeld onder A, waar tevens fysieke opslag en verzending van goederen plaatsvindt. Deze verzending geschiedt uitsluitend per post.
Internetwinkels met fysieke bezoekmogelijkheid:
  • categorie C: een afhaalpunt: een locatie waar een klant uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van uitsluitend bestelde goederen plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten behoeve van verkoop en/of overige activiteiten;
  • categorie D: een internetwinkel met afhaalmogelijkheid en de mogelijkheid om goederen uit te stallen, te passen en/of te bekijken met de daarbij behorende opslag en logistiek. Functioneel is deze internetwinkel vergelijkbaar met reguliere detailhandel.

1.141 inwoning:

het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken.

1.142 jongeren ontmoetingsplaats (JOP)

een door het bevoegd gezag als zodanig aangewezen of ingerichte voor jongeren bedoelde openbare locatie, al dan niet met voorzieningen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.143 kamerbewoning:

het gebruik van een hoofdgebouw of met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken door meer dan twee onzelfstandige huishoudens.

1.144 kamerverhuur:

het verhuren van (een) kamer(s) in een woning, waarbij de eigenaar het hoofdverblijf heeft in dezelfde woning als waar de kamerverhuur plaatsvindt. Kenmerkend voor kamerverhuur is dat de bewoner/huurder van een wooneenheid de toiletruimte, badruimte en de keuken deelt met de eigenaar/hoofdgebruiker van de woning.

1.145 kampeermiddel:

  1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
  2. enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,
één en ander voorzover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebuikt voor (niet-permanent) recreatief nachtverblijf.

1.146 kantoor- / praktijkruimte:

een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve, (para)medische en/of ontwerptechnische arbeid.

1.147 kennel:

een niet-agrarisch bedrijf, dat is gericht op het fokken, verzorgen en verhandelen van honden en/of katten.

1.148 karakteristiek:

alle beeldbepalende panden, welke zijn opgenomen in bijlage 57 (Beeldbepalende panden en schoorsteen) bij de regels.

1.149 kinderopvang:

verzamelterm voor verschillende mogelijkheden om jonge kinderen in een georganiseerd verband een ontwikkelingsgericht aanbod te bieden. Het gaat dan om momenten dat de ouders werken, studeren of als kinderen een taal- of ontwikkelingsachterstand hebben.

1.150 kunstwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde van weg- of waterbouwkundige aard, zoals een brug, een viaduct, een duiker, een keerwand, beschoeiing of een kademuur.

1.151 kwetsbaar objecten:

  1. woningen, woonschepen en woonwagens, met uitzondering van:
    1. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
    2. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
  2. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. scholen;
    3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object;
    2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m² bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
  4. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.

1.152 lage teeltondersteunende voorzieningen:

bouwwerken of andere werken met een maximale hoogte van 1,5 meter, overwegend voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend of ander beschermend materiaal die dienen tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, groenten, bloemen, bloembollen, planten of bomen alsmede, in voorkomende gevallen, tot bescherming van de omgeving en/of bodem tegen milieubelastende stoffen.

1.153 land- en tuinbouwcentrum:

verkoop van non-food, agro-georiënteerde en agrarisch getinte artikelen, waarin het hoofdaccent gericht is op:
  1. doe-het-zelf-producten;
  2. planten- en tuinartikelen;
  3. diervoeders.

1.154 landgoed:

een functionele eenheid, met een landschappelijke, economische en sociale samenhang, waarop één of meer landhuizen met een karakteristieke verschijningsvorm zijn gesitueerd, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Natuurschoonwet 1928.

1.155 landhuis:

een woning met een karakteristieke verschijningsvorm, onderdeel uitmakend van een landgoed.

1.156 landschappelijke inpassing:

het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing, infrastructuur en beplanting, rekening houdend met de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden om zo te komen tot een landschappelijke inpassing van nieuwe bebouwing en nieuwe infrastructuur die recht doet aan de kwaliteit en de beleving van het landschap.

1.157 landschappelijke waarden:

bijzondere landschappelijk kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.

1.158 landschapselement:

beplanting die om esthetische, cultuurhistorische of ecologische redenen van waarde en algemeen belang wordt geacht in zijn ruimtelijke context.

1.159 langzaam verkeer:

weggebruikers die zich slechts met een geringe of beperkte snelheid plegen voort te bewegen, zoals voetgangers. Fietsers en bromfietsers, met dien verstande dat landbouwvoertuigen hier niet als langzaam verkeer worden beschouwd.

1.160 lichaamsverzorgende activiteit:

activiteit gericht op het op peil houden of verbeteren van de conditie van het lichaam, zoals deze onder meer plaatsvindt in sportscholen, fitnesscentra en beautysalons.

1.161 lichte bedrijvigheid:

het op ambachtelijke wijze vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of diensten in de vorm van bedrijven die voorkomen in de van deze regels deel uitmakende categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten.

1.162 living lab:

het ontwikkelen van oplossingen op het gebied van:
  1. duurzaamheid;
  2. zorginnovatie;
  3. domotica;
  4. comfortabel wonen.

1.163 leisure:

alle (grootschalige) voorzieningen waar tegen betaling een vrijetijdsbesteding voor de consument geboden.

1.164 loon- en mechanisatieactiviteiten:

een bedrijf gericht op het verrichten en leveren van diensten en producten aan agrarische bedrijven (agrarisch loonwerk).

1.165 luidruchtig evenement:

evenement met een luidruchtig karakter door het gebruik maken van versterkte muziek.

1.166 maaiveld:

het grensvlak tussen de ondergrond en de lucht.

1.167 maatschappelijke en culturele voorzieningen:

educatieve, sociaalculturele, levensbeschouwelijke, onderwijs-, religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.168 manege:

een bedrijf, dat is gericht op het verzorgen en dresseren en trainen van paarden voor de ruitersport alsmede het geven van paardrijlessen.

1.169 mantelzorg:

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond. Huisvesting ten behoeve van mantelzorg vindt in of bij een woning plaats en is toegestaan voor één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.

1.170 motorbrandstoffen:

brandstoffen die geschikt zijn voor de aandrijving van verbrandingsmotoren; binnen deze regels valt elektriciteit, als aandrijving van vervoersmiddelen, onder het begrip motorbrandstoffen.

1.171 MTG-waarde:

immissiepunt op de gevel van de woning waarvoor een hogere waarde, zoals bedoeld in artikel 55 van de Wet geluidhinder, is vastgesteld.

1.172 muziekgeluidniveau, bij geluidmeting

Het equivalente geluidsniveau gemeten gedurende tenminste 1 minuut (LAeq, 1 min.) ten gevolge van muziekgeluid exclusief straffactor van 10 dB(A):
  1. gemeten op, horizontaal, een afstand van 2 meter van de gevel van een woning of andere geluidgevoelige bestemming;
  2. bij grondgebonden woningen of geluidgevoelige bestemmingen, gemeten op een hoogte van 1,5 meter ten opzichte van het maaiveld;
  3. bij overige woningen of geluidgevoelige bestemmingen, gemeten op een hoogte van 1,5 meter ten opzichte van het vloerpeil;
  4. het bovenstaande geldt voor zover een geluidgevoelig vertrek grenst aan de desbetreffende gevel.

1.173 muziekgeluidniveau, bij geluidberekening:

Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau, invallend geluid, exclusief bedrijfsduurcorrectie, exclusief 10 dB(A) straffactor voor muziekgeluid en exclusief toepassing van een factor van 5 of 10 dB(A), voor de avond-, respectievelijk de nachtperiode.

1.174 nadere eis:

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.

1.175 NAP:

Nieuw Amsterdams Peil.

1.176 Natuurnetwerk Nederland (NNN)

het Natuurnetwerk Nederland is sinds 2013 de naam van de ecologische hoofdstructuur van Nederland: een samenhangend netwerk van bestaande en toekomstige natuurgebieden.

1.177 Natuurnetwerk Limburg

de Limburse vertaling van een zone die wordt bepaald door het door het Rijk vastgestelde Natuurnetwerk Nederland. Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied. Binnen het Natuurnetwerk heeft de natuur (plant en dier) voorrang wordt deze beschermd. Daarmee wordt voorkomen dat natuurgebieden geïsoleerd komen te liggen en dieren en planten uitsterven en dat de natuurgebieden zo hun waarde verliezen. Het Natuurnetwerk Nederland kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur.

1.178 nevenactiviteit:

  1. nevenactiviteit bij agrarisch: een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel;
  2. nevenactiviteit bij wonen: een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel.

1.179 nieuwvestiging van een intensieve veehouderij:

het vestigen van een intensieve veehouderij op een nieuw agrarisch bouwvlak of op een bestaand agrarisch bouwvlak waar nog geen intensieve veehouderij is gevestigd, met uitzondering van bestaande intensieve veehouderij.

1.180 omgevingsvergunning:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.

1.181 ondergeschikte detailhandel:

detailhandel welke dient ter ondersteuning van de hoofdfunctie en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de detailhandelsfunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.

1.182 ondergeschikte functie:

een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie en daarvan ten dienste staat c.q. daar functioneel mee verbonden is.

1.183 ondergeschikte horeca:

horeca welke dient ter ondersteuning van de hoofdfunctie en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de horecafunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.

1.184 ondergronds bouwwerk:

een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.

1.185 (gewoon) onderhoud, gebruik en beheer:

het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt en de detaillering, profilering en vormgeving gelijk blijft.

1.186 ondersteunende activiteiten (aan een supermarkt):

niet voor publiek toegankelijke activiteiten, die niet zelfstandig functioneren, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de supermarktfunctie ter plaatse dienen en waarbij de ondersteunende activiteiten qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie.

1.187 ondersteunende detailhandel:

beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf of horecavestiging, waarbij het gaat om detailhandel die niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfs- c.q. horecafunctie ter plaatse dient en waarbij de detailhandelsfunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.

1.188 ondersteunende horeca:

horeca welke dient ter ondersteuning van de hoofdfunctie en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de horecafunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.

1.189 onzelfstandige woonruimte

een woning waarbij de was- en kookgelegenheid en het toilet worden gedeeld met andere bewoners.

1.190 openbaar toegankelijk gebied:

weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b., van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.

1.191 open opslag:

het opslaan, of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur en dergelijke.

1.192 opslag 1:

opslag ten behoeve van statische opslag (o.a. caravans of boten).

1.193 opslag 2:

opslag ten behoeve van statische opslag (o.a. caravans of boten) alsmede inpandige opslag t.b.v. handelsdoeleinden en de stalling van maximaal drie (bedrijfs)voertuigen op het buitenterrein.

1.194 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.

1.195 paardenbak:

een niet overdekt terrein ingericht ten behoeve van het paardrijden, met daarbij behorende voorzieningen.

1.196 pand:

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.197 parkeervoorzieningen:

elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.

1.198 patiowoning:

een woning waarbij de (bepalende) buitenruimte geheel of gedeeltelijk is ingesloten door de bouwmassa van de woning, de aangrenzende woning(en) en/of muren zodat een binnenplaats of binnenhof wordt gevormd.

1.199 perceelgrens:

een grenslijn tussen bouwpercelen onderling.

1.200 perifere detailhandel:

detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).

1.201 permanente bewoning:

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.

1.202 plangebied:

de gronden waar dit bestemmingsplan op van toepassing is.

1.203 plangebiedgrens:

de grens van het plangebied.

1.204 (planologisch geregelde) woonfunctie:

een woning binnen een woonbestemming dan wel een woning die in de regels en/of op de verbeelding als zodanig is aangeduid.

1.205 plattelandswoning:

een agrarische bedrijfswoning die wordt bewoond door een niet functioneel met het bedrijf verbonden derde (een en ander als bedoeld in artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) en die niet wordt beschermd tegen de milieugevolgen van het bedrijf waarbij de woning hoort.

1.206 primaire woonruimte:

woonruimte die nodig is voor de huisvesting van één huishouden, zoals woonkamer, slaapkamer, badkamer, keuken en bijkeuken.

1.207 productieactiviteiten voor het vervaardigen van motorvoertuigen:

bedrijfsactiviteiten in de automotive industrie die direct betrekking hebben op het vervaardigen van motorvoertuigen, waarbij de samenstelling, de vorm en/of het uiterlijk van de te vervaardigen motorvoertuigen worden gewijzigd. Hieronder vallen de volgende activiteiten:
  • het persen van onderdelen voor de carrosserie en/of het chassis;
  • carrosseriebouw, inclusief het verrichten van laswerkzaamheden waarbij onderdelen van de carrosserie en/of het chassis aan elkaar worden verbonden;
  • het lakken of spuiten van de carrosserie en/of het chassis;
  • het assembleren van motorvoertuigen door onderdelen te monteren op de carrosserie en/of het chassis.

Aan de productieactiviteiten verbonden activiteiten, waaronder opslag van grondstoffen en materialen, stalling en transport van geproduceerde motorvoertuigen en logistieke activiteiten, en ondersteunende activiteiten, waaronder kantooractiviteiten en administratieve activiteiten, worden niet als productieactiviteiten voor het vervaardigen van motorvoertuigen aangemerkt.

1.208 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, assemblage daaronder niet begrepen, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.209 productiegerichte paardenhouderij:

een bedrijfsmatige paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden, zoals hengstenstations, opfokbedrijven en paarden- en ponyfokbedrijven.

1.210 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.211 recreatiewoning:

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door (het huishouden van) een persoon of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond.

1.212 recreatief medegebruik:

vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.

1.213 relatie:

ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bouwvlakken of bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bouwvlakken of bestemmingsvlakken één vlak vormen.

1.214 risicovolle inrichting:

  1. een inrichting waarvoor ingevolge het besluit externe veiligheid een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij in het bestemmingsplan toegelaten kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, of
  2. een inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid, met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations.

1.215 schietboom:

bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor het kavelen van schutterijen met bijbehorende kogelvanger.

1.216 schuilgelegenheid:

een in het buitengebied gelegen overdekte ruimte, die maximaal aan 3 zijden is omsloten door wanden, waarvan het/de betreffende dier(en) gebruik moet(en) kunnen maken in geval van weidegang, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter uit oogpunt van dierwelzijn en waarbij nabij de schuilgelegenheden geen opslag is toegestaan.

1.217 schutterij:

vereniging die betrekking heeft op de schietsport met buksen.

1.218 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.219 seksuele dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.

1.220 semipermanente overnachtingsvoorzieningen:

  1. een tent, een tentwagen of een kampeerauto;
  2. enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde;
  3. gebouwde voorziening of ander bouwwerk zoals een trekkershut of een tenthuisje, niet zijnde het bepaalde onder a of b;
Eén en ander voorzover de onder a, b en c bedoelde onderkomens of voertuigen worden of kunnen worden gebuikt voor nachtverblijf ten behoeve van één of meerdere personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft.

1.221 setback:

een dakopbouw, die gelegen is op tenminste 1 meter achter de doorgetrokken voorgevel en zijgevels van een woning of woongebouw, met een minimale bouwhoogte van 2,70 meter.

1.222 shortstay-arbeidsmigrantenhuisvesting:

het huisvesten van legale werknemers van bedrijven, die tijdelijk in Nederland verblijven.

1.223 speelautomaat:

een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen.

1.224 speelautomatenhal:

een inrichting of deel van een inrichting, waar bezoekers op speelautomaten, niet zijnde behendigheidsautomaten spelen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder b Wet op de kansspelen.

1.225 speelvoorziening:

een speelplek die met één of meerdere speeltoestellen is ingericht voor de leeftijdscategorie tot circa 12 jaar.

1.226 sport- en/of speelvoorziening:

Een plek die is ingericht als sportvoorziening of als speelvoorziening. Hieronder worden onder andere verstaan: speeltuinen, tennisclubs, voetbalclubs, jeugdverenigingen en schutterijen,
waarbij:
  1. in het geval van speelvoorzieningen:
    • één of meerdere speelvoorziening(en) aanwezig is/zijn voor de leeftijdscategorie tot en met 12 jaar;
    • commerciële speelvoorzieningen zijn uitgesloten.
  2. in het geval van sportvoorzieningen:
    • golfbanen zijn uitgesloten.

1.227 stallingsruimte:

een gebouw voor het stallen van landbouwvoertuigen en materialen e.d. ten behoeve van het beheer en onderhoud van het landgoed.

1.228 standplaats:

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.229 stedenbouwkundige waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met stedenbouwkundige elementen, zoals situatie en infrastructuur, alsmede de ligging van bouwwerken in dat gebied (tot uitdrukking komend in de bouwmassa, hoogtematen, dakvorm en gevelopbouw).

1.230 stroomvoerend rivierbed:

de gronden die bij extreem hoge afvoer van de rivier de Maas onder water staan en die een stroomvoerende functie moeten kunnen vervullen en die worden begrensd door het zomerbed en het gebeid dat voorzien is van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed'.

1.231 Structuurvisie Wonen Midden-Limburg:

de Structuurvisie Wonen Midden-Limburg 2022 t/m 2025 die op 7 juli 2022 is vastgesteld door de gemeenteraad van Echt-Susteren, of diens rechtsopvolger.

1.232 Structuurvisie Echt-Susteren 2025

de Structuurvisie Echt-Susteren 2025, zoals vastgesteld op 31 mei 2018.

1.233 supermarkt:

een zelfbedieningszaak in goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotsmiddelen en dagelijkse levensbenodigdheden inclusief versartikelen zoals groentenmbrood, vlees en zuivelproducten.

1.234 teeltondersteunende voorzieningen:

voorzieningen/constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei en of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel het vervroegen als het verlaten van de teelt ten opzichte van de normale open teelt en/of het beschermen van het gewas tegen weersinvloeden, ziekten en plagen hetgeen leidt tot een beter kwaliteit van het product. De teeltondersteunende voorzieningen dienen ter ondersteuning van de vollegrondsteelt.

1.235 terras:

een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.

1.236 tijdelijke huisvesting seizoenarbeiders:

het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten.

1.237 tijdelijke maatschappelijke voorzieningen:

tijdelijke voorzieningen voor educatieve, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, onderwijs- en religieuze functies, alsmede voor kinderopvang, daklozenopvang, opvang van asielzoekers en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening.

1.238 tijdelijke teeltondersteunende voorziening:

teeltondersteunende voorzieningen die korter dan 6 maanden, al dan niet aaneengesloten in het jaar aanwezig zijn.

1.239 tijdelijke voorzieningen:

onder tijdelijke voorzieningen worden onder andere begrepen: tijdelijke geluidbeperkende constructies in de vorm van zeecontainers en/of grondwallen, kantoorunits, opslagloodsen en werkplaatsen, transportfaciliteiten, ongelijkvloerse kruisingen, verwerkingsbekkens, ringdijken, tijdelijke gronddepots, tijdelijke invaarten, loskades, werkwegen en watergangen. Deze bouwwerken, werken en werkzaamheden zijn noodzakelijk ten behoeve van het project Grensmaas ter bevordering van een goede aan-en afvoer, verwerking en opslag van grondstoffen, dekgronden en van materiaal ter afwerking van de te ontgraven gebieden, het behoud van het woon- en leefmilieu en het in stand houden van de bereikbaarheid en in het kader van directievoering en uitvoering.

1.240 toeleverende en ondersteunende bedrijven voor de automotive industrie:

bedrijven waarvan de bedrijfsactiviteiten zijn gericht op het produceren of assembleren van onderdelen ten behoeve van de automotive industrie of op het verrichten van ondersteunende activiteiten voor de automotive industrie, waaronder logistieke activiteiten, het transport van geproduceerde motorvoertuigen en het opslaan en distribueren van grondstoffen en materialen die worden gebruikt in de automotive industrie.

1.241 toename van stikstofemissie en stikstofdepositie:

  1. er is sprake van een toename van stikstofemissie van gronden en bouwwerken wanneer de emissie N/kg/jaar* meer bedraagt dan de emissie N/kg/jaar afkomstig van het ten tijde van de vaststelling van het plan feitelijk aanwezige en planologisch legale gebruik van de betreffende gronden en bouwwerken.
  2. er is sprake van een toename van stikstofemissie van gronden en bouwwerken behorend tot het bouwvlak wanneer de emissie N/kg/jaar meer bedraagt dan de emissie N/kg/jaar afkomstig van het ten tijde van de vaststelling van het plan feitelijk aanwezige en planologisch legale gebruik van de betreffende gronden en bouwwerken behorend tot het bouwvlak.
  3. indien een gelijkblijvende of een afname van emissie gronden en bouwwerken een hogere stikstofdepositie veroorzaakt op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied, dan wordt dit eveneens beschouwd als een toename van stikstofemissie.
  4. indien een gelijkblijvende of een afname van emissie gronden en bouwwerken behorend tot het bouwvlak een hogere stikstofdepositie veroorzaakt op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied dan wordt dit eveneens beschouwd als een toename van stikstofemissie.
  5. als uitzondering op lid a, lid b, lid c en lid d van deze bepaling geldt het volgende:
    Er is geen sprake van een toename van stikstofemissie wanneer er sprake is van één van de volgende situaties:
    1. de emissie N/kg/jaar afkomstig van het agrarisch bedrijf bedraagt niet meer dan de emissie N/kg/jaar afkomstig van het gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in lid a of c of het gebruik van gronden en bouwwerken behorend tot de inrichting als bedoeld in lid b of d conform een ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan verleende en onherroepelijke vergunning als bedoeld in artikel 19d Natuurbeschermingswet 1998 en/of artikel 2.7 lid 2 Wet natuurbescherming, en waarvoor een passende beoordeling is gemaakt, dan wel een verleende en onherroepelijke omgevingsvergunning die met toepassing van hoofdstuk IX Natuurbeschermingswet 1998 of met toepassing van de overeenkomstige regeling uit de Wet natuurbescherming dan wel onder toepassing van artikel 2.2aa Bor juncto artikel 2.1 lid 1 onder i Wabo is verleend en waarvoor een passende beoordeling is gemaakt.
      Hieronder wordt begrepen de vergunning als opgenomen in de bijlage 98 (Vergunning natuurbescherming Abdij Lilbosch) bij de regels.
    2. het gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld onder a en c of het gebruik van gronden en bouwwerken behorend tot het bouwvlak als bedoeld onder b en d veroorzaakt een stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied die afzonderlijk en, ingeval het project of de handeling betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer, in cumulatie met andere projecten of handelingen met betrekking tot dezelfde inrichting minder dan 0,05 mol per hectare per jaar bedraagt.**
* wanneer in deze regels 'emissie N/kg/jaar' wordt gebruikt, wordt de hiervan onderdeel uitmakende hoofdletter 'N' bedoeld als verzamelnaam voor NH3 en NOx.
** dit betekent rekenkundig een stikstofbijdrage die nihil is.

1.242 trainingsterrein:

terrein, ingericht en aangelegd voor het trainen van (spring)paarden en het houden van evenementen, gericht op de paardensport.

1.243 tribune:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal drie wanden en voorzien van een gesloten dak, ten behoeve van het bijwonen van sportactiviteiten.

1.244 tuincentrum:

detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak, waarop artikelen voor de aanleg, inrichting en onderhoud van tuinen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen te koop worden aangeboden.

1.245 twee-aan-eengebouwde woning:

een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen.

1.246 uitvaartcentrum:

een plaats waar het geheel van de handelingen en plechtigheden (begrafenis of crematie) na het overlijden van een persoon wordt geregeld en/of gehouden.

1.247 veehouderijbebouwing:

agrarische bedrijfsgebouwen in de vorm van stallen, waarin dieren gehouden kunnen worden, ten behoeve van de veehouderij; dit in tegenstelling tot overige agrarische bedrijfsgebouwen zoals werktuigloodsen, sleufsilo's, voerplaten, mestsilo's, mestvergistingsinstallaties en uitpandige luchtwassers.

1.248 verkoopvloeroppervlak:

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke overdekte winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; dit is het netto vloeroppervlak.

1.249 verwantschap in de eerste graad:

verwantschap in de eerste graad, zijnde ouders en kinderen, waaronder tevens adoptie- of pleegouders en/of -kinderen worden verstaan.

1.250 voederberging:

overdekte ruimte, aan maximaal drie zijden omsloten door wanden, waarin voer is opgeslagen voor dieren met als doel de instandhouding van het wild.

1.251 voederruif:

schuinstaand voederrek voor dieren ten behoeve van de instandhouding van het wild.

1.252 volwaardig (agrarisch) bedrijf:

een (agrarisch) bedrijf met tenminste de arbeidsomvang van een volwaardige arbeidskracht en een zodanige bedrijfsomvang (overeenkomstig de normen voor Standaardopbrengst en Standaardverdiencapaciteit) dat de continuïteit ook op langere termijn in voldoende mate is gewaarborgd.

1.253 voor stikstofgevoelige habitats:

stikstofgevoelig habitattypen of leefgebiedtypen binnen Natura2000-gebieden waarbij de Kritische Depositie Waarde (KDW) wordt overschreden of er sprake is van een naderende overschrijding (KDW minus 70 mol N/ha/jr), zoals opgenomen in de meest actuele versie van de het wettelijk voorgeschreven rekenmodel AERIUS Calculator en beschikbaar op http://www.aerius.nl/ of een eventuele wettelijk bepaalde opvolger van dat rekenmodel.

1.254 voorerfgebied:

erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

1.255 voorgevel:

de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, die gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.

1.256 voorgevellijn:

de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.

1.257 voorgevelrooilijn:

denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan danwel ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn'.

1.258 voorzieningen van algemeen nut:

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.259 Wabo:

de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.260 waterbergend vermogen:

het vermogen tot opvang en/of transport van water.

1.261 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.

1.262 werk:

een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.

1.263 werkzaamheid:

op zich staande activiteiten al dan niet ter uitvoering van een werk, zoals bestraten, beplanten, dempen van sloten, ploegen, heien en dergelijke.

1.264 wet/wettelijke regelingen:

indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., worden de regelingen bedoeld zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.

1.265 winkel:

een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel.

1.266 winkelverkoopvloeroppervlak (wvo):

winkelruimte die voor de consument toegankelijk is (dus exclusief magazijn, kantoor, etalage, etc.).

1.267 winkelvloeroppervlak:

het totale vloeroppervlak van de overdekte verkoopruimten die bedoeld zijn voor het publiek en direct samenhangen met de verkoop.

1.268 wonen:

het wonen in een woning; hieronder wordt ook inwoning verstaan.

1.269 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.

1.270 (planologisch geregelde) woonfunctie:

een woning binnen een woonbestemming dan wel een woning die in de regels en/of op de verbeelding als zodanig is aangeduid.

1.271 woonunit:

een te verplaatsen/verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen.

1.272 woonwagen:

voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst.

1.273 ijssalon:

een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel waarbij het accent gelegen is op het verstrekken van ijs en waarbij het verstrekken van dranken daaraan ondergeschikt is.

1.274 zeer kwetsbare objecten:

  1. een woonfunctie voor 24-uurszorg;
  2. een bijeenkomstfunctie:
    1. voor kinderopvang; of
    2. voor dagverblijf van personen met een lichamelijke of geestelijke beperking;
  3. een celfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;
  4. een gezondheidszorgfunctie met een bedgebied; of
  5. een onderwijsfunctie:
    1. voor basisschoolonderwijs; of
    2. voor onderwijs aan minderjarigen met een lichamelijke of geestelijke beperking.

1.275 zelfbedieningsgroothandel:

het op basis van zelfbediening te koop aanbieden en verkopen van uitgestalde goederen aan wederverkopers en instellingen, dan wel aan personen die deze goederen in een door hen gedreven onderneming bedrijfsmatig aanwenden.

1.276 zelfstandige woonruimte

een woning met een eigen toegang en met een eigen was- en kookgelegenheid en toilet.

1.277 zolder:

zolder onder een kap voor zover de hoogte van de borstwering ter plaatse van de omtrekmuren minder dan 80 cm boven de vloer is gelegen.

1.278 zomerbed:

de oppervlakte die bij regulier hoog zomerwater door de rivier wordt ingenomen.

1.279 zoneringsplichtige inrichtingen:

inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken als bedoeld in artikel 2.1, sub 3, van het Besluit omgevingsrecht.

1.280 zonnepark

een voorziening voor het opwekken van elektrische energie uit zonlicht, bestaande uit een maaiveld-opstelling van zonnepanelen gemonteerd op ondersteunende frames, samen met alle voor deze voorziening noodzakelijke installaties en bouwwerken.

1.281 zorgplaats:

niet-zelfstandige wooneenheid, voor verzorgd wonen, waarbij extramurale verzorging, verpleging, en/of begeleiding vanuit een professionele zorgverlenende organisatie wordt geboden.

1.282 zorgwoning:

een zelfstandige woning of wooneenheid die minimaal voldoet aan de bouwtechnische eisen van verzorgd wonen (waaronder rolstoel toe- en doorgankelijkheid) en die wordt bewoond door één huishouden, waarvan minimaal één persoon langdurige zorg ontvangt vanuit de Zorgverzekeringswet of een WLZ-indicatie., waarbij verzilvering plaatsvindt middels VPT/MPT of vanuit vergelijkbare wetgeving op het gebied van zorg aan huis, wanneer de termen WLZ en/of VPT/MPT/PGB worden vervangen. Zorg is 24/7 aanwezig of tenminste gegarandeerd.

Artikel 2 Wijze Van Meten


Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de loodrechte afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat perceel voorkomend bouwwerk.

2.2 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.

2.3 het bebouwingspercentage:

het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

  1. vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen', zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  2. in afwijking van het bepaalde onder a. wordt de bouwhoogte van bouwwerken binnen de bestemming 'Verkeer - Railverkeer' gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf.

2.5 de breedte, diepte c.q. lengte van bouwwerken:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.6 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

Bij een zogenaamde Mansardekap of "Franse kap", waarbij de dakvlakken geknikt zijn, de hoek van het horizontale vlak en het vlak door de goot- en de noklijn.

2.7 de geluidbelasting:

  1. de energetisch gemiddelde etmaalwaarde wordt berekend volgens module C van de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (1999);
  2. de geluidbelasting wordt berekend met rekenmodel 'Toetsmodel De Loop 2012, 2e herziening' in het rekenprogramma Geomilieu versie V4.40, waarbij gebruik gemaakt wordt van de invoergegevens zoals opgenomen in bijlage 46 (Rekenmodel De Loop).

2.8 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Bij een zogenaamd lessenaarsdak geldt het hoogste snijpunt tussen dakvlak en gevel als goothoogte.

2.9 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.10 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

loodrecht vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.11 de oppervlakte van een bouwwerk:

  1. voor bouwwerken met wanden: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  2. voor bouwwerken zonder wanden (open overkappingen en daarmee vergelijkbare bouwwerken geen gebouwen zijnde): de overdekte grondoppervlakte (gemeten loodrecht onder het dakoppervlak).

2.12 bruto vloeroppervlak:

de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een bouwwerk, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.

2.13 ondergeschikte bouwdelen:

bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,50 meter bedraagt. Tevens worden hieronder gevelisolerende of andere duurzaamheidsmaatregelen verstaan, mits de overschrijding niet meer dan 0,50 meter bedraagt.

2.14 peil:

  1. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. voor een woonwagen, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van de bestaande verharding van de standplaats;
  4. voor een bouwwerk ten behoeve van spoorwegdoeleinden: de bovenkant van de spoorstaaf.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. agrarisch grondgebruik;
  2. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf in de vorm van een akkerbouwbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'akkerbouw';
  3. behoud en bescherming van steilranden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - steilrand';
  4. behoud en bescherming onverharde en halfverharde wegen;
  5. landschapswaarden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - landschapswaarden';
  6. natuur- en landschapswaarden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - natuur- en landschapswaarden';
  7. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - natuur- en landschapswaarden';
  8. behoud, herstel en ontwikkeling van de bestaande ecologische en natuurwaarden van Natura2000-gebieden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - natuur- en landschapswaarden';
  9. een zonnepark, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – zonnepark;
  10. een inkoopstation ten behoeve van een zonnepark, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - inkoopstation';
  11. een teeltveld voorzien van zonnepanelen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - teeltveld met zonnepanelen';
  12. een informatievoorziening met buitenterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - informatievoorziening';
  13. intensieve veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'intensieve veehouderij' en 'reconstructiewetzone - zonering intensieve veehouderij', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' de oppervlakte van de intensieve veehouderij niet meer mag bedragen dan de bestaande oppervlakte;
  14. intensieve veehouderij met dien verstande dat deze uitsluitend is toegestaan in de vorm van een varkenshouderij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - varkenshouderij';
  15. de uitoefening van een grondgebonden veehouderij ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden veehouderij';
  16. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - Abdij Lilbosch', zijn de volgende functies van toepassing:
    1. bedrijfswoning
      ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is maximaal één bedrijfswoning toegestaan.
    2. abdijwinkel
      ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', is ondersteunende detailhandel ten behoeve van deze bestemming alsmede de belendende bestemming 'Maatschappelijk' in de bestaande omvang toegestaan.
    3. toegestane diersoorten en dieraantallen Abdij Lilbosch
      Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', gelden de volgende toegestane diersoorten en hierbij maximaal toegestane veebezetting:
      1. scharrelvleesvarkens: 262;
      2. gespeende biggen:197;
      3. kraamzeugen 6;
      4. guste en dragende zeugen 24;
      5. opfokzeugen 7;
      6. dekberen 1;
      7. zoogkoeien ouder dan 2 jaar: 2;
      8. vrouwelijk jongvee tot 2 jaar: 2.

        Hierbij geldt dat de diersoorten en dieraantallen als bedoeld onder:
      • onder i t/m vi mogen worden gehuisvest ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - veehouderijbebouwing';
      • onder vii en viii mogen worden gehuisvest ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - veehouderijbebouwing grondgebonden vee'.
    4. voorwaardelijke verplichting mitigerende maatregelen vleermuizen
      Het bouwen en gebruiken van het deel van het bouwvlak:
      • het is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat de mitigerende maatregelen in verband met vleermuizen als vermeld in de bijlage 98 (Vergunning Wet Natuurbescherming locatie Abdij Lilbosch) worden instandgehouden;
  17. het opwekken van zonne-energie voor eigen gebruik door zonnepanelen met de daarbij behorende voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1';
  18. het trekken en kweken van planten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
  19. een agrarisch nevenbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch nevenbedrijf';
  20. een nevenactiviteit paardrijlessen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - nevenactiviteit'. Ter plaatse van deze aanduiding mogen enkel paardrijlessen gegeven worden aan de eigenaren van de in africhting zijnde, op de opfok gestalde paarden. Er mogen maximaal 10 paardrijlessen gegeven per week.
  21. een gebruiksgerichte paardenhouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
  22. een paardenstal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – paardenstal’;
  23. een paardenbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschapswaarden - paardenbak';
  24. een tuinbouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuinbouw';
  25. een tuincentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum';
  26. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  27. een caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling 1';
  28. een caravanstalling tot een maximale oppervlakte van 500 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling 2';
  29. een caravanstalling tot een maximale oppervlakte van 475 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling 3';
  30. een minicamping, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - minicamping 1’;
  31. een minicamping met maximaal 10 kampeerplaatsen met dien verstande dat gedurende de seizoensperiode van 15 maart t/m 31 oktober maximaal 15 kampeerplaatsen zijn toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - minicamping 2’;
  32. een minicamping met maximaal 15 kampeerplaatsen en 6 recreatieappartementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - minicamping 3’;
  33. een minicamping met maximaal 15 kampeerplaatsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - minicamping 4’;
  34. een recreatiewoning met paardenverblijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - recreatiewoning met paardenverblijf';
  35. een onderkomen voor seizoensarbeiders, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-seizoensarbeiders';
  36. huisvesting voor seizoensarbeiders en een landwinkel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - huisvesting seizoensarbeiders en landwinkel';
  37. huisvesting voor arbeidsmigranten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - huisvesting arbeidsmigranten 1’;
  38. huisvesting voor maximaal 40 arbeidsmigranten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - huisvesting arbeidsmigranten 2';
  39. huisvesting voor 104 arbeidsmigranten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - huisvesting arbeidsmigranten 3’;
  40. huisvesting voor maximaal 5 arbeidsmigranten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - huisvesting arbeidsmigranten 4’;
  41. ontsluiting van de aangrenzende gronden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting 1';
  42. een hondenkennel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-hondenkennel';
  43. een hondenpension, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-hondenpension';
  44. het bieden van onderdak en het verblijf van dieren toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - dierenverblijf';
  45. een hondensportvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondensportvereniging';
  46. een zorgboerderij met theetuin waarbij de theetuin geopend mag zijn van 1 april t/m 1 oktober op werkdagen van 09.00 tot 16.00 uur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgboerderij 1';
  47. een zorgboerderij (therapeutisch paardrijden t.b.v. de zorgfunctie en logeerruimte t.b.v. de zorgfunctie in het zorggebouw), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgboerderij 2';
  48. een zorgboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgboerderij 3';
  49. een hulp- en nevenbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hulp- en nevenbedrijf - 1';
  50. een hulp- en nevenbedrijf met een maximale verkoopruimte van 200 m² ten behoeve van detailhandel in agrarische producten en voedermiddelen die al dan niet op het eigen bedrijf of in de directe omgeving daarvan zijn geproduceerd en/of agrarische producten die op het eigen bedrijf en/of in de directe omgeving daarvan op een ander agrarisch bedrijf zijn bewerkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hulp- en nevenbedrijf - 2'. Onder agrarische producten worden tevens streekproducten en aanverwante artikelen, passend in het assortiment van boerderijwinkels, gerekend.
  51. een boerderijwinkel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - boerderijwinkel';
  52. een boerderijterras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - boerderijterras';
  53. kinderopvang, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang';
  54. een kinderopvang tot een maximale oppervlakte van 60 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang 1’;
  55. een bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per bouwvlak niet meer mag bedragen dan 1, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan;
  56. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, met dien verstande dat:
    1. uitsluitend detailhandel in agrarische producten die op het eigen bedrijf of in de directe omgeving daarvan zijn geproduceerd en/of agrarische producten die op het eigen bedrijf en/of in de directe omgeving daarvan op een ander agrarisch bedrijf zijn bewerkt. Onder agrarische producten worden tevens streekproducten en aanverwante artikelen, passend in het assortiment van boerderijwinkels, gerekend;
    2. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit uitsluitend is toegestaan binnen de bestaande bebouwing en het verkoopvloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 200 m²;
  57. kunstwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - kunstwerk';
  58. een trainingsterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport – trainingsterrein', met dien verstande dat dit uitsluitend mag worden gebruikt ten behoeve van de activiteiten die behoren bij Leenderdwarsstraat 1-5, waarbij voor het gebruik ten behoeve van een (hippisch) evenement de beperkingen gelden zoals opgenomen in artikel 41 lid 1 sub v en voor het gebruik tijdens (trainings)wedstrijden de beperkingen gelden zoals opgenomen in artikel 41 lid 1 sub v;
  59. tijdelijke parkeergelegenheid tijdens en ten behoeve van een (hippisch) evenement en trainingsbijeenkomst/-wedstrijd op de locatie Molenweg 42a, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tijdelijk parkeerterrein 1';
  60. tijdelijke parkeergelegenheid tijdens en ten behoeve van een (hippisch) evenement en trainingsbijeenkomst/-wedstrijd op de locatie Leenderdwarsstraat 1 - 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tijdelijk parkeerterrein 2';
  61. de tijdelijke stalling van paarden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenhouderij 2', met dien verstande dat:
    1. maximaal 90 boxen voor de stalling van paarden zijn toegestaan;
    2. tevens een kantoorruimte ten behoeve van het bedrijf is toegestaan;
    3. tevens een wasplaats voor vrachtwagens is toegestaan;
    4. tevens de daarbij behorende voorzieningen zoals verhardingen en parkeerplaatsen ten behoeve van het transport van paarden zijn toegestaan;
  62. het kweken van aardbeien op stellingen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorzieningen’, met dien verstande dat de teeltondersteunende voorzieningen in de maanden november tot en met maart niet overkapt/bedekt mogen zijn met plastic;
  63. een modelvliegtuigbaan, ter plaatse van de aanduiding 'modelvliegtuigbaan';
  64. zandpiste, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - zandpiste';
  65. een groepsaccommodatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – groepsaccommodatie’;
  66. een groepsaccommodatie voor maximaal 30 personen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - groepsaccommodatie 2';
  67. be- en verwerking van mest, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestverwerking';
  68. woonruimtes inclusief wasruimte (t.b.v. derden) en gelieerd aan de bedrijfsvoering met een maximale oppervlakte van 60 m² op de eerste verdieping op het perceel aan de Boekhorstweg 2;
  69. woonruimtes (t.b.v. derden) en gelieerd aan de bedrijfsvoering met een maximale oppervlakte van 130 m² op de begane grond en 190 m² op de eerste verdieping in de bedrijfswoning op het perceel aan de Boekhorstweg 3;
  70. woonruimtes (t.b.v. derden) en gelieerd aan de bedrijfsvoering met een maximale oppervlakte van 130 m² op de begane grond en 190 m² op de verdieping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - woonruimtes';
  71. ondergeschikte horeca in de vorm van een koffiezaak met terras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca', met dien verstande dat deze horecagelegenheid enkel geopend mag zijn in de periode van 1 april tot en met 31 augustus in het weekend en op feestdagen tussen 11.00 en 17.00 uur;
  72. een plattelandswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning’;
  73. opslag 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag 1';
  74. buitenactiviteiten behorende bij een wellnessinstituut, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - wellnessinstituut';
  75. een parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  76. een stroomgeleidingsdam, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - stroomgeleidingsdam';
  77. water in de vorm van overkluisde watergangen, ter plaatse van de aanduiding 'water';
  78. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenhouderij 1' zijn tevens de volgende functies toegestaan:
    1. het insemineren van paarden;
    2. het winnen en transplanteren van onder andere eicellen en embryo's van paarden en de opslag/bewaring daarvan, alsmede het uitvoeren van onderzoeken ten behoeve van deze activiteiten;
    3. het houden van draagmerries;
  79. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen ter plaatse van de aanduiding ‘waterberging’;
  80. waterretentie, natuurvriendelijke oevers en het onderhouden van de waterloop voor zover de gronden zijn gelegen binnen 5 m van de bestemming 'Water';
  81. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' voor de instandhouding en bescherming van (een) beeldbepalend(e) pand(en);
  82. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' voor de bescherming van de aanwezige monumentale waarden;
  83. voorzieningen van algemeen nut zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorzieningen e.d., ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  84. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden;
  85. behoud, herstel en ontwikkeling van de bestaande ecologische en natuurwaarden van Natura 2000-gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – Natuurnetwerk Nederland';
  86. zend-/ontvangstinstallaties, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  87. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - compensatieplan' zijn de gronden bestemd voor het compensatieplan zoals opgenomen als bijlage 92 (Compensatie Bovenste Eind);
met de daarbij behorende:
  1. nutsvoorzieningen;
  2. inritten, erven en terreinen;
  3. erfbeplanting;
  4. tuinen bij bedrijfswoningen;
  5. wegen en paden;
  6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

  1. burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de landschappelijke en ruimtelijke inpassing, zoals is bedoeld in artikel 3 lid 2, van de uitbreiding van de agrarische bebouwing binnen het bouwvlak;
  2. burgemeester en wethouders kunnen bij toepassing van de bouwregels nadere eisen stellen ten aanzien van behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden, ter voorkoming van aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  3. burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van waarborging van de brandveiligheid, rampenbestrijding en zelfredzaamheid van personen en overige nadere eisen ten aanzien van externe veiligheid in het algemeen, bijvoorbeeld ten aanzien van de oriëntatie van gebouwen en toegang en vluchtwegen, de bereikbaarheid van het perceel en bouwkundige maatregelen ter beperking van de effecten van bijvoorbeeld een ongeval met gevaarlijke stoffen, alsmede ter voorkoming van hoge personendichtheden.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

3.9 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Bedrijf - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 en bedrijfsmatige activiteiten die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving daaraan gelijkwaardig zijn, met uitzondering van zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1' uitsluitend bedrijven zijn toegestaan van categorie 1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 (SvB Bedrijf - 1) en bedrijfsmatige activiteiten die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving daaraan gelijkwaardig zijn;
  2. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
zijn de volgende bedrijfsactiviteiten toegestaan:
van categorie:
'nutsvoorziening'
uitsluitend nutsvoorzieningen
'specifieke vorm van bedrijf - gasdrukmeet- en regelstation'
een gasdrukmeet- en regelstation
'specifieke vorm van bedrijf - autosloperij 3.2'
een autosloperij
3.2
'specifieke vorm van bedrijf - autospuitinrichting 3.1'
een autospuitinrichting
3.1
'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf 3.1'
een bouw- en aannemersbedrijf met werkplaats
3.1
'specifieke vorm van bedrijf - dierenpraktijk'
een dierenpraktijk
'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf'
een garagebedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - goederenwegvervoerbedrijf 3.2'
een goederenwegvervoerbedrijf (zonder schoonmaken tanks)
3.2
'specifieke vorm van bedrijf - houtbewerking'
een houtbewerkings- c.q. timmerbedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf'
reparatie- en installatiewerkzaamheden aan koolzuurtanks of daarmee te vergelijken producten
'specifieke vorm van bedrijf - machineverhuur 3.1'
een verhuurbedrijf voor machines en werktuigen
3.1
'specifieke vorm van bedrijf - meubelfabriek 3.2'
een meubelfabriek
3.2
'specifieke vorm van bedrijf - meubelstoffeerderij 3.1'
een meubelstoffeerderij
3.1
'specifieke vorm van bedrijf - siervishandel'
  1. een bedrijf dat is gericht op de particuliere verkoop en het kweken van siervissen, met een maximale verkoopvloeroppervlakte van 600 m²;
  2. de uitoefening van detailhandel in niet-dagelijkse non-food consumptiegoederen, met een maximale verkoopvloeroppervlakte van 125 m²;
  3. opslagdoeleinden, uitsluitend voor zover deze verband houden met de onder 1 en 2 opgenomen activiteiten.
'specifieke vorm van bedrijf - slachterij'
een slachterij
'specifieke vorm van bedrijf - smederij 3.2'
een smederij, lasinrichting, bankwerkerij e.d.
3.2
'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek 3.1'
een timmerwerkfabriek
3.1
'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek 3.2'
een timmerwerkfabriek
3.2
'specifieke vorm van bedrijf - touringcarbedrijf'
een touringcarbedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - vervaardiging van goederen 3.1'
vervaardiging van overige goederen n.e.g.
3.1
'specifieke vorm van bedrijf - winkel en horeca, categorie 1' een winkel met ondergeschikte horeca op de begane grond
'specifieke vorm van bedrijf - woning' een bovenwoning
'brandweerkazerne'
een brandweerkazerne
'specifieke vorm van detailhandel - kunst en antiek'
detailhandel in kunst en antiek
'specifieke vorm van detailhandel - productiegebonden'
productiegebonden detailhandel tot maximaal 10% van het bedrijfsvloeroppervlak, maar nooit meer dan 60 m²
'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'
een verkooppunt voor motorbrandstoffen exclusief lpg
'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'
een verkooppunt voor motorbrandstoffen inclusief lpg
  1. alsmede voor de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
met de daarbij behorende:
  1. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  2. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  3. zelfstandig kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  4. tuinen, erven en terreinen;
  5. parkeervoorzieningen,
  6. groenvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van een landschappelijke inpassing van bedrijfsgebouwen;
  7. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  8. wegen en paden.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf - 1' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Stedelijk', onder de volgende voorwaarden:
  1. de bedrijfsactiviteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  2. het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij wordt getoetst aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit;
  3. het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan;
  4. het aantal woningen bedraagt na wijziging maximaal 1;
  5. in afwijking van het bepaalde onder d. bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone wijzigingsgebied 2' het aantal woningen (inclusief de voormalige bedrijfswoning indien deze niet wordt gesloopt) maximaal 2, met dien verstande dat de bedrijfsbebouwing volledig wordt gesloopt;
  6. bij wijziging dient te worden voldaan aan de Structuurvisie Wonen Midden-Limburg, of diens rechtsopvolger;
  7. de economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd;
  8. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels worden de bepalingen in artikel 48 (Wonen-Stedelijk) in acht genomen.

Artikel 5 Bedrijf - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van bijlage 2 (SvB Bedrijf - 2), met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  2. een schildersbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - schildersbedrijf';
  3. een dierenpension, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - dierenpension';
  4. een meelfabriek, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - meelfabriek';
  5. een garagebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf';
  6. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  7. een veehandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - veehandel';
  8. een veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - veehouderij', waarbij maximaal 19 mestkalveren, 24 meststieren en 16 melkkoeien mogen worden gehouden;
  9. een caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling 1';
  10. een gemeentewerf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gemeentewerf';
  11. een materiaalverhuurbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - materiaalverhuurbedrijf';
  12. een drukkerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - drukkerij';
  13. een installatiebedrijf in melkleidingssystemen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf in melkleidingssystemen';
  14. een hoveniersbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hoveniersbedrijf';
  15. een hoveniersbedrijf, waarbij voor de avonduren de (sporadische) activiteiten met de tractor alleen in het eerste uur van de avond tussen 19:00 en 20:00 uur worden toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – hoveniersbedrijf 1';
  16. een transportbedrijf, een garagebedrijf en een autohandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf, garagebedrijf, autohandel';
  17. een verhuurbedrijf voor machines, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verhuurbedrijf machines';
  18. autohandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autohandel';
  19. een bosbouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bosbouwbedrijf';
  20. een transportbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf';
  21. een timmerbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf';
  22. groothandel, recycling van afvalstoffen en een constructiebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel, recycling van afvalstoffen en constructiebedrijf';
  23. een bedrijfsverzamelgebouw, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw';
  24. voorzieningen van algemeen nut zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorzieningen e.d., ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  25. waterwinbedrijf met bijbehorende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterwinbedrijf';
  26. verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  27. verkooppunt motorbrandstoffen met lpg waarbij het tankstation geopend mag zijn tussen 07.00 en 21.00 uur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – verkooppunt motorbrandstoffen met lpg 1';
  28. behoud en bescherming van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschapselement';
  29. bedrijfswoning, met dien verstande dat:
    1. het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 1, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'.
    2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
    3. indien de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', de bedrijfswoning enkel is toegestaan binnen het aanduidingsvlak;
    4. de bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' aan de Pepinusbrug dient te worden voorzien van een dove gevel aan de naar de weg gekeerde zijde van de bedrijfswoning;
  30. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - dierenverblijf' is uitsluitend het bieden van onderdak en het verblijf van dieren toegestaan;
  31. duivenhandel, uitsluitend ter plaatse van de aan duiding 'specifieke vorm van bedrijf - duivenhandel';
  32. een parkeerplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerplaats';
  33. een afsluiterschema, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afsluiterschema';
  34. een rioolwaterzuiveringsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie';
  35. een rioolwatergemaal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwatergemaal';
  36. een geluidscherm ter plaatse van de erfgrens met Annendaalderweg 69, met een hoogte van 2 meter en een lengte van 57 meter met een aanduiding ‘geluidscherm’,
met de daarbij behorende:
  1. inritten, erven en terreinen;
  2. tuinen bij bedrijfswoningen;
  3. parkeervoorzieningen,
  4. groenvoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. wegen en paden.
Ten behoeve van de toegestane bedrijfsactiviteiten dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheden op eigen terrein.

5.2 Bouwregels


Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
  1. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Bouwwerken
Maximale goothoogte in m
Maximale bouwhoogte in m
Maximale oppervlakte in m²
Maximale inhoud in m³
Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m
Bedrijfsgebouwen
6,6
11
De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
Geen beperking
5
Nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'
n.v.t.
6
25
n.v.t.
n.v.t.
Bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterwinbedrijf'
De bestaande goothoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
De bestaande bouwhoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
n.v.t.
n.v.t.
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie'
10, met dien verstande dat de goothoogte van tanks niet meer dan 15 m mag bedragen.
Geen beperking
De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
n.v.t.
n.v.t.
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwatergemaal'
3
Geen beperking
Geen beperking
n.v.t.
n.v.t.
Bedrijfswoning
6
10
Geen beperking
1.000
5
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning
3,5
5,5
70, met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m2 bedraagt de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m2.
Geen beperking
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
n.v.t.
1
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
n.v.t.
2
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afsluiterschema'
n.v.t.
3
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning
n.v.t.
12
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Overkappingen
n.v.t.
3
40
n.v.t.
n.v.t.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie'
n.v.t.
10
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
n.v.t.
6
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
  1. indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.

5.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.8 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf - 2' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Buitengebied', mits:
  1. het gebruik als wonen vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij dient getoetst te worden aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit;
  2. het gebruik als wonen de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
  3. het aantal woningen na wijziging niet meer mag bedragen dan 1, tenzij het bestaande aantal meer bedraagt;
  4. bij wijziging dient te worden voldaan aan de Structuurvisie Wonen Midden-Limburg, of diens rechtsopvolger;
  5. de economische uitvoerbaarheid gegarandeerd is;
  6. aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 74 lid 2.2 ;
  7. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels worden de bepalingen in artikel 46 (Wonen - Buitengebied) in acht genomen.

Artikel 6 Bedrijf - 3

6.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijf - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van bijlage 3 (SvB Bedrijf - 3), met uitzondering van geluidzoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  2. een waterproductiebedrijf met bijbehorende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterproductiebedrijf';
  3. een caravangroothandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravangroothandel';
  4. een expeditiebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - expeditiebedrijf';
  5. een grondverzet- en transportbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grondverzet- en transportbedrijf';
  6. een kunstsmederij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kunstsmederij';
  7. het stallen van auto's behorende bij het garagebedrijf aan de Maaseikerweg 38 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling van auto's t.b.v. garage';
  8. een timmerbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf';
  9. een werkplaats en loods ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - werkplaats en loods';
  10. een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  11. een rioolwatergemaal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwatergemaal';
  12. opslag 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – opslag 1’;
  13. bedrijfswoningen, met dien verstande dat:
    1. het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 1;
    2. indien de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', de bedrijfswoning enkel is toegestaan binnen het aanduidingsvlak,
met de daarbij behorende:
  1. inritten, erven en terreinen;
  2. tuinen bij bedrijfswoningen;
  3. parkeervoorzieningen,
  4. groenvoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. wegen en paden.
Ten behoeve van de toegestane bedrijfsactiviteiten dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.

6.2 Bouwregels


Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
  1. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:

Bouwwerken
Maximale goothoogte in m
Maximale bouwhoogte in m
Maximale oppervlakte in m²
Maximale inhoud in m³
Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m
Bedrijfsgebouwen
6,6
11
De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
Geen beperking
5
Bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterproductiebedrijf'
De bestaande goothoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
De bestaande bouwhoogte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
n.v.t.
n.v.t.
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwatergemaal'
3
Geen beperking
Geen beperking
n.v.t.
n.v.t.
Bedrijfswoning
6
10
Geen beperking
1.000
5
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning
3,5
5,5
70, met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m² bedraagt de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m².
Geen beperking
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
n.v.t.
1
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
n.v.t.
2
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning
n.v.t.
12
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Overkappingen
n.v.t.
3
40
n.v.t.
n.v.t.
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
n.v.t.
6
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
  1. indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.5 Specifieke gebruiksregels

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.8 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf - 3' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Buitengebied', mits:
  1. het gebruik als wonen vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij dient getoetst te worden aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit;
  2. het gebruik als wonen de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
  3. het aantal woningen na wijziging niet meer mag bedragen dan 1, tenzij het bestaande aantal meer bedraagt;
  4. de economische uitvoerbaarheid gegarandeerd is;
  5. bij wijziging dient te worden voldaan aan de Structuurvisie Wonen Midden-Limburg, of diens rechtsopvolger;
  6. aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 74 lid 2.2 ;
  7. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels worden de bepalingen van artikel 46 (Wonen - Buitengebied) in acht genomen.

Artikel 7 Bedrijf - 4

7.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijf - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van bijlage 4 (SvB Bedrijf - 4), met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  2. een garagebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf';
  3. handel in bouwmaterialen als zand, klinkers en grind;
  4. verhuur van maximaal 35 stuks bouwcontainers;
  5. een containerverhuur- en transportbedrijf van maximaal 5 vrachtwagens;
  6. opslag van containers en bouwmateriaal als zand, grind en klinkers en stalling van maximaal 5 vrachtwagens ten behoeve van het bepaalde in lid c, d en e uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - containeropslag, opslag van bouwmaterialen en transportbedrijf';
  7. bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 1, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden',
met de daarbij behorende:
  1. inritten, erven en terreinen;
  2. tuinen bij bedrijfswoningen;
  3. parkeervoorzieningen,
  4. groenvoorzieningen;
  5. landschappelijke inpassing conform bijlage 26 (Landschapsplan Prinsenbaan 69);
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  7. wegen en paden.
Ten behoeve van de toegestane bedrijfsactiviteiten dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheden op eigen terrein.

7.2 Bouwregels


Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
  1. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Bouwwerken
Maximale goothoogte in m
Maximale bouwhoogte in m
Maximale oppervlakte in m²
Maximale inhoud in m³
Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m
Bedrijfsgebouwen
6,6
11
850
Geen beperking
5
Bedrijfswoning
6
10
Geen beperking
1.000
5
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning
3,5
5,5
150
Geen beperking
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
n.v.t.
1
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
n.v.t.
2
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de bedrijfswoning
n.v.t.
12
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Overkappingen
n.v.t.
3
100
n.v.t.
n.v.t.
Lichtmasten
n.v.t.
5
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
n.v.t.
6
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
  1. indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.

7.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.5 Specifieke gebruiksregels

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

7.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf - 4' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Buitengebied', mits:
  1. het gebruik als wonen vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij dient getoetst te worden aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit;
  2. het gebruik als wonen de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
  3. het aantal woningen na wijziging niet meer mag bedragen dan 1, tenzij het bestaande aantal meer bedraagt;
  4. de economische uitvoerbaarheid gegarandeerd is;
  5. bij wijziging dient te worden voldaan aan de Structuurvisie Wonen Midden-Limburg, of diens rechtsopvolger;
  6. aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 74 lid 2.2 ;
  7. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels worden de bepalingen van artikel 46 (Wonen - Buitengebied) in acht genomen.

Artikel 8 Bedrijf - 5

8.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijf - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 (SvB Bedrijf - 1) en bedrijfsmatige activiteiten die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving daaraan gelijkwaardig zijn, met uitzondering van zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  2. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 3.1 en 3.2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 (SvB Bedrijf - 1) en bedrijfsmatige activiteiten die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving daaraan gelijkwaardig zijn, mits is aangetoond dat de bedrijfsactiviteiten milieuhygiënisch inpasbaar zijn;
  3. perifere detailhandel;
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en terreinen;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. waterhuishoudkundig e voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  5. wegen en paden.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 69 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
  1. zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  2. wonen;
  3. permanente of tijdelijke bewoning van bijbehorende bouwwerken;
  4. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel, niet zijnde handel in voedings- en genotmiddelen;
  5. seksuele dienstverlening;
  6. opslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn;
  7. inwoning.

Artikel 9 Bedrijf - Brandweerkazerne

9.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijf - Brandweerkazerne' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een brandweerkazerne;
  2. een oefenterrein voor de brandweer,
met de daarbij behorende:
  1. erven en terreinen;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

9.4 Specifieke gebruiksregels


Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 9 lid 1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
  1. zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  2. wonen;
  3. detailhandel;
  4. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief lpg);
  5. seksuele dienstverlening;
  6. opslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn.

Artikel 10 Bedrijf - Grondstoffenwinning

10.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijf - Grondstoffenwinning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. kalkzandsteenfabriek en calcineerinrichting met inbegrip van daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van bijvoorbeeld het voorbewerken van zand en hergebruik van breukmateriaal;
  2. de winning van oppervlaktedelfstoffen met de daarbij behorende voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grondstoffenwinning 1';
  3. de winning van oppervlaktedelfstoffen, was- en zeefinstallatie, stalling en onderhoud van materieel ten behoeve van de ter plaatse toegestane zandwinning en daaruit voortvloeiende activiteiten en voor de daartoe benodigde voorzieningen en tevens zijn detailhandelsdoeleinden toegestaan, die voortvloeien uit lokale activiteiten als ondergeschikte nevenactiviteit, ter plaatste van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grondstoffenwinning 2';
  4. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per aanduidingsvlak niet meer mag bedragen dan 1, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  5. aan huis verbonden beroep in de bedrijfswoning en/of bijbehorend bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mits:
    1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    2. de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m²;
    3. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
    4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  6. schermgroen, ter plaatse van de aanduiding 'groen';
met de daarbij behorende:
  1. inritten, erven en terreinen;
  2. tuinen bij bedrijfswoningen;
  3. parkeervoorzieningen,
  4. groenvoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. wegen en paden.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van het bepaalde in artikel 10 lid 2 nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken indien:
  1. dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. dit noodzakelijk is in het belang van de landschappelijke en ruimtelijke inpassing, zoals bedoeld in artikel 10 lid 2.

10.4 Afwijken van de bouwregels

10.5 Specifieke gebruiksregels


Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 10 lid 1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
  1. het storten en verwerken van afval met uitzondering van ter plaatse vrijkomende kalkzandsteengranulaat;
  2. sportdoeleinden;
  3. het beproeven van voertuigen voor de beoefening van de motorsport; voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of (brom)fietsen;
  4. het opslaan van hout- en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  5. het al dan niet ten verkoop opslaan van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  6. opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.

10.6 Afwijken van de gebruiksregels

10.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 11 Bedrijf - Nutsvoorziening

11.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen, met de daarbij behorende voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 12 Bedrijf - Perifere Detailhandel

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Perifere detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse reeds bestaande bedrijven;
  2. ter plaatse reeds bestaande grootschalige detailhandelsvoorzieningen;
  3. perifere detailhandelsvoorzieningen;
  4. een showroom ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - showroom';
  5. een fitnesscentrum uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'fitnesscentrum' en uitsluitend op de verdieping;
  6. een verkooppunt voor motorbrandstoffen inclusief lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  7. detailhandel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1' en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 2', met dien verstande dat:
    1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1', detailhandel uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
    2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 2', detailhandel uitsluitend op de begane grond en de eerste verdieping is toegestaan;
  8. een supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en terreinen;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  5. wegen en paden.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing en het aantal parkeerplaatsen:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid, bijvoorbeeld ten aanzien van de oriëntatie van gebouwen, toegang en vluchtwegen, de bereikbaarheid van het perceel en bouwkundige maatregelen ter beperking van de effecten van bijvoorbeeld een ongeval met gevaarlijke stoffen, alsmede ter voorkoming van hoge personendichtheden.

12.4 Specifieke gebruiksregels

12.5 Afwijken van de gebruiksregels

12.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 13 Bedrijventerrein - Automotive

13.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijventerrein - Automotive' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven in de automotive industrie, alsmede toeleverende en ondersteunende bedrijven voor de automotive industrie, met dien verstande dat:
  2. geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen zijn toegestaan;
  3. voorzieningen van algemeen nut;
  4. wegen en paden;
  5. waterlopen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende:
  1. erven en terreinen;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. geluidwerende en lichtwerende voorzieningen;
  4. groenvoorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.3 Afwijken van de bouwregels


Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13 lid 2.1 sub a voor het bouwen van een parkeergarage buiten het bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter;
  2. de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 meter;
  3. het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving mogen niet onevenredig worden aangetast.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Bedrijventerrein - Businesspark Midden-limburg

14.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijventerrein - Businesspark Midden-Limburg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven in de segmenten transport, distributie en/of logistiek en modern gemengd en bedrijven die qua aard, omvang en omgevingseffecten daarmee gelijk te stellen zijn, alsmede daarbij c.q. daarvan afgeleide en/of ondersteunende en/of samenhangende en/of complementaire bedrijfsactiviteiten;
  2. maximaal één verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': tevens een antennemast ten behoeve van de telecommunicatie, met de daarbij behorende voorzieningen;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging': tevens voorzieningen voor opvang, buffering en infiltratie van hemelwater, retentiereservoirs en blusvijvers;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': tevens detailhandel in volumineuze goederen;
  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - e-commerce': tevens e-commerce;
  7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - groothandel met showroom': tevens een groothandel met showroom;
met de daarbij behorende:
  1. terreinen en verhardingen;
  2. verkeersvoorzieningen ter ontsluiting van de bedrijven, waaronder begrepen bushaltes, met dien verstande dat ontsluiting van het bedrijventerrein dient te geschieden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting 1' en dat de breedte van een dergelijke ontsluiting niet meer dan 15,00 meter mag bedragen;
  3. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat parkeren op eigen terrein (bouwperceel) dient plaats te vinden;
  4. groenvoorzieningen;
  5. nutsvoorzieningen;
  6. bluswatervoorzieningen;
  7. waterhuishoudkundige voorzieningen.

14.2 Bouwregels

14.3 Nadere eisen

14.4 Afwijken van de bouwregels

14.5 Specifieke gebruiksregels

14.6 Afwijken van de gebruiksregels


Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in:
  1. artikel 14 lid 1 sub a en artikel 14 lid 5.2 sub a ten behoeve van de vestiging van een risicovolle inrichting waarvan de plaatsgebonden risicocontour 10-6/jaar bij voorkeur binnen de perceelgrenzen blijft, met dien verstande dat:
    1. vooraf advies dient te worden ingewonnen bij het bestuur van de Veiligheidsregio;
    2. verantwoording van het groepsrisico plaatsvindt;
  2. artikel 14 lid 1 sub e en artikel 14 lid 5.2 sub f ten behoeve van 'detailhandel volumineus', met dien verstande dat parkeren op eigen terrein zal plaatsvinden en conform de normen zoals gesteld door het CROW in de publicatie 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie';
  3. artikel 14 lid 1 sub f ten behoeve van 'e-commerce', met dien verstande dat parkeren op eigen terrein zal plaatsvinden en conform de normen zoals gesteld door het CROW in de publicatie 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie';
  4. artikel 14 lid 1 sub g ten behoeve van 'groothandel met showroom', met dien verstande dat parkeren op eigen terrein zal plaatsvinden en conform de normen zoals gesteld door het CROW in de publicatie 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie';
  5. artikel 14 lid 1 sub f ten behoeve van een beperkte baliefunctie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - e-commerce', met dien verstande dat parkeren op eigen terrein zal plaatsvinden en conform de normen zoals gesteld door het CROW in de publicatie 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' en de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig groot mag zijn.

Artikel 15 Bedrijventerrein - De Berk

15.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijventerrein - De Berk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de reeds bestaande bedrijven ter plaatse:
  2. industriële, ambachtelijke en groothandelsbedrijven met een perceelsomvang van maximaal 10.000 m², overeenkomstig onderstaande tabel:
Ter plaatse van de aanduiding
Bedrijven die zijn opgenomen in de van deze regels deel uitmakende toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 5 bij de regels) onder:
Bedrijf tot en met categorie 2
Categorie 2-bedrijven, met een grootste afstand van 30 meter*
Bedrijf tot en met categorie 3.2
Categorie 2 tot en met 3.2-bedrijven, met een grootste afstand van 100 meter *
Bedrijf tot en met categorie 4.2
Categorie 2 tot en met 4.2-bedrijven, met een grootste afstand van 300 meter *
Bedrijf tot en met categorie 5.1
Categorie 2 tot en met 5.1-bedrijven, met een grootste afstand van 500 meter *
* alsmede daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven.
een en ander met uitzondering van risicovolle inrichtingen;
  1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen tot en met categorie 5.1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5.1';
  2. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  3. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': tevens detailhandel in volumineuze goederen;
  4. handel in motorfietsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - handel in motorfietsen';
  5. een ambulancepost, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ambulancepost';
  6. horeca van categorie 1, gericht op en ondersteunend aan het omliggende bedrijventerrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  7. demontage van motorvoertuigen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - demontage motorvoertuigen;
  8. kantoren bij bedrijven, niet zijnde zelfstandige kantoren, mits het kantoorvloeroppervlak maximaal 40% van het bedrijfsvloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt, tot een maximum van 1.500 m², behoudens ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', waar een zelfstandig kantoor is toegestaan,
met de daarbij behorende:
  1. terreinen en verhardingen;
  2. voorzieningen ter ontsluiting van de bedrijven;
  3. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  4. groenvoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. blusvijvers en bluswatervoorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
  1. de situering en afmetingen van bouwwerken;
  2. de inrichting van de gronden voor wat betreft de aanleg en omvang van parkeer- en groenvoorzieningen;
  3. de aanleg van waterhuishoudkundige voorzieningen, (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen, blusvijvers en bluswatervoorzieningen;
  4. de aanleg en profilering van toegangs- en ontsluitingswegen;
indien zulks noodzakelijk is:
  1. ten behoeve van een goede stedenbouwkundige inpassing;
  2. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  3. ter waarborging van de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding;
  4. in verband met de opvang van de benodigde parkeer- laad- en losruimte van voldoende omvang op eigen terrein.

15.4 Afwijken van de bouwregels

15.5 Specifieke gebruiksregels

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 16 Bedrijventerrein - De Loop

16.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijventerrein - De Loop' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse reeds bestaande bedrijven;
  2. bedrijven met een perceelsomvang van maximaal 10.000 m², overeenkomstig onderstaande tabel:
Ter plaatse van de aanduiding
Bedrijven die zijn opgenomen in de van deze regels deel uitmakende toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 6 bij de regels) onder:
Bedrijf tot en met categorie 2
Categorie 2-bedrijven, met een grootste afstand van 30 meter*
Bedrijf tot en met categorie 3.1
Categorie 2 tot en met 3.1-bedrijven, met een grootste afstand van 50 meter *
Bedrijf tot en met categorie 3.2
Categorie 2 tot en met 3.2-bedrijven, met een grootste afstand van 100 meter *
Bedrijf tot en met categorie 4.1
Categorie 2 tot en met 4.1-bedrijven, met een grootste afstand van 200 meter *
Bedrijf tot en met categorie 4.2
Categorie 2 tot en met 4.2-bedrijven, met een grootste afstand van 300 meter *
Bedrijf tot en met categorie 5.1
Categorie 2 tot en met 5.1-bedrijven, met een grootste afstand van 500 meter *
* alsmede daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven.

een en ander met uitzondering van risicovolle inrichtingen en met dien verstande dat geluidzoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf uitgesloten - geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  1. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – De Loop geldt:
    1. kantoren bij bedrijven, niet zijnde zelfstandige kantoren, mits het kantoorvloeroppervlak maximaal 15% van het brutovloeroppervlak van een bedrijfsgebouw bedraagt;
    2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' de landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein. De landschappelijke inpassing dient plaats te vinden overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals weergegeven in bijlage 86 (Landschappelijk inpassingsplan Bedrijventerrein De Loop) bij de regels en overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 lid 5.12;
    3. blusvijvers en bluswatervoorzieningen.
  2. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend grootschalige opslag en/of bedrijfsactiviteiten in de open lucht met een minimale perceelsomvang van 5.000 m², overeenkomstig de categorie-aanduidingen als bedoeld onder b,
  3. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  4. kantoren bij bedrijven, niet zijnde zelfstandige kantoren, mits het kantoorvloeroppervlak maximaal 40% van het bedrijfsvloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt, tot een maximum van 1.500 m²;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'crematorium' tevens een crematorium en uitvaartcentrum, met daaraan gerelateerd: detailhandel, een drukkerij en ondergeschikte horeca;
  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - strooiveld': tevens een strooiveld voor as;
met de daarbij behorende:
  1. terreinen en verhardingen;
  2. buitenopslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - buitenopslag';
  3. voorzieningen ter ontsluiting van de bedrijven;
  4. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  5. groenvoorzieningen.
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  7. reclamemasten/informatiezuilen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - reclamemast'.

16.2 Bouwregels

16.3 Nadere eisen

16.4 Afwijken van de bouwregels

16.5 Specifieke gebruiksregels

16.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 17 Bedrijventerrein - De Valk Noord

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' voor bedrijven tot en met categorie 2 conform de Lijst van bedrijfsactiviteiten Gemengd zoals opgenomen in bijlage 90 (Staat van Bedrijfsactiviteiten Gemengd);
  2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' voor bedrijven tot en met categorie 3.1 conform de Lijst van bedrijfsactiviteiten Gemengd zoals opgenomen in bijlage 90 (Staat van Bedrijfsactiviteiten);
  3. detailhandel in auto's boten en caravans;
  4. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeers- en verblijfsfunctie;
  5. voet- en rijwielpaden;
  6. parkeervoorzieningen;
  7. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  8. nutsvoorzieningen;
  9. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
met de daarbij behorende:
  1. verhardingen;
  2. tuinen, erven en terreinen;
  3. straatmeubilair;
  4. kunstwerken;
  5. bijbehorende voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

17.4 Afwijken van de bouwregels

17.5 Specifieke gebruiksregels

17.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 18 Bedrijventerrein - Dieterderweg

18.1 Bestemmingsomschrijving


De voor “Bedrijventerrein” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. lokale bedrijven met een perceelsomvang van maximaal 5.000 m², overeenkomstig onderstaande tabel:
Ter plaatse van de aanduiding
Bedrijven die zijn opgenomen in de van deze regels deel uitmakende toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 7 bij de regels) onder:
Bedrijf tot en met categorie 2
Categorie 2-bedrijven, met een grootste afstand van 30 meter*
Bedrijf tot en met categorie 3.1
Categorie 2- en 3-bedrijven, met een grootste afstand van 50 meter *
Bedrijf tot en met categorie 3.2
Categorie 2- en 3-bedrijven, met een grootste afstand van 100 meter *
* alsmede daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven.
  1. de reeds bestaande categorie 4-bedrijven in de vorm van:
    1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - kunststofverwerkingsbedrijf' een kunststofverwerkingsbedrijf;
    2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - op- en overslag van containers' de op- en overslag en het recupereren van containers;
    3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - dakpanfabriek' een dakpanfabriek,
een en ander met inbegrip van bestaande zoneringsplichtige inrichtingen en met uitzondering van risicovolle inrichtingen;
met de daarbij behorende:
  1. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  2. tuinen, erven en verhardingen;
  3. voorzieningen ter ontsluiting van de bedrijven;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. groenvoorzieningen.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

18.4 Afwijken van de bouwregels

18.5 Specifieke gebruiksregels


Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
  1. bedrijven met een perceelsomvang van meer dan 5.000 m², met uitzondering van bestaande bedrijven;
  2. risicovolle inrichtingen;
  3. wonen, behoudens in een bedrijfswoning als bedoeld in artikel 18 lid 1 sub c;
  4. permanente of tijdelijke bewoning van bijgebouwen;
  5. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel, niet zijnde handel in voeding- en genotmiddelen;
  6. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG);
  7. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' anders dan voor parkeerterrein;
  8. opslag, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik, tot een hoogte van ten hoogste 8 meter, uitgezonderd:
    1. op de gronden gelegen buiten de bouwgrens, grenzend aan een verkeersbestemming, waar de hoogte van opslag ten hoogste 3 meter mag bedragen;
    2. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', waar de maximale opslaghoogte conform onderstaande tabel geldt:
Afstand tot perceelsgrens
Aantal opgestapelde containers
Hoogte
0-3 meter
2
6
3-6 meter
3
9
6-9 meter
4
12
>9 meter
5
15

18.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 19 Bedrijventerrein - Poort Van Echt

19.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Bedrijventerrein - Poort van Echt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse reeds bestaande bedrijven;
  2. bedrijven, overeenkomstig onderstaande tabel:
Ter plaatse van de aanduiding
Bedrijven die zijn opgenomen in de van deze regels deel uitmakende toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 8 bij de regels) onder:
Bedrijf tot en met categorie 2
Categorie 2-bedrijven, met een grootste afstand van 30 meter*
Bedrijf tot en met categorie 3.1
Categorie 2 tot en met 3.1-bedrijven, met een grootste afstand van 50 meter *
* alsmede daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven.

een en ander met uitzondering van risicovolle inrichtingen.

Met de daarbij behorende:
  1. terreinen en verhardingen;
  2. voorzieningen ter ontsluiting van de bedrijven;
  3. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
  4. groenvoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

19.2 Bouwregels

19.3 Nadere eisen

19.4 Afwijken van de bouwregels

19.5 Specifieke gebruiksregels

19.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 20 Bedrijventerrein - Wolfskoul

20.1 Bestemmingsomschrijving


De voor “Bedrijventerrein” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven met een perceelsomvang van maximaal 5.000 m², overeenkomstig onderstaande tabel:
Ter plaatse van de aanduiding
Bedrijven die zijn opgenomen in de van deze regels deel uitmakende toegesneden lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 9 bij de regels) onder:
Bedrijf tot en met categorie 2
Categorie 2-bedrijven, met een grootste afstand van 30 meter*
Bedrijf tot en met categorie 3.1
Categorie 2- en 3.1-bedrijven, met een grootste afstand van 50 meter *
Bedrijf tot en met categorie 3.2
Categorie 2-, 3.1- en 3.2-bedrijven, met een grootste afstand van 100 meter *
* alsmede daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijven.
  1. de reeds bestaande categorie 3-bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 2';
  2. een kantoor uitsluitend op de begane grond, uitsluitend er plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  3. 5 onzelfstandige wooneenheden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - onzelfstandige wooneenheden';
  4. binnensport en lichaamsverzorgende activiteiten, alsmede tennisbanen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sport';
  5. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', uitsluitend een parkeerterrein voor maximaal 10 vrachtwagens;
  6. zend-/ontvangstinstallaties, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
een en ander met uitzondering van zoneringsplichtige inrichtingen en met uitzondering van risicovolle inrichtingen;
met de daarbij behorende:
  1. bestaande bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  2. terreinen en verhardingen;
  3. voorzieningen ter ontsluiting van de bedrijven;
  4. parkeervoorzieningen, in een zodanige omvang, dat op eigen terrein in de parkeerbehoefte van het bedrijf kan worden voorzien;
  5. groenvoorzieningen;
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

20.2 Bouwregels

20.3 Nadere eisen


Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

20.4 Afwijken van de bouwregels

20.5 Specifieke gebruiksregels

20.6 Afwijken van de gebruiksregels

20.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 21 Centrum - 1

21.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  3. supermarkten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  4. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijven, uitsluitend op de begane grond;
  5. maatschappelijk;
  6. cultuur en ontspanning;
  7. dienstverlening;
  8. kantoor;
  9. voorzieningen als bedoeld in artikel 21 lid 1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing';
met de daarbij horende
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. tuinen;
  4. parkeervoorzieningen.
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. bergingen
  7. speelvoorzieningen;
  8. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
  9. openbare nutsvoorzieningen.

21.2 Bouwregels

21.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

21.4 Afwijken van de bouwregels

21.5 Specifieke gebruiksregels

21.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 22 Centrum - 2

22.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. detailhandel, uitsluitend op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  3. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijven, uitsluitend op de begane grond;
  4. maatschappelijk;
  5. cultuur en ontspanning;
  6. dienstverlening;
  7. kantoor;
  8. horeca, categorie 1 t/m 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
met de daarbij horende
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. tuinen;
  4. parkeervoorzieningen.
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. bergingen
  7. speelvoorzieningen;
  8. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
  9. openbare nutsvoorzieningen.

22.2 Bouwregels

22.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

22.4 Afwijken van de bouwregels

22.5 Specifieke gebruiksregels

22.6 Afwijken van de gebruiksregels


Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in:
  1. artikel 22 lid 1 sub h ten behoeve van het toestaan van horeca buiten de aanduiding 'horeca', met dien verstande dat:
    1. uitsluitend horeca in categorie 1 en 2 is toegestaan;
    2. het bedrijfsvloeroppervlak per vestiging niet meer bedraagt dan
      300 m²;
  2. artikel 22 lid 1 sub b voor het gebruik van gronden rondom de aanduiding 'supermarkt' ten behoeve van een de supermarkt, met dien verstande dat:
    1. het aantal aanwezige supermarkten niet wordt vergroot;
    2. voldoende parkeergelegenheid aanwezig is c.q. gerealiseerd wordt;
    3. de belangen van derden niet onevenredig worden aangetast;
  3. artikel 22 lid 1 voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk onder de volgende voorwaarden:
    1. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd;
    2. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de bouwverordening;
    3. degene die eigenaar/gebruiker is van de woning is ook degene die het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf uitoefent;
    4. maximaal 30% van de begane grondvloeroppervlakte van het hoofdgebouw wordt gebruikt voor de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, met een maximum van 50 m² in de woning en/of de bijbehorende bouwwerken;
    5. het gebruik levert geen ernstige hinder op voor het woonmilieu c.q. doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de woning of de buurt;
    6. geen medewerking wordt verleend aan bedrijven, anders dan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Lijst van bedrijven, dan wel naar aard, omvang en invloed op de omgeving daaraan gelijkgesteld;
    7. uitoefening van de activiteit vindt uitsluitend plaats op de begane grond;
    8. er vindt geen detailhandel plaats, behoudens van ondergeschikte aard in ter plaatse vervaardigde of aan het bedrijf of beroep gelieerde producten;
    9. er mogen geen zodanig verkeersaantrekkende activiteiten plaatsvinden die de woonomgeving onevenredig belasten en ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeerplaatsen, noodzakelijk worden.
  4. artikel 22 lid 1 voor de uitoefening van een Bed & Breakfast onder de volgende voorwaarden:
    1. de woning waar de Bed & Breakfast activiteiten plaats vinden heeft een inhoud van minimaal 750 m³;
    2. de woonfunctie blijft als hoofdfunctie gehandhaafd;
    3. Bed & Breakfast mag voor maximaal 2 kamers (respectievelijk 4 personen) worden aangeboden;
    4. parkeren ten behoeve van Bed & Breakfast dient op het eigen terrein gerealiseerd te worden waarbij als parkeercijfer één parkeerplaats per kamer wordt gehanteerd, tenzij uit de aanvraag blijkt dat parkeren binnen het openbaar gebied niet leidt tot onevenredige hinder voor de woonomgeving;
    5. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het pand, perceel of complex dienen behouden te blijven;
    6. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet (kunnen) functioneren als zelfstandige woning;
    7. ter voorkoming van permanente bewoning wordt een maximumverblijfsduur gehanteerd van 2 weken;
    8. er mogen geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan.
  5. artikel 22 lid 5.3 voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijbehorende bouwwerken bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
    1. de bebouwingsmogelijkheden met niet meer dan 30 m² in één bouwlaag worden overschreden;
    2. de afhankelijke woning met de hoofdwoning is verbonden en er geen sprake is van woningsplitsing;
    3. het karakter van de omringende bebouwingsstructuur niet wordt aangetast;
    4. het woongenot of de gebruiksmogelijkheden op de belendende percelen niet onevenredig wordt aangetast;
    5. de bereikbaarheid van algemene en nutsvoorzieningen is gewaarborgd, evenals de bereikbaarheid voor hulpdiensten;
    6. voldoende parkeergelegenheid aanwezig is c.q. gerealiseerd worden.

Artikel 23 Centrum - Echt

23.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Centrum - Echt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten die als bijlage 1 (SvB Bedrijf - 1) bij deze regels is gevoegd, uitsluitend op de begane grond;
  2. cultuur en ontspanning, uitsluitend op de begane grond;
  3. detailhandel, met uitzondering van supermarkten, uitsluitend op de begane grond;
  4. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  5. kantoor, uitsluitend op de begane grond;
  6. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  7. wonen uitsluitend op de verdieping(en), met dien verstande dat per bouwperceel niet meer dan één woning is toegestaan. In geval het bestaand aantal woningen meer bedraagt dan één geldt het bestaande aantal als maximum aantal toegestane woningen. In het geval de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, mag het aantal woningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
  8. wonen tevens op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  9. horeca categorie 1, uitsluitend op de begane grond;
  10. horeca categorie 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca', uitsluitend op de begane grond;
  11. een fitnesscentrum ter plaatse van de aanduiding 'fitnesscentrum';
  12. aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
  13. bed & breakfast;
  14. internetwinkels;
met de daarbij horende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. tuinen;
  4. parkeervoorzieningen.
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. bergingen;
  7. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
  8. openbare nutsvoorzieningen.

23.2 Bouwregels

23.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

23.4 Afwijken van de bouwregels

23.5 Specifieke gebruiksregels

23.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 24 Centrum - Susteren

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - Susteren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten die als bijlage 1 (SvB Bedrijf - 1) bij deze regels is gevoegd, uitsluitend op de begane grond;
  2. cultuur en ontspanning;
  3. dienstverlening;
  4. detailhandel, uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat supermarkten niet zijn toegestaan;
  5. kantoor;
  6. maatschappelijk, met dien verstande dat kinderopvang uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
  7. wonen, uitsluitend voor zover aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' nieuwe woningen op de verdieping(en) zijn toegestaan tot het aangegeven aantal;
  8. kamerverhuur voor 5 kamers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kamerverhuur';
  9. horeca van categorie 1 t/m 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2' en voor zover reeds aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  10. alsmede voor de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  11. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
met de daarbij horende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. tuinen;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. bergingen;
  7. speelvoorzieningen;
  8. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
  9. openbare nutsvoorzieningen.

24.2 Bouwregels

24.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  9. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

24.4 Afwijken van de bouwregels

24.5 Specifieke gebruiksregels

24.6 Afwijken van de gebruiksregels

24.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 25 Cultuur En Ontspanning

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een cultuurhuis en terrassen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - cultuurhuis';
  2. een erotisch getint horecabedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - erotisch getint horecabedrijf';
  3. uitsluitend een kinderboerderij met bijbehorende voorzieningen, zoals beheerdersruimte, dierenverblijven, schuilgelegenheden en vijvers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij', met daaraan ondergeschikt:
  4. horecavoorzieningen ten dienste van de kinderboerderij;
  5. speelvoorzieningen;
  6. educatieve doeleinden;
  7. een wellnessinstituut, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - wellnessinstituut';
  8. ter plaatse van de aanduiding 'zone buitengebied' een bedrijfswoning, met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 1. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan;
  9. behoud en bescherming van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschapselement';
  10. parkeren ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'.
met de daarbij behorende:
  1. aan de functie onder c. ondergeschikte horeca 1, met uitzondering van bedrijfsmatige logiesverstrekking;
  2. aan de functie onder c. ondergeschikte detailhandel;
  3. tuinen, erven en verhardingen;
  4. parkeervoorzieningen,
  5. groenvoorzieningen;
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  7. wegen en paden.

25.2 Bouwregels

25.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

25.4 Afwijken van de bouwregels

25.5 Specifieke gebruiksregels

25.6 Afwijken van de gebruiksregels

25.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

25.8 Wijzigingsbevoegdheid

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zone buitengebied':
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Cultuur en ontspanning' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Buitengebied', mits:
  1. het gebruik als wonen vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij dient getoetst te worden aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit;
  2. het gebruik als wonen de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
  3. het aantal woningen na wijziging niet meer mag bedragen dan 1, tenzij het bestaande aantal meer bedraagt;
  4. de structuurvisie 'Wonen Midden-Limburg’ in acht wordt genomen;
  5. de economische uitvoerbaarheid gegarandeerd is;
  6. aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 74 lid 2.2 ;
  7. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels artikel 46 (Wonen - Buitengebied) in acht wordt genomen.

Artikel 26 Detailhandel

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. detailhandel;
  2. dienstverlening;
  3. wonen, niet zijnde in een bedrijfswoning, uitsluitend op de verdieping en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' wonen niet is toegestaan;
  4. een land- en tuinbouwcentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - land- en tuinbouwcentrum';
  5. een garagebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf';
  6. uitsluitend detailhandel in handboogartikelen en groothandel in sportprijzen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - groothandel in sportprijzen';
  7. een opslag- en inpakruimte, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - opslag en inpakruimte';
  8. detailhandel ten behoeve van een tuincentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum';
  9. een sportschool, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘sportschool’;
  10. de verkoop van autobanden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verkoop autobanden';
  11. een bloemist, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - bloemist';
  12. een supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  13. bedrijfswoning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' of 'specifieke vorm van detailhandel - land- en tuinbouwcentrum';
  14. aan huis verbonden beroep in de bedrijfswoning en/of bijbehorend bouwwerk, mits:
    1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    2. de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m²;
    3. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
    4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en verhardingen;
  2. wegen en paden;
  3. parkeervoorzieningen;
  4. groenvoorzieningen;
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

26.2 Bouwregels

26.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

26.4 Afwijken van de bouwregels

26.5 Specifieke gebruiksregels

26.6 Afwijken van de gebruiksregels

26.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Detailhandel' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Buitengebied', onder de volgende voorwaarden:
  1. het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij wordt getoetst aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit.
  2. het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan.
  3. het aantal woningen bedraagt na wijziging maximaal één.
  4. bij wijziging wordt de meest recent vastgestelde Structuurvisie Wonen Midden-Limburg in acht genomen.
  5. de economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd.
  6. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels wordt artikel 46 (Wonen - Buitengebied) in acht genomen.

Artikel 27 Detailhandel - Foodmarkt

27.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Detailhandel - Foodmarkt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. één foodmarkt uitsluitend op de begane grond;
  2. foodgerelateerde detailhandel uitsluitend op de begane grond;
  3. horeca in de categorie 1, uitsluitend op de begane grond;
  4. horeca in de categorie 2, met uitzondering van cafés, bars, danscafés en pubs, uitsluitend op de begane grond en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  5. horeca in de catagorie 2 ter plaatse van de Aasterbergerweg 2c en met de aanduiding 'horeca', waar een restaurant ook op de verdieping is toegestaan;
  6. ambachtelijke bedrijven in de foodsector met ondergeschikte detailhandel en horeca;
  7. dienstverlening;
  8. maatschappelijke en culturele voorzieningen;
  9. bijbehorende voorzieningen zoals kantoren en opslagruimtes;
  10. wonen op de verdieping, waarbij het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaats van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  11. aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
  12. terrassen;
met de daarbij behorende:
  1. parkeervoorzieningen,
  2. groenvoorzieningen;
  3. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  4. wegen en paden.

27.2 Bouwregels

27.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

27.4 Specifieke gebruiksregels

27.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 28 Dienstverlening

28.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. dienstverlening;
  2. ondergeschikte detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  3. wonen, niet zijnde in een bedrijfswoning, uitsluitend op de verdieping en ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  4. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
met de daarbij behorende:
  1. bedrijfswoning;
  2. tuinen;
  3. wegen en paden;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. groenvoorzieningen.
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

28.2 Bouwregels

28.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

28.4 Afwijken van de bouwregels

28.5 Specifieke gebruiksregels

28.6 Afwijken van de gebruiksregels

28.7 Wijzigingsbevoegdheid


Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Dienstverlening' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Stedelijk', onder de volgende voorwaarden:
  1. het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij wordt getoetst aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit.
  2. het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan.
  3. het aantal woningen bedraagt na wijziging maximaal één.
  4. bij wijziging wordt de structuurvisie 'Wonen Midden-Limburg' in acht genomen.
  5. de economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd.
  6. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels wordt artikel 48 (Wonen-Stedelijk) in acht genomen.

Artikel 29 Gemengd

29.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. functies en activiteiten conform onderstaande tabel:
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
zijn de volgende activiteiten toegestaan:
'specifieke vorm van gemengd - 1'
  • bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten in bijlage 1, uitsluitend op de begane grond;
  • cultuur en ontspanning;
  • detailhandel uitsluitend op de begane grond, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten';
  • dienstverlening;
  • horeca van categorie 1 t/m 3, uitsluitend voor zover legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • kantoor;
  • maatschappelijk;
  • wonen.
'specifieke vorm van gemengd - 2'
  • educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, onderwijs-, religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening;
  • wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld'.
'specifieke vorm van gemengd - 3'
  • aan-huis-verbonden beroepen;
  • aan-huis-verbonden bedrijven, uitsluitend op de begane grond;
  • bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten in bijlage 1, uitsluitend op de begane grond;
  • detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • kantoor en praktijkruimte, uitsluitend op de begane grond;
  • maatschappelijke en culturele voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  • wonen.
'specifieke vorm van gemengd - 4'
  • detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • horeca van categorie 1, en 2, uitsluitend op de begane grond;
  • kantoor/praktijkruimte, uitsluitend op de begane grond;
  • maatschappelijke en culturele voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  • wonen, uitsluitend op de verdiepingen.
'specifieke vorm van gemengd - 5'
  • kantoor;
  • maatschappelijk;
  • wonen, uitsluitend voor zover legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
'specifieke vorm van gemengd - 6'
  • horeca van categorie 1;
  • wonen.
'specifieke vorm van gemengd - 7'
  • kantoor;
  • maatschappelijk;
  • wonen, waarbij het aantal woningen maximaal 6 bedraagt.
  1. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
met de daarbij horende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. algemene nutsvoorzieningen;
  4. tuinen, erven en verhardingen;
  5. parkeervoorzieningen;
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

29.2 Bouwregels

29.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

29.4 Afwijken van de bouwregels

29.5 Specifieke gebruiksregels

29.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 30 Gemengd - Aanloopgebied

30.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Gemengd - Aanloopgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten die als bijlage 1 (Staat van Bedrijfsactiviteiten) bij deze regels is gevoegd, uitsluitend op de begane grond;
  2. cultuur en ontspanning, uitsluitend op de begane grond;
  3. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  4. kantoor, uitsluitend op de begane grond;
  5. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  6. wonen, waarbij maximaal één woning op de begane grond is toegestaan en maximaal één woning op de verdieping(en). In geval het bestaand aantal woningen meer bedraagt dan één per verdieping , geldt het bestaande aantal als maximum aantal toegestane woningen;
  7. detailhandel, niet zijnde een supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' uitsluitend op de begane grond;
  8. één supermarkt en overige detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 8', waarbij de verkoopactiviteiten uitsluitend op de begane grond plaatsvinden;
  9. aan een supermarkt ondersteunende activiteiten zowel op de begane grond als op de verdieping, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 8';
  10. horeca categorie 1 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1' uitsluitend op de begane grond;
  11. horeca categorie 1 en 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2';
  12. ondersteunende detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - detailhandel ondersteunend', uitsluitend op de begane grond;
  13. een fitnesscentrum ter plaatse van de aanduiding 'fitnesscentrum';
  14. aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
  15. bed & breakfast;
  16. internetwinkels;
met de daarbij horende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. tuinen;
  4. parkeervoorzieningen.
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. bergingen;
  7. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
  8. openbare nutsvoorzieningen.

30.2 Bouwregels

30.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

30.4 Afwijken van de bouwregels

30.5 Specifieke gebruiksregels

30.6 Afwijken van de gebruiksregels

30.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 31 Gemengd - De Valk

31.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Gemengd - De Valk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten die als bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) bij deze regels is gevoegd, uitsluitend op de begane grond;
  2. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten die als bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) bij deze regels is gevoegd, tevens op de verdieping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijf op de verdieping';
  3. dienstverlening;
  4. kantoor;
  5. maatschappelijke voorzieningen;
  6. één woning ter plaatse van de aanduiding 'wonen'. In geval de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, mag het aantal woningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
  7. aan huis verbonden beroepen en bedrijven;
  8. bed & breakfast';
  9. internetwinkels;
met de daarbij horende:
  1. wegen en paden;
  2. groenvoorzieningen;
  3. tuinen;
  4. parkeervoorzieningen.
  5. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  6. bergingen;
  7. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
  8. openbare nutsvoorzieningen.

31.2 Bouwregels

31.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

31.4 Specifieke gebruiksregels

31.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 32 Gemengd - Leisurepark

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - Leisurepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. leisure in de categorieën 1 tot en met 3.2, zoals vermeld in bijlage 15 (Lijst van leisurefuncties);
  2. wellness;
  3. tevens voor evenementen en leisure in de categorieën 1 tot en met 4.2, zoals vermeld in bijlage 15 Lijst van leisurefuncties, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd - evenementen 1’;
  4. tevens voor evenementen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van gemengd - evenementen 2';
  5. uitsluitend een paintballterrein, uitsluitend ter plaats van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paintballterrein';
  6. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' horeca ondergeschikt aan en ten behoeve van;
    1. leisure in de categorieën 1 tot en met 3.2, zoals vermeld in bijlage 15 (Lijst van leisurefuncties);
    2. evenementen;
    3. wellness;
    4. sportactiviteiten;
    5. maatschappelijke en culturele voorzieningen;
    6. overnachtingsmogelijkheid voor groepen ten behoeve van meerdaagse activiteiten behorende bij de functies in het plangebied;
  7. horeca ondergeschikt aan en ten behoeve van de functies genoemd onder a t/m c;
  8. detailhandel ondergeschikt aan en ten behoeve van de functies genoemd onder a t/m c;
  9. kinderopvang ondergeschikt aan en ten behoeve van de functies genoemd onder a t/m c;
met de daarbij horende:
  1. wegen en paden;
  2. terrassen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. speelvoorzieningen;
  6. kunstwerken;
  7. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

32.2 Bouwregels

32.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

32.4 Afwijken van de bouwregels

32.5 Specifieke gebruiksregels

32.6 Afwijken van de gebruiksregels

32.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 33 Groen

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  2. groenvoorziening met een natuurlijke inrichting met bosstroken, zoom- en mantelvegetaties en/of ruigten en moerassen, met toepassing van streekeigen soorten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - natuurlijke inrichting';
  3. inritten ten behoeve van de ontsluiting van bijgebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - inritten' (sw-i);
  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting 2': maximaal twee ontsluitingswegen ter ontsluiting van het bedrijventerrein met elk een breedte van maximaal 15,00 meter;
  5. een kapel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kapel';
  6. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  7. alsmede voor het behoud en de versterking van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden';
  8. een landschappelijke inpassing conform bijlage 26 (Prinsenbaan 69);
  9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing Bedrijventerrein De Loop' de landschappelijke inpassing van het bedrijventerrein. De landschappelijke inpassing dient plaats te vinden overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoals weergegeven in bijlage 86 (Landschappelijk inpassingsplan Bedrijventerrein De Loop) bij de regels en overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 lid 5.12.
  10. voet- en rijwielpaden;
  11. calamiteitenpaden;
  12. in- en uitritten tot aangrenzende percelen;
  13. in- en uitritten ter ontsluiting van bedrijven;
  14. speelvoorzieningen;
  15. hondenuitlaatplaatsen;
  16. straatmeubilair;
  17. voorzieningen van algemeen nut;
  18. een geluidscherm ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' en 'specifieke vorm van groen - geluidsscherm';
  19. een geluidwal ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal';
  20. kunstwerken;
  21. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderieën en een kermis;
  22. parkeervoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘ specifieke vorm van verkeer-parkeervoorzieningen’;
  23. water in de vorm van overkluisde watergangen, ter plaatse van de aanduiding 'water';
  24. waterlopen en waterpartijen;
  25. kunstwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - kunstwerk';
  26. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
  27. evenementen;
  28. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': tevens een antennemast ten behoeve van de telecommunicatie, met de daarbij behorende voorzieningen;

33.2 Bouwregels

33.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid, externe veiligheid en rampenbestrijding.
  7. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

33.4 Afwijken van de bouwregels

33.5 Specifieke gebruiksregels

33.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 34 Horeca

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. horeca van categorie 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
  2. horeca van categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  3. horeca van categorie 3, met dien verstande dat een discotheek niet is toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  4. horeca van categorie 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
  5. horeca van categorie 2 en 3 op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - categorie 2 en 3 op de begane grond';
  6. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - Poort van Echt' zijn de volgende horecavoorzieningen toegestaan:
    1. horeca, categorie 4, waarbij het aantal hotelkamers maximaal 88 bedraagt;
    2. horeca, categorie 2;
    3. de bij horeca, categorie 2 behorende terrassen tot een maximale gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van 1.150 m²;
    4. een speelautomatenhal, tot een maximale bruto vloeroppervlakte van 1.270 m², uitsluitend op de begane grond;
    5. horeca-ondersteunende voorzieningen in de vorm van flexwerk- en vergadervoorzieningen tot een maximale gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van 1.090 m²;
    6. aan de functie onder 1. ondergeschikte sport-, fitness- en wellnessvoorzieningen;
      1. aan de functies onder 1. t/m 5. ondergeschikte:
      2. detailhandel;
      3. dienstverlening;
      4. kantoren;
  7. een reclamemast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - reclamemast';
  8. een garage ten behoeve van de stalling van auto's, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  9. een vogelkwekerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vogelkwekerij';
  10. een terras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras' in de bestaande omvang;
  11. wonen niet zijnde in een bedrijfswoning, uitsluitend op de verdieping en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' wonen niet is toegestaan;
  12. de ontsluiting van het aangrenzende bouwperceel alsmede het stallen van één voertuig, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting 1';
  13. ondergeschikte detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel – ondergeschikte detailhandel’;
  14. parkeren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van verkeer – parkeren’;
  15. alsmede voor de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  16. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument',
met de daarbij behorende:
  1. bedrijfswoning, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten';
  2. tuinen, erven en verhardingen;
  3. wegen en paden;
  4. terrassen;
  5. parkeervoorzieningen.
  6. groenvoorzieningen;
  7. nutsvoorzieningen;
  8. voorzieningen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;
  9. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

34.2 Bouwregels

34.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid,
  8. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  9. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

34.4 Afwijken van de bouwregels

34.5 Specifieke gebruiksregels

34.6 Afwijken van de gebruiksregels

34.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

34.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 35 Kantoor

35.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. kantoor, al dan niet in combinatie met aan de kantoorfunctie ondergeschikte dienstverlening;
  2. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  3. wonen, uitsluitend op de verdieping, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' wonen niet is toegestaan;
met de daarbij behorende:
  1. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  2. tuinen, erven en verhardingen;
  3. wegen en paden;
  4. groenvoorzieningen;
  5. parkeervoorzieningen.
  6. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

35.2 Bouwregels

35.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

35.4 Afwijken van de bouwregels

35.5 Specifieke gebruiksregels

35.6 Afwijken van de gebruiksregels

35.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Kantoor' te wijzigen in de bestemming 'Wonen-Stedelijk' of 'Wonen-Buitengebied' onder de volgende voorwaarden:
  1. het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij wordt getoetst aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit;
  2. het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan;
  3. het aantal woningen bedraagt na wijziging maximaal één;
  4. bij wijziging wordt de structuurvisie 'Wonen Midden-Limburg' in acht genomen.
  5. de economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd;
  6. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels wordt artikel 48 (Wonen-Stedelijk) in acht genomen. Indien de locatie is gelegen binnen de aanduiding 'zone buitengebied' worden de bouw- en gebruiksregels van artikel 40 (Wonen - Buitengebied) in acht genomen.

Artikel 36 Maatschappelijk

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, onderwijs, kinderopvang, religieuze voorzieningen, algemene nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening met daaraan ondergeschikt ten dienste van voornoemde voorzieningen detailhandel en horeca;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - Abdij Lilbosch', zijn de volgende functies van toepassing:
    1. maatschappelijke en culturele voorzieningen met begrip van bijbehorende woonvormen en gastenverblijven;
    2. voorwaarden verplichting agrarische bedrijfsvoering Abdij Lilbosch
      wonen als onderdeel van de bestemming 'Maatschappelijk' is mogelijk indien hierbij sprake is van directe ofwel indirecte samenhang met de agrarische bedrijfsvoering ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' aan de Pepinusbrug 6 binnen de belendende bestemming 'Agrarisch'.;
    3. voorwaardelijke verplichting mitigerende maatregelen vleermuizen
      het bouwen en gebruiken van het bestemmingsvlak:
      • het is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat de mitigerende maatregelen in verband met vleermuizen als vermeld in de bijlage 98 (Vergunning Wet Natuurbescherming locatie Abdij Lilbosch) worden instandgehouden;
  3. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  4. horeca van categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  5. een speelvoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
  6. sportvelden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sportvelden';
  7. wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  8. medisch-sociale functies, waaronder begrepen maximaal 10 zorgplaatsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgplaatsen 1';
  9. medisch-sociale functies, waaronder begrepen maximaal 24 zorgplaatsen en 2 inpandige bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgplaatsen 2';
  10. medisch-sociale functies, waaronder begrepen maximaal 8 zorgplaatsen t.b.v. 24 uurszorg met dagbesteding, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgplaatsen 3';
  11. wonen op de verdieping(en), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - verdieping';
  12. een zorginstelling met wonen ten behoeve van zorg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling';
  13. een zorginstelling met in totaal 90 zorgplaatsen, met inbegrip van ondergeschikte functies en voorzieningen zoals detailhandel, horeca, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen ten dienste van de zorginstelling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorginstelling Mussenstraat';
  14. een zorginstelling met wonen ten behoeve van zorg ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning', met inbegrip van ondergeschikte functies en voorzieningen zoals detailhandel, horeca, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen ten dienste van de zorginstelling;
  15. maximaal 23 zorgwoningen, zoals gedefinieerd in artikel 1 lid 282 van deze regels inclusief ondergeschikte vergader-, kantoor- en opslagruimten, gemeenschappelijke ruimten voor bewoners en één bedrijfs-/dienstwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen ‘specifieke vorm van maatschappelijk - zorgwoningen’;
  16. begeleid wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk – begeleid wonen’;
  17. verenigingsdoeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verenigingsdoeleinden';
  18. ontsluiting van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting';
  19. de ontsluiting van het aangrenzende bouwperceel alsmede het stallen van één voertuig, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting 1';
  20. een parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  21. een jongerencentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - jongerencentrum';
  22. een evenementen- en activiteitenterrein, alsmede opslag en onderhoudsdoeleinden ten behoeve van de plaatselijke fanfare, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - functies fanfare';
  23. maatschappelijke en culturele voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  24. kinderopvang, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang';
  25. een asielzoekerscentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - asielzoekerscentrum';
  26. een zend- en ontvangstmast, ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  27. een kapel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kapel';
  28. alsmede voor de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  29. alsmede voor de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  30. uitsluitend het behoud en de bescherming van de ecologische waarden, ter plaatse van de aanduiding 'ecologische waarde';
  31. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van maatschappelijk - zorgplaatsen 2’ dient de landschappelijke inpassing overeenkomstig bijlage 44 Landschappelijke inpassing Caulitenklooster te worden aangelegd en in stand te worden gehouden;
met de daarbij behorende:
  1. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’', met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per aanduidingsvlak niet meer mag bedragen dan 1, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  2. aan huis verbonden beroep in de bedrijfswoning en/of bijbehorend bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mits:
    1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    2. de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij bijbehorende bouwwerken;
    3. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
    4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  3. aan-huis-verbonden-beroepen of -bedrijven uitsluitend in woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  4. tuinen, erven en verhardingen;
  5. wegen en paden;
  6. groenvoorzieningen;
  7. parkeervoorzieningen;
  8. kunstwerken;
  9. behoud, herstel en ontwikkeling van ecologische en natuurlijke waarden van Natura 2000-gebieden;
  10. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

36.2 Bouwregels

36.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’;
  4. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.
  5. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  6. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  7. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  8. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  9. ter waarborging van de externe veiligheid.

36.4 Afwijken van de bouwregels

36.5 Specifieke gebruiksregels

36.6 Afwijken van de gebruiksregels

36.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

36.8 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Maatschappelijk' te wijzigen in de bestemming Wonen', uitsluitend voor Pepinusbrug 2a en 6a, mits:
  1. het gebruik als wonen vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar is, hetgeen onder andere wil zeggen dat uit een ingesteld bodemonderzoek moet blijken dat ter plaatse de kwaliteit van de bodem geschikt is voor de bestemming wonen. Hierbij dient getoetst te worden aan de maximale waarde wonen uit het Besluit bodemkwaliteit;
  2. het gebruik als wonen de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aantast;
  3. het aantal woningen na wijziging niet meer mag bedragen dan 1, tenzij het bestaande aantal meer bedraagt;
  4. de structuurvisie 'Wonen Midden-Limburg' in acht wordt genomen;
  5. de economische uitvoerbaarheid gegarandeerd is;
  6. aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 74 lid 2.2;
  7. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels artikel 40 Wonen-Buitengebied in acht wordt genomen.

Artikel 37 Natuur

37.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. behoud, herstel en versterking van landschappelijke, aardkundige en natuurwaarden;
  2. op natuurbeheer gericht agrarisch grondgebruik;
  3. behoud en herstel van rust binnen het gebied;
  4. behoud en herstel van aanwezig reliëf;
  5. behoud en bescherming van steilranden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - steilrand';
  6. behoud en ontwikkeling van de archeologische waarden;
  7. behoud en herstel van de aanwezige poelen en watergangen;
  8. behoud, herstel en ontwikkeling van ecologische en natuurwaarden van Natura 2000-gebieden;
  9. kunstwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - kunstwerk';
  10. behoud en bescherming van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschapselement';
  11. houtproductie, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
  12. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  13. jachthut, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - jachthut'';
  14. scouting, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - scouting';
  15. boswachtershut, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - boswachtershut';
  16. trainingsbaan, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - trainingsbaan';
  17. een hondensportvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondensportvereniging';
  18. een stroomgeleidingsdam, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - stroomgeleidingsdam';
  19. waterretentie, natuurvriendelijke oevers en het onderhouden van de waterloop;
  20. extensief recreatief medegebruik;
  21. de aanleg, het beheer en onderhoud van één verhard fietspad met een breedte van maximaal 3 meter, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietspad';
  22. een natuurspeelplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - natuurspeelplaats';
  23. behoud en bescherming onverharde en halfverharde wegen;
  24. voorzieningen van algemeen nut zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorzieningen e.d., ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  25. bestaande perceelsontsluitingen;
met de daarbij behorende:
  1. verkeersvoorzieningen;
  2. paden ten behoeve van extensief medegebruik en/of onderhoud en beheer;
  3. ecologische voorzieningen, zoals wildtunnels, vispassages en vleermuisverblijven;
  4. voorzieningen van openbaar nut.
Binnen de bestemming 'Natuur' is het beleid primair gericht op behoud en versterking van de ecologische en landschappelijke kwaliteiten. Het bieden van mogelijkheden voor recreatief medegebruik mag geen afbreuk doen aan deze primaire doelstelling. Het hele gebied binnen deze bestemming mag in beginsel worden gebruikt voor extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik zijn beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan, zoals picknicktafels, bankjes, bewegwijzering e.d.

37.2 Bouwregels

37.3 Afwijken van de bouwregels

37.4 Specifieke gebruiksregels

37.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

37.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 38 Natuur - Natuur Na Ontgronding/opvulling

38.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Natuur - Natuur na ontgronding / opvulling' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. natuurontwikkeling;
  2. bescherming tegen wateroverlast door realisering van stroomgeulverbredingen en weerdverlagingen in de rivier de Maas;
  3. de winning, verwerking en transport van oppervlaktedelfstoffen met bijbehorende inrichtingen;
  4. kleiberging;
  5. grinddrempels en -ruggen;
  6. tijdelijke voorzieningen als bedoeld in artikel 1 lid 239;
  7. vistrappen;
  8. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  9. extensief recreatief medegebruik na ontgronding;
  10. bestaande wegen;
  11. (half)verharde paden;
  12. bestaande perceelsontsluitingen;
met de daarbij behorende:
  1. verkeersvoorzieningen;
  2. voorzieningen van openbaar nut.

38.2 Bouwregels


Op of in de tot 'Natuur - Natuur na ontgronding/opvulling' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
  1. tijdelijke voorzieningen in de vorm van gebouwen, geen woning zijnde, tot een maximum bouwhoogte van 10 meter;
  2. tijdelijke voorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een maximum bouwhoogte van 25 meter.

38.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van tijdelijke werkwegen indien dit noodzakelijk is ten behoeve van de bescherming van het woonmilieu en/of ter voorkoming van onevenredige aantasting van omliggende natuurwaarden.

38.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 38 lid 2 ten behoeve van het realiseren van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van extensief recreatief medegebruik in de vorm van kleinschalige picknickplaatsen, zitbanken, borden, rustpunten, afvalbakken en soortgelijke voorzieningen, met dien verstande dat:
  1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.;
  2. de beoogde natuurontwikkeling niet wordt verstoord.

Artikel 39 Recreatie - Dagrecreatie

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. dagrecreatie;
  2. een schutterij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - schutterij';
  3. ondergeschikte horeca, met dien verstande dat ondergeschikte horeca enkel is toegestaan ten dienste van de functie 'schutterij';
  4. het uitoefenen van dagrecreatieve activiteiten in de vorm van volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  5. het uitoefenen van dagrecreatieve activiteiten in de vorm van sportbeoefening in de openlucht, zoals voetbalveld, oefenveld, trapveld, speelvoorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening',
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en terreinen;
  2. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat deze op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd, tenzij op andere wijze in voldoende parkeerbehoefte kan worden voorzien;
  3. groenvoorzieningen;
  4. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  5. wegen en paden.

39.2 Bouwregels


Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
  1. indien het bestemmingsvlak is voorzien van een bouwvlak dienen de gebouwen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  2. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Bouwwerken
Maximale goothoogte in m
Maximale bouwhoogte in m
Maximale oppervlakte in m²
Maximale inhoud in m³
Gebouwen
6,6
11
De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht
Geen beperking
Gebouwen op het adres Krimweg 1
6,6
11
75
Geen beperking
Gebouwen op het adres Pissummerweg 8 6,6 11 150
Geen beperking
Bouwwerken op het adres Kavinksbosch 10A
Bestaand
Bestaand
Bestaand
Bestaand
Schietbomen voor schutterijen
n.v.t.
20
n.v.t.
n.v.t.
Lichtmasten
n.v.t.
12
n.v.t.
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen
n.v.t.
2
n.v.t
n.v.t
Overkappingen
n.v.t.
3
40
n.v.t
Overkappingen op het adres Pissummerweg 8 n.v.t. 5 70
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
n.v.t.
4
n.v.t.
n.v.t.
  1. indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder b dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
  2. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' bedraagt:
    1. de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen per volkstuin maximaal 12,00 m²;
    2. de bouwhoogte van de gebouwen maximaal 2,50 meter.
  3. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' bedraagt:
    1. het bebouwd oppervlak voor gebouwen maximaal 1%;
    2. de bouwhoogte van de gebouwen maximaal 3,50 meter.
  4. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' en de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – tijdelijk gebouw’ bedraagt:
    1. het bebouwd oppervlak voor gebouwen maximaal 3%;
    2. de bouwhoogte van de gebouwen maximaal 4,00 meter.
    3. de afstand van gebouwen tot de bestemmingsgrens maximaal 3,00 meter.
  5. ter plaatse van de aanduiding 'schutterij' bedraagt:
    1. het maximum bebouwingsoppervlak van de bij de schutterij behorende bebouwing 100 m²; daar waar het bestaande legaal vergunde bebouwingsoppervlak ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan meer dan 100 m² bedroeg, geldt deze maat als maximum bebouwingsoppervlak.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' bedraagt:
    1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 1,00 meter;
    2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 3,00 meter;
    3. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen als bedoeld in artikel 32 lid 2 sub d onder 1 en overkappingen maximaal 12,00 m².
  2. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening' bedraagt:
    1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 2,00 meter;
    2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 20,00 meter bedragen, met dien verstande dat deze voor het overige naar aard en afmeting bij deze bestemming passen.

39.3 Afwijken van de bouwregels

39.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 39 lid 1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
  1. buitenopslag, behoudens voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  2. bedrijfsactiviteiten;
  3. detailhandel;
  4. horeca, met uitzondering van het bepaalde in artikel 39 lid 1 sub c;
  5. wonen.

Artikel 40 Recreatie - Verblijfsrecreatie

40.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. verblijfsrecreatie, met de nadere bestemming en onder de nadere voorwaarden die zijn weergegeven in de onderstaande tabel:
Adres
Nadere bestemming
Voorwaarden
Krimweg 1a
Camping
  • Het aantal kampeermiddelen mag niet meer bedragen dan 76.
  • Het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan 4.
  • Het aantal trekkershutten mag niet meer bedragen dan 2.
Brugweg 89
- Camping
- Detailhandel
  • Het aantal kampeermiddelen mag niet meer bedragen dan 390.
  • Recreatiewoningen zijn niet toegestaan.
  • Trekkershutten zijn niet toegestaan.
Hommelweg 1a
Vakantieappartementen met daarbij behorende voorzieningen.
  • Het aantal appartementen mag niet meer bedragen dan 19.
  • Het aantal kampeermiddelen mag niet meer bedragen dan 15, met dien verstande dat in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober het aantal kampeermiddelen niet meer mag bedragen dan 25.
Hommelweg 2
Recreatiepark met daarbij behorende dagrecreatieve voorzieningen, detailhandel en dienstverlening
  • Het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan 150.
  • Het aantal stacaravans mag niet meer bedragen dan 360.
  • Trekkershutten zijn tevens toegestaan.
Hombergstraat 30
één recreatiewoning met zwembad
n.v.t.
Waldfeuchterbaan 107
Camping, met het daarbij behorende boerderijterras en detailhandel ten behoeve van de camping.
  • Het aantal kampeermiddelen mag niet meer bedragen dan 15, met dien verstande dat in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober het aantal kampeermiddelen niet meer mag bedragen dan 25.
  1. ondergeschikte horeca, met dien verstande dat ondergeschikte horeca enkel is toegestaan ten dienste van de functie 'verblijfsrecreatie';
  2. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per aanduidingsvlak niet meer mag bedragen dan 1;
  3. aan huis verbonden beroep in de bedrijfswoning en/of bijbehorend bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mits:
    1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    2. de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij bijbehorende bouwwerken tot een maximum van 50 m²;
    3. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
    4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': tevens een antennemast ten behoeve van de telecommunicatie, met de daarbij behorende voorzieningen;
  5. behoud en bescherming van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschapselement';
met de daarbij behorende:
  1. voorzieningen ten behoeve van onderhoud en beheer;
  2. sanitaire voorzieningen;
  3. afvalvoorzieningen;
  4. speelvoorzieningen;
  5. tuinen, erven en terreinen;
  6. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat deze op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd, tenzij op andere wijze in voldoende parkeerbehoefte kan worden voorzien;
  7. groenvoorzieningen;
  8. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  9. wegen en paden.

40.2 Bouwregels

40.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie - uitbreiding Hommelheide’ ter verantwoording van het groepsrisico aan de plaats, de afmeting en inrichting van vluchtroutes en verbindingen.

40.4 Afwijken van de bouwregels

40.5 Specifieke gebruiksregels

40.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 41 Sport

41.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  2. een crosscircuit, niet zijnde een geluidzoneplichtige inrichting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - crosscircuit';
  3. een sportterrein en schutterij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sportterrein en schutterij';
  4. een manege met ondergeschikte horeca en ondergeschikte detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'manege';
  5. een sportterrein met ondergeschikte horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sportterrein';
  6. een golfbaan met ondergeschikte horeca en ondergeschikte detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'golfbaan';
  7. ondergeschikte horeca niet toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca niet toegestaan;
  8. ondergeschikte detailhandel niet toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - ondergeschikte detailhandel niet toegestaan;
  9. ondergeschikte maatschappelijke activiteiten;
  10. maatschappelijke, (para)medische en sociaal-culturele voorzieningen, dienstverlening en/of horeca tot en met categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
  11. horeca categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  12. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 1':
    1. maatschappelijke en culturele voorzieningen;
    2. overnachtingsvoorziening voor groepen ten behoeve van meerdaagse activiteiten behorende bij de functie in het plangebied;
  13. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 2' een sportgerelateerde buitenschoolse opvang;
  14. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 3' semipermanente overnachtingsvoorzieningen met dien verstande dat:
    1. bijbehorende sanitaire voorzieningen zijn toegestaan;
    2. het overnachten plaatsvindt ten behoeve van meerdaagse activiteiten behorende bij de functies in het plangebied;
    3. maximum 40 personen tegelijkertijd overnachten;
  15. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 4' dagbesteding met dien verstande dat maximum 12 personen (deelnemers) tegelijkertijd deelnemen;:
  16. kinderopvang, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang';
  17. een schietbaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietbaan';
  18. een sportzaal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sportzaal';
  19. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per aanduidingsvlak niet meer mag bedragen dan 1;
  20. behoud en bescherming van landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschapselement';
  21. de organisatie van kleinschalige trainingsbijeenkomsten en (trainings)wedstrijden ter plaatse van de locatie Leenderdwarsstraat 1-5, met dien verstande dat:
    1. deze trainingsbijeenkomsten en (trainings)wedstrijden gezamenlijk gedurende maximaal 60 dagen per jaar plaats vinden in de periode 1 maart – 1 oktober;
    2. gezamenlijk op niet meer dan 4 dagen per week trainingsbijeenkomsten en/of (trainings)wedstrijden mogen plaatsvinden;
    3. het aantal bezoekers niet meer bedraagt dan 100 per dag;
    4. het aantal paarden dat mag deelnemen aan een trainingsbijeenkomst niet meer bedraagt dan 200 per dag;
    5. het aantal paarden dat mag deelnemen aan een (trainings)wedstrijd niet meer bedraagt dan 250 per dag;
    6. de trainingsbijeenkomsten inclusief bijbehorende aan- en afvoerbewegingen, uitsluitend in de dagperiode tussen 7.00 en 19.00 uur plaatsvinden;
    7. de (trainings)wedstrijden inclusief bijbehorende aan- en afvoerbewegingen, uitsluitend in de dagperiode tussen 7.00 en 19.00 uur plaatsvinden;
    8. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Parkeren door bezoekers op een deel van het trainingsterrein is hiervoor toegestaan;
  22. een (hippisch) evenement ter plaatse van de locatie Leenderdwarsstraat 1-5, met dien verstande dat:
    1. maximaal 5 evenementen per jaar zijn toegestaan, gedurende maximaal 12 dagen per jaar;
    2. de duur van het evenement niet meer dan 3 aaneengesloten dagen bedraagt, inclusief opbouw en afbreken van de bij het evenement behorende voorzieningen met bijbehorende aan- en afvoerbewegingen;
    3. het aantal bezoekers (niet zijnde de deelnemers) niet meer bedraagt dan 500 bezoekers per dag;
    4. het evenement, inclusief opbouwen en afbreken met bijbehorende aan- en afvoerbewegingen, uitsluitend tussen 7.00 en 23.00 uur plaatsvindt, met dien verstande dat tevens 1 feestavond per evenement is toegestaan, uitsluitend op vrijdag- of zaterdagavond, tot maximaal 01.00 uur;
    5. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  23. buitenrijbakken/zandpistes, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport – buitenrijbak/zandpiste';
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en terreinen;
  2. speelvoorzieningen;
  3. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderie, verenigingsfeest en een kermis;
  4. grondwal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - grondwal;
  5. antennemast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
  6. straatmeubilair;
  7. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat deze op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd, tenzij op andere wijze in voldoende parkeerbehoefte kan worden voorzien;
  8. groenvoorzieningen;
  9. overige voorzieningen die naar aard en afmetingen bij deze bestemming passen;
  10. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  11. wegen en paden.

41.2 Bouwregels

41.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

41.4 Afwijken van de bouwregels

41.5 Specifieke gebruiksregels

41.6 Afwijken van de gebruiksregels

41.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 42 Sport - De Bandert

42.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Sport - De Bandert' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het uitoefenen van sportactiviteiten;
  2. horeca categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca categorie 2';
  3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 1';
    1. maatschappelijke en culturele voorzieningen;
    2. overnachtingsvoorziening voor groepen ten behoeve van meerdaagse activiteiten behorende bij de functies in het plangebied;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 2' een sportgerelateerde buitenschoolse opvang;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 3' semipermanente overnachtingsvoorzieningen met dien verstande dat:
    1. bijbehorende sanitaire voorzieningen zijn toegestaan;
    2. het overnachten plaatsvindt ten behoeve van meerdaagse activiteiten behorende bij de functies in het plangebied;
    3. maximum 40 personen tegelijkertijd overnachten;
  6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - 4' dagbesteding met dien verstande dat maximum 12 personen (deelnemers) tegelijkertijd deelnemen;
  7. ondergeschikte horecavoorzieningen;
  8. ondergeschikte maatschappelijke activiteiten;
met daarbij behorende:
  1. wegen en paden;
  2. parkeervoorzieningen;
  3. groenvoorzieningen;
  4. speelvoorzieningen;
  5. kunstwerken;
  6. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderie, verenigingsfeest en een kermis;
  7. antennemast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'antennemast';
  8. straatmeubilair;
  9. overige voorzieningen die naar aard en afmetingen bij deze bestemming passen;
  10. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

42.2 Bouwregels

42.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving.
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

42.4 Specifieke gebruiksregels


Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 42 lid 1 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
  1. permanente bewoning;
  2. tijdelijke bewoning, met uitzondering van de overnachtingsvoorzieningen zoals bepaald in artikel 42 lid 1 sub c en e;
  3. permanente of tijdelijke bewoning van arbeidsmigranten;
  4. seksuele dienstverlening.

42.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 43 Verkeer

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een kapel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kapel';
  2. een rioolgemaal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwatergemaal';
  3. de aanleg, het beheer en onderhoud van één verhard fietspad met een breedte van maximaal 3 meter, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietspad';
  4. een brug, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug';
  5. scheepvaart, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - scheepvaart';
  6. een kanaal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - kanaal';
  7. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeers- en verblijfsfunctie;
  8. voet- en rijwielpaden;
  9. een parkeerterrein met bijbehorende parkeervoorzieningen en ontsluiting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  10. parkeervoorzieningen;
  11. natuur na ontgronding, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - natuur na ontgronding/opvulling';
  12. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  13. behoud en bescherming van steilranden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - steilrand';
  14. straatmeubilair;
  15. speelvoorzieningen;
  16. voorzieningen van algemeen nut zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorzieningen e.d., ter plaats van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  17. nutsvoorzieningen;
  18. water in de vorm van overkluisde watergangen, ter plaatse van de aanduiding 'water';
  19. een reclamemast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - reclamemast';
  20. waterlopen en waterpartijen;
  21. geluidswerende voorzieningen;
  22. een geluidscherm ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm';
  23. faunavoorzieningen;
  24. kunstwerken;
  25. terrassen;
  26. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderieën en een kermis;
  27. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  28. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - calamiteitenontsluiting' een calamiteitenweg, waarbij de gronden tevens bestemd zijn voor het laden en lossen ten behoeve van de aanpalende garageboxen;
Het aantal rijstroken mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.

43.2 Bouwregels

43.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid.

43.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 43 lid 2.2 voor het oprichten van een reclamezuil onder de volgende voorwaarden:
  1. De reclamezuil is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - reclamezuil' en uitsluitend ten behoeve van een foodmarkt.
  2. De hoogte mag niet meer bedragen dan 30 m.
  3. de reclamezuil is stedenbouwkundig en landschappelijk inpasbaar.

43.5 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
  1. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
  3. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG);

43.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

43.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 44 Verkeer - Railverkeer

44.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. spoorweg;
  2. spoorwegkruisingen;
  3. één woning op de verdieping, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - verdieping';
  4. parkeervoorzieningen;
  5. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  6. voorzieningen van algemeen nut;
  7. geluidwerende voorzieningen;
  8. kunstwerken;
  9. waterlopen en waterpartijen;
  10. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
  11. evenementen.

44.2 Bouwregels

44.3 Afwijken van de bouwregels

44.4 Specifieke gebruiksregels

44.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 45 Water

45.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. bescherming, beheer en onderhoud van watergangen en waterpartijen;
  2. de ontvangst, berging en/of afvoer van water;
  3. behoud en ontwikkeling van ecologische waarden, waaronder meandering van de watergang/beek en behoud van aanwezig poelen beplanting;
  4. behoud, herstel en ontwikkeling van ecologische en natuurwaarden van Natura 2000-gebieden;
  5. scheepvaart, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - scheepvaart';
  6. de beheersing van de waterstand;
  7. retentiereservoirs en blusvijvers;
  8. water in de vorm van overkluisde watergangen, ter plaatse van de aanduiding 'water';
  9. behoud en bescherming van steilranden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - steilrand';
  10. een brug ten behoeve van kruisend wegverkeer ter plaatse van de aanduiding 'brug';
  11. kunstwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - kunstwerken';
  12. een kanaal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - kanaal';
  13. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting' een ontsluiting voor gemotoriseerd en langzaam verkeer;
  14. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende:
  1. voorzieningen voor de veilige afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - kanaal'.

45.2 Bouwregels

45.3 Specifieke gebruiksregels

45.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 45 lid 3 ten behoeve van een goed waterstaatkundig beheer, met dien verstande dat:
  1. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  2. vooraf advies dient te worden ingewonnen bij de waterbeheerder.

45.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 46 Wonen - Buitengebied

46.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Wonen-Buitengebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen, met dien verstande dat:
    1. het aantal woningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 1, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
    2. in afwijking van het bepaalde onder 1 is het bouwen van nieuwe woningen, anders dan vervangende nieuwbouw, niet toegestaan, tenzij één woning wordt gerealiseerd binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – nieuwe woning';
    3. in afwijking van het bepaalde onder 1 is het bouwen van nieuwe woningen, anders dan vervangende nieuwbouw, niet toegestaan, tenzij de gronden zijn gelegen binnen de kadastrale percelen gemeente Echt, sectie AD, nr. 56 en gemeente Roosteren, sectie F, nr. 131;
    4. in afwijking van het bepaalde onder 1 is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woning uitgesloten' het bouwen van woningen niet toegestaan;
    5. het aantal woningen mag niet worden uitgebreid, met uitzondering van de nieuwe woning op de Armenkampsweg 32A waardoor er maximaal 3 woningen aanwezig kunnen zijn in het plangebied waarvan 2 bestaand en 1 nieuw;
  2. een woonwagencentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
  3. een bed & breakfast voor maximaal 8 personen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
  4. creatieve workshops ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - creatieve workshop';
  5. aannemersbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf';
  6. een fotograaf en reclamebureau, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - fotograaf en reclamebureau';
  7. opslag 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag 1';
  8. opslag 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag 2';
  9. een ontsluiting van het parkeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting parkeerterrein';
  10. kamerverhuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kamerverhuur';
  11. huisvesting voor 16 arbeidsmigranten (shortstay), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - huisvesting arbeidsmigranten 3';
  12. activiteiten pedicuresalon, schoonheidssalon en detailhandel in en workshops/cursussen op het gebied van curiosa toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gemengd';
  13. kinderopvang, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang';
  14. een caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling 1';
  15. aan-huis-verbonden-beroepen of -bedrijven, conform het bepaalde in respectievelijk artikel 46 lid 5.1 en artikel 46 lid 5.2;
  16. bereiding en bezorging van maaltijden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bereiding en bezorging maaltijden';
  17. één paardenbak per bestemmingsvlak waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 800 m²;
  18. voormalige agrarische bebouwing, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voormalige agrarische bebouwing';
  19. het hobbymatig houden van dieren en telen van gewassen
  20. nevenactiviteiten, met de nadere functie welke is weergegeven op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling' en specifieke vorm van wonen machinewerkplaats/berging;
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en verhardingen;
  2. bijbehorende voorzieningen zoals bijbehorende bouwwerken, bouwwerken geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen;
  3. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

46.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
  1. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabellen zijn aangegeven:

    Ten behoeve van reguliere woonfuncties, niet zijnde woonwagens:
Bouwwerken
Maximale goothoogte in m
Maximale bouwhoogte in m
Maximale oppervlakte in m²
Maximale inhoud in m³
Maximale afstand tot de zijdelingse perceelgrens in m
Woning
6,6
11
Geen beperking
1.000, met dien verstande dat de inhoud van de woning aan de Gebroekerstraat 6 niet meer mag bedragen dan 1.100 m³
5
Bijbehorende bouwwerken
3,5
5,5
70, met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m² bedraagt de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m²
Geen beperking
n.v.t.
Bijbehorende bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bijgebouwen 1’
3,5
5,5
70, met dien verstande dat de oppervlakte aan bijbehorende
bouwwerken niet meer mag bedragen dan 340 m2
Geen beperking
n.v.t.
Bijbehorende bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bijgebouwen 2’
3,5
5,5
70, met dien verstande dat de oppervlakte aan bijbehorende
bouwwerken niet meer mag bedragen dan 435 m2
Geen beperking
n.v.t.
Bijbehorende bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bijgebouwen 3’
3,5
5,5
70, met dien verstande dat de oppervlakte aan bijbehorende
bouwwerken niet meer mag bedragen dan 375 m2
Geen beperking
n.v.t.
Bijbehorende bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bijgebouwen 4’
3,5
5,5
70, met dien verstande dat de oppervlakte aan bijbehorende
bouwwerken niet meer mag bedragen dan 400 m2
Geen beperking
n.v.t.
Bijbehorende bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bijgebouwen 5’
3,5 6,5 150
Geen beperking
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
n.v.t.
1
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
n.v.t.
2
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de woning
n.v.t.
12
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Overkappingen
n.v.t.
3
40
n.v.t.
n.v.t.
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
n.v.t.
3
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.

ter aanvulling op de bovenstaande tabel geldt dat bij de woning op Armenkampsweg nr. 34 geen nieuwe bijgebouwen meer gebouwd mogen worden;
Ten behoeve van woonwagens:

Bouwwerken Maximale goothoogte in m Maximale bouwhoogte in m Maximale oppervlakte in m² Minimale afstand tot de grens van een standplaats in m
Woonwagen
4
4
50% van de standplaats
2,5
Bijbehorende bouwwerken
3
3
30
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
n.v.t.
1
n.v.t.
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
n.v.t.
2
n.v.t.
n.v.t.
Overkappingen
n.v.t.
3
40
n.v.t.
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
n.v.t.
3,5
n.v.t.
n.v.t.
  1. woonwagens mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht met dien verstande dat het aantal standplaatsen niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden';
  2. indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten' is een maximale oppervlakte van 50 m² aan bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  4. indien de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' dient de woning binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' dienen de woningen aaneen te worden gebouwd.
  6. de afstand van de meeste nabijgelegen gevel van bijbehorende bouwwerken tot de woning mag niet meer dan 40 m bedragen;
  7. herbouw van bestaande woningen is, voorzover het de situering van de woning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover:
    1. de herbouw grotendeels plaatsvindt op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten;
    2. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;
    3. de bouwwijze (vrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);
    4. de overige bepalingen ingevolge lid artikel 46 lid 2 in acht wordt genomen.
  8. nieuwe woningen mogen, met uitzondering van vervangende nieuwbouw, uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – nieuwe woning', met dien verstande dat maximaal het vermelde aantal wooneenheden ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' wordt gebouwd;
  9. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding– minimale geluidwering 5’ dienen de gevels en dakvlakken grenzend aan een verblijfsgebied van een woning te worden uitgevoerd met een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering van tenminste 28 dB(A);
  10. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding– minimale geluidwering 6’ dienen de gevels en dakvlakken grenzend aan een verblijfsgebied van een woning te worden uitgevoerd met een volgens NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering van tenminste 22 dB(A).

46.3 Nadere eisen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen bij toepassing van de bouwregels nadere eisen stellen ten aanzien van behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden, ter voorkoming van aantasting van het zicht op en de landschappelijke inpassing van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.
  2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van waarborging van de brandveiligheid, rampenbestrijding en zelfredzaamheid van personen en overige nadere eisen ten aanzien van externe veiligheid in het algemeen, bijvoorbeeld ten aanzien van de oriëntatie van gebouwen en toegang en vluchtwegen, de bereikbaarheid van het perceel en bouwkundige maatregelen ter beperking van de effecten van bijvoorbeeld een ongeval met gevaarlijke stoffen, alsmede ter voorkoming van hoge personendichtheden.

46.4 Afwijken van de bouwregels

46.5 Specifieke gebruiksregels

46.6 Afwijken van de gebruiksregels

46.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 47 Wonen - Landgoed

47.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen in de vorm van landhuizen, met dien verstande dat het aantal landhuizen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dat is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  2. aan-huis-verbonden-beroepen of -bedrijven, conform het bepaalde in respectievelijk artikel 47 lid 5.1 en artikel 47 lid 5.2;
  3. één paardenbak per bestemmingsvlak waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 800 m²;
  4. het hobbymatig houden van dieren en telen van gewassen,
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en verhardingen;
  2. bijbehorende voorzieningen zoals bijbehorende bouwwerken, bouwwerken geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen;
  3. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

47.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
  1. landhuizen dienen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gebouwd te worden;
  2. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in onderstaande tabel is aangegeven:
Bouwwerken Maximale goothoogte in m Maximale bouwhoogte in m Maximale oppervlakte in m² Maximale inhoud in m³ Maximale afstand tot de zijdelingse perceelgrens in m
Landhuis
7
7
Geen beperking
2.250
n.v.t.
Bijbehorende bouwwerken
4
6
200
Geen beperking
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn
n.v.t.
2
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn
n.v.t.
2
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de woning
n.v.t.
12
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Overkappingen
n.v.t.
4
125
n.v.t.
n.v.t.
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
n.v.t.
3
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.

47.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van waarborging van de brandveiligheid, rampenbestrijding en zelfredzaamheid van personen en overige nadere eisen ten aanzien van externe veiligheid in het algemeen, bijvoorbeeld ten aanzien van de oriëntatie van gebouwen en toegang en vluchtwegen, de bereikbaarheid van het perceel en bouwkundige maatregelen ter beperking van de effecten van bijvoorbeeld een ongeval met gevaarlijke stoffen, alsmede ter voorkoming van hoge personendichtheden.

47.4 Afwijken van de bouwregels

47.5 Specifieke gebruiksregels

47.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 48 Wonen - Stedelijk

48.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen-Stedelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. uitsluitend huishoudelijke bergruimte en stalling voor (motor)voertuigen ter plaatse van de aanduiding 'garagebox';
  3. aan-huis-verbonden-beroepen of -bedrijven, conform het bepaalde in artikel 48 lid 5.1 respectievelijk artikel 48 lid 5.2;
  4. een bed & breakfast onder de voorwaarden uit artikel 48 lid 5.6, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - bed & breakfast 1';
  5. logiesfuncties in de vorm van 5 studio’s voor short-stay werknemers van bedrijven en 6 kamers in de vorm van bed & breakfast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – logies’;
  6. parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  7. parkeerterrein voor 8 parkeerplaatsen met bijbehorende ontsluiting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – parkeerterrein 1';
  8. een bedrijf van categorie 1 of 2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 1 en uitsluitend op de begane grond, uitsluiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
  9. een caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - caravanstalling 1';
  10. opslag statische goederen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – opslag statische goederen’;
  11. een fietsreparatiewerkplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - fietsreparatiewerkplaats' met dien verstande dat detailhandel/fietsenverkoop niet wordt toegestaan;
  12. detailhandel uitsluitend op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  13. dienstverlening uitsluitend op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  14. wonen met dienstverlening op de begane grond en op de verdieping, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - verdieping';
  15. uitsluitend huishoudelijke bergruimte en stalling voor (motor)voertuigen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  16. bergingen en stallingsruimten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - berging';
  17. horeca van categorie 1, uitsluitend op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
  18. een kantoor uitsluitend op de begane grond, uitsluitend er plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  19. maatschappelijke voorzieningen uitsluitend op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  20. uitsluitend voorzieningen voor verkeer en verblijf op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  21. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – onderdoorgang 1' is op de begane grond een onderdoorgang toegestaan voor de ontsluiting van het achtererfgebied met parkeervoorzieningen en bijbehorende ontsluiting, met dien verstande dat de gevels van deze onderdoorgang (zijwanden en plafond) als 'dove gevel' moeten worden uitgevoerd om het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woningen te waarborgen;
  22. het opslaan van goederen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag', uitgezonderd opslag in de vorm van gevaarlijke stoffen zoals explosieve stoffen, gasflessen, vuurwerk, chemicaliën e.d.;
  23. een praktijkruimte uitsluitend op de begane grond, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
  24. een dagopvang voor ouderen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - opvang', met dien verstande dat:
    1. de dagopvang voor ouderen enkel plaatsvindt op de begane grond;
    2. de dagopvang voor ouderen enkel plaatsvindt op werkdagen tussen 09:00 uur en 18:00 uur;
    3. ter plaatse geen horeca-activiteiten worden ontplooid;
    4. in de totale parkeerbehoefte wordt voorzien op het eigen terrein.
  25. een recreatiewoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  26. een supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  27. woonwagenstandplaatsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
  28. een ijssalon, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ijssalon';
  29. een galerie/kunstatelier, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - galerie';
  30. 24-uurszorg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 24-uurszorg', waarbij een zorgverlener in de woning of in één van de zusterposten permanent aanwezigheid is;
  31. 15 woon-.zorgeenheden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – zorg 1';
  32. 8 woon-.zorgeenheden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – zorg 2';
  33. maximaal 9 gestapelde woonzorgeenheden en zorg gerelateerde dienstverlening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – wonen met zorg’;
  34. wonen, in de vorm van maximaal 40 woningen in de vorm van seniorenappartementen, bestaande uit maximaal 34 woningen (reguliere bewoning) en voor het overige zorgwoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - Kreijerstraat';
  35. huisvesting voor 4 arbeidsmigranten (shortstay) op basis van kamerverhuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - huisvesting arbeidsmigranten 1';
  36. huisvesting van 8 arbeidsmigranten (shortstay) op basis van kamerverhuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - huisvesting arbeidsmigranten 2';
  37. kamerverhuur, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kamerverhuur';
  38. het minimaal aantal parkeerplaatsen dat dient aangelegd en in stand gehouden te worden uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'minimum aantal parkeerplaatsen';
  39. een coachings-/trainings- en educatief centrum met één gastenverblijf, uitsluitend ten behoeve van en ondergeschikt aan de functie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - coachings-/trainings- en educatief centrum';
  40. een installatiebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf';
  41. het stallen van landbouwwerktuigen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - stalling landbouwwerktuigen';
  42. een zangstudio als beroep aan huis met een maximum oppervlakte van 93 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – zangstudio’;
  43. het aanleggen en in stand houden van een groene haag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'groen';
  44. alsmede de bescherming van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument';
  45. de ontsluiting van woonpercelen en van aangrenzende agrarische percelen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting';
  46. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' een geluidscherm;
  47. voorzieningen voor duurzame energieopwekking in de vorm van zonnepanelen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - zonnepanelen';
  48. landschappelijke inpassing, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing';
  49. alsmede de instandhouding en bescherming van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en verhardingen;
  2. bijbehorende voorzieningen zoals bijbehorende bouwwerken, bouwwerken geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen;
  3. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

48.2 Bouwregels

48.3 Nadere eisen


Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  4. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  5. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  6. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  7. ter waarborging van de externe veiligheid;
  8. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  9. ter voorkoming van aantasting van de monumentale waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

48.4 Afwijken van de bouwregels

48.5 Specifieke gebruiksregels

48.6 Afwijken van de gebruiksregels

48.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

48.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 49 Wonen - Uit Te Werken 1

49.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeers- en verblijfsfunctie;
  3. voet- en rijwielpaden;
  4. parkeervoorzieningen;
  5. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  6. nutsvoorzieningen;
  7. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
  8. kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderieën en een kermis;
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven en verhardingen;
  2. bijbehorende voorzieningen zoals bijbehorende bouwwerken, bouwwerken geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen;
  3. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

49.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in artikel 49 lid 1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende uitwerkingsregels:
  1. de ontwikkeling van de gronden binnen deze bestemming is gericht op het realiseren van een gebied waarin de woonfunctie primair is;
  2. de nieuwe woningen zijn kwantitatief en kwalitatief afgestemd op de Structuurvisie Wonen Midden-Limburg of diens rechtsopvolger, met dien verstande dat het aantal woningen op de gronden binnen deze bestemming in totaal maximaal 22 bedraagt;
  3. de bebouwingswijze dient garant te staan voor een goed woonklimaat. Daartoe zijn uitsluitend woningen in maximaal 2 bouwlagen, eventueel voorzien van een kap, toegestaan;
  4. de inrichting van de ontsluitingen is gericht op een ontsluitingsfunctie ten behoeve bestemmingsgericht verkeer;
  5. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid om de parkeerbehoefte van de woningen op te vangen.
  6. minimaal 10% van de gronden binnen deze bestemming dient te worden aangewend ten behoeve van openbare groenvoorzieningen.
  7. de gevolgen voor de waterhuishouding moeten in beeld worden gebracht en de principes van duurzaam waterbeheer worden toegepast.
  8. de breedte van een bouwperceel voor een woning bedraagt voor:
    1. een vrijstaande woning minimaal 14,00 meter;
    2. een halfvrijstaande woning minimaal 8,50 meter;
    3. een geschakelde woning minimaal 5,50 meter.
  9. de goothoogte van de woningen bedraagt maximaal 7,00 meter.
  10. de bouwhoogte van de woningen bedraagt maximaal 10,00 meter.
  11. voor het overige wordt er voor het bebouwen en gebruiken van woonpercelen aangesloten bij de bepalingen zoals opgenomen binnen de bestemming artikel 48 (Wonen-Stedelijk).

49.3 Bouwregels

Artikel 50 Wonen - Uit Te Werken 2

50.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen en de daarbij behorende voorzieningen.

50.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in artikel 50 lid 1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende uitwerkingsregels:
  1. de regels van de bestemmingen artikel 33 (Groen), artikel 43 (Verkeer) en artikel 48 (Wonen-Stedelijk) zijn van toepassing;
  2. er worden uitsluitend grondgebonden woningen gebouwd;
  3. woningen uitsluitend binnen het 'bouwvlak' gebouwd;
  4. ten aanzien van nieuw te bouwen woningen worden ter plaatse van de aanduiding:
  5. 'vrijstaand' vrijstaande woningen gebouwd;
  6. maximaal wordt het vermelde aantal wooneenheden ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' gebouwd;
  7. ten aanzien van de goot- en bouwhoogte gelden de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte' opgenomen maximale hoogten;
  8. de woningen worden met een kap afgedekt;
  9. er wordt in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien;
  10. er wordt voldaan aan de regels van de Wet geluidhinder;
  11. de woningbouw past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  12. de woningen zijn inpasbaar vanuit het stedenbouwkundige beeld;
  13. er wordt in voldoende mate in de noodzakelijk infiltratievoorzieningen voorzien ten behoeve van de infiltratie van afgekoppeld hemelwater;
  14. in het kader van de watertoets wordt advies van de waterbeheerder ingewonnen;
  15. er is geen sprake van milieuhygiënische belemmeringen, of gelet op de aard en de omvang van het uitwerkingsplan, is met noodzakelijk (milieu)onderzoek aangetoond dat het plan alsnog uitvoerbaar is;
  16. bij het nemen van een beslissing omtrent het toepassen van de uitwerkingsverplichting wordt de openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) gevolgd.

50.3 Bouwregels

Artikel 51 Leiding

51.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse leidingen voor watertransport, overeenkomstig de aanduiding van de hartlijnen van de desbetreffende leidingen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met de leiding, van toepassing.

51.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. op de tot 'Leiding' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken van geringe omvang ten dienste van of ter instandhouding van de betreffende leiding,
  2. de hoogte van bouwwerken mag ten hoogste 3.50 m mag bedragen.

51.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 51 lid 2, ten behoeve van het oprichten van andere bebouwing binnen de tot 'Leiding' bestemde gronden, onder de volgende voorwaarden:
  1. het belang van de leiding, gehoord de leidingbeheerder, wordt niet onevenredig aangetast;
  2. afwijken van de regels levert geen gevaar op voor de leiding of doet aan het functioneren van de leiding geen afbreuk en/of door het aan de omgevingsvergunning verbinden van voorwaarden een en ander kan worden voorkomen;
  3. bebouwing is mogelijk op grond van de onderliggende bestemming.

51.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 51 lid 1 wordt in elk geval gerekend het gebruik:
  1. op een wijze die gevaar kan opleveren voor de leiding of aan het functioneren van de leiding afbreuk kan doen;
  2. voor het uitvoeren van ontgrondingen;
  3. voor het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  4. voor het aanbrengen van diep wortelende beplanting;
  5. voor het verrichten van grondwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  6. voor het verrichten van grondophogingen.

51.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 51 lid 4 sub b. tot en met f., ten behoeve van het uitvoeren van de vermelde activiteiten, onder de volgende voorwaarden:
  1. het belang van de leiding, gehoord de leidingbeheerder, niet onevenredig wordt aangetast;
  2. deze geen gevaar opleveren voor de leiding of aan het functioneren van de leiding geen afbreuk doen en/of door het aan de omgevingsvergunning verbinden van voorwaarden een en ander kan worden voorkomen.

Artikel 52 Leiding - Hoogspanningsverbinding (Bovengronds)

52.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding – Hoogspanningsverbinding (bovengronds)' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van bovengrondse hoogspanningsleidingen met een vrijwaringstrook aan weerszijden van de hartlijn van de leiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding'.

52.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden opgericht.

52.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 52 lid 2 voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat:
  1. deze uitsluitend toelaatbaar zijn indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten;
  2. het bevoegd gezag hierover tijdig tevoren schriftelijk advies heeft ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
  3. indien door de bouw, de situering, dan wel de hoogte van een bouwwerk schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betrokken verbinding wordt geen vergunning verleend.

52.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 53 Leiding - Hoogspanningsverbinding (Ondergronds)

53.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding – Hoogspanningsverbinding (ondergronds)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
  1. de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse hoogspanningsverbinding met een maximum spanning van 150kV;
  2. toegangswegen en andere voorzieningen ten behoeve van de bestemming.

53.2 Bouwregels

53.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 53 lid 2.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en hieromtrent schriftelijk advies is verkregen van de leidingbeheerder.

53.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 54 Leiding - Ondergronds

54.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Ondergronds' aangewezen gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van:
  1. gas-, olie- en stikstofleidingen;
  2. een ondergrondse leiding ten behoeve van het transport van vloeibare koolwaterstoffen en etheen met een vrijwaringstrook ter breedte van 5,00 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - brandstof';
  3. een ondergrondse waterleiding met een vrijwaringstrook ter breedte van 4,00 respectievelijk 10,00 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding ter plaatse van de figuur 'hartlijn leiding - water';
  4. een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met een vrijwaringstrook ter breedte van 4,00 / 5,00 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas';
  5. een ondergrondse rioolwatertransportleiding met een vrijwaringstrook ter breedte van 2,50 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool'.

54.2 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden opgericht.

54.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 54 lid 2 voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat:
  1. deze uitsluitend toelaatbaar zijn indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten;
  2. het bevoegd gezag hierover tijdig tevoren schriftelijk advies heeft ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s);
  3. geen kwetsbaar object wordt toegestaan (conform artikel 14 van het Bevb).

54.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 55 Waarde - Aardkundige Waarde

55.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Waarde - Aardkundige waarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het instandhouden en versterken van de cultuurhistorische, natuurlijke, landschappelijke en aardkundige waarden, een en ander conform:
  1. bijlage 50 (Cultuurhistorische waardenkaart blad 1), bijlage 51 (Cultuurhistorische waardenkaart blad 2);
  2. en
ter plaatse van de aanduiding: conform:
'specifieke vorm van waarde - aardkundig ensemble Broek en Hei' bijlage 52 (Aardkundig ensemble Broek en
Hei)
'specifieke vorm van waarde - aardkundig ensemble De Horst' bijlage 53 (Aardkundig ensemble De Horst)
'specifieke vorm van waarde - aardkundig ensemble Den Doort' bijlage 54 (Aardkundig ensemble D'n Doort)
'specifieke vorm van waarde - aardkundig ensemble Op den Berg' bijlage 55 (Aardkundig ensemble Op d'n Berg)
'specifieke vorm van waarde - aardkundig ensemble Oude Maas' bijlage 56 (Aardkundig ensemble Oude Maas)

55.2 Bouwregels

55.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de vorm en de kwaliteit van de bouwwerken ter voorkoming van onevenredige aantasting van de cultuurhistorische, natuurlijke, landschappelijke en aardkundige waarden, indien uit cultuurhistorisch onderzoek als bedoeld in artikel 55 lid 4.3 is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige aardkundige waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

55.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

55.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 56 Waarde - Archeologie 1

56.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

56.2 Bouwregels

56.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 56 lid 2.2 of artikel 56 lid 4.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

56.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

56.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 57 Waarde - Archeologie 2

57.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in de historische dorpskern danwel een ander niet beschermd AMK-terrein.

57.2 Bouwregels

57.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 57 lid 2.2 of artikel 57 lid 4.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

57.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

57.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
  1. uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
  3. aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veiliggesteld.

Artikel 58 Waarde - Archeologie 3

58.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in droge en natte landschappen met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde; danwel een provinciaal aandachtsgebied met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde.

58.2 Bouwregels

58.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 58 lid 2.2 of artikel 58 lid 4.3 gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

58.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

58.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door op een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
  1. uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
  3. aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veiliggesteld.

Artikel 59 Waarde - Archeologie 4

59.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in een provinciaal aandachtsgebied met lage archeologische verwachtingswaarde.

59.2 Bouwregels

59.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 59 lid 2.2 of artikel 59 lid 4.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

59.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

59.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
  1. uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
  3. aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veiliggesteld.

Artikel 60 Waarde - Archeologie 5

60.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen rond een ARCHIS-waarneming of vondstmelding.

60.2 Bouwregels

60.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 60 lid 2.2 of artikel 60 lid 4.3 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

60.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

60.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
  1. uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
  3. aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veiliggesteld.

Artikel 61 Waarde - Cultuurhistorie

61.1 Bestemmingsomschrijving

61.2 Bouwregels

61.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de vorm en de kwaliteit van de bouwwerken:
  1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de cultuurhistorische landschapswaarden;
  2. ter voorkoming van onevenredige aantasting van beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ en 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument De Valk'.
Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

61.4 Afwijken van de bouwregels

61.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

61.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

61.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 62 Waterstaat - Beschermingszone Waterkering

62.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Beschermingszone waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het beheer en het onderhoud van de waterkering.

62.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten behoeve van de waterstaat en/of waterkering met een maximale bouwhoogte van 4 meter.

62.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod in artikel 62 lid 2 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de waterstaat en/of waterkering en de beheerder van de waterkering hiervoor toestemming heeft verleend.

62.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 63 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed

63.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed.

63.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde gronden mag niet worden gebouwd.

63.3 Afwijken van de bouwregels

63.4 Specifieke gebruiksregels

63.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 64 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed

64.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de berging van rivierwater.

64.2 Bouwregels

In of op de voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' bestemde gronden wordt voor alle activiteiten toestemming verleend, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
  1. de andere aan deze gronden gegeven bestemming(en) la(a)t(en) dit toe;
  2. er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  3. er mag geen sprake zijn van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  4. er moet sprake zijn van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
  5. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen dienen duurzaam te worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn;
  6. er overeenstemming is bereikt met de rivierbeheerder.

64.3 Afwijken van de bouwregels


Het bevoegd gezag kan, gehoord Rijkswaterstaat, middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in artikel 64 lid 2, ten behoeve van bouwwerken als toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen bestemming, mits:
  1. sprake is van een zodanige situering van de bebouwing dat het veilig en doelmatig gebruik van het oppervlaktelichaam gewaarborgd blijft;
  2. geen sprake is van een feitelijke belemmering voor de vergroting van de afvoercapaciteit van de rivier;
  3. sprake is van een zodanige situering van de bebouwing dat de waterstandverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is;
  4. sprake is van een zodanig situering van de bebouwing dat de ecologische toestand van het oppervlaktewaterlichaam niet verslechtert;
  5. eventueel resterende waterstandeffecten of afname van het bergend vermogen worden gecompenseerd, waarbij de financiering en tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn.

64.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 65 Waterstaat - Waterkering

65.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.

65.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten behoeve van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering, met dien verstande dat:
  1. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 10 m²;
  2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 9 m ter plaatse van de aanduiding 'zone buitengebied' en 'specifieke vorm van bedrijventerrein - De Loop'.

65.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 65 lid 2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van dijken, kaden en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.

65.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 66 Waterstaat - Waterlopen

66.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beheer en het onderhoud van de aangrenzende waterloop, alsmede voor het behoud, herstel en de ontwikkeling van ecologische waarden van de waterloop.

66.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regels:
  1. op deze gronden mag niet worden gebouwd met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de waterloop;
  2. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat ze naar aard en afmetingen bij de bestemming passen;
  3. de gebods- en verbodsregels van de Keur van het Waterschap Limburg zijn van toepassing.

66.3 Afwijken van de bouwregels


Het bevoegd gezag kan, gehoord het betreffende waterschap, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 66 lid 2 ten behoeve van bouwwerken als toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen bestemming, mits door de bouw of situering van de bouwwerken als bedoeld onder a. en b. van artikel 66 lid 2 geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de waterhuishoudkundige functie dan wel geen onevenredige schade aan de specifieke ecologische waarden wordt of kan worden toegebracht.

66.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3 Algemene Regels

Artikel 67 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 68 Algemene Bouwregels

68.1 Algemene regels

68.2 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen

68.3 Algemene regels met betrekking tot ondergronds bouwen

68.4 Algemene regels over bestaande afstanden en andere maten

68.5 Parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bedrijventerreinen

In, op of onder gebouwen, dan wel het daarbij behorende terrein dienen voldoende parkeerplaatsen voor auto's aanwezig te zijn. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan als de parkeernormen in onderstaande tabel worden nageleefd:

Functie
Minimumeis
Groothandel /Transport / Industrie
1,5 parkeerplaatsen per 100 m² bruto bedrijfsvloeroppervlak
Bedrijventerrein 1,4 parkeerplaatsen per 100 m² bruto bedrijfsvloeroppervlak
Bedrijventerrein, aanduiding 'opslag' 1,0 parkeerplaatsen per 100 m² bruto bedrijfsvloeroppervlak
Opslag
0,7 parkeerplaatsen per 100 m² bruto bedrijfsvloeroppervlak
Garagebedrijven (met werkplaats)
4,5 parkeerplaatsen per 100 m² bruto bedrijfsvloeroppervlak

Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – De Loop’ geldt:
  1. in, op of onder gebouwen dan wel het daarbij behorende terrein dienen voldoende parkeerplaatsen voor auto's te worden gerealiseerd. Voor het bepalen van de parkeerbehoefte wordt uitgegaan van het gemiddelde van de kencijfers uit CROW-publicatie 381. Daarbij dient te worden uitgegaan van de stedelijkheidsgraad 'weinig stedelijk' en de normen voor 'rest bebouwde kom'.
  2. bij een bouwplan dat voorziet in een bvo van 15.000 m2 of meer, in een arbeidsextensieve en bezoekers extensieve functie, wordt de parkeerbehoefte bepaald door het aantal arbeidsplaatsen van de beoogde functie te delen door twee, met een minimum van 0,7 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo.
  3. het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de leden a en b indien:
    1. sprake is van een afwijkende parkeerbehoefte die voldoende objectiveerbaar is onderbouwd; en/of
    2. voldoende is onderbouwd dat in de directe omgeving (een straal van circa 250 meter) voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn, zodat geen onaanvaardbare parkeerdruk op openbare parkeerplaatsen ontstaat;

Artikel 69 Algemene Gebruiksregels

69.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).

69.2 Voorbeelden van strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan, het gebruiken, te doen of laten gebruiken van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:
  1. het al dan niet ten verkoop opslaan van gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, die bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks passend is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  2. opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks passend is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  3. een seksinrichting, escortbedrijf en raam- en straatprostitutie;
  4. wonen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting 1' voordat het dak en de gevel van de bestaande bebouwing die is gelegen op de locatie Maasheuvel 31 t/m 35 te Roosteren zijn gerenoveerd. Dit betekent dat zichtbare schade aan gevels hersteld dient te zijn en de dakbedekking volledig vervangen dient te zijn;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting 2' geldt, dat het gebruik van de woningen uitsluitend is toegestaan, indien en voor zover ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende erfafscheiding' een geluidwerende erfafscheiding als bedoeld in artikel 48 lid 2.3 sub h is opgericht en in stand wordt gehouden;
  6. wonen en/of wonen met zorg ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting 3' indien niet binnen 0,5 jaar na vaststelling van het bestemmingsplan minimaal 20 parkeerplaatsen binnen het plangebied zijn aangelegd. Na aanleg dienen deze parkeerplaatsen te worden onderhouden en duurzaam in stand gehouden;
  7. binnen de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting 4' is sprake van strijdig gebruik indien de erfbeplanting niet voorafgaand aan ingebruikname van de woning of bouwwerk geen gebouw zijnde, is aangeplant, onderhouden en duurzaam in stand wordt gehouden overeenkomstig het erfbeplantingsplan zoals opgenomen in bijlage 88 van deze regel. Bij gefaseerde realisatie dient de bijbehorende omliggende erfbeplanting voorafgaand aan in gebruik name van de woning of bouwwerk geen gebouw zijnde, te zijn aangeplant, onderhouden en duurzaam in stand te worden gehouden;
  8. het gebruiken van woningen op de gronden met de bestemming 'Wonen' en de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - voorwaardelijke verplichting 6' is uitsluitend toegestaan als de groenvoorzieningen ter plaatse van de bestemming 'Verkeer', zoals weergegeven op de verbeelding ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - voorwaardelijke verplichting 6' , bij onderhavige regels zijn gerealiseerd;
  9. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG) ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – De Loop’;
  10. risicovolle inrichtingen, behoudens voor zover ingevolge artikel 16 lid 1 sub b en artikel 16 lid 6.4 is toegestaan, ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – De Loop’;
  11. geluidzoneringsplichtige inrichtingen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – De Loop’.

69.3 Afwijkingsregel gebruik


Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het
gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein.

69.4 Voorwaardelijke verplichting (geluidwerende voorzieningen)

  1. Binnen de bestemming 'Wonen - Stedelijk' van dit bestemmingsplan is het gebruik van de zes nieuw te bouwen woningen aan de Molenveldweg 6 overeenkomstig de bepalingen in artikel 48 (Wonen-Stedelijk) slechts toegestaan als de onderstaande geluidwerende voorzieningen zijn gerealiseerd en in stand worden gehouden:
    1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorzieningen 1' dienen de ramen aan de zijgevel op de verdieping van Molenveldweg 6, waaraan een geluidgevoelig vertrek grenst, te worden voorzien van een vliesgevel met een te behalen geluidwerend effect van 8 dB;
    2. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorzieningen 2' dient ter plaatse van elke aanduiding een geluidscherm met een hoogte van 2,00 meter te worden gerealiseerd;
    3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorzieningen 3' dient een geluidscherm met een hoogte van 1,80 meter te worden gerealiseerd;
    4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorzieningen 4a' dient de aangeduide gevel als dove gevel te worden gebouwd;
    5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorzieningen 4b' dient de aangeduide gevel op de verdieping als dove gevel te worden gebouwd;
    6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - geluidwerende voorzieningen 5' dient de bestrating te worden uitgevoerd als asfaltweg (dicht asfaltbeton).
  2. Ten aanzien van de geluidschermen zoals bedoeld onder a., sub 2 en 3 geldt dat deze een massa dienen te hebben van tenminste 10 kg/m² en dienen volledig gesloten te zijn. De geluidreflectiefactor van een geluidsaborberend scherm mag ten hoogste 0,2 bedragen (geluidsabsorptie tenminste 0,8).

Artikel 70 Algemene Aanduidingsregels

70.1 geluidzone - industrie

70.2 milieuzone

70.3 milieuzone - bodembeschermingsgebied

70.4 milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk I

70.5 milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk II

70.6 milieuzone - geurzone

70.7 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

  1. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water;
  2. uitsluitend mag bebouwing worden opgericht welke noodzakelijk is in verband met de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water;
  3. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub b. ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.

70.8 milieuzone - stiltegebied

  1. op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' zijn de gronden mede bestemd voor:
    1. het beschermen van het geluidkarakter van het gebied;
    2. het beschermen van voor geluidverstoring gevoelige ecosystemen;
    3. het waarborgen van stilte voor de mens;
  2. op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' is de uitoefening van evenementen en lawaaisporten niet toegestaan.

70.9 milieuzone - waterwingebied

  1. ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden mede bestemd voor de winning van (drink)water uit het grondwater.
  2. uitsluitend mag bebouwing worden opgericht welke noodzakelijk is in verband met de openbare drinkwaterwinning.
  3. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub b ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende onderliggende bestemmingen, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het winnen van drinkwater en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.

70.10 (buiten)beschermingszone waterkering

Ter plaatse van de aanduiding '(buiten)beschermingszone waterkering' zijn de regels overeenkomstig de Keur van het Waterschap Limburg en de legger regionale keringen van Rijkswaterstaat van toepassing.

70.11 Natuurnetwerk Nederland

70.12 geen transformatorstations, onderstations en opslagcontainers

Ter plaatse van de aanduiding 'geen transformatorstations, onderstations en opslagcontainers' zijn transformatorstations, onderstations en opslagcontainers niet toegestaan.

70.13 industrieterrein

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - industrieterrein' maken deel uit van het industrieterrein, waaromheen een geluidzone ligt als bedoeld als bedoeld in artikel 70 lid 1.1.

70.14 hamsterbiotoop

Ter plaatse van de aanduiding 'hamsterbiotoop' zijn de gronden mede bestemd voor behoud en ontwikkeling van het leefgebied van de hamster.

70.15 landgoed

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'landgoed' zijn de gronden tevens bestemd voor een samenhangend beheer, behoud, herstel en/of ontwikkeling van een landgoed conform het landschapsplan (bijlage 25), alsmede de duurzame instandhouding daarvan (in het kader van de Natuurschoonwet 1928).

70.16 landschapselementen

70.17 open gebied

70.18 reconstructiewetzone - extensiveringsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' geldt dat uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet mogelijk is.

70.19 specifieke bouwaanduiding - monument

In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de afzonderlijke bestemmingen zoals opgenomen in Hoofdstuk 2 van deze planregels, geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' onverkort het gestelde in de Erfgoedwet.

70.20 veiligheidszone

70.21 veiligheidszone - leiding

70.22 veiligheidszone - bedrijven zone 1 en veiligheidszone - bedrijven zone 2

70.23 veiligheidszone - externe veiligheid

Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'veiligheidszone - externe veiligheid' mogen geen recreatieverblijven worden gerealiseerd speciaal voor verminderd zelfredzame personen.

70.24 veiligheidszone - lpg

70.25 veiligheidszone - lpg2

70.26 veiligheidszone - plasbrandaandachtsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - plasbrandaandachtsgebied' mogen geen nieuwe gebouwen voor het verblijf van personen worden gebouwd, zonder maatregelen zoals genoemd in Afdeling 2.16 van het Bouwbesluit toe te passen.

70.27 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen

70.28 vrijwaringszone - spoor

70.29 vrijwaringszone - vaarweg

  1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen bebouwing worden gebouwd, met uitzondering van de met vaarweg verband houdende bouwwerken.
  2. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a voor het bouwen van een bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg', mits door de bouw van deze bebouwing de belangen van de vaarweg niet onevenredig worden geschaad. Daartoe dient vooraf Rijkswaterstaat te worden gehoord.
  3. be in sub b. bedoelde omgevingsvergunning wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bebouwing die bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen.

70.30 vrijwaringszone - weg 0-25 meter en vrijwaringszone - weg 25-50 meter

70.31 vrijwaringszone - weg 0-50 meter en vrijwaringszone - weg 50-100 meter

70.32 wetgevingzone – Wet natuurbescherming

Artikel 71 Algemene Afwijkingsregels

71.1 Afwijken van de regels

Het bevoegd gezag kan middels het verlenen van een omgevingsvergunning, met inachtneming van de procedure zoals aangegeven in artikel 73 lid 1, afwijken van de regels:
  1. voor het overschrijden van in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels al anderszins kan worden afgeweken;
  2. voor het in geringe mate overschrijden van het bouwvlak, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  3. voor de bouw van een luifel of erker aan de voorgevel van een hoofdgebouw, mits:
    1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
    2. de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de voorgevel van het hoofdgebouw;
    3. de hoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
    4. er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid;
    5. de luifel of erker stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
  4. voor de bouw van openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, mits:
    1. het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 25 m²;
    2. dat bestaat uit één bouwlaag;
    3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5,00 meter.
  5. het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde tot maximaal 5,00 meter, mits:
    1. de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast;
    2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving gewaarborgd wordt.
  6. ten behoeve van het oprichten van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 20,00 meter;
  7. ten behoeve van het oprichten van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot maximaal 40,00 meter;
  8. betrekking hebbende op (bedrijfs)woningen voor het uitbreiden van de woning met een afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg met dien verstande dat:
    1. de bebouwingsmogelijkheden met niet meer dan 30 m² in één bouwlaag worden overschreden;
    2. de afhankelijke woning met de hoofdwoning is verbonden en er geen zelfstandige woning gerealiseerd wordt;
    3. het karakter van de omringende bebouwingsstructuur niet mag worden aangetast;
    4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden;
    5. de bereikbaarheid voor algemene en nutsvoorzieningen moet zijn gewaarborgd, evenals de bereikbaarheid voor hulpdiensten;
    6. er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.
  9. ten behoeve van het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein.

71.2 Paardenbakken

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in de artikelen 'Agrarisch' en 'Wonen-Buitengebied' ten behoeve van het realiseren van een paardenbak buiten het bestemmingsvlak van de bestemming 'Wonen-Buitengebied' en buiten het bouwvlak van de bestemmingen 'Agrarisch', met dien verstande dat:
  1. de paardenbak achter de voorgevelrooilijn van de (bedrijfs)woning, aansluitend aan bestaande bebouwing dan wel direct aansluitend aan achterzijde van bouwperceel, dient te worden gesitueerd;
  2. de oppervlakte van een paardenbak behorende bij een woning niet meer mag bedragen dan 800 m²;
  3. de oppervlakte van een paardenbak behorende bij een agrarisch bedrijf niet meer mag bedragen dan 1200 m²;
  4. de afstand van de paardenbak tot de (bedrijfs)woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
  5. er maximaal 1 paardenbak per (bedrijfs)woning is toegestaan;
  6. een stapmolen bij de paardenbak buiten het bouwvlak of bestemmingsvlak niet is toegestaan;
  7. de bouwhoogte van de omheining bij de paardenbak niet meer dan 1,80 m bedraagt;
  8. lichtmasten bij paardenbak buiten het bouwvlak of het bestemmingsvlak zijn niet toegestaan;
  9. aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 74 lid 2.2;
  10. de afstand van de paardenbak tot beschermde gebieden op grond van de Wet Natuurbescherming niet minder dan 100 m. mag bedragen;
  11. er mag geen sprake mag zijn van onevenredige hinder voor omwonenden dan wel geen sprake van schade aan aangrenzende natuur- en landschapswaarden.

71.3 Kwaliteitsbijdrage


Waar in deze regels aan afwijkingsbevoegdheden de voorwaarde is verbonden dat op zorgvuldige wijze dient te worden voorzien in landschappelijke inpassing van de beoogde ontwikkeling en waarbij een bijdrage dient te worden geleverd aan verbetering van de omgevingskwaliteit, dient te worden voldaan aan het bepaalde in navolgende tabel:

Ontwikkeling
Kwaliteitsbijdrage
Advies Kwaliteitscommissie
Schuilgelegenheden
Landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de schuilgelegenheid. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke kenmerken van het landschap, zoals omschreven in bijlage 45 (Landschapstypen en kenmerken) bij deze regels.
Nee

71.4 Algemene afwijkingsregels ten behoeve van duurzame energie

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeerveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
  1. de regels met het oog op de realisering van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en/of het opwekken van duurzame energie tot maximaal 100 m² (bvo) en een bouwhoogte van maximaal 3,00 meter;
  2. de regels met het oog op de realisering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van nutsvoorzieningen en/of het opwekken van duurzame energie tot een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter;
  3. de regels met het oog op de realisering van voorzieningen ten behoeve van ondergrondse warmte- en koudeopslag;
  4. de regels en toestaan dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt overschreden met maximaal 20 cm ten behoeve van gevelisolatie om energie te besparen.

Artikel 72 Algemene Wijzigingsregels

72.1 Algemene wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van:
  1. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  2. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  3. de overschrijdingen als bedoeld sub a. en b. mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  4. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd;
  5. het verwijderen of aanpassen van de begrenzing van de dubbelbestemming 'Leiding -Ondergronds' en de ter plaatse van die dubbelbestemming voorkomende figuur 'hartlijn leiding - water', indien de betreffende leiding komt te vervallen dan wel de leiding wordt verlegd..

72.2 wetgevingzone - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen ten behoeve van de uitbreiding van de bestemming 'Centrum - 1', al dan niet met een onderdoorgang tussen de Feurthstraat en het binnenterrein, met dien verstande dat:
  1. voldaan wordt aan de parkeernormen zoals vastgesteld in de CROW;
  2. de belangen van derden niet onevenredig worden aangetast;
  3. er geen belemmeringen zijn in het kader van de flora- en faunawetgeving;
  4. er geen belemmeringen zijn in het kader van archeologie;
  5. er geen belemmeringen zijn in het kader van de bodemkwaliteit.

72.3 wetgevingzone - wijzigingsgebied 5

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' de bestemmingen zodanig te wijzigen dat de woonfunctie wordt toegevoegd, onder de volgende voorwaarden:
  1. Bij de stedenbouwkundige invulling wordt rekening gehouden met de omliggende bebouwing.
  2. De entree van het gebied vindt plaats aan de Diepstraat.
  3. Er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan als de parkeernormen opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 17 (Parkeerkencijfers) worden nageleefd.
  4. De bebouwing wordt zowel aan de noordzijde als de westzijde georiënteerd op de Diepstraat.
  5. Er mogen niet meer dan 10 woningen worden gerealiseerd.
  6. De goothoogte van de bebouwing aan de noordzijde mag niet meer bedragen dan 9 m. De goothoogte van de bebouwing aan de zuidzijde mag niet meer bedragen dan 6 m.
  7. De bouwhoogte van de bebouwing aan de noordzijde mag niet meer bedragen dan 12 m. De bouwhoogte van de bebouwing aan de zuidzijde mag niet meer bedragen dan 9 m.
  8. Er dient te worden aangetoond dat de woningbouw passend is binnen de structuurvisie 'Wonen Midden-Limburg 2022 t/m 2025' dan wel de opvolgende structuurvisies.
  9. Het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar.
  10. De belangen van derden worden niet onevenredig geschaad.

72.4 wetgevingzone - wijzigingsgebied 6

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 6' de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Stedelijk', onder de volgende voorwaarden:
  1. in totaal worden maximaal 5 grondgebonden woningen gerealiseerd.
  2. het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar.
  3. het gebruik als wonen tast de waarden van de bestemmingen in de omgeving niet onevenredig aan.
  4. er dient te worden voldaan aan de Structuurvisie Wonen Midden-Limburg 2022 t/m 2025 of diens rechtsopvolger.
  5. er wordt voldaan aan de regels van de Wet geluidhinder.
  6. de economische uitvoerbaarheid is gegarandeerd.
  7. voor wat betreft de bouw- en gebruiksregels wordt artikel 48 (Wonen-Stedelijk) in acht genomen.

72.5 wetgevingzone - wijzigingsgebied 8

'
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 8' de bestemmingen zodanig te wijzigen, dat de woonfunctie wordt toegevoegd onder de volgende voorwaarden:
  1. Wonen is toegestaan in maximaal 2 woongebouwen met in totaal maximaal 12 woningen.
  2. Bij de stedenbouwkundige invulling wordt rekening gehouden met de omliggende bebouwing waarbij een doorkijk wordt gerealiseerd naar het landgoed 'Huis Verduynen'.
  3. Aan de noordzijde tegen de perceelsgrens van het landgoed 'Huis Verduynen' een onbebouwde zone/ groene buffer wordt gerealiseerd met een minimale breedte van 12 meter.
  4. Een wandelroute/ voetgangersverbinding wordt gerealiseerd vanaf de Diepstraat achterlangs de nieuwbouw.
  5. Er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan als de parkeernormen opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 17 (Parkeerkencijfers) worden nageleefd.
  6. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 9 m.
  7. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 12 m.
  8. Er dient te worden aangetoond dat de woningbouw passend is binnen de structuurvisie 'Wonen Midden-Limburg 2022 t/m 2025' dan wel de opvolgende structuurvisies.
  9. Het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar.
  10. De belangen van derden worden niet onevenredig geschaad.

72.6 wetgevingzone - wijzigingsgebied 13

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 13' de bestemming 'Gemengd - Aanloopgebied' zodanig te te wijzigen, dat de woonfunctie ook op de begane grond wordt toegestaan onder de volgende voorwaarden:
  1. het totale aantal woningen mag niet meer bedragen dan 20.
  2. er dient te worden aangetoond dat de woningbouw passend is binnen de structuurvisie 'Wonen Midden-Limburg 2022 t/m 2025' dan wel de opvolgende structuurvisies.
  3. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan als de parkeernormen opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 17 (Parkeerkencijfers) worden nageleefd.
  4. het gebruik als wonen is vanuit een oogpunt van een goed woonmilieu aanvaardbaar.
  5. de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad.

72.7 Functieverandering

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' en de bouwpercelen binnen de bestemming 'Agrarisch' met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - natuur en landschapswaarden' te wijzigen te behoeve van het toestaan van de functies die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) en bijlage 16 (Nevenactiviteiten/functieveranderingen), mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
  1. de oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de nieuw te realiseren activiteit mag niet meer bedragen dan 500 m², dan wel de bestaande oppervlakte binnen de bestemming 'Bedrijf' indien deze meer bedraagt dan 500 m²;
  2. de overtollige bebouwing, niet zijnde de voormalige bedrijfswoning met de daarbij behorende bouwwerken en monumentale bebouwing, dient te worden gesloopt;
  3. aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 74 lid 2.3;
  4. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  5. buitenopslag is niet toegestaan;
  6. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de nieuw te realiseren activiteit in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen, tot een maximale omvang van 150 m²;
  7. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. de milieusituatie;
    2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    3. de stedenbouwkundige situatie;
    4. de waterhuishoudkundige situatie/hydrologie;
  8. bij een wijziging van de gronden welke niet zijn voorzien van de bestemming 'Bedrijf' naar een functie welke is opgenomen in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten uit categorie 1 en 2, welke zijn opgenomen in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) toegestaan, niet zijnde geluidzoneringsplichtige inrichtingen of risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat mestbewerkingsbedrijven en mestverwerkingsbedrijven niet zijn toegestaan;
  9. bij een wijziging naar een minicamping gelden de volgende regels:
    1. de oppervlakte van het perceel dient minimaal 0,5 ha te bedragen;
    2. maximaal 25 kampeermiddelen zijn toegestaan in de voormalige gemeente Echt;
    3. maximaal 25 kampeermiddelen zijn toegestaan in de voormalige gemeente Susteren, mits:
      1. parkeren op eigen erf plaatsvindt;
      2. de kampeermiddelen buiten het seizoen worden verwijderd;
    4. de minicamping enkel is toegestaan in de periode van 1 maart tot 31 oktober;
    5. aangetoond is dat de landschappelijke en ruimtelijke inpassing op een zorgvuldige wijze plaatsvindt, waarbij wordt aangetoond op welke wijze wordt voldaan aan de te leveren verbetering van de omgevingskwaliteit zoals bedoeld in artikel 74 lid 2.3.
    6. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden, tenzij op een andere wijze in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.

72.8 Zoekgebied uitbreiding ontgrondingsgebied

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om de gronden welke zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - zoekgebied uitbreiding' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijf - Grondstoffenwinning', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. maximaal 60% van de gronden binnen deze aanduiding mag worden gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf - Grondstoffenwinning'. De aanduiding 'wetgevingzone - zoekgebied uitbreiding' komt te vervallen;
  2. de inrichting dient zodanig te zijn dat de omliggende agrarische bedrijven geen onevenredige overlast ondervinden in de bedrijfsontwikkeling;
  3. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  4. uit een over te leggen onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  5. voldaan wordt aan het bepaalde uit de Wet Natuurbescherming;
  6. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;
  7. er dient rekening gehouden te worden met de boringsvrije zone welke is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk II';
  8. voldaan dient te worden aan het provinciale beleid met betrekking tot ontgrondingen;
  9. er dient aangetoond te zijn dat er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de belangen die betrekking hebben op de waterhuishouding.

72.9 Wegnemen bouwmogelijkheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in de bestemming 'Wonen - Stedelijk' onder de volgende voorwaarden:
  1. van deze bevoegdheid mag gebruik worden gemaakt indien niet binnen een periode van 14 maanden na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan de bestaande gebouwen binnen het plangebied zijn verwijderd en aanvang is gemaakt met de bouwwerkzaamheden van woningen;
  2. het toepassen van de bestemming 'Wonen - Stedelijk' plaatsvindt onder wegneming van de bouwmogelijkheden voor de bouw van woningen.

72.10 Wijzigingsbevoegdheid bestemming Horeca

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Horeca' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein - Poort van Echt', indien en voorzover ter plaatse van de bestemming 'Horeca' niet binnen vier jaar na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan een bouwplan is gerealiseerd en gereed gemeld, dat voorziet in minimaal 88 hotelkamers en minimaal 800 m2 bruto vloeroppervlak aan horeca 2 (excl. terrassen). Daarbij gelden de volgende voorwaarden:
  1. binnen de bestemming 'Bedrijventerrein - Poort van Echt' kunnen bedrijven tot en met categorie 4.1. en bedrijven tot en met categorie 3.2. worden toegestaan, als opgenomen in bijlage 1 (Staat van Bedrijfsactiviteiten); op basis van een nader milieuonderzoek kan een bedrijfszonering worden aangebracht, waarbij voor een deel van de gronden 'bedrijven tot en met categorie 4.1' en voor een deel 'bedrijven tot en met categorie 3.2' kunnen worden toegestaan;
  2. aangetoond dient te worden dat de voor deze gronden geldende geluidplafonds niet worden overschreden;
  3. de bouw- en gebruiksregels als opgenomen in de bestemming Bedrijventerrein - Poort van Echt zijn van overeenkomstige toepassing voor deze wijziging.

Artikel 73 Algemene Procedureregels

73.1 Procedure afwijking

Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit in de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

73.2 Procedure nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen is de volgende procedure van toepassing:
  1. het voornemen, waarbij toepassing wordt gegeven aan het stellen van nadere eisen, ligt met bijbehorende stukken gedurende twee weken ter gemeentesecretaris ter inzage.
  2. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend.
  3. de bekendmaking houdt in mededeling van de mogelijkheid voor belanghebbenden tot het indienen van zienswijzen bij burgemeester en wethouders tegen het voornemen gedurende de onder a genoemde termijn.
  4. indien tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed.
  5. burgemeester en wethouders delen aan hen, die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent met redenen omkleed mede en maken het besluit op de voorgeschreven wijze bekend.

73.3 Procedure wijziging

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.

73.4 Procedure omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uit maakt van dit plan, is de procedure als vervat in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

Artikel 74 Overige Regels

74.1 Voorrangsregels

74.2 Kwaliteitsregels

74.3 Parkeren

Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen.
Hiervoor gelden de volgende regels:
  1. In het geval van de oprichting of uitbreiding van een gebouw dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
  2. In het geval van functiewijziging van een gebouw en/of van gronden dient ten behoeve van het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
  3. Voor het bepalen van de benodigde parkeergelegenheid en/of de ruimte voor laden en lossen dient te worden voldaan aan de CROW richtlijnen (publicatie nr. 317).
  4. De parkeervoorzieningen als bedoeld onder a en b dienen in stand te worden gehouden.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 75 Overgangsrecht

75.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

75.2 Overgangsrecht gebruik

  1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 76 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Initieel Omgevingsplan Echt-Susteren'.