Fietsverbinding en reconstructie N595
Bestemmingsplan - Gemeente Gulpen-Wittem
Vastgesteld op 04-07-2024 - geheel in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het bestemmingsplan 'Fietsverbinding en reconstructie N595' met identificatienummer NL.IMRO.1729.BPfietspadN595-VG01 van de gemeente Gulpen-Wittem.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 agrarisch gebruik
Het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
1.6 archeologische waarde
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
1.7 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.8 bestaand
Aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
1.9 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.10 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.11 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.12 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.13 bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.14 bouwperceelgrens
De grens van een bouwperceel.
1.15 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.16 bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.17 coffeeshop
Een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen voor consumptie al dan niet ter plaatse, dan wel van hulpmiddelen om deze stoffen zelf te produceren. Als nevenactiviteit is sprake van het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse.
1.18 cultuurhistorische waarde
De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
1.19 ecologie
Wetenschap die zich bezighoudt met de wisselwerking tussen planten en dieren en hun milieu.
1.20 evenement
Een tijdelijke activiteit in de openlucht aldan niet in tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, vermaak, culturele en/of levensbeschouwlijke doeleinden.
1.21 extensief recreatief medegebruik
Vormen van recreatief medegebruik gericht op natuur- en landschapsbeleving.
1.22 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.23 houtproductie
Het planten, laten groeien en rooien van snel groeiende boomsoorten voor de productie van hout of houtvezels, in de vorm van een productiebos waarbij niet of slechts in beperkte mate sprake is van biodiversiteit.
1.24 inunderen
Het (tijdelijk) onderwater zetten van laag gelegen land.
1.25 kampeermiddel
Een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.26 karakteristieke bebouwing
Te handhaven gebouw of bouwwerk gezien de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse en gelet op de architectonische en/of cultuurhistorische waarde.
1.27 landschappelijke waarde
De aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
1.28 langzaam verkeer
Niet-motorvoertuigen, fietsers, voetgangers, geleide-berijders van een dier en motorvoertuigen met een snelheidsbeperking tot 45 km/uur.
1.29 monumenten
Alle op de plankaart als monument conform hoofdstuk 3 Erfoegdwet aangeduide zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, alsmede terreinen van algemeen belang wegens aanwezigheid daar van voornoemde zaken.
1.30 peil
- Voor gebouwen op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: 0,20 meter boven de hoogte van de kruin van de woningontsluitingsweg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- Voor gebouwen op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer;
in andere gevallen:
- de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de naar de woningontsluitingsweg gekeerde gevelzijde, met dien verstande dat deze gemiddelde hoogte tussen 0,20 meter en 1,0 meter boven of beneden de kruin van de weg dient te zijn gelegen.
1.31 prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Hieronder wordt ook verstaan thuisprostitutie.
1.32 recreatief medegebruik
Het medegebruik van gronden voor routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren, en voor plaatsgebonden recreatieve activiteiten, zoals voor sportvisserij, alsmede voor route-ondersteunende voorzieningen en bestaande parkeergelegenheden, zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.
1.33 ruimtelijke kwaliteit
De kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
1.34 seksinrichting
Een gelegenheid waarin beroepsmatig, bedrijfsmatig of in clubverband voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk porno-erotische aard plaatsvinden, en/of verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van porno-erotische aard plaatsheeft, en/of seksuele diensten/handelingen (van welke aard dan ook) worden verricht.
1.35 standplaats (bij detailhandel)
Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats, te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruik makend van fysieke middelen, zoals een kraam, wagen of een tafel.
1.36 smartshop/growshop
Een bedrijf waar bedrijfsmatig psychoactieve middelen en/of benodigdheden voor de kweek van hennep en/of andere verdovende middelen te koop worden aangeboden, verstrekt of geleverd.
1.37 woning
Een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de permanente huisvesting van één huishouding.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
De buitenwerks (tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren) gemeten afstand.
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 de dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 de inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens
Tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
2.8 bebouwingspercentage
Het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
2.9 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
Vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.10 ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1.50 m.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen, zoals trapvelden, speelvoorzieningen, picknickplaatsen plantsoenen, waterpartijen met de daarbij behorende voet- en fietspaden en andere voorzieningen;
- b. duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen watergangen, zaksloten en infiltratie- en buffervoorzieningen;
- c. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
met daaraan ondergeschikt:
- d. extensief recreatief medegebruik.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Natuur
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden,
met daaraan ondergeschikt;
- b. extensief recreatief medegebruik
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bewegend en stilstaand wegverkeer en de daarbij behorende voorzieningen, met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens als standplaats;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietspad', uitsluitend voor langzaam verkeer.
- d. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut;
- e. groenvoorzieningen, ter aankleding van niet direct voor rijdend en stilstaand wegverkeer noodzakelijk gronden, zoals (midden)bermen;
- f. straatmeubilair;
- g. infiltratie en buffervoorzieningen, zoals hemelwaterbuffers en bergbezinkbassins;
- h. standplaats voor de verkoop van goederen en diensten, promotie, markten, kermissen en evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.3.1, mits gelegen binnen de bebouwde kom Wegenverkeerswet.
en, ter plaatse van de op de plankaart aangeduide 'specifieke vorm van verkeer - overkluizing', voor:
- i. primair water in de voor van wegwatergangen en overkluisde watergangen waarbij tevens de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing is.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en afvoeren van water;
- b. eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem,
voor zover sprake is van niet permanent watervoerende watergangen, zijn de gronden op de momenten dat deze niet watervoerend zijn, mede bestemd voor:
- c. gebruik overeenkomstig de aangrenzende bestemmingen, waarbij de desbetreffende bepalingen, voor zover niet strijdig met de bestemming 'Water', van toepassing zijn.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Water' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
Artikel 7 Leiding - Ondergronds
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - ondergronds' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor ondergrondse leidingen voor gas-, rioolwater,- water-, en brandstoftransport, ter plaatse van de als zodanig aangeduide zone en voor de daarbij aangegeven breedte.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2..
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Waarde - Archeologie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
8.2 Bouwregels
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorie
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en versterking van de cultuurhistorisch waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing) en patronen (verkavelingen, wegenpatronen, beplantingspatronen, stedenbouwkundig beeld), waaronder tevens wordt verstaan de nog in het landschap waarneembare taluds van het tracé van de oude Trambaan.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
9.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Waarde - Ecologie
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, cultuurhistorische en archeologische waarden
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
10.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 11 Waarde - Landschapselement
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Landschapselement' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en herstel van de in het buitengebied aanwezige landschapselementen en de daarmee samenhangende landschappelijke en natuurlijke waarden, alsmede het daarmee samenhangende waterbergend vermogen van de grond.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
11.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Waterstaat - Beschermingszone Water
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - beschermingszone water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren, zoals watergangen en regenwaterbuffers, overeenkomstig de Keur van Waterschap Limburg.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2
12.2 Bouwregels
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 13 Waterstaat - Inundatiegebied
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Inundatiegebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de functie inundatiegebied (overstromingsgebieden).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet stijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
13.2 Bouwregels
13.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 14 Waterstaat - Meanderzone
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen (meandering).
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aanwezen diverse bestemmingen, zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 21.2.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 15 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 16 Algemene Bouwregels
16.1 Bouwverbod
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de op de plankaart aangegeven bouwgrens wordt overschreden, behoudens overschrijdingen, die volgens deze regels zijn toegestaan.
16.2 Ondergrondse werken
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Artikel 17 Algemene Gebruiksregels
17.1 Gebruiksverbod
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
17.2 Gebruik van de gronden en bebouwing
Onder verboden gebruik, als bedoeld in 17.1, wordt naast het bepaalde in 17.3 tevens verstaan het gebruik van de gronden en bebouwing voor:
- a. een seksinrichting en een sekswinkel of soortgelijk bedrijf, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting' op de plankaart;
- b. een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
- c. het telen, bewerken en verhandelen van soft- en harddrugs;
- d. straatprostitutie,
17.3 Ontheffing gebruiksverbod
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.1 als strikte toepassing van het voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 18 Algemene Aanduidingsregels
18.1 milieuzone - beschermingsgebied nationaal landschap zuid-limburg
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - beschermingsgebied nationaal landschap zuid-limburg' dienen de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede voor het behoud en zo mogelijk versterking van de kernkwaliteiten van het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg, zijnde: het reliëf, het contrast tussen de open- en beslotenheid, het groene karakter en het cultuurhistorisch erfgoed. De regels ter bescherming van deze kernkwaliteiten, zoals vermeld in de Provinciale Omgevingsverordening Limburg, zijn op deze gronden van toepassing.
18.2 vrijwaringszone - straalpad
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte van meer dan 20 m boven peil.
Artikel 19 Algemene Afwijkingsregels
19.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels ten aanzien van de bebouwing van niet voor bewoning bestemde gronden met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van het openbare nut met dien verstande dat:
- a. de hoogte ten hoogste 3.50 m mag bedragen;
- b. de inhoud ten hoogste 50 m3 mag bedragen.
19.2 Ontheffing antenne- installaties
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de regels ten behoeve van het oprichten van antenne-installaties, met dien verstande dat deze voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de beleidsnotitie Mobiele Telecommunicatie van de gemeente Gulpen-Wittem (d.d. 11-01-2007)
19.3 Ontheffing afwijken met 10%
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten aanzien van het afwijken van de voorgeschreven minimum en maximum maten mits:
- a. de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;
- b. de belangen van derden niet worden geschaad.
- c. het bepaalde in de dubbelbestemmingen in acht wordt genomen;
- d. de afwijking niet leidt tot aantasting van de kernkwaliteiten van het Nationaal landschap Zuid-Limburg en de aanwezige c.q. aangrenzende natuurlijke waarden niet worden geschaad;
- e. er een duidelijke ruimtelijke en landschappelijke kwaliteitsverbetering tot stand wordt gebracht .
In die gevallen waarin reeds uit hoofde van de regels in de respectievelijke artikelen een afwijking is verleend mag niet nogmaals op grond van onderhavige afwijkingsregel hiervoor een omgevingsvergunning worden verleend. Daarbij is de 10% afwijking reeds toegepast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-10%' en mag niet nogmaals worden toegepast.
Artikel 20 Algemene Wijzigingsregels
20.1 Algemeen
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de kaart, ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken, mits daardoor geen belangen van derden onevenredig worden geschaad.
20.2 Procedure
Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid als genoemd in artikel 20.1 dient voldaan te worden aan de in de Wet ruimtelijke ordening bepaalde procedure.
Artikel 21 Overige Regels
21.1 Wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan.
21.2 Voorrangsregeling
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 22 Overgangsrecht
22.1 Overgangsrecht bouwwerken
22.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 23 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Fietsverbinding en reconstructie N595'.
Bijlage 1 Cultuurhistorische Waardenkaart
Bijlage 1 Cultuurhistorische waardenkaart
Bijlage 2 Archeologische Waardenkaart
Bijlage 2 Archeologische waardenkaart
Bijlage 1 Ruimtelijke Kwaliteit
Bijlage 1 Ruimtelijke kwaliteit
Bijlage 2 Watertoets
Bijlage 3 Vooronderzoek Bodem
Bijlage 4 Lnc-onderzoek
Bijlage 5 Luchtkwaliteitsonderzoek
Bijlage 5 Luchtkwaliteitsonderzoek
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 6 Akoestisch onderzoek
Bijlage 7 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 7 Archeologisch onderzoek
Bijlage 8 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 8 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 9 Natuurcompensatieopgave
Bijlage 9 Natuurcompensatieopgave
Bijlage 10 Nota Van Inspraak
Bijlage 11 Nota Van Zienswijzen
Bijlage 11 Nota van Zienswijzen
Bijlage 12 Memo Vrijliggende Fietsverbinding
Bijlage 12 Memo vrijliggende fietsverbinding