Parkstraat (ong.), Nistelrode
Wijzigingsplan - Gemeente Bernheze
Vastgesteld op 26-08-2014 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het wijzigingsplan Parkstraat ong., Nistelrode met identificatienummer NL.IMRO.1721.BPParkstraatong-vg01 van de gemeente Bernheze.
1.2 wijzigingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft
1.6 aanduidingsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
1.7 aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep
1.8 aan huis verbonden bedrijf
een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is
1.9 afwijking van de bouwregels en/of de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening
1.10 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1.11 bebouwingspercentage
een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd
1.12 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald
1.13 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak
1.14 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming
1.15 bijgebouw
een gebouw, dat in bouwkundig en visueel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw
1.16 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats
1.17 bouwgrens
de grens van een bouwvlak
1.18 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten
1.19 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel
1.20 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten
1.21 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond
1.22 carport
een overdekte stallingsgelegenheid voor auto’s, met niet meer dan twee gesloten wanden
1.23 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit
1.24 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt
1.25 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, het laten gebruiken en het in gebruik geven
1.26 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken
1.27 huishouden
één persoon of een aantal, aan elkaar door familieband of anderszins gerelateerde, personen, die alleen of gezamenlijk een eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van één woning
1.28 mantelzorg
zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie. bijvoorbeeld door gezinsleden, buren of vrienden
1.29 normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt
1.30 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
1.31 peil
- a. voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang vermeerderd met maximaal 20 cm
- b. in andere gevallen: de hoogte van de weg ter plaatse van de toegang tot het gebouw vermeerderd met 2 cm per meter afstand van het gebouw tot die weg (hemelsbreed gemeten)
- c. deze bepaling geldt niet voor bouwwerken geen gebouw zijnde; hiervoor wordt de hoogte gemeten vanaf het aansluitende maaiveld
1.32 permanente bewoning
het feitelijk bewonen van een gebouw gedurende het hele jaar of het grootste deel van het jaar
1.33 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar
1.34 Staat van Bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen
1.35 uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven
1.36 vloeroppervlakte
de totale oppervlakte van alle vloeren op alle verdiepingen in een woning
1.37 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt
1.38 voorgevelrooilijn
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen
1.39 vrijstaand bijgebouw
een bijgebouw, dat gesitueerd is op een afstand van het hoofdgebouw en dat in functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw
1.40 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Algemeen
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.2 Ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Meten
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
2.4 Afstemming peil
Bij de afstemming met het peil, zoals omschreven in artikel 1.31, wordt bij nieuwe gebouwen de bovenkant van de afgewerkte beganegrondvloer aangehouden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Tuin
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Wonen
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. het gebruik van gebouwen en gronden voor bedrijfsmatige activiteiten;
- b. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van bewoning.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene Bouwregels
6.1 Ondergrondse bouwwerken
Ten aanzien van het oprichten van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bouwregels:
- a. ondergrondse bouwwerken mogen uitsluitend binnen de contouren van de bovengrondse bebouwing worden opgericht;
- b. de maximale bouwdiepte, inclusief de fundering, bedraagt 3 m onder peil.
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met de bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
8.1 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlaktematen, percentages en afstandseisen, mits dit noodzakelijk is vanuit constructieve vereisten, architectonisch belang of oogpunt van duurzaamheid, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
- b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een geringe mate van afwijking is toegestaan, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m, mits er geen belemmering plaatsvindt van het radarverstoringsgebied in verband met de vliegbasis Volkel;
- d. de regels en toestaan dat bouwwerken voor het verkrijgen van duurzame energie zoals zonnecollectoren en windturbines worden gebouwd, met een maximale bouwhoogte van 10 m;
- e. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 m.
8.2 Afwijking als bedoeld in artikel 8.1 is slechts mogelijk indien:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 9 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- f. de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan
'Parkstraat ong., Nistelrode'
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Voorliggend rapport betreft het wijzigingsplan "Parkstraat ong., Nistelrode" van de gemeente Bernheze.
Op de adressen Laar 34 en 36 staan twee vrijstaande woningen. Beide woningen hebben diepe achtertuinen, die tevens grenzen aan de Parkstraat.
Initiatiefnemer de heer A.J.M. Heerkens wenst een deel van de achtertuinen af te splitsen met als doel het realiseren van een nieuwe, vrijstaande woning.
Het bouwen van een extra woning is niet rechtstreeks mogelijk op basis van het vigerende bestemmingsplan "De Kommen van Bernheze", maar het bestemmingsplan bevat wel een wijzigingsbevoegdheid (artikel 18.5) op basis waarvan onder voorwaarden het toevoegen van maximaal twee woningen mogelijk is. Het initiatief omvat één woning.
Voorliggend wijzigingsplan bevat de ruimtelijke onderbouwing voor het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid.
1.2 Ligging En Kadastrale Begrenzing
Onderstaande afbeelding geeft de topografische ligging weer.
topografische situatie
Onderstaande afbeelding geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van voorliggend wijzigingsplan ingetekend.
kadastrale situatie
De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Nistelrode, sectie B, nummers 2335, 2457 en 2460.
De oppervlakte van het plangebied bedraagt 835 m².
1.3 Vigerend Bestemmingsplan
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan "De Kommen van Bernheze", vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 1 juni 2011.
Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende verbeelding. De ligging van het plangebied is aangegeven.
uitsnede verbeelding vigerend bestemmingsplan
Binnen het plangebied is de bestemming 'Wonen' van toepassing. Toegestaan zijn het bestaande aantal woningen conform de aangeduide bouwwijze, alsmede nieuwe woningen op locaties die daartoe specifiek zijn aangewezen.
Binnen het plangebied is thans geen woning aanwezig en is geen aanduiding opgenomen dat een nieuwe woning mag worden gerealiseerd.
Artikel 8.5 bevat een bevoegdheid voor het wijzigen van de bestemming voor het toevoegen van maximaal twee woningen. In paragraaf 7.1 zijn de regels van de wijzigingsbevoegdheid integraal overgenomen en is het plan daaraan getoetst.
Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse
Dit hoofdstuk geeft een ruimtelijk-functionele analyse van het plangebied. Achtereenvolgens directe omgeving en plangebied, en fysieke belemmeringen.
2.1 Directe Omgeving En Plangebied
Onderstaande afbeelding geeft de ligging van het plangebied in de omgeving weer.
directe omgeving en plangebied
Op de adressen Laar 34 en 36 staan twee vrijstaande woningen met diepe achtertuinen, grenzend aan de Parkstraat. Op de achterste delen van de achtertuinen wordt de nieuwe, vrijstaande woning gerealiseerd. Het plangebied zelf is ontsloten op de Parkstraat.
Het plangebied ligt ingeklemd tussen het centrumgebied van Nistelrode aan de oostzijde en een groene zone bestaande uit de begraafplaats en een klein park, aan de westzijde. In het centrumgebied is sprake van een menging van functies zoals detailhandel, dienstverlening, horeca, maatschappelijke functies en wonen.
Ten zuiden van het plangebied is het nieuwe gebouw van het verzorgingstehuis 'Laarstede' gevestigd. Tegenover het plangebied, ten noorden van de Parkstraat zijn een nieuw cultureel centrum, een supermarkt met detailhandel en appartementen ontwikkeld. Deze ontwikkeling is dusdanig recent dat deze nog niet op de beschikbare luchtfoto zichtbaar is. Het plangebied is derhalve omsloten met 'centrumfuncties'.
De bebouwing in het lint aan het Laar bestaat uit historische, vrijstaande bebouwing in een of twee lagen met een kap. Op enkele plekken in het centrumlint is grootschalige moderne bebouwing toegevoegd, waar het verzorgingstehuis 'Laarstede' en de nieuwe ontwikkeling ten noorden van de Parkstraat voorbeelden van zijn.
De panden aan het Laar 34 en 36 zijn grote vrijstaande villa's bestaande uit twee lagen met een kap. Laar 34 is gebouwd rond 1900 en Laar 36 in de jaren '30 van de vorige eeuw. Deze villa's hebben een achtertuin van ruim 55 meter diep. De tuinen zijn groen ingericht met bomen, heesters, hagen en gazons. Langs Parkstraat en Laar staan bomen die de straten een groen karakter geven.
Richting het westen, langs de Loosbroekseweg bestaat de bebouwing uit vrijstaande woningen gebouwd in twee lagen al of niet met een kap.
2.2 Fysieke Belemmeringen
Het plangebied ligt binnen een afstand van 15 km van het militaire vliegveld Volkel en derhalve binnen het radarverstoringsgebied. Het plangebied ligt (ruim) buiten de zones van de vliegveiligheidssystemen.
Radarsystemen dienen 'vrij zicht' te hebben om goed te kunnen functioneren. Het plangebied ligt op 10.750 meter van de radarinstallatie. Uit de in artikel 2.4 van de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) opgenomen berekening volgt dat bouwwerken binnen het plangebied niet hoger mogen zijn dan 96 meter boven NAP. Het plangebied ligt op een hoogte van circa 10 meter boven NAP. Het plan voldoet hier ruimschoots aan en vormt derhalve geen belemmering voor het radarsysteem.
Hoofdstuk 3 Plan
Op dit moment is nog geen bouwplan beschikbaar. In dit hoofdstuk wordt derhalve volstaan met het geven van stedenbouwkundige kaders. Daarnaast zijn de onderdelen verkeer en parkeren, en groen en water beschreven.
3.1 Stedenbouwkundige Kaders
Onderstaande afbeelding geeft het 'kavelpaspoort' weer, waarna de diverse onderdelen van het kavelpaspoort worden beschreven.
kavelpaspoort
Plangebied
Het perceel heeft een breedte van circa 32 meter aan de zijde van de Parkstraat en wordt naar achteren toe smaller tot een breedte van circa 24 meter. De diepte van het perceel bedraagt 26 tot 34 meter. De oppervlakte bedraagt 835 m².
Voorgevelrooilijn
In de omgeving van het plangebied staat thans geen bebouwing langs de Parkstraat. (De woning Laar 34 is niet op de Parkstraat georiënteerd.) Er is derhalve geen direct aanknopingspunt voor de situering van de voorgevelrooilijn.
De omgeving van de Parkstraat heeft een groen karakter. Om dit groene karakter te behouden is het niet gewenst de woning te dicht bij de straat te plaatsen. Er is een voorgevelrooilijn aangehouden van 5 meter vanaf de voorste perceelgrens. Deze afstand biedt tevens de mogelijkheid tot het parkeren van een auto vóór de woning.
Bouwvlak
Conform het bepaalde in het vigerende bestemmingsplan is een afstand van minimaal 3 meter vereist tussen de woning en de zijdelingse perceelgrenzen. Het bouwvlak is hierop gebaseerd.
De diepte van het bouwvlak bedraagt 12 meter, overeenkomstig de diepte van bouwvlakken bij vrijstaande woningen in het vigerende bestemmingsplan. Binnen het bouwvlak mag tot een hoogte van 4 meter worden gebouwd, behoudens in het middendeel waar een hoogte van 7 meter is toegestaan.
Binnen het bouwvlak is één woning mogelijk.
Zone zonder gebouwen
Om het nieuwe woonperceel te laten aansluiten op het parkachtige gebied ten westen daarvan, is het gewenst de zone tussen woning en park onbebouwd te laten.
Bouwmassa
Om zoveel mogelijk zicht te houden op de bomen en bosschages van de Parkstraat en de omgeving is relatief lage bebouwing gewenst. De woning zal bestaan uit een samengestelde masse van één en twee bouwlagen met plat dak, hetgeen lager is dan een woning van één bouwlaag met zadeldak. Het gebouw krijgt een moderne uitstraling.
De in het kavelpaspoort opgenomen afmetingen zijn overgenomen op de verbeelding en in de planregels.
3.2 Verkeer En Parkeren
Het plan omvat het toevoegen van één woning. De verkeersaantrekkende werking bedraagt gemiddeld 8 motorvoertuigbewegingen per etmaal. De beperkte toename kan zonder meer via de bestaande Parkstraat worden afgewikkeld.
Thans is reeds een inrit vanaf de Parkstraat tot het plangebied aanwezig. Deze inrit zal worden gebruikt voor de ontsluiting van de nieuwe woning. Mogelijk wordt de inrit verplaatst.
Parkeren
In de gemeentelijke Parkeernormennota is opgenomen dat voor 'meerpersoonswoningen met een oppervlakte van meer dan 60 m²' twee parkeerplaatsen nodig zijn. Binnen het plangebied is voldoende ruimte om hierin te voorzien.
3.3 Groen En Water
Binnen het plangebied staat thans erfbeplanting waaronder enkele bomen zonder bjizondere waarde. Als gevolg van het bouwplan zullen enkele bomen moeten verdwijnen.
Nadat de woning is gerealiseerd wordt nieuwe erfbeplanting aangebracht.
Binnen het plangebied is thans geen oppervlaktewater aanwezig. Het plan omvat niet de aanleg van oppervlaktewater.
Hoofdstuk 4 Beleid
In dit hoofdstuk wordt het plan getoetst aan het relevante vigerende beleid. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:
- nationaal niveau;
- provinciaal niveau;
- gemeentelijk niveau.
4.1 Nationaal Niveau
4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Op 13 maart 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. De SVIR geeft een integraal kader voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau, en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR worden de ambities van het rijk tot 2040 geschetst, alsmede doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de SVIR kiest het rijk voor minder nationale belangen en eenvoudige regelgeving.
De reeds ingezette trend om aan de provincies en gemeenten ruimte te laten inzake de ruimtelijke ontwikkelingen wordt versterkt in de SVIR.
De SVIR bevat 13 nationale belangen die worden beschermd middels het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Het betreffen:
- 1. Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam
- 2. Militaire terreinen en objecten
- 3. De Wadden
- 4. De kust (inclusief primaire kering)
- 5. De grote rivieren
- 6. De Werelderfgoederen
- 7. Reserveringen uitbreidingen weg en spoor
- 8. Veiligheid vaarwegen
- 9. Het netwerk voor elektriciteitsvoorziening
- 10. De buitendijkse uitbreidingsruimte in het IJsselmeer
- 11. Bescherming van de (overige) primaire waterkeringen
- 12. Reservering voor rivierverruiming Maas
- 13. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
Conclusie Het plan is niet in strijd met het beleid in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
4.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
De in de SVIR opgenomen nationale belangen krijgen een wettelijke grondslag in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).
De werking van het Barro is naar plaats beperkt. Het plangebied ligt op minder dan 15 km van het militaire vliegveld Volkel. Derhalve gelden hoogtebeperkingen zoals beschreven in paragraaf 2.2.
Het bouwplan blijft ruim onder de maximaal toegestane hoogte, zoals bedoeld in artikel 2.6.9 Barro. Het plan vormt geen belemmering voor het nationale belang "Militaire terreinen en objecten".
Het plan vormt evenmin een belemmering voor de overige nationale belangen.
Conclusie
Het plan vormt geen belemmering voor de nationale belangen die middels het Barro beschermd zijn.
4.1.3 Overig nationaal beleid
Het overige nationale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.
4.2 Provinciaal Niveau
Het provinciale ruimtelijk beleid is vastgelegd in de nota's:
- Structuurvisie Ruimtelijke Ordening;
- Verordening ruimte 2014.
Het plan wordt aan deze twee documenten getoetst.
4.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening
Op 19 maart 2014 treedt de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 2010, partiële herziening in werking. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van het provinciale bestuur op de ontwikkeling van Noord-Brabant.
Analyse
Het plangebied ligt binnen de aanduiding 'kernen in het landelijk gebied'. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn hier - in tegenstelling tot het buitengebied - in principe toegestaan. Voorliggend initiatief past qua aard, schaal en functies in de omgeving en voldoet daarmee aan de uitgangspunten van de provincie.
Conclusie
Onderhavig plan past in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.
4.2.2 Verordening ruimte 2014
Op 19 maart 2014 treedt de Verordening ruimte 2012 in werking. De Verordening stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.
Het plan ligt binnen het stedelijk gebied van Nistelrode. Voor het plan is specifiek artikel 4.3, eerste lid van toepassing.
"Artikel 4.3 - Regels voor nieuwbouw van woningen
- 1. De toelichting bij een bestemmingsplan gelegen in bestaand stedelijk gebied dat voorziet in nieuwbouw van woningen bevat een verantwoording over de wijze waarop:
- a. de afspraken die daarover zijn gemaakt in het regionaal ruimtelijk overleg bedoeld in artikel 37.4 onder b, worden nagekomen;
- b. de beoogde nieuwbouw zich verhoudt tot de afspraken bedoeld onder a, en tot de beschikbare harde plancapaciteit voor woningbouw.
- 2. [...]"
Analyse
ad art. 4.3 | Het plan past binnen het woningbouwprogramma zoals opgenomen in de Woonvisie 2005 en het beleidsdocument Wonen in Bernheze 2008 - 2015 (zie de paragrafen 4.3.2 en 4.3.3). Deze beleidsdocumenten zijn besproken in het regionale ruimtelijk overleg. Daarmee past het plan tevens in de in het regionaal ruimtelijk overleg gemaakte afspraken. |
Conclusie
Het plan is niet in strijd met de Verordening ruimte 2014.
4.2.3 Overig provinciaal beleid
Het overige provinciale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.
4.3 Gemeentelijk Niveau
4.3.1 Structuurvisie Bernheze
Op 11 februari 2010 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie Bernheze vastgesteld. De structuurvisie omvat een visievorming voor de lange termijn en biedt tevens een toetsingskader voor ruimtelijke beslissingen.
Voor de kern Nistelrode zijn meerdere hoofduitgangspunten aangegeven, waarvan alleen het hoofduitgangspunt "inbreiden vóór uitbreiden" rechtstreeks van toepassing is op onderhavig plan.
Het plan betreft een vorm van inbreiding en voldoet derhalve aan het hoofduitgangspunt van de structuurvisie.
Conclusie
Het plan past binnen c.q. is niet in strijd met de Structuurvisie Bernheze.
4.3.2 Woonvisie 2005
Hoofddoel van het woonbeleid van de gemeente Bernheze is het voorzien in de eigen woningbehoefte. Het woningbouwprogramma 2005-2015 voor de kern Nistelrode betreft onder meer 150 koopwoningen.
Voorliggend plan betreft de bouw van één koopwoning en past binnen het woningbouwprogramma.
Conclusie
Het plan past binnen de Woonvisie 2005.
4.3.3 Wonen in Bernheze 2008 - 2015
In december 2008 heeft de gemeenteraad de nota "Wonen in Bernheze 2008 - 2015" vastgesteld. (Provinciale) bevolkingsprognoses laten zien dat de kwantitatieve opgave voor de komende jaren weinig zal veranderen ten opzichte van de prognoses die gehanteerd zijn bij het opstellen van de Woonvisie uit 2005. De inhoudelijke ambities van de Woonvisie 2005 blijven op hoofdlijnen overeind.
4.3.4 Parkeernormennota Bernheze
De Parkeernormennota Bernheze heeft als doel om de toepassing van de parkeernormen inzichtelijker te maken, zodat het voor burgers, bedrijven en ontwikkelaars duidelijk is welke normen gehanteerd worden bij een bouwaanvraag. De parkeernorm is een middel om bij nieuwbouw, verbouw of functieverandering te zorgen dat er voldoende parkeerplaatsen zijn.
De uitwerking van de parkeersituatie van het bouwplan is opgenomen in paragraaf 3.2.
4.3.5 Duurzaam bouwen
De gemeente streeft bij nieuwe bouwplannen naar 'duurzaam bouwen'. In dit kader heeft de gemeente Bernheze, samen met andere gemeenten, woningcorporaties, architecten, bouwbedrijven en projectontwikkelaars in de regio Noordoost Brabant, een convenant afgesloten dat betrekking heeft op ontwikkelen/ontwerpen (stedenbouw), inrichten (grond-, weg- en waterbouw), bouwen en renoveren (woning- en utiliteitsbouw). Het doel van dit convenant is het zetten van stappen richting het verder verduurzamen van gebouwen, met als belangrijkste speerpunten:
- Energiezuinig (ver)bouwen en het terugdringen van energie- en woonlasten.
- Het verbeteren van de levensloopbestendigheid van en in gebouwen.
- Het bewustmaken van de eindgebruiker van de meerwaarde van duurzame gebouwen en de mogelijkheden voor het terugdringen van energielasten.
Er is thans nog geen uitgewerkt bouwplan. Voorliggend wijzigingsplan biedt de basis voor het toepassen van duurzaam bouwen.
Conclusie
Het plan biedt de basis om te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor duurzaam bouwen.
4.3.6 Overig gemeentelijk beleid
Het overige gemeentelijke beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.
Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten
Amitec BV uit Uden heeft een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd waarbij het plan is getoetst aan de wet- en regelgeving van de uitvoeringsaspecten milieu, waarden en water: rapport "Haalbaarheidstoets (Milieu-onderbouwing), A.J.M. Heerkens, Project: Parkstraat ong, Nistelrode" (14 mei 2014, nr. 13.410-WRO.03a). Het rapport is opgenomen als bijlage 1.
Amitec concludeert dat het plan aan alle uitvoeringsaspecten voldoet.
Hoofdstuk 6 Financiële Aspecten
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
Het plan betreft een particulier initiatief, waarvan alle kosten en risico's voor rekening van de initiatiefnemer komen. Het plan wordt economisch uitvoerbaar geacht.
6.2 Kostenverhaal
De procedurekosten en aanleg- en planbegeleidingskosten voor de aansluiting op het openbaar gebied zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Deze kosten worden door middel van leges (bij vergunningverlening) verhaald. Er hoeft geen anterieure overeenkomst te worden gesloten danwel een exploitatieplan te worden vastgesteld.
Bij realisatie van het initiatief bestaat de kans dat door wijziging van het bestemmingsplan planschade ontstaat. Er is een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten waarin is geregeld dat een mogelijke schadevergoeding voor rekening van de aanvrager komt.
Hoofdstuk 7 Juridische Aspecten
7.1 Toetsing Plan Aan Wijzigingsregels
Zoals in paragraaf 1.3 vermeld, bevat voorliggend wijzigingsplan de onderbouwing voor het toevoegen van een woning.
De voorwaarden voor het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid zijn beschreven in artikel 18.5 van het vigerende bestemmingsplan De Kommen van Bernheze. Hieronder is dit artikel geciteerd:
"18.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het toestaan van maximaal twee extra woningen, met dien verstande dat:
- a. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan wordt aangetoond;
- b. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
- c. er geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan voor het woonmilieu;
- d. het toevoegen van een nieuwe woning in overeenstemming is met het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
- e. het parkeren in overeenstemming is met het gemeentelijk parkeerbeleid en de daarbij horende parkeernormen;
- f. er een planschadeverhaalsovereenkomst is gesloten;
- g. er geen afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld en de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse;
- h. geen sprake is van aantasting van cultuurhistorische waarden;
- i. de woning een inhoud heeft van minimaal 350 m³, waarbij in geval van woningsplitsing, beide woningen een inhoud hebben van minimaal 350 m³;
- j. de nieuwe woning is gelegen aan de openbare weg;
- k. een nieuwe woning niet is toegestaan in een hoeksituatie;
- l. aansluiting wordt gezocht bij de (bouw)regels van de bestemming zoals opgenomen in dit bestemmingsplan."
Hieronder wordt het plan aan de voorwaarden getoetst.
ad a. | Voorliggende toelichting toont de uitvoerbaarheid van het plan aan, te weten: | |
• | de stedenbouwkundige inpasbaarheid in paragraaf 3.1; | |
• | de passendheid in het beleid van de verschillende overheden in hoofdstuk 4; | |
• | de wijze waarop aan de uitvoeringsaspecten (milieu, waarden en water) wordt voldaan in hoofdstuk 5. | |
ad b. | De belangen van derden worden niet onevenredig door het plan geschaad. | |
ad c. | Het plan voldoet aan alle milieuaspecten, zie hoofdstuk 5. | |
ad d. | Het plan past binnen de gemeentelijke Woonvisie 2005 en het beleidsdocument Wonen in Bernheze 2008 - 2015, zie de paragrafen 4.3.2 en 4.3.3. | |
ad e. | Er wordt aan de gemeentelijke parkeernormen voldaan, zie paragraaf 3.2. | |
ad f. | Tussen de initiatiefnemer en de gemeente is een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten. | |
ad g. | Er vindt geen aantasting van het stedenbouwkundige beeld plaats, zie paragraaf 3.1. | |
ad h. | Binnen het plangebied en in de directe omgeving zijn geen cultuurhistorische waarden aanwezig, die door het plan worden aangetast, zie hoofdstuk 5. | |
ad i. | Deze voorwaarde is in de planregels opgenomen, zie artikel . De initiatiefnemer heeft niet de intentie kleiner te bouwen. | |
ad j. | De nieuwe woning grenst aan en is rechtstreeks ontsloten op de openbare Parkstraat. | |
ad k. | Er is geen sprake van een hoeksituatie. | |
ad l. | De regels van het bestemmingsplan "De Kommen van Bernheze" zijn onverminderd van toepassing op voorliggend wijzigingsplan. Waar noodzakelijk zijn enkele regels toegevoegd. |
Conclusie
Samenvattend kan worden gesteld dat aan de alle voorwaarden voor de wijziging wordt voldaan.
7.2 Planregels
Voorliggend wijzigingsplan is het resultaat van het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro, zoals die is opgenomen in het bestemmingsplan "De Kommen van Bernheze" (NL.IMRO.1721.BPKommenBernheze-VG01), vastgesteld door de gemeenteraad op 1 juni 2011.
Bij het opstellen van een wijzigingsplan dient het college van burgemeester en wethouders zich te houden aan de door de raad vastgestelde regels.
Binnen het plangebied wordt een bouwvlak toegevoegd, waarbinnen één vrijstaande woning is toegestaan. Conform de systematiek van het vigerende bestemmingsplan wordt aan de gronden vóór de voorgevel de bestemming 'Tuin' toegekend.
Voor de leesbaarheid van voorliggend wijzigingsplan is ervoor gekozen de relevante planregels van het bestemmingsplan "De Kommen van Bernheze" over te nemen.
Hoofdstuk 8 Procedure
Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure. De voorziene procedurestappen zijn:
- 1. Terinzagelegging ontwerpwijzigingsplan
- 2. Vaststelling door burgemeester en wethouders
- 3. Terinzagelegging vastgesteld wijzigingsplan
8.1 Terinzagelegging Ontwerpwijzigingsplan
Het ontwerpwijzigingsplan heeft vanaf 9 juli 2014 gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegen. In deze periode zijn geen zienswijzen ingekomen.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Haalbaarheidstoets Milieuaspecten + Historisch Bodemonderzoek
Bijlage 1 Haalbaarheidstoets milieuaspecten + historisch bodemonderzoek