Correctieve herziening Buitengebied Alphen-Chaam 2010
Bestemmingsplan - Gemeente Alphen-Chaam
Vastgesteld op 10-12-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
plan:
het bestemmingsplan 'Correctieve herziening Buitengebied Alphen-Chaam 2010' van de gemeente Alphen - Chaam.
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO 1723.CHBPBG2010-VS01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
AAB:
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen.
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
aan-huis-verbonden bedrijf:
een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een
woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
aan-huis-verbonden beroep:
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
aardkundige waarden:
landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals geologie, geomorfologie, reliëf, grondwaterhuishouding (kwelgebieden), bodemopbouw/bodemsamenstelling, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
abiotische waarden:
het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).
afhankelijke woonruimte:
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, waaronder mede wordt verstaan de met die activiteiten qua aard vergelijkbare activiteiten, zoals een productiegerichte paardenhouderij, inclusief pensionstal.
agrarisch bedrijf, grondgebonden:
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde gronden behorend bij het bedrijf. Hieronder worden ook productiegerichte paardenhouderijen verstaan zoals fok- en opfokbedrijven, hengstenhouderij, paardenmelkerij, spermawinstation, handelsstal, stoeterij en/of sportstal, paardenpension;
agrarisch bedrijf, intensieve kwekerij:
een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde gronden behorend bij het bedrijf, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf of intensieve veehouderij;
agrarisch bedrijf glastuinbouwbedrijf:
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het telen van gewassen in kassen en/of hoge tunnels, welke ter plaatse (overwegend) permanent aanwezig zijn;
agrarisch bedrijf, intensieve veehouderij:
een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het houden van vee (mestvee, fokzeugen, mestvarkens, geiten), pluimvee of pelsdieren.
agrarisch hulpgebouw:
een gebouw, behorende bij een landbouwperceel/landbouwkavel, dat zowel qua afmeting als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het (agrarisch) hoofdgebruik.
Het gaat hierbij onder meer om dierenverblijven, schuilhutten, schuilgelegenheden, kapschuren etc.
archeologische verwachtingswaarden:
gronden met middelhoge tot hoge verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen.
archeologische waarden:
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huis-verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
bestaande situatie:
- a. t.a.v. bebouwing:
bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
- b. t.a.v. gebruik:
het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen.
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming.
bijgebouw:
een vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw (de woning), dat qua afmeting en/of in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Overkappingen worden aangemerkt als bijgebouw.
boerenterras:
een horecagelegenheid van ondergeschikte aard, behorend bij een agrarisch bedrijf, met een oppervlakte van niet meer dan 100 m².
boerderijsplitsing:
het opdelen, binnen de bestaande (hoofd)bouwmassa, van een woonboerderij in niet meer dan 2 woningen of een in de regels aangegeven ander maximum aantal woningen.
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
bouwlaag of verdieping(slaag):
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren en balklagen/plafonds is begrensd, met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw/kelder en zolder/vliering.
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
cultuurhistorische waarden:
- a. het cultuurpatroon van een gebied, dat kenmerkend is voor het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van de gronden gemaakt heeft, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de kavelindeling, de waterhuishouding, het bodemreliëf, de beplanting en de bebouwing;
- b. de aan een bouwwerk eigen zijnde waarde in verband met de herkenbaarheid van de in het verleden ontstane elementen van het bouwwerk in relatie tot de geschiedkundige ontwikkeling van het gebied; architectonische waarden worden hieronder mede begrepen.
dagrecreatie:
recreatieve activiteit die plaats vindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang.
dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
dienstverlenende bedrijvigheid:
bedrijfsmatige activiteiten gericht op dienstverlening aan het publiek zoals een zorgboerderij, kinderopvang, medische zorg, groepspraktijk, adviesbureau, automatiseringsbedrijf.
eenheden:
een verblijfsruimte binnen een complex of gebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf zoals logies en ontbijt of gastenkamers.
extensief recreatief medegebruik:
een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden.
extensiveringsgebied:
het, op basis van de begrenzing in het reconstructieplan, als zodanig aangeduide gebied.
functie:
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, waaronder overkappingen.
groepsaccommodatie:
een gebouw bestemd voor recreatief nachtverblijf van een groep of groepen van personen die hun hoofdverblijf elders hebben en waarbij wordt overnacht in gemeenschappelijke zalen en/of kamers.
hoofdfunctie:
een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden in hoofdzaak bedoeld is.
hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken, met dien verstande dat een woning te allen tijde als het hoofdgebouw wordt aangemerkt.
horeca:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
houtteelt:
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe afwijking is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet.
hydrologische waarde:
gronden met een betekenis binnen het watersysteem van het plangebied als infiltratiegebied, intermediair gebied en/of kwelgebied.
kampeerterrein:
terrein of plaats geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
kamperen:
overnachten in de vorm van verblijf in de openlucht, bijvoorbeeld in een tent, caravan, camper of een vergelijkbaar recreatief nachtverblijf.
kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van onder andere vruchten, bloemen, groente of planten.
kampeermiddel:
- a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
- b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
kelder:
een geheel of gedeeltelijk ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.
kleinschalige dagrecreatie:
dagrecreatieve voorzieningen bij agrarische bedrijven zoals een speeltuin, speelboerderij, sport en spel, fietsverhuur, huifkar, sauna, health-beauty-wellness, creatieve of kunstzinnige workshops.
kleinschalig kamperen:
kleinschalige recreatieve activiteiten waarbij niet meer dan 25 kampeermiddelen aan de orde zijn, zoals kamperen bij de boer, in de periode van 1 maart tot en met 31 oktober van enig kalenderjaar.
kleinschalig logeren:
kleinschalige recreatieve activiteiten in de vorm van logies en ontbijt tot een in de regels aangegeven maximum brutovloeroppervlakte, zoals logeren bij de boer, bed & breakfast e.d.
landbouwontwikkelingsgebied:
het, op basis van de begrenzing in het reconstructieplan, als zodanig aangeduide gebied.
landschapselementen:
ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha.
landschapswaarden:
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking.
landschapsontwikkelingsgebied:
een gebied dat aangeduid is voor een of andere vorm van landschapsontwikkeling. Voorbeelden zijn een RNLE, een zone beekherstel en een landschapsecologische zone.
maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsmede detailhandel en horeca in combinatie met en ondergeschikt aan deze voorzieningen.
manege:
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de navolgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca-activiteiten (kantine, foyer e.d.), logies- en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
mantelzorg:
het op basis van een indicatie, verstrekt door een daartoe deskundige instantie, bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
milieucategorie:
milieucategorie zoals omschreven in de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering, Den Haag 2009.
monument:
een overblijfsel van kunst, cultuur, architectuur of nijverheid dat van algemeen belang wordt geacht om de historische, volkskundige, artistieke, wetenschappelijke, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde.
natuurwaarden:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen).
nevenactiviteiten:
activiteiten die in ruimtelijk en/of functioneel en/of bedrijfseconomisch opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwperceel.
NGE:
Nederlandse Grootte Eenheid, een standaard eenheid voor de bepaling van de omvang van een agrarisch bedrijf zoals die gehanteerd word door het Landbouw Economisch Instituut (LEI).
perceelsgrens:
de begrenzing of afbakening van een specifiek kadastraal perceel, hier gelijk te stellen met een begrenzing van het eigendom op een dergelijk perceel.
permanente bewoning:
het gebruik van een gebouw of ander onderkomen als hoofdverblijf.
productiegebonden detailhandel:
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf zijn geteeld of voortgebracht en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt, en streekproducten aan particulieren.
productiegerichte paardenhouderij:
een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden.
reconstructieplan:
het Reconstructieplan De Baronie, vastgesteld door Provinciale Staten d.d. 22 april 2005 en in werking getreden d.d. 8 juni 2005, inclusief de correctieve herziening, vastgesteld door Provinciale Staten d.d. 27 juni 2008 en in werking getreden d.d. 9 september 2008.
recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
recreatieve voorziening:
voorzieningen bedoeld voor recreatief gebruik zoals musea, sportterreinen, speeltuinen, hondenoefenterreinen, dierenparken, openluchttheaters en groepsaccommodaties.
recreatiewoning:
een gebouw of woning bedoeld voor recreatief gebruik in de vorm van recreatief nachtverblijf voor recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben.
reëel agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste een halve arbeidskracht, met aannemelijk perspectief op volwaardigheid.
rijbak:
een onoverdekte voorziening bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden.
ruimtelijke eenheid:
complex van bij elkaar behorende bouwwerken.
schuilgelegenheid:
een bouwwerk waarin vee kan schuilen, welke aan minimaal één zijde open is.
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
semi-agrarisch bedrijf:
een niet-industrieel bedrijf dat gericht is op het telen van en de handel in bloemen en planten en het verzorgen van dieren, zoals een hoveniersbedrijf, tuincentrum, dierenkliniek en dierenpension alsmede een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking.
stacaravans:
onderkomens, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dienen of kunnen dienen tot nachtverblijf van een of meer personen, en die door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over een korte afstand naar een vaste standplaats kunnen worden verreden, doch niet bestemd zijn om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen.
Ook indien deze onderkomens wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt zijn om te worden verreden, worden zij aangemerkt als stacaravan.
statische opslag:
binnenopslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven en niet regelmatig worden verplaatst, niet bestemd zijn voor handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto's, boten, caravans, campers en dergelijke.
streekproduct:
een product gemaakt met eigen grondstoffen en/of grondstoffen die als streekeigen worden beschouwd en algemeen aanvaard is als een traditioneel streekeigen product en naar ambachtelijke wijze vervaardigd is volgens de streektradities en waarbij streekproduct en bereidingsstreek moeten overeenkomen, zowel in de be- en verwerking van het eindproduct als in de omschrijving van de streek.
(teelt)ondersteunende voorzieningen:
(teelt)ondersteunende voorzieningen, die onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een (grondgebonden) open- of vollegronds tuin-bouwbedrijf(stak), boom- of vaste plantenteeltbedrijf(stak) en die gebruikt worden om de bedrijfsvoering te optimaliseren; hierdoor vindt (een deel van) de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden plaats, waardoor gezorgd kan worden voor een verbetering van de productiekwaliteit en/of arbeidsomstandigheden, teeltvervroeging of -verlating en het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffengebruik.
(teelt)ondersteunende kas:
een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Hieronder vallen ook schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (>1,5 meter).
permanente (teeltondersteunende) voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen die voor een periode langer dan 6 maanden worden gebruikt.
tijdelijke (teeltondersteunende) voorzieningen:
teeltondersteunende voorzieningen die op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een minimum van 1 maand en een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik. Hieronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten, stellingen met eventueel regenkappen;
overige (teelt)ondersteunende voorzieningen
permanente (teelt)ondersteunende voorzieningen in de vorm van een afscheiding, eventueel in de vorm van een hek , met een hoogte van niet meer dan 2,5 m, op boomteeltpercelen waarmee dieren van die percelen geweerd kunnen worden.
verbrede landbouw:
activiteiten bij een agrarisch bedrijf die voortvloeien uit de agrarische bedrijfsvoering en die ten dienste staan van het agrarische bedrijf zoals agrotoerisme, waaronder agrarisch natuurbeheer, bewerking en waardevermeerdering van ter plaats geproduceerde producten en zorgboerderijen.
verblijfsrecreatie:
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen.
verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
verwevingsgebied:
het, op basis van de begrenzing in het reconstructieplan, als zodanig aangeduide gebied.
voorgevelrooilijn:
de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.
volwaardig agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van ten minste één volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen, en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd, dat wil zeggen in zowel bedrijfseconomisch opzicht als op milieuhygiënisch verantwoorde wijze.
waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop.
werk:
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
woning:
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
woonboerderij:
een gebouw dat bestaat uit een al dan niet voormalige agrarische bedrijfswoning met de in hetzelfde ongelede gebouw opgenomen (voormalige) bedrijfsruimten, waarbij woon- en stalgedeelte van oudsher ongeleed aan elkaar verbonden zijn (bijvoorbeeld een langgevelboerderij of kortgevelboerderij).
zorgboerderij:
een locatie waar zorg wordt aangeboden in de vorm van dagopvang of dagactiviteiten.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.
de afstand tot de weg:
de afstand tot de bebouwing en de as van de weg.
het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
het bebouwingspercentage:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van scheidingsmuren.
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
de bouwhoogte van een windmolen:
vanaf het peil tot en met de as van de molen.
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
peil:
- a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen, waaronder tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen;
- b. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. extensief recreatief medegebruik.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijking van de bouwregels
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grondgebonden agrarische bedrijven met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'intensieve veehouderij' tevens intensieve veehouderijen zijn toegestaan;
- 2. 'glastuinbouw' tevens glastuinbouwbedrijven zijn toegestaan;
- 3. 'intensieve kwekerij' tevens intensieve kwekerijen zijn toegestaan;
waarbij niet meer dan één bedrijf aanwezig mag zijn per bestemmingsvlak;
- b. bedrijfswoningen:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
- c. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
- d. behoud en instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
- e. productiegebonden detailhandel, waarbij de totale gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte per agrarisch bedrijf niet meer mag bedragen dan 100 m²;
- f. kleinschalig logeren, waarbij de bruto-vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m²;
- g. kleinschalig kamperen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kleinschalig kamperen', waarbij de bruto-vloeroppervlakte van de bebouwing niet meer mag bedragen dan 100 m²;
- h. overige aan de agrarische bedrijfsactiviteiten ondergeschikte neven-activiteiten, zoals opgenomen in de 'Tabel Agrarisch';
- i. paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. groenvoorzieningen;
- l. opslag, bewerking en verwerking van dierlijke mest, afkomstig uit de eigen bedrijfsvoering tot maximaal 25.000 m³ op jaarbasis.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijking van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijking van de gebruiksregels
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
- b. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapswaarden in het algemeen en in het bijzonder voor:
- 1. aardkundig waardevolle gebieden, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – aardkundig waardevol gebied´;
- 2. cultuurhistorisch waardevolle akkers, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – cultuurhistorisch waardevol, akker´;
- 3. cultuurhistorische waardevolle gebieden,ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – cultuurhistorisch waardevol gebied';
- 4. landschapsontwikkelingsgebieden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - landschapsontwikkelingsgebieden' (RNLE).
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijking van de bouwregels
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.5 Afwijking van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.1 voor het gebruik van de gronden voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor zover geen bouwwerken zijnde waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarde:
- a. De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
5.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Landschaps- En Natuurwaarden 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
- b. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapswaarden in het algemeen en in het bijzonder voor:
- 1. aardkundig waardevolle gebieden, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden - aardkundig waardevol gebied´;
- 2. cultuurhistorisch waardevolle akkers, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden - cultuurhistorisch waardevolle akker´;
- 3. cultuurhistorische waardevolle gebieden ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden - cultuurhistorisch waardevol gebied´;
- f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden in het algemeen en in het bijzonder voor:
- 1. kwetsbare soort(en) ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden - kwetsbare soort(en)´;
- 2. natuurontwikkelingsgebieden ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden - natuurontwikkelingsgebied´;
- 3. struweelvogels ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden - struweelvogels´;
- 4. weidevogels en ganzen ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden - weidevogels en ganzen´.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 voor het bouwen van tijdelijke en overige teeltondersteunende voorzieningen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
- b. De oppervlakte mag per bestemmingsvlak en per bedrijf niet meer bedragen dan 1,5 ha.
- c. De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.4.1 voor het gebruik van de gronden voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor zover geen bouwwerken zijnde waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarde:
- a. De in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Agrarisch Met Waarden - Landschaps- En Natuurwaarden 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
- b. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapswaarden in het algemeen en in het bijzonder voor:
- 1. aardkundig waardevolle gebieden, ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – aardkundig waardevol gebied´;
- 2. cultuurhistorisch waardevolle akkers, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – cultuurhistorisch waardevolle akker';
- 3. cultuurhistorische waardevolle gebieden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – cultuurhistorisch waardevol gebied';
- f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden in het algemeen en in het bijzonder voor:
- 1. kwetsbare soort(en) ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – kwetsbare soort(en)´;
- 2. natuurontwikkelingsgebieden ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – natuurontwikkelingsgebied´;
- 3. struweelvogels ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – struweelvogels´;
- 4. weidevogels en ganzen ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – weidevogels en ganzen´.
7.2 Bouwregels
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
7.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik zoals bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden ten behoeve van tijdelijke teeltondersteundende voorzieningen voor zover geen bouwwerken zijnde.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 8 Bedrijf
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsdoeleinden met bijbehorende voorzieningen zoals aangegeven in de 'Tabel Bedrijven';
- b. bedrijfswoningen:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
- 3. inpandige bedrijfswoningen zoals aangegeven in de 'Tabel Bedrijven', die inpandig dienen te blijven;
- c. behoud en instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
- d. productiegebonden en ondergeschikte detailhandel, waarbij de totale gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 m²;
- e. kleinschalig logeren, waarbij de bruto-vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m²;
- f. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
- g. paden en wegen en parkeervoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. groenvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijking van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
Gebruik van ruimten binnen de bedrijfswoning en in de bijgebouwen bij de bedrijfswoning ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. Maximaal 35% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen mag tot ten hoogste in totaal 50 m² worden gebruikt voor de aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarbij geldt dat in gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten de maximale oppervlakte 100 m² mag bedragen.
- b. Degene die de activiteiten uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn.
- c. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
- d. Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
- e. Er mag geen detailhandel plaatsvinden.
8.5 Afwijking van de gebruiksregels
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige doeleinden in de vorm van gasregelstation of zend- en ontvangstinstallatie;
- b. nutsvoorzieningen;
- c. paden en wegen en parkeervoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. groenvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 9.2.3 onder b voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot 8 m.
Artikel 10 Bos
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het bos;
- b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de houtteelt/houtproductie;
- c. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- d. groepskamperen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos – groepskamperen';
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. extensief recreatief medegebruik;
- g. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden, waaronder cultuurhistorische, aardkundige en archeologische waarden.
10.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
- a. bouwwerken ten behoeve van het bosbeheer, mits:
- 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m;
- 2. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m²;
- b. eenvoudige voorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor extensief recreatief medegebruik, zoals informatieborden, picknickplekken, banken en afvalbakken, mits de hoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 11 Groen - Landschapselement
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
- a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het groen, de landschapselementen en de bijbehorende groeiplaats;
- b. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke waarden en natuurwaarden, zoals brede landschappelijke structuren;
- c. behoud van (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. extensief recreatief medegebruik.
11.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd.
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
11.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 12 Horeca
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecadoeleinden met bijbehorende voorzieningen zoals aangegeven in de 'Tabel Horeca';
- b. bedrijfswoningen:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
- 3. inpandige bedrijfswoningen, die inpandig dienen te blijven;
- c. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
- d. kleinschalig logeren waarbij de brutovloeroppervlakte per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 100 m2;
- e. behoud en instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
- f. terras, tuinen, erven en terreinen;
- g. paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. groenvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.3 Afwijking van de bouwregels
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 13 Maatschappelijk
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. Maatschappelijke doeleinden met bijbehorende voorzieningen zoals aangegeven in de 'Tabel Maatschappelijk'
- b. behoud en instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
- c. terras, tuinen, erven en terreinen;
- d. paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. groenvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijking van de bouwregels
Artikel 14 Maatschappelijk - Militair
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk – Militair' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een militair depot;
- b. een zendmast en een brandtoren;
- c. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijking van de bouwregels
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 15 Natuur
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden, waaronder de bijbehorende groeiplaats;
- b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschapswaarden, waaronder cultuurhistorische, aardkundige en archeologische waarden;
- c. verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. extensief recreatief medegebruik.
15.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
- a. bouwwerken ten behoeve van het natuurbeheer, mits:
- 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m;
- 2. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 10 m².
- b. eenvoudige voorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor extensief recreatief medegebruik, zoals informatieborden, picknickplekken, banken en afvalbakken, mits de hoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 16 Recreatie - Dagrecreatie
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige exploitatie van dagrecreatieve voorzieningen met daarbij behorende voorzieningen;
- b. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- c. een zwembad ter plaatse van de aanduiding 'zwembad';
- d. groenvoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijking van de bouwregels
Artikel 17 Recreatie - Recreatiewoning
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. solitair gelegen recreatiewoningen;
- b. sport-, spel- en speelvoorzieningen;
- c. wegen en paden en parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden.
17.2 Bouwregels
17.3 Afwijking van de bouwregels
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 18 Recreatie - Verblijfsrecreatie
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige exploitatie, met uitzondering van het terrein ter plaatse van de aanduiding 'Sr-9', van verblijfsrecreatieve voorzieningen met bijbehorende voorzieningen zoals opgenomen in de 'Tabel Recreatie', waaronder kleinschalige aan de verblijfsrecreatie ondergeschikte detailhandel, zoals een campingwinkel en verkoop van toeristische informatie;
- b. vergaderen en zakelijke bijeenkomsten als kleinschalige en aan de verblijfsrecreatie ondergeschikte functie;
- c. bedrijfswoningen:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
- d. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
- e. behoud, herstel en/ of ontwikkeling van de landschaps- en natuurwaarden;
- f. paden en wegen en parkeervoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.3 Afwijking van de bouwregels
18.4 Specifieke gebruiksregels
Gebruik van ruimten binnen de bedrijfswoning en in de bijgebouwen bij de bedrijfswoning ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. Maximaal 35% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen mag tot ten hoogste in totaal 50 m² worden gebruikt voor de aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarbij geldt dat in gemeentelijke en rijksmonumenten de maximale oppervlakte 100 m² mag bedragen.
- b. Degene die de activiteiten uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn.
- c. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
- d. Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
- e. Er mag geen detailhandel plaatsvinden.
18.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 19 Sport
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. Sportdoeleinden met bijbehorende voorzieningen zoals aangegeven in de 'Tabel Sport'
- b. terras, tuinen, erven en terreinen;
- c. paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. groenvoorzieningen.
19.2 Bouwregels
19.3 Afwijking van de bouwregels
Artikel 20 Sport - Manege
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maneges met bijbehorende voorzieningen;
- b. bedrijfswoningen:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal bedrijfswoningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
- c. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
- d. terras, tuinen, erven en terreinen;
- e. paden, wegen en parkeervoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. opslag, bewerking en verwerking van dierlijke mest, afkomstig uit de eigen bedrijfsvoering tot maximaal 25.000 m³ op jaarbasis.
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijking van de bouwregels
20.4 Specifieke gebruiksregels
Gebruik van ruimten binnen de bedrijfswoning en in de bijgebouwen bij de bedrijfswoning ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. Maximaal 35% van de oppervlakte van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning met inbegrip van gerealiseerde aan- en uitbouwen mag tot ten hoogste in totaal 50 m² worden gebruikt voor de aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarbij geldt dat in gemeentelijke en rijksmonumenten de maximale oppervlakte 100 m² mag bedragen.
- b. Degene die de activiteiten uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn.
- c. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
- d. Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in milieucategorie 1 van de als bijlage opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
- e. Er mag geen detailhandel plaatsvinden.
Artikel 21 Verkeer
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder wegen, paden en parkeervoorzieningen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. behoud van landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden in de vorm van wegbeplanting of laanbeplanting.
21.2 Bouwregels
21.3 Afwijking van de bouwregels
Artikel 22 Water
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen en voorzieningen voor waterkering;
- b. groenvoorzieningen;
- c. wegen en paden met daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke waarden en natuurwaarden.
22.2 Bouwregels
22.3 Afwijking van de bouwregels
Artikel 23 Wonen
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. kleinschalig logeren, waarbij de bruto-vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m²;
- c. kleinschalig kamperen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kleinschalig kamperen', waarbij de bruto-vloeroppervlakte van de bebouwing niet meer mag bedragen dan 100 m²;
- d. overige aan het wonen ondergeschikte nevenactiviteiten, zoals opgenomen in de 'Tabel Wonen';
- e. behoud en instandhouding van cultuurhistorisch waardevolle panden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
- f. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
- g. paden en wegen en parkeervoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. groenvoorzieningen.
23.2 Bouwregels
23.3 Afwijking van de bouwregels
23.4 Specifieke gebruiksregels
23.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 24 Wonen - Landgoed
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een landgoed met woning(en), inclusief bestaande voorzieningen en bestaand gebruik, zoals opgenomen in de 'Tabel Wonen - Landgoed';
- b. kleinschalig logeren, waarbij de bruto-vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m²;
- c. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
- d. paden en (on)verharde wegen en parkeervoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. recreatief medegebruik;
- h. behoud van cultuurhistorisch waardevolle/beeldbepalende bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.
24.2 Bouwregels
24.3 Afwijking van de bouwregels
24.4 Specifieke gebruiksregels
24.5 Afwijking van de gebruiksregels
Artikel 25 Leiding
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de:
- 1. brandstoftransportleiding, ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn -brandstof';
- 2. gastransportleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn - gas';
- b. groenvoorzieningen.
25.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond:
- a. uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 2 m worden gebouwd ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de ondergrondse leiding(en);
- b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen.
25.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. Het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de afvalwater en/of energievoorziening dient te zijn gewaarborgd.
- b. Het bevoegd gezag dient schriftelijk advies in te winnen bij de betreffende leidingbeheerder.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 26 Waarde - Archeologie 1
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
26.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een bouwvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m², een rapport te hebben overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
- b. Indien uit het in lid 26.2 onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de bouwvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
26.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2 lid a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Archeologie 2
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.
27.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken buiten een bouwvlak met een oppervlakte groter dan 500 m², een rapport te hebben overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
- b. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken buiten een bouwvlak met een oppervlakte groter dan 1.000 m², een rapport te hebben overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld
- c. Indien uit het in lid 27.2 onder a en b genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de bouwvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen.
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
27.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2 lid a en b indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 28 Waterstaat - Natte Natuurparel Kernzone
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Natte natuurparel kernzone' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de hydrologische waarden in de kern van de natte natuurparel.
28.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, mag op of in deze bestemming begrepen grond niet worden gebouwd.
28.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 28.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. De bebouwing mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de hydrologische waarden van de natte natuurparel.
- b. Burgemeester en wethouders dienen schriftelijk advies in te winnen bij de waterbeheerder.
28.4 Specifieke gebruiksregels
Ongeacht het bepaalde in de andere aan de gronden gegeven bestemmingen geldt dat het niet is toegestaan de volgende werken uit te voeren of uit te laten voeren:
- a. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² per perceel wordt gewijzigd of het maaiveld zelf met meer dan 0,20 m wordt gewijzigd;
- b. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,60 m onder maaiveld;
- c. het graven, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
- d. de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een reeds bestaande drainage;
- e. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen, met uitzondering van grondwateronttrekkingen;
- f. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m² anders dan een bouwwerk;
- g. het aanbrengen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen.
Artikel 29 Waterstaat - Natte Natuurparel Bufferzone
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Natte natuurparel bufferzone' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de hydrologische waarden van de bufferzone rondom de natte natuurparel.
29.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 30 Waterstaat - Waterberging
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterberging' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor tijdelijke opvang van water.
30.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 3 m worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
30.3 Afwijking van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 30.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. De bebouwing mag niet leiden tot een vermindering of verslechtering van het waterbergend vermogen van de gronden.
- b. Het bevoegd gezag wint schriftelijk advies in te winnen bij de waterbeheerder.
30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 31 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 32 Algemene Bouwregels
32.1 Bestaande afwijkende maatvoering
- a. In die gevallen, dat de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of perceelsgrenzen, en andere maten, voor zover in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
- b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bijgebouwen bij de bestemming 'Wonen', waarop meer dan 200 m² aan bijgebouwen aanwezig is, voor zover in overeenstemming met verleende vergunning(en) tot stand gekomen.
32.2 Ondergronds bouwen
- a. Op plaatsen waar hoofd- en bijgebouwen zijn of gelijktijdig worden gebouwd mag eveneens ondergronds gebouwd worden, direct aansluitend mogen in- dan wel uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken worden gebouwd.
- b. De verticale diepte mag bij ondergronds bouwen niet meer bedragen dan 3,5 m.
- c. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder het hoofdgebouw of bijgebouw mits hierdoor de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangepast.
Artikel 33 Algemene Gebruiksregels
33.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
- b. het gebruiken en/of laten gebruiken van bijgebouwen voor bewoning;
- c. het permanent bewonen of laten bewonen van recreatieve nachtverblijven;
- d. het gebruik van gronden ten behoeve van rijbakken, sleufsilo's, voeropslag en mestopslag binnen de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met Waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met Waarden - Landschaps- en Natuurwaarden 1' en/of 'Agrarisch met Waarden - Landschaps- en Natuurwaarden 2'.
33.2 Afwijking mantelzorg
- a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in lid 33.1 sub b en toestaan dat een vrijstaand bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
- 1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt mantelzorg;
- 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- 3. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²;
- b. Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning, verleend op grond van sub a in, indien de bij het verlenen van de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
- 3.
Artikel 34 Algemene Aanduidingregels
34.1 geluidzone 50 dB(A) militair terrein
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone 50 dB(A) militair terrein' mag ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, tenzij een hogere waarde is vastgesteld.
34.2 luchtvaartgeluidzone
Voor het oprichten van bebouwing ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'luchtvaartgeluidzone' is het Besluit van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur, van toepassing.
34.3 veiligheidszone - bevi
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' is geen nieuwbouw van (beperkt) kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, toegestaan, met uitzondering van vervangende nieuwbouw.
34.4 veiligheidszone - munitie
Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - munitie - A/B/C gelden de volgende bepalingen:
- a. Op de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - munitie - A' is geen bebouwing en verkeer toegestaan. Agrarisch grondgebruik is toegestaan, mits de gronden slechts incidenteel worden bezocht door personen.
- b. Op de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - munitie - B' is zonder toestemming van het onderzoekscentrum geen bebouwing en gebruik toegestaan waar zich regelmatig personen bevinden, zoals woningen, winkels, kantoren, horeca, sportvelden, sportcomplexen, kampeerterreinen, e.d. Wegen met beperkt verkeer zijn wel toelaatbaar.
- c. Op de gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - munitie - C' zijn kwetsbare gebouwen zoals gebouwen met zeer grote glasoppervlakte en/of waar zich regelmatig veel mensen bevinden niet toegestaan.
34.5 vrijwaringszone - weg
Artikel 35 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden een omgevingsvergunning verlenen:
- a. van de bestemmingsregels en voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;
- b. van de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
- 1. de oppervlakte per gebouwtje niet meer dan 20 m² zal bedragen;
- 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m zal bedragen;
- c. van de bestemmingsregels ten aanzien van het gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen met een maximum van drie per jaar per perceel/kavel en een duur van niet meer dan 15 dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen;
- d. van de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
- 1. ten behoeve van civieltechnische/cultuurtechnische kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 20 m;
- 2. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 m;
- e. van de bestemmingsregels ten aanzien van het slopen van en/of realiseren van vervangende nieuwbouw van woonboerderijen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' binnen de bestemmingen 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf', 'Bedrijf' of 'Wonen':
- 1. De nieuwbouw en/of herbouw dient qua uiterlijke verschijningsvorm aan te sluiten op het bestaande architectonische karakter van de woonboerderij en de daaraan te onderkennen cultuurhistorische waarden.
Artikel 36 Overige Regels
36.1 Overige wettelijke regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
36.2 Algemene geldende regels bij wijziging
- a. Op gronden waar de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' en 'Waarde - Archeologie 2' van toepassing zijn, is toepassing van de in deze regels opgenomen wijzigingen, uitsluitend toegestaan indien een rapport wordt overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het toepassen van de wijziging zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de wijziging:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen.
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 37 Overgangsrecht
37.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
37.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 38 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Correctieve herziening Buitengebied Alphen-Chaam 2010'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010 is vastgesteld op 11 februari 2010. Het bestemmingsplan is op 16 juli 2010 in werking getreden. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan zijn beroepen aangetekend. Tevens heeft het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant (GS) een reactieve aanwijzing gegeven tegen drie onderdelen van het bestemmingsplan. De raad van Alphen-Chaam heeft beroep aangetekend tegen deze reactieve aanwijzing.
Op 14 maart 2012 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) de reactieve aanwijzing van GS vernietigd. De drie onderdelen van het vastgestelde plan zijn vervolgens alsnog deel gaan uitmaken van het bestemmingsplan en in werking getreden op 15 mei 2012. Op 11 april 2012 heeft de AbRS uitspraak gedaan over de aangetekende beroepen. Verschillende onderdelen van het bestemmingsplan zijn vernietigd en voor bepaalde onderdelen is een voorziening getroffen. Gedeeltelijk vernietigd is onder andere de regeling voor de intensieve veehouderij (locaties voor intensieve veehouderijen en wijzigingsbevoegdheden voor intensieve veehouderijen) en voor verblijfs- en dagrecreatie.
Daarnaast is een aantal kennelijke omissies ontdekt en zijn een aantal zaken ontdekt die niet correct zijn verwerkt in het vastgestelde bestemmingsplan.
Tot slot heeft de provincie Noord-Brabant op 7 februari 2014 en 14 maart 2014 de VR 2014 vastgesteld. Het beleid en de toegestane ontwikkelingsmogelijkheden voor de veehouderijen in Brabant worden hiermee ingrijpend gewijzigd: uitbreiding van bedrijven is geen recht maar moet 'verdiend' worden door te voldoen aan de eisen van een zorgvuldige veehouderij.
De gemeente Alphen-Chaam wil bovenstaande uitspraak van de AbRS (met uitzondering van de regeling voor de (intensieve) veehouderij en de verblijfs- en dagrecreatie) en de geconstateerde omissies verwerken in een correctieve herziening van het bestemmingsplan buitengebied. Het gewijzigde provinciale beleid en de resterende uitspraken van de AbRS komen in een volgende reparatieherziening aan bod.
Er is in deze correctieve herziening sprake van een herziening op onderdelen.
Na vaststelling en inwerkingtreding van de correctieve herziening zal een geconsolideerde versie van het bestemmingsplan buitengebied worden gemaakt. Het bestemmingsplan buitengebied en de correctieve herziening worden dan zichtbaar als zijnde 1 (werkexemplaar van het) bestemmingsplan. Dit komt de herkenbaarheid en raadpleegbaarheid ten goede.
1.2 Doel En Karakter Bestemmingsplan
Het doel van het bestemmingsplan is om de uitspraak van de AbRS en de geconstateerde omissies te corrigeren. Hierbij worden de vernietigde plandelen betreffende de intensieve veehouderij en verblijfsrecreatie, alsmede het aangepaste provinciale beleid, buiten beschouwing gelaten. Hiervoor worden separate besluitvormingstrajecten gestart op een later tijdstip.
Naar aanleiding van de uitspraak van de AbRS en de geconstateerde kennelijke omissies worden zowel de regels als de verbeelding aangepast. Met betrekking tot de verbeelding worden bijvoorbeeld een aantal bestemmingsvlakken en aanduidingen aangepast. Aanpassingen aan de regels zijn zowel inhoudelijke als tekstuele aanpassingen.
De plangrens van de correctieve herziening is gelijk aan de plangrens van het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010 met dien verstande dat buiten de plangrens zijn gebracht:
- de vernietigde plandelen met betrekking tot intensieve veehouderij en verblijfsrecreatie;
- postzegelbestemmingsplannen die sinds de vaststelling van het moederplan op 11 februari 2010 zijn vastgesteld.
Toegevoegd aan het plangebied zijn gronden grenzend aan de bebouwde kommen die abusievelijk niet in het moederplan buitengebied waren opgenomen (zie ook onder 'verbeelding').
Regels
In dit plan worden inhoudelijke wijzigingen aangebracht in de volgende artikelen:
- Begripsomschrijvingen (mantelzorg, milieucategorie, monument, overige teeltondersteunende voorzieningen, permanente bewoning en woonboerderij);
- Wijze van meten (inhoud bouwwerk);
- Agrarisch;
- Agrarisch – Agrarisch bedrijf;
- Agrarisch met waarden – Landschapswaarden;
- Agrarisch met waarden – Landschaps- en natuurwaarden 1;
- Bedrijf;
- Horeca;
- Maatschappelijk – Militair;
- Recreatie – Recreatiewoning;
- Recreatie- Verblijfsrecreatie en Sport – Manege;
- Wonen;
- Wonen – Landgoed;
- Leiding;
- Waarde – Archeologie 1;
- Waarde – Archeologie 2;
- Algemene gebruiksregels;
- Algemene afwijkingsregels.
In de regels zijn tevens algemene wijzigingen aangebracht om nieuwe termen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op te nemen.
De wijzigingen in de regels van deze bestemmingen zijn beperkt van omvang en reikwijdte. Wel zijn de artikelen integraal opgenomen, alsmede de artikelen waar geen wijzigingen in zijn aangebracht. In het bestemmingsplan worden alle regels opgenomen die in het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010 zijn opgenomen, gewijzigd of ongewijzigd. Als bijlage bij deze toelichting wordt een document met alle regels opgenomen voorzien van 'wijzigingen bijgehouden, zodat in één oogopslag duidelijk is welke regels zijn gewijzigd.
Tenslotte dient nog vermeld te worden dat de artikelen, of delen van artikelen, waarbij geen of slechts tekstuele wijzigingen zijn doorgevoerd, niet herzien worden. Deze artikelen staan dus ook niet open voor zienswijzen en beroep.
Verbeelding
De correctieve herziening betreffende de verbeelding bestaat uit een lappendeken van locaties waarvan de bestemming wordt herzien. Dit kunnen bestemmingen, gebiedsaanduidingen, aanduidingen en dubbelbestemmingen betreffen. Indien een locatie is opgenomen zijn alle op die locatie betrekking hebbende bestemmingen en aanduidingen in de herziening opgenomen. Ook bestemmingen en aanduidingen waar feitelijk geen wijziging is opgetreden. Die delen staan dan ook niet open voor zienswijzen en beroep. Op enkele locaties gelegen tegen de bebouwde kom van Galder, Chaam en Alphen zijn correcties van de plangrens ten opzichte van het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010 opgenomen. Hiermee worden gronden bestemd die abusievelijk niet zijn opgenomen in zowel het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010 als het bestemmingsplan voor de betreffende bebouwde kom.
Toelichting
In de toelichting is onder andere beknopt beschreven welke zaken aangepast zijn, en waarom. Hiervoor is in de bijlage een tabel opgenomen waarin elke locatie die in dit bestemmingsplan is herzien op de verbeelding is opgenomen.
Verder is de toelichting vrij beknopt van aard en wordt voor de meeste achtergronden verwezen worden naar de toelichting van het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010.
1.3 Leeswijzer
Deze toelichting wordt toegepast voor zowel het bestemmingsplan inhoudende een correctieve herziening van de regels als het bestemmingsplan inhoudende een correctieve herziening van de verbeelding.
In hoofdstuk 2wordt beschreven welke zaken in dit plan herzien zijn, en wat het resultaat is van de aanpassing. Hierbij wordt tevens een motivatie gegeven voor zover deze inhoudelijk relevant is. Hoofdstuk 3 bevat de toetsing van het plan aan de beleidskaders en sectorale aspecten.
In hoofdstuk 4 wordt de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid behandeld.
In het tweede deel van dit plan, de regels, zijn alle artikelen uit het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010 opgenomen, inclusief wijzigingen. In de bijlage is zoals hierboven reeds is aangegeven een versie van de regels opgenomen met 'wijzigingen bijhouden' zodat exact de aangebrachte wijzigingen gezien kunnen worden.
Hoofdstuk 2 Aanpassingen
2.1 Aanpassingen Regels
Bij uitspraak van de AbRS zijn de volgende onderdelen van de regels vernietigd:
- artikel 3, lid 3.4.1;
- artikel 5, lid 5.7.1;
- artikel 6, lid 6.7.1;
- de zin "Indien het bestaande bouwvlak reeds meer bedraagt dan 1,5 ha, mag dit bouwvlak worden vergroot met maximaal 25%." in artikel 5, lid 5.7.2, onder a;
- artikel 3, lid 3.4.2, onder a en b;
- artikel 14, lid 14.2.1, onder c;
- de definitie van "overige (teelt)ondersteunende voorzieningen" in artikel 1;
- de 'Tabel Bedrijf' achter artikel 8, lid 8.6.3, van de planregels, voor zover in de kolom "Oppervlakte bedrijfsbebouwing (m2)" ten aanzien van het perceel [locatie 11] te Alphen is vermeld: "5.900";
De AbRS heeft een voorlopige voorziening getroffen voor de plandelen:
- met de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 2" op de gronden ten noordoosten van Hondseind 25 te Alphen waarbij het getal "0,40" in artikel 27, lid 27.4.1, onder a en c, van de planregels wordt vervangen door het getal "0,90";
- artikel 3, lid 3.4.1, van de planregels dat als volgt komt te luiden: "Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vormverandering van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak "Agrarisch - Agrarisch bedrijf", waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- 1. de wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend worden toegepast gelijktijdig met de wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf";
- 2. de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak mag niet worden vergroot;
- 3. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan;
- 4. deze wijzigingsbevoegdheid kan niet worden toegepast voor het bestemmingsvlak en/of bouwvlak "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" met de aanduiding "intensieve veehouderij" en de gebiedsaanduiding "Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied";
- artikel 5, lid 5.7.1, en artikel 6, lid 6.7.1, van de planregels die als volgt komen te luiden:
"Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vormverandering van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak "Agrarisch - Agrarisch bedrijf", waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:- 1. de wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend worden toegepast gelijktijdig met de wijzigingsbevoegdheid binnen de bestemming "Agrarisch - Agrarisch bedrijf";
- 2. de totale oppervlakte van het bestemmingsvlak en/of bouwvlak mag niet worden vergroot;
- 3. de in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast;
- 4. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan;
- 5. deze wijzigingsbevoegdheid kan niet worden toegepast voor het bestemmingsvlak en/of bouwvlak "Agrarisch - Agrarisch bedrijf" met de aanduiding "intensieve veehouderij" en de gebiedsaanduiding "Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied".
- artikel 14, lid 14.2.1, onder c, van de planregels als volgt komt te luiden: "Nieuwbouw van gebouwen en bouwwerken is niet toegestaan".
De AbRS heeft in de uitspraak zelfstandig voorzien in de volgende wijzigingen, die in de plaats treden van het besluit van de raad van 11 februari 2010 tot vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010:
- De omschrijving van "overige (teelt)ondersteunende voorzieningen" in artikel 1 van de planregels komt als volgt te luiden: "permanente (teelt)ondersteunende voorzieningen in de vorm van een afscheiding, eventueel in de vorm van een hek, met een hoogte van niet meer dan 2,5 m op boomteeltpercelen, waarmee dieren van die percelen geweerd kunnen worden.".
- De 'Tabel Bedrijf' achter artikel 8, lid 8.6.3, van de planregels, wat betreft de kolom "Oppervlakte bedrijfsbebouwing (m2)" ten aanzien van het perceel [locatie 11] te Alphen, als volgt komt te luiden: "7.867".
De uitspraak van de AbRS is op bovenstaande onderdelen geheel verwerkt in de regels van deze correctieve herziening. Hieronder worden de aanpassingen en waar nodig de motivatie per artikel aangegeven.
Begripsomschrijvingen
In de omschrijving van het begrip 'mantelzorg' is toegevoegd dat de behoefte aan mantelzorg dient te worden vastgesteld aan de hand van een indicatie van een bevoegde en deskundige instantie. Het is van belang dat de behoefte aan mantelzorg door een deskundige wordt vastgesteld. Hiermee wordt willekeur voorkomen.
Het begrip 'milieucategorie' ontbrak en is toegevoegd.
Het begrip 'monument' ge-update conform tegenwoordige standaarden.
Het begrip 'overige teeltondersteunende voorzieningen' is conform de uitspraak van de AbRS aangepast.
Het begrip 'permanente bewoning' is aangepast in verband met de handhaafbaarheid.
Het begrip 'woonboerderij' heeft een technische toevoeging gehad.
Wijze van meten
De wijze van meten van de inhoud van een bouwwerk is aangepast. De inhoud wordt gemeten vanaf de bovenzijde begane grondvloer. Bij goed geïsoleerde woningen, vaak nieuwbouw, is er sprake van een relatief dikke vloer. Dit zou bij de inhoud gerekend dienen te worden, terwijl de vloer zich doorgaans onder het maaiveld bevindt. Aangezien dit in de praktijk van weinig ruimtelijke relevantie is, wordt voortaan de inhoud geheel bovengronds gemeten vanaf bovenzijde begane grondvloer.
Uitbreiding of vormverandering agrarische bedrijven (artikelen 3, 4, 5 en 6)
In het bestemmingsplan Buitengebied Alphen Chaam 2010 zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor de vergroting en vormverandering van agrarische bouwvlakken (artikelen 3.4.2, 4.6.1, 4.6.2, 5.7.2 en 6.7.2; nummering moederplan). Deze wijzigingsbevoegdheden zijn vigerend maar behoeven, in lijn met de uitspraak van de AbRS, aanpassing met betrekking tot de intensieve veehouderij. Daarnaast heeft de AbRS voorzien in tijdelijke regels voor de vormverandering van agrarische bouwvlakken (artikel 3.4.1, 5.7.1 en 6.7.1). Over deze tijdelijke regels wordt de gemeenteraad geacht een nieuw besluit te nemen.
Sinds de uitspraak van de AbRS heeft de provincie Noord- Brabant een nieuwe Verordening Ruimte vastgesteld met daarin regels om te komen tot een verduurzaming van de veehouderij. Deze nieuwe verordening zal worden verwerkt in een volgende reparatieherziening van het moederplan Buitengebied 2010. Ten behoeve van deze reparatieherziening wordt een planMER opgesteld. De resultaten van de planMER kunnen mogelijk gevolgen hebben voor de ontwikkelingsruimte die geboden kan worden aan de veehouderij in Alphen Chaam.
De nieuw op te stellen reparatieherziening zal het volledige kader gaan bevatten waaraan de veehouderij moet gaan voldoen en de ontwikkelingsmogelijkheden bevatten die het bestemmingsplan hiervoor nog kan bieden.
In deze correctieve herziening worden, verwijzend naar de op te stellen reparatieherziening, de wijzigingsbevoegdheden voor vergroting van een agrarisch bouwvlak ingetrokken (artikel 3.4.2, 4.6.2, 5.7.2 en 6.7.2, nummering moederplan) en de daarop volgende artikelleden vernummerd. De voorlopige voorziening blijft van kracht: met deze correctieve herziening wordt nog geen nieuw besluit genomen over deze wijzigingsbevoegdheden, waardoor de voorlopgie voorziening voorlopig nog niet wordt vervangen door een nieuw besluit.
Artikel 3 Agrarisch
De algemene verplichting dat ontwikkelingen een bijdrage dienen te leveren aan kwaliteitsverbetering c.q. de natuur- en landschapswaarden zoals is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Verordening ruimte is verwerkt in alle relevante regels van het bestemmingsplan.
Artikel 4 Agrarisch – Agrarisch bedrijf
Het in zijn geheel benutten van woonboerderijen voor de woonfunctie is niet toegestaan bij woonboerderijen die zijn gesplitst. In gesplitste woonboerderijen zijn 2 woningen gevestigd. Door het wederom samenvoegen van deze gesplitste woningen zou een recht kunnen ontstaan op het bouwen van een nieuwe woning, omdat 2 woningen zijn toegestaan. Dit is een onwenselijke ontwikkeling, omdat de splitsing van woonboerderijen is bedoeld om deze duurzaam te behouden voor de samenleving. Niet om via een omweg een nieuwe woning naast een cultuurhistorische woonboerderij te kunnen bouwen. Deze aanpassing geldt voor alle bestemmingen waar sprake is van regels met betrekking tot (bedrijfs)woningen.
De bepaling is toegevoegd dat een bijgebouw behorende bij een bedrijfswoning op minstens 1 meter van de bedrijfswoning gebouwd dient te worden. Dit voorkomt het aanbouwen van bijgebouwen waardoor feitelijk de inhoud van een bedrijfswoning tot meer dan 750 m3 zou kunnen worden uitgebreid. Deze aanpassing geldt voor alle bestemmingen waar sprake is van regels met betrekking tot (bedrijfs)woningen.
Tevens is toegevoegd dat de minimale afstand tussen bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning 2 meter dient te bedragen.
De afwijkingsbevoegdheid voor de huisvesting van seizoensarbeiders is aangepast. In de aanhef was, in afwijking van het bepaalde in sub b, alleen het gebruik van 'bestaande voor woondoeleinden ingerichte bedrijfsgebouwen' mogelijk gemaakt. De afwijking kan echter worden verleend voor de verbouw en inrichting van bedrijfsgebouwen en voor de tijdelijke huisvesting van werknemers.
Een specifiek gebruiksartikel is toegevoegd om te bepalen dat maximaal 1 bouwlaag voor het houden van dieren mag worden gebruikt, met uitzondering van volière- en scharrelstallen waar maximaal 2 bouwlagen gebruikt mogen worden.
In de wijzigingsbevoegdheid om om te schakelen naar de bestemming Bedrijf ten behoeve van de vestiging van ambachtelijke bedrijvigheid is de beperking toegevoegd dat dit slechts bedrijven mag betreffen behorende tot milieucategorie 1 of 2 of qua aard en uitstraling daarmee gelijk te vergelijken.
Artikel 8 Bedrijf
In de tabel met bedrijven is de correcte oppervlakte bedrijfsgebouwen voor het bedrijf met de aanduiding 'Sb-12' (7.867 m2) opgenomen.
Artikel 12 Horeca
Op de gronden met de bestemming Horeca wordt kleinschalig logeren mogelijk gemaakt waarbij de brutovloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m2.
Artikel 14 Maatschappelijk – Militair
Naar aanleiding van de uitspraak van de AbRS is de bepaling in artikel 14.2.1 onder c zodanig aangepast dat nieuwbouw van gebouwen en bouwwerken anders dan vervangende nieuwbouw niet is toegestaan. In overleg met het Ministerie van Defensie is in eerste instantie bepaald dat er geen behoefte is aan nieuwe gebouwen en bouwwerken op het militaire terrein, zodat deze bepaling geen belemmeringen in het gebruik tot gevolg heeft. In het kader van de inspraak- en overlegprocedure is echter gevraagd om enige mate van flexibiliteit. Aan deze vraag om redelijke uitbreidingsmogelijkheden indien dit noodzakelijk is voor een doelmatige bedrijfsvoering kan tegemoet worden gekomen mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschaps- en natuurwaarden. Aan de regels is een afwijkingsbevoegdheid toegevoegd om het bebouwd oppervlak van ongeveer 22.600 m2 met maximaal 5 % uit te breiden mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Artikel 17 Recreatie – Recreatiewoning
Er is geconstateerd dat in een specifiek geval 3 legaal aanwezige recreatiewoningen op 1 bestemmingsvlak aanwezig zijn. In de regels is opgenomen dat er slechts 1 recreatiewoning op 1 bestemmingsvlak aanwezig mag zijn. Op de locatie van het specifieke geval aan de Meerleseweg te Chaam is een aanduiding 'maximum aantal recreatiewoningen' op de verbeelding opgenomen, waardoor de 3 aanwezige recreatiewoningen positief bestemd worden.
Artikel 18 Recreatie - Verblijfsrecreatie
De algemene bouwregels met betrekking tot de bedrijfswoningen en bijgebouwen zijn aangepast (de bestemmingen Recreatie - Verblijfsrecreatie en Recreatie - Dagrecreatie op de verbeelding zijn weliswaar vernietigd maar er is voor gekozen de bestemming vooruitlopend op de reparatieherziening met betrekking tot de algemene bouwregel alvast aan te passen, vergelijkaar met de aanpassing in artikel 20).
Artikel 20 Sport - Manege
De algemene bouwregels met betrekking tot de bedrijfswoningen en bijgebouwen zijn aangepast.
Artikel 23 Wonen
Een bepaling is opgenomen om nieuwbouw van de reeds in het bestemmingsplan “Kerkdreef 2 te Chaam” bestemde nieuwe, maar nog niet gerealiseerde woning aan de Kerkdreef 2 te Chaam mogelijk te maken. Na inmeting is het bouwvlak van vorm veranderd en dit is verwerkt in deze correctieve herziening. Het betreft een woning die op grond van de structuurvisie Buitengebied in Ontwikkeling gerealiseerd kan worden. De standaardbepaling in de regels van het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010 is dat nieuwbouw van woningen niet is toegestaan, zodat voor deze locatie een maatwerkoplossing is opgenomen.
Artikel 24 Wonen – Landgoed
In de tabel Wonen-Landgoed is de oppervlakte van de agrarische bebouwing aan de Daesdonckseweg opgenomen. De kennelijke verschrijving in lid 24.2.4 onder b is gecorrigeerd.
Artikel 25 Leiding
In het plangebied is geen rioolleiding gelegen: het bepaalde in artikel 25.1 onder a, 3e gedachtenstreepje komt te vervallen.
Het omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden, opgenomen in 25.4.1 wordt naar aanleiding van een overlegreactie uitgebreid met een aantal werkzaamheden.
Artikel 26 Waarde - Archeologie 1
In het moederplan is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen voor werken en werkzaamheden die dieper 40 cm beneden maaiveld worden uitgevoerd. Deze diepte wordt, gelet op de waarden van de gronden, gewijzigd in 30 cm.
Artikel 27 Waarde - Archeologie 2
Artikel 27 is in overeenstemming gebracht met de Nota Erfgoedbeleid Alphen - Chaam 2015-2020. Hierin is beleid opgenomen voor de wijze waarop met gebieden met een archeologische verwachtingswaarde omgegaan dient te worden. Artikel 26 en 27 zijn voorts taalkundig gecorrigeerd. De uitspraak met betrekking tot artikel 27 in het gebied Hondseind is vertaald in een aanpassing van de verbeelding.
Artikel 33 Strijdig gebruik
De verwijzing naar artikel 7.10 Wro in lid 33.1 komt te vervallen. Het bepaalde in lid 33.1 onder b wordt verduidelijkt.
Artikel 35 Algemene afwijkingsregels
De mogelijkheid om met een omgevingsvergunning van het bestemmingsplan af te wijken om een rijbak aan te leggen buiten de bestemmingsvlakken Agrarisch – Agrarisch bedrijf, Bedrijf of Wonen is verwijderd. Dergelijke voorzieningen dienen binnen de genoemde bestemmingsvlakken te worden aangelegd. Deze bepaling was abusievelijk in het bestemmingsplan buitengebied Alphen-Chaam 2010 opgenomen in strijd met geformuleerde uitgangspunten.
2.2 Aanpassingen Verbeelding
De aanpassingen in de verbeelding zijn opgenomen in een tabel die als bijlage bij deze toelichting is gevoegd. Daarin zijn 3 categorieën aanpassingen opgenomen:
- RVS#: Aanpassingen naar aanleiding van de uitspraak van de AbRS;
- CH#: Geconstateerde omissies die in de verbeelding worden hersteld c.q. gevallen die in onderling overleg anders worden bestemd, zoals enkele omschakelingen van (agrarisch) bedrijf naar wonen doordat geen (agrarische) bedrijfsactiviteiten meer plaatsvinden.
- EXTRA#: Aanpassingen die na de terinzagelegging van het voorontwerp in september 2013 zijn toegevoegd.
2.3 Tot Slot
Deze herziening wordt opgesteld op basis van IMRO/SVBP2012. Het moederplan is opgesteld volgens de standaarden van SVBP2008. Dit kan betekenen dat de naamgeving van aanduidingen of bestemmingen wordt gewijzigd. Er is hierbij geen sprake van een inhoudelijk wijziging en het wordt daarom niet gezien als een onderdeel van de herziening. Een voorbeeld is de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap- en natuurwaarden -1' uit het moederplan. Deze bestemming is nu omschreven als 'Agrarisch met waarden - Landschap- en natuurwaarden 1'.
Hoofdstuk 3 Beleidskader En Sectorale Onderzoeken
3.1 Beleidskader
Een bestemmingsplan mag niet in strijd zijn met de verschillende beleidsdocumenten op nationaal, provinciaal, regionaal of gemeentelijk niveau. Daarom is er in de toelichting van elk bestemmingsplan een hoofdstuk opgenomen waarin het bepaalde in het bestemmingsplan getoetst wordt aan de geldende beleidskaders.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een herziening, of feitelijk een reparatieplan, van het recentelijk vastgestelde 'moederplan' Buitengebied Alphen-Chaam 2010. De zaken die door middel van dit plan gerepareerd worden zijn over het algemeen van beperkte omvang en van ondergeschikte aard of zijn voorgeschreven door de uitspraak van de AbRS.
Er worden bijvoorbeeld geen nieuwe bestemmingen mogelijk gemaakt, en er worden geen bouwvlakken vergroot, waardoor bedrijven opeens veel meer uitbreidingsmogelijkheden hebben. Daarom is voor dit soort wijzigingen afgezien van toetsing.
Een aantal aanpassingen bestaat uit kennelijke omissies. Dit zijn louter tekstuele aanpassingen die verder geen concrete ruimtelijke gevolgen hebben. In het vastgestelde plan zijn deze zaken al getoetst aan het beleidskader, daarom wordt hier ook van afgezien in dit bestemmingsplan.
Bij de aanpassingen die betrekking hebben op het veranderen van de bestemming, is sprake van het aanpassen naar het feitelijk gebruik. Ook hier kan toetsing aan relevant beleid achterwege blijven. Er worden immers geen nieuwe bestemmingen en of ontwikkelingen mogelijk gemaakt.
Resumerend kan gesteld worden dat voor de toetsing aan de beleidsaspecten verwezen kan worden naar de toelichting van het vastgestelde plan Buitengebied Alphen-Chaam 2010. Vanwege het niet mogelijk maken van nieuwe bestemmingen in dit plan, en de te verwaarlozen ontwikkelingsmogelijkheden die dit plan biedt, voldoet dit plan aan het beleid zoals dat uiteen is gezet in de toelichting van het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied Alphen-Chaam 2010 (het 'moederplan').
3.2 Sectorale Onderzoeken
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een correctieve herziening van het vastgestelde 'moederplan' Buitengebied Alphen-Chaam 2010. De zaken die door middel van dit plan gerepareerd worden zijn over het algemeen van beperkte omvang en van ondergeschikte aard.
In lijn met het de inhoud van paragraaf 3.1 kan ook hier geconcludeerd worden dat voor een deel van de aanpassingen verwijzing naar de onderzoeken naar de sectorale onderzoeken in het vastgestelde plan volstaat.
De aanpassingen aan de bouwvlakken zijn echter wel nader beoordeeld. Deze kunnen namelijk van invloed zijn op bijvoorbeeld mogelijkheden van omliggende bedrijven. Hoewel er geen bouwvlakken uitgebreid worden kan een verandering van de vorm wel van invloed zijn op de positionering van bedrijfsgebouwen, en dus op bijvoorbeeld de geurcirkels. Naast de richtafstanden is ook gekeken naar eventuele landschappelijke en natuurlijke waarden. Geen van de aanpassingen conflicteert met het gestelde in de betreffende paragrafen in het vastgestelde plan.
Ten aanzien van de overige sectorale aspecten zoals verkeer, bodem en water zullen geen noemenswaardige veranderingen optreden. Qua archeologie blijft hetzelfde gelden zoals bepaald in de betreffende dubbelbestemmingen waarop de gronden liggen.
Geconcludeerd wordt dat er geen problemen te verwachten zijn met de in het vastgestelde plan opgenomen sectorale aspecten. Een verwijzing naar de sectorale aspecten in de toelichting van het vastgestelde plan volstaat dan ook.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
Deze herziening dient tot reparatie van een aantal onvolkomenheden in het vastgestelde plan. Voorliggend plan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk ten opzichte van het vastgestelde plan. Binnen de aangepaste bouwvlakken kunnen echter wel ontwikkelingen plaatsvinden, zoals bedrijfsuitbreiding.
In dergelijke gevallen is er sprake van een particulier initiatief en zullen de kosten met betrekking tot bijvoorbeeld grondverzet en bouwrijp maken van de grond, door laatstgenoemde betaald worden. De verantwoordelijkheid voor financiële haalbaarheid ligt dus bij de initiatiefnemer, waarmee de economische uitvoerbaarheid voor de gemeente gewaarborgd is.
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
4.2.1 Overleg en inspraak
Het voorontwerpbestemmingsplan is toegezonden aan een aantal overlegpartners in het kader van het wettelijke verplichte vooroverleg. Tevens is het plan vrijgegeven voor inspraak. Naar aanleiding van deze inspraak- en overlegronde is het plan aangepast. De aanpassingen zijn is de toelichting, regels en de verbeelding verwerkt. Voor een overzicht van de inspraak- en overlegreacties wordt verwezen naar het Inspraakverslag.
Voor een aantal specifieke percelen is een nadere toelichting op de voorgestelde planwijzigingen gevraagd. Deze nadere toelichting is opgenomen in de volgende paragraaf.
4.2.2 Vaststellingsprocedure
Het ontwerpbestemmingsplan heeft ingevolge artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening vanaf 21 juli 2015 gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegen (digitaal op www.ruimtelijkeplannen.nl). Gedurende deze periode zijn 4 zienswijzen tegen het plan ingediend. Deze zienswijzen alsmede het ambtelijke voorstel om het plan nog aan te passen, hebben geleid tot een gewijzigde vaststelling op de volgende onderdelen:
- aanvulling toelichting Leeuwerik 6 en Galderseweg 75;
- aanpassing verbeelding Leeuwerik 6 en Galderseweg 66;
- aanpassing regels artikel 14 en 23.
Voor een uitgebreide toelichting op de gewijzigde vaststelling wordt verwezen naar bijlage Zienswijzerapportage en Raadsvoorstel.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Tabel Aanpassingen Van De Verbeelding
Bijlage 1 Tabel aanpassingen van de verbeelding
Bijlage 2 Overzicht Wijzigingen Van De Regels
Bijlage 2 Overzicht wijzigingen van de regels
Bijlage 3 Inspraakverslag
Bijlage 4 Galderseweg 75
Bijlage 5 Zienswijzerapportage
Bijlage 5 Zienswijzerapportage