KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Detailhandel
Artikel 6 Dienstverlening
Artikel 7 Groen
Artikel 8 Horeca
Artikel 9 Kantoor
Artikel 10 Maatschappelijk
Artikel 11 Sport
Artikel 12 Tuin
Artikel 13 Verkeer
Artikel 14 Verkeer - Railverkeer
Artikel 15 Verkeer - Verblijf
Artikel 16 Water
Artikel 17 Wonen
Artikel 18 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 19 Waarde - Archeologie
Artikel 20 Waterstaat - Waterlopen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 21 Anti-dubbeltelregel
Artikel 22 Algemene Gebruiksregels
Artikel 23 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 25 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
Artikel 27 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Parkeernormering
Bijlage 1 Inventarisatietabel En De Inventarisatiekaart

Elst

Bestemmingsplan - Overbetuwe

Onherroepelijk op 20-10-2011 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan:

het bestemmingsplan Elst van de gemeente Overbetuwe;

bestemmingsplan:

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1734.0006ELSTelst-ONHE met bijbehorende regels en bijlagen;

verbeelding:

de verbeelding van het bestemmingsplan Elst, bestaande uit de bladen 1 tot en met blad 8;

aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

aan- of uitbouw:

een aan een hoofdgebouw gebouwde ruimte, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap - met dien verstande dat een aanbouw een zelfstandige ruimte is en een uitbouw een uitbreiding van een reeds bestaande ruimte van het hoofdgebouw is;

aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;

achtergevel:

de gevel van een gebouw, die is gesitueerd tegenover de voorgevel van het betreffende gebouw;

afhaalcentrum:

detailhandelsbedrijf in ter plaatse bereide etenswaren, zonder zitgelegenheid om de etenswaren te nuttigen;

afhankelijke woonruimte:

een bijgebouw bij een woning waarin mantelzorg gehuisvest is;

afrastering:

rasterwerk waarmee een deel van een perceel wordt omheind. Een afrastering is transparant en met palen in de grond verankerd. Deze palen worden onderling verbonden door draad of gaas;

afwijking van de bouwregels en/of van de gebruiksregels:

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren;

Algemene wet bestuursrecht:

Wet van 4 juni 1992, Stb. 315, houdende algemene regels van bestuursrecht, zoals deze luidde op het moment van inwerkingtreding van het plan;

archeologische waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in de bodem voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

architectonische waarde:

de aan een gebouw toegekende waarde gekenmerkt door de opbouw en/of indeling van de buitengevel, de dakopbouw en het materiaal en/of kleurgebruik eventueel in samenhang met de omgeving;

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

bedrijfsgebouw:

een niet voor bewoning bestemd gebouw of gedeelte van een gebouw, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;

bedrijfsvloeroppervlak (bvo):

de gezamenlijke vloeroppervlakte van verkoopruimten, magazijnen, werkplaats, opslagplaats, bergingen, kantoren en verblijfsruimten en de overige voor de bedrijfsuitoefening benodigde vloeroppervlakte;

bedrijfswoning:

een woning, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de aard van de bedrijfsvoering noodzakelijk is;

begane grondbouwlaag:

de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder;

beperkt kwetsbaar object:

  1. a. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare, dienst- en bedrijfswoningen van derden, sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
  2. b. kantoorgebouwen, hotels en restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder de definitie voor kwetsbare objecten, onder c, vallen;
  3. c. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder de definitie voor kwetsbare objecten, onder d, vallen;
  4. d. objecten die met de onder a en b genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;
  5. e. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;

bestaand:

  1. a. bij gebruik: aanwezig op het moment van het van kracht worden van het plan;
  2. b. bij bouwwerken: aanwezig op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, en bouwwerken die op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen worden gebouwd krachtens een daartoe verleende omgevingsvergunning voor het bouwen;

bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

bijgebouw:

een vrijstaand gebouw, dat door zijn situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan dat op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

bouwlaag:

een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een kelder en de ruimte(n) in de kap;

bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandig, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

bouwwijze:

de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, te weten rijenbouwwoning, meergezinswoning, vrijstaande, dubbele woning of patiowoning, waarbij:

  1. a. onder een rijwoning wordt verstaan een woning, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen en/of andere functies, waarvan het hoofdgebouw aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd;
  2. b. onder een meergezinswoning wordt verstaan een gebouw, dat uit meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
  3. c. onder een vrijstaande woning wordt verstaan een woning, waarvan het hoofdgebouw niet aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen gebouw is aangebouwd;
  4. d. onder een dubbele woning wordt verstaan een woning, waarvan het hoofdgebouw deel uitmaakt van een blok van maximaal twee direct aaneengebouwde hoofdgebouwen (twee-onder-één-kap);
  5. e. onder een patiowoning wordt verstaan een woning, waarvan de woonruimten zijn gelegen om een onbebouwde onoverdekte ruimte.

café:

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar-dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteiten het verstrekken van kleinere etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid en/of de verhuur van zaaltjes voor feesten en partijen;

caravan:

een ruimte waar geen omgevingsvergunning voor het bouwen nodig is, niet zijnde een gebouw (waaronder een stacaravan), in de vorm van een aanhangwagen, gefabriceerd, ingericht en bestemd voor het genieten van recreatief verblijf elders;

carport

een overdekte stallingsruimte die dient als stallingsplaats voor een motorvoertuig, die geen eigen wanden of deuren heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door gebouwen en/of ondersteuningen van het dak;

cultuurhistorische waarde:

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt;

detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en waarbij een showroom en/of verkoopruimte ter plaatse aanwezig is; horeca-activiteiten en detailhandel in volumineuze goederen zijn hieronder niet begrepen;

detailhandel volumineuze goederen

goederen die vanwege hun omvang een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, zoals goederen in bouw- en doe-het-zelf producten, automobielen, motorfietsen., boten, caravans, e.d.;

dienstverlening:

dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksgerichte functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, postkantoor, telefoon-/telegraaf-/ telexdienst, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, reparatiebedrijf voor muziekinstrumenten, cateringbedrijf, alsmede naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;

discotheek/bar-dancing:

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormt;

erf:

het gedeelte van een bouwperceel gelegen buiten het, binnen het bouwperceel gelegen, bouwvlak;

evenement:

een georganiseerde gebeurtenis, (openlucht-)manifestatie, (thema-)dag of week;

geaccidenteerd terrein:

een perceel of een gedeelte van een perceel met een helling van tenminste 1:10 gemeten over een afstand van minimaal 5 m;

gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

grondgebonden agrarische activiteiten:

activiteiten ten behoeve van een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf;

groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

hondenuitlaatplaats:

een afgeschermd/omheind, terrein waarbinnen honden los mogen lopen;

hoofdgebouw:

een gedeelte van een gebouw, exclusief aan- en uitbouwen, dat door zijn situering en/of afmetingen als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel is aan te merken;

hotel/motel:

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse;

horecabedrijf:

een bedrijf, gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bieden van nachtverblijf;

de horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden:

  1. a. horecacategorie 1: vormen van horeca-activiteiten waar in hoofdzaak maaltijden, (alcoholische) dranken en/of logies worden verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de avonduren plaatsvindt, zoals een café, restaurant, hotel en pension;
  2. b. horecacategorie 2: vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije dranken worden verstrekt, en waarvan de exploitatie zowel overdag als in de avonduren plaatsvindt, zoals een lunchroom, broodjeszaak, ijssalon, cafetaria, snackbar, afhaalcentrum, automatiek;
  3. c. horecacategorie 3: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de avonduren plaatsvindt, een aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals bar-dancings, discotheken, nachtclubs, alsmede horeca met zaalaccomodatie;

huishouden:

een persoon of vaste groep personen die gezamenlijk en bestendig, voor onbepaalde tijd samenwonen;

kamerverhuurbedrijf:

het geheel van onzelfstandige woonruimten die bedrijfsmatig wordt verhuurd aan derden. Hiervan is sprake als een substantieel inkomen wordt verworven met de bedrijfsmatige activiteit en minimaal 60% van de oppervlakte van het hoofdgebouw wordt benut ten behoeve van kamerverhuur;

kantoor:

een verblijfsruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard zonder baliefunctie;

kap:

een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een helling van elk ten minste 15° en ten hoogste 75°;

kelder:

een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,50 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen; bij "bebouwing in geaccidenteerd terrein" gelegen beneden peil;

kiosk:

een gebouw van beperkte omvang en eenvoudige constructie, dat bedoeld is om de verblijfsfunctie te veraangenamen door het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken alsmede rookwaren;

kwetsbaar object:

  1. a. woningen, niet zijnde woningen als bedoeld bij de definitie voor beperkt kwetsbare objecten, onder a;
  2. b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. 2. scholen;
    3. 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
    1. 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object;
    2. 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
  4. d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

luifel:

afdak of overkapping aan of bij een gebouw, aan de openbare zijde, al of niet ondersteund;

maatschappelijk:

voorzieningen ten behoeve van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, religie, verenigingsleven, onderwijs, sport- en gymnastieklokalen, (kinder)dagopvang, opvoeding, cultuur, lichamelijke en/of geestelijke volksgezondheid;

mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

medisch-therapeutische voorzieningen:

maatschappelijke voorzieningen gericht op het verlenen van medische en/of para-medische diensten;

niet-zelfstandig kantoor:

een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft;

omgevingsvergunning:

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

ondergeschikte bouwdelen:

bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten het gebouw uitsteken, zoals schoorstenen, windvanen, dakoverstekken, balkons en liftschachten;

ondergronds:

onder peil;

onderkomens:

voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;

ondersteunende horeca:

een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;

overbouwing:

een aan- of uitgebouwd bouwdeel, dat gelegen is op minimaal 2,5 m boven peil, dat geen grotere hoogte heeft dan het aangrenzende bouwdeel, dat uitsteekt ten opzichte van het eronder gelegen deel en dat geen rechtstreekse verbinding heeft met het aansluitend afgewerkte terrein;

overkapping:

bouwwerken, geen gebouwen zijnde met één dakvlak en met maximaal één gesloten van de constructie onderdeel uitmakende wand;

peil:

  1. a. voor bebouwing in geaccidenteerd terrein voor zover de bebouwing met de gevel is gericht naar het openbare gebied waarop het bouwperceel ontsloten wordt (de dijk) en is gesitueerd op of binnen een afstand van 3 m uit de grens met het openbare gebied: 35 cm boven de kruin van de dijk;
  2. b. voor overige bebouwing in geaccidenteerd terrein: de bestaande gemiddelde bouwhoogte van het terrein op het punt waar deze direct grenst aan de gevel welke is gericht naar het openbare gebied waarop het bouwperceel ontsloten wordt;
  3. c. voor gebouwen op een perceel in niet geaccidenteerd terrein, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst, mits het gebouw op een afstand van niet meer dan 20 m van die weg is gelegen: 35 cm boven de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  4. d. in andere gevallen bij gebouwen op een perceel in niet geaccidenteerd terrein: de gemiddelde bouwhoogte van het terrein op het punt waar dit direct grenst aan de gevel die is gericht naar het openbare gebied waarop het bouwperceel ontsloten wordt;
  5. e. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde bouwhoogte van het aansluitende terrein;

pension:

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten;

pergola:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een open constructie van twee of meer palen, die onderling met elkaar verbonden zijn;

plat dak:

een dak met een dakhelling van minder dan 15°;

prostitué(e):

degene, die zich tegen vergoeding beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander;

prostitutie:

het zich tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander;

publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis:

een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksaantrekkend zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;

raamprostitutie:

een vorm van prostitutie waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostitué(e) die door houding, gebaren, kleding of anderszins vanuit een gebouw de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor publiek besloten ruimte plaatsvinden;

recreatieve voorziening:

een kleinschalige, niet-bedrijfsmatige voorziening ten behoeve van de woonfunctie met een dagrecreatief karakter, zoals zwembad, tennisbaan en golfafslagplaats;

seksinrichting:

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

tent:

een in hoofdzaak uit textiel of uit andere daarmee vergelijkbare materialen vervaardigd onderkomen voor recreatief dag- en/of nachtverblijf, dat gemakkelijk is op te vouwen en in te pakken;

tribune:

een oplopende rij zitplaatsen voor het publiek, bijvoorbeeld bij sportvelden;

veehouderijbedrijf:

een agrarisch bedrijf of een deel daarvan dat wordt gebruikt voor veehouderij waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren 'biologisch' worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;

verblijfsdoeleinden:

gronden waarbij de nadruk ligt op het verblijf van personen in het openbaar gebied en die tevens een verkeersfunctie hebben

verdieping(en):

de bouwlaag respectievelijk bouwlagen die boven de begane grondbouwlaag gelegen is/zijn;

voorgevel:

de naar architectuur, indeling en/of uitstraling meest gezichtsbepalende gevel van een hoofdgebouw, gekeerd naar de weg of het openbaar gebied;

voorgevelrooilijn:

de begrenzing van het bouwvlak, waarop de voorgevels van het hoofdgebouw zijn
georiënteerd, of, voor zover op de kaart een voorgevelrooilijn is aangeduid, de op de kaart aangeduide voorgevelrooilijn, alsmede het verlengde daarvan;

Wet geluidhinder:

Wet van 16 februari 1979, Stb. 99, houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;

Wet milieubeheer:

Wet van 13 juni 1979, Stb. 442, houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene onderwerpen op het gebied van de milieuhygiëne, zoals deze luidde op het
moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;

Wet ruimtelijke ordening:

Wet van 20 oktober 2006, Stb. 2006, 566, houdende vaststelling van nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;

woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;

Woningwet:

Wet van 29 augustus 1991 , (Stb. 1991, nr. 439), tot herziening van de Woningwet, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;

woon-/werkeenheid:

een ruimte, in en in combinatie met een woning, waarin een al dan niet publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis wordt uitgeoefend;

woonwagen:

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

zaalaccommodatie:

een bedrijf dat als hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften, feesten en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;

zijgevel:

een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

de afstand van een bouwwerk tot de (achter)perceelsgrens:

de afstand van een gebouw tot de (achter)perceelsgrens wordt bepaald door het buitenwerks meten van de kortste afstand van een gevel van het gebouw tot de (achter)perceelsgrens;

de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerks gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

het bebouwingspercentage:

een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van een gedeelte van een bestemmingsvlak, gedeelte van een bouwvlak of een gedeelte van een erf aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;

de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

de breedte van bouwpercelen:

de breedte van bouwpercelen wordt bepaald door het meten van de afstand in meters tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, in de voorgevelrooilijn;

de breedte van een bouwwerk:

de breedte van bouwwerken wordt bepaald door het meten van de afstand in meters tussen de buitenwerkse eindgevelvlakken (indien geen sprake is van een rechthoekig gebouw: de gemiddelde breedte van het bouwwerk);

de diepte van een bouwwerk:

de diepte van een bouwwerk wordt bepaald door het meten van de grootste afstand in meters tussen de buitenwerkse eindgevelvlakken;

de horizontale diepte van een bouwwerk:

de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;

afbeelding "i_NL.IMRO.1734.0006ELSTelst-ONHE_0001.jpg"

de goothoogte van een bouwwerk:

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van grondgebonden agrarische activiteiten ten behoeve van grondgebonden agrarische veehouderijbedrijven;
  2. b. (boom)kwekerijen;
  3. c. nutsvoorzieningen;
  4. d. evenementen;
  5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

een en ander met de bijbehorende voorzieningen.

3.2 bouwregels

3.3 afwijking van de bouwregels

3.4 specifieke gebruiksregels

3.5 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Bedrijf

4.1 bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven in de categorieën 1 t/m 2 uit de staat van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in de bijlage 1, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduidingen als bedoeld onder b eveneens de daar genoemde bedrijvigheid is toegestaan;
  2. b. bedrijven ter plaatse van de aanduidingen:
    'brandweerkazerne' een brandweerkazerne
    'caravanstalling' een caravanstalling
    'nutsvoorziening' een nutsvoorziening
    'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf' een aannemersbedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - afvalverwerking' een afvalverwerkingsbedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf' een autobedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - KPN-nummercentrale' een KPN-nummercentrale
    'specifieke vorm van bedrijf - meubelmaker' een meubelmaker
    'specifieke vorm van bedrijf - ontstoppingsbedrijf' een ontstoppingsbedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - sanitairbedrijf' een sanitairbedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - schildersbedrijf' een schildersbedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - steenhandel' een steenhandel
    'specifieke vorm van bedrijf - taxibedrijf' een taxibedrijf
    'specifieke vorm van bedrijf - verdeelstation' een verdeelstation
    'specifieke vorm van bedrijf - waterbeheer' een waterbeheerbedrijf
    'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg
    'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg
    'zend-/ontvangstinstallatie' een 'zend-/ontvangstinstallatie
  3. c. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  4. d. niet-zelfstandige kantoren;
  5. e. detailhandel;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. parkeren;
  8. h. geluidswerende voorzieningen;
  9. i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  10. j. evenementen;
  11. k. de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

een en ander met de bijbehorende voorzieningen.

4.2 bouwregels

4.3 afwijking van de bouwregels

4.4 specifieke gebruiksregels

4.5 afwijking van de gebruiksregels

Artikel 5 Detailhandel

5.1 bestemmingsomschrijving

De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie alleen is toegestaan op de begane grond;
  2. b. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie alleen is toegestaan op de begane grond;
  3. c. wonen, met die verstande dat deze functie alleen is toegestaan op de verdieping;
  4. d. een horecabedrijf van horecacategorie 2 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  5. e. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat deze functie zowel op de begane grond als op de verdieping is toegestaan;
  6. f. autoboxen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – autobox';
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. parkeervoorzieningen;
  9. i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  10. j. evenementen;
  11. k. de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

5.2 bouwregels

5.3 afwijking van de bouwregels

5.4 specifieke gebruiksregels

5.5 afwijking van de gebruiksregels

5.6 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Detailhandel wijzigen in de bestemming Wonen, teneinde wonen tevens op de begane grond toe te staan. Hierbij wordt voldaan aan het volgende:

  1. a. het bepaalde in artikel 17 Wonen wordt in acht genomen;
  2. b. de uitvoerbaarheid moet worden aangetoond, zonodig door middel van onderzoek, in die zin dat:
  • de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel de door Burgemeester en Wethouders vóór de vaststelling van het plan gestelde hogere grenswaarde, niet wordt overschreden;
  • de grenswaarden voor luchtkwaliteit in verband met het wegverkeer niet worden overschreden;
  • de bodem en het grondwater vrij zijn van verontreinigingen;
  • de watertoetsprocedure gevolgd wordt;
  • geen onaanvaardbare aantasting van beschermde plant- en diersoorten, als bedoeld in de Flora en faunawet, plaatsvindt;
  • geen onaanvaardbare aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden plaatsvindt;
  • voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd waarbij moet worden voldaan aan de maximale parkeernorm als opgenomen in bijlage 2 bij deze regels onder de kolom "rest bebouwde kom" en in de regel "matig stedelijk";
  • de financiële haalbaarheid is gewaarborgd;
  • er geen belemmeringen zijn vanuit bedrijven- en milieuzonering;
  • de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig mogen worden geschaad.

Artikel 6 Dienstverlening

6.1 bestemmingsomschrijving

De voor Dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie alleen is toegestaan op de begane grond;
  2. b. detailhandel, met dien verstande dat deze functie alleen is toegestaan op de begane grond;
  3. c. wonen, met dien verstande dat deze functie alleen is toegestaan op de verdieping;
  4. d. bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat deze functie zowel op de begane grond als op de verdieping is toegestaan;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. parkeervoorzieningen;
  7. g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. evenementen;
  9. i. de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

6.2 bouwregels

6.3 afwijking van de bouwregels

6.4 specifieke gebruiksregels

6.5 afwijking van de gebruiksregels

6.6 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Dienstverlening wijzigen in de bestemming Wonen, teneinde wonen tevens op de begane grond toe te staan. Hierbij wordt voldaan aan het volgende:

  1. a. het bepaalde in artikel 17 Wonen wordt in acht genomen;
  2. b. de uitvoerbaarheid moet worden aangetoond, zonodig door middel van onderzoek, in die zin dat:
  • de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel de door Burgemeester en Wethouders vóór de vaststelling van het plan gestelde hogere grenswaarde, niet wordt overschreden;
  • de grenswaarden voor luchtkwaliteit in verband met het wegverkeer niet worden overschreden;
  • de bodem en het grondwater vrij zijn van verontreinigingen;
  • de watertoetsprocedure gevolgd wordt;
  • geen onaanvaardbare aantasting van beschermde plant- en diersoorten, als bedoeld in de Flora- en faunawet, plaatsvindt;
  • geen onaanvaardbare aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden plaatsvindt;
  • voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd waarbij moet worden voldaan aan de maximale parkeernorm als opgenomen in bijlage 2 bij deze regels onder de kolom "rest bebouwde kom" en in de regel "matig stedelijk";
  • de financiële haalbaarheid is gewaarborgd;
  • er geen belemmeringen zijn vanuit bedrijven- en milieuzonering;
  • de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig mogen worden geschaad.

Artikel 7 Groen

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorziening;
  2. b. peelvoorzieningen;
  3. c. hondenuitlaatplaatsen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - hondenuitlaatplaats'
  4. d. voet- en fietspaden;
  5. e. in- en uitritten;
  6. f. beeldende kunstwerken;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. geluidswerende voorzieningen;
  9. i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  10. j. evenementen;
  11. k. parkeer- en verkeersvoorzieningen;

een en ander met de bijbehorende voorzieningen.

7.2 bouwregels

7.3 afwijking van de bouwregels

7.4 specifieke gebruiksregels

7.5 afwijking van de gebruiksregels

7.6 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Groen wijzigen in de bestemming Tuin. Hierbij wordt voldaan aan het volgende:

  1. a. het bepaalde in artikel 12 wordt in acht genomen;
  2. b. de verkeersfunctie van de bestemming Verkeer - Verblijf moet in stand blijven
  3. c. de goede en veilige verkeersafwikkeling moet in stand blijven;

Artikel 8 Horeca

8.1 bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijven in horecacategorie 1 en 2;
  2. b. een horecabedrijf in horecacategorie 3 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  3. c. wonen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend op de verdieping is toegestaan;
  4. d. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat functie zowel op de begane grond als op de verdieping is toegestaan;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. parkeervoorzieningen;
  7. g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. evenementen;
  9. i. de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

8.2 bouwregels

8.3 afwijking van de bouwregels

8.4 specifieke gebruiksregels

8.5 afwijking van de gebruiksregels

8.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 9 Kantoor

9.1 bestemmingsomschrijving

De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren, met dien verstande dat deze functie alleen is toegestaan op de begane grond;
  2. b. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat deze functie zowel op de begane grond als op de verdieping is toegestaan;
  3. c. nutsvoorzieningen;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. f. evenementen;
  7. g. de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.

9.2 bouwregels

9.3 afwijking van de bouwregels

9.4 specifieke gebruiksregels

9.5 afwijking van de gebruiksregels

9.6 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Kantoor wijzigen in de bestemming Wonen, teneinde wonen tevens op de begane grond toe te staan. Hierbij wordt voldaan aan het volgende:

  1. a. het bepaalde in artikel 17 Wonen wordt in acht genomen;
  2. b. de uitvoerbaarheid moet worden aangetoond, zonodig door middel van onderzoek, in die zin dat:
  • de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, dan wel de door Burgemeester en Wethouders vóór de vaststelling van het plan gestelde hogere grenswaarde, niet wordt overschreden;
  • de grenswaarden voor luchtkwaliteit in verband met het wegverkeer niet worden overschreden;
  • de bodem en het grondwater vrij zijn van verontreinigingen;
  • de watertoetsprocedure gevolgd wordt;
  • geen onaanvaardbare aantasting van beschermde plant- en diersoorten, als bedoeld in de Flora en faunawet, plaatsvindt;
  • van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden plaatsvindt;
  • voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd waarbij moet worden voldaan aan de maximale parkeernorm als opgenomen in bijlage 2 bij deze regels onder de kolom "rest bebouwde kom" en in de regel "matig stedelijk";
  • de financiële haalbaarheid is gewaarborgd;
  • er geen belemmeringen zijn vanuit bedrijven- en milieuzonering;
  • de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig mogen worden geschaad.

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke doeleinden;
  2. b. een begraafplaats ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  3. c. een buitenschoolse opvang ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - buitenschoolse opvang';
  4. d. een openbare speelvoorziening ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorziening';
  5. e. medisch-therapeutische voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte';
  6. f. wonen, met die verstande dat deze functie alleen is toegestaan op de verdieping;
  7. g. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat deze functie zowel op de begane grond als op de verdieping is toegestaan;
  8. h. nutsvoorzieningen;
  9. i. parkeervoorzieningen;
  10. j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  11. k. evenementen;
  12. l. de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

10.2 bouwregels

10.3 afwijking van de bouwregels

10.4 specifieke gebruiksregels

10.5 afwijking van de gebruiksregels

Artikel 11 Sport

11.1 Bestemmingsomschrijving

11.2 bouwregels

11.3 afwijking van de bouwregels

11.4 specifieke gebruiksregels

Artikel 12 Tuin

12.1 bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, één en ander met de bijbehorende voorzieningen;

12.2 bouwregels

12.3 afwijking van de bouwregels

12.4 specifieke gebruiksregels

Artikel 13 Verkeer

13.1 bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. bermen en beplantingen;
  5. e. straatmeubilair;
  6. f. groen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. beeldende kunstwerken;
  9. i. geluidwerende voorzieningen;
  10. j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  11. k. evenementen;

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

13.2 bouwregels

13.3 specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Verkeer - Railverkeer

14.1 bestemmingsomschrijving

14.2 bouwregels

14.3 specifieke gebruiksregels

Artikel 15 Verkeer - Verblijf

15.1 bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. verblijfsvoorzieningen;
  4. d. parkeervoorzieningen;
  5. e. evenementen;
  6. f. de handel en verkoop van goederen aan particulieren in kramen en wagens, niet zijnde bouwwerken;
  7. g. autoboxen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – autobox';
  8. h. groenvoorzieningen;
  9. i. straatmeubilair;
  10. j. speelvoorzieningen;
  11. k. beeldende kunstwerken;
  12. l. nutsvoorzieningen;
  13. m. geluidswerende voorzieningen;
  14. n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

een en ander met bijbehorende voorzieningen.

15.2 bouwregels

15.3 afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.2.1 teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van grotere nutsvoorzieningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  1. a. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2;
  2. b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;
  3. c. de omgevingsvergunning mag de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen;
  4. d. de omgevingsvergunning leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

15.4 specifieke gebruiksregels

15.5 afwijking van de gebruiksregels

15.6 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming Verkeer -Verblijf wijzigen in de bestemming Tuin. Hierbij wordt voldaan aan het volgende:

  1. a. het bepaalde in Artikel 12 wordt in acht genomen;
  2. b. de verkeersfunctie van de bestemming Verkeer - Verblijf moet in stand blijven
  3. c. de goede en veilige verkeersafwikkeling moet worden gewaarborgd;

Artikel 16 Water

16.1 bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterhuishoudkundige doeleinden;
  2. b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
  3. c. waterstaatkundige kunstwerken, bruggen en andere waterstaatswerken;
  4. d. beeldende kunstwerken;
  5. e. vijvers;

een en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen e.d.

16.2 bouwregels

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van deze bestemming met een bouwhoogte van maximaal 4 m.

Artikel 17 Wonen

17.1 bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in woningen ter plaatse van de aanduiding:
    specifieke bouwaanduiding - MG meergezinswoning
    specifieke bouwaanduiding - PT1 patiowoning, één bouwlaag
    specifieke bouwaanduiding - RY1 rijenwoning, één bouwlaag
    specifieke bouwaanduiding - RY2 rijenwoning, twee bouwlagen
    specifieke bouwaanduiding - RY3 rijenwoning, drie bouwlagen
    specifieke bouwaanduiding - VD1 vrijstaand of dubbelwoning, één bouwlaag
    specifieke bouwaanduiding - VD2 vrijstaand of dubbelwoning, twee bouwlagen
    specifieke bouwaanduiding - VD3 vrijstaand of dubbelwoning, drie bouwlagen
    specifieke bouwaanduiding - WW1 woonwagen, één bouwlaag
  2. b. bijzondere woongebouwen;
  3. c. kantoren ter plaatse van de aanduiding ´kantoor';
  4. d. een bedrijf in de categorieën 1 t/m 2 uit de staat van bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis';
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. parkeervoorzieningen;
  7. g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. evenementen;
  9. i. de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;

een en ander met de daarbij behorende voorzieningen zoals tuinen, achterpaden, ontsluitingswegen en erven.

17.2 bouwregels

17.3 afwijking van de bouwregels

17.4 specifieke gebruiksregels

17.5 afwijking van de gebruiksregels

17.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 18 Leiding - Hoogspanningsverbinding

18.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Hoogspanningsverbinding" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. a. een bovengrondse hoogspanningsverbinding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding';
  2. b. het beheer en onderhoud van de leiding;
  3. c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

18.2 bouwregels

18.3 afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.

18.4 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Artikel 19 Waarde - Archeologie

19.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.

19.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 17)mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd, tenzij:

  1. a. het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, met uitzondering van nieuwe kelders; of
  2. b. gebouwen maximaal 2,5 m uit de bestaande fundering worden opgericht; of
  3. c. het nieuw te bebouwen oppervlak niet groter is dan 100 m2, behalve als de bouwlocatie is gelegen ter plaatse van de aanduiding "archeologische waarden" dan is bebouwing niet toegestaan.

19.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn.

De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.

19.4 afwijking van de bouwregels

19.5 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

19.6 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verwijderen van de aanduiding 'archeologische waarden' , indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.

Artikel 20 Waterstaat - Waterlopen

20.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Waterlopen aangewezen gronden zijn mede bestemd voor aanleg en onderhoud van een watergang.

20.2 bouwregels

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming.

20.3 afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de watergang geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken beheerder van de watergang.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 21 Anti-dubbeltelregel

Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 22 Algemene Gebruiksregels

Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan:

  1. a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden als stalling- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  3. c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 23 Algemene Aanduidingsregels

veiligheidszone - LPG

23.1 aanduidingomschrijving

23.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de bestemmingen (artikelen 3 tot en met 17) mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de in artikel 23.1.2 genoemde functies.

23.3 afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de artikelen 23.1.2 en 23.2 voor het toestaan van de in artikel 23.1.2 genoemde functies en het bouwen van gebouwen ten behoeve van die functies voor zover in overeenstemming met de andere bestemming, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.

23.4 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  1. a. het verplaatsen of verkleinen van de veiligheidszone - LPG in verband met het verplaatsen van het LPG-vulpunt c.q. het verkleinen van de LPG-doorzet, mits het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert;
  2. b. het verwijderen van de veiligheidszone - LPG, mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de LPG-installatie wordt beëindigd.

Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels

24.1 maatvoering

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan voor het afwijken van de voorgeschreven goothoogte, (bouw)hoogte, oppervlakte, inhoud en afstand van bouwwerken, dan wel een voorgeschreven bebouwingspercentage, eventueel met overschrijding van de bouwgrenzen, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10% van de in deze regels voorgeschreven afmetingen en afstanden.

24.2 bestemmingsgrenzen

Het bevoegd gezag is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen om bij de uitvoering van het plan af te wijken van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein en er geen dringende reden zijn die zich tegen de afwijking verzetten, mits de afwijking niet meer dan 2,5 m bedraagt.

24.3 afwijking evenementen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken teneinde het tijdelijk gebruik van gronden voor langdurigere evenementen toe te kunnen staan. Hiertoe dient aan het volgende te worden voldaan:

  1. a. er dienen voldoende parkeerplaatsen al dan niet op eigen terrein beschikbaar te zijn waarbij moet worden voldaan aan de maximale parkeernorm als opgenomen in bijlage 2 bij deze regels onder de kolom "rest bebouwde kom" en in de regel "matig stedelijk";
  2. b. de aan te brengen voorzieningen dienen tijdelijk te zijn; dit betekent dat het houden van een evenement niet mag leiden tot onomkeerbare voorzieningen en/of ingrepen;
  3. c. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de binnen het gebied aanwezige waarden.

Artikel 25 Algemene Wijzigingsregels

25.1 Toekenning Waarde archeologie

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde aan gronden de dubbelbestemming Waarde - Archeologische verwachtingswaarde toe te kennen, indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.

25.2 Verwijderen Waarde Archeologie

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde de dubbelbestemming Waarde - Archeologie te verwijderen, indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 26 Overgangsrecht

26.1 overgangsrecht bouwwerken

26.2 overgangsrecht gebruik

Artikel 27 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Elst.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 februari 2011.

De voorzitter, De griffier,

……………… ………………

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Parkeernormering

Bijlage 2 Parkeernormering

Bijlage 1 Inventarisatietabel En De Inventarisatiekaart

Bijlage 1 Inventarisatietabel en de inventarisatiekaart