Buitengebied, beheersverordening De Danenberg
Beheersverordening - Gemeente Overbetuwe
Vastgesteld op 11-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 verordening
de beheersverordening Buitengebied, beheersverordening De Danenberg van de gemeente Overbetuwe;
1.2 verordeningsgebied
het gebied waarop de deze verordening van toepassing is, zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1734.0152BUITbvdanenbrg-VSG1 met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 archeologisch deskundige
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.
1.4 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.5 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.6 bestaand legaal gebruik
het (al dan niet aanwezige) gebruik van de gronden en bouwwerken zoals toegestaan conform:
- a. een in werking getreden wijzigingsplan;
- b. een omgevingsvergunning voor het gebruik.
1.7 bestaande legale bouwwerken
bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening:
- a. aanwezig zijn én bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd;
- b. nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen.
1.8 bestaande oppervlakte
de oppervlaktemaat, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand is gekomen of tot stand zal komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.9 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Artikel 2 Bouw- En Gebruiksregels
In het verordeningsgebied gelden de volgende regels:
- a. ten aanzien van het gebruik, het bouwen en het uitvoeren van werken en werkzaamheden geldt:
- 1. de regeling zoals opgenomen in bijlage 1 en de daarbijbehorende kaart zoals opgenomen in bijlage 2 - met inachtneming van het bepaalde onder c en d - en, voor zover op de kaart zoals opgenomen in bijlage 2 staat aangegeven "BR-blad 10", de regeling zoals opgenomen in bijlage 3 en de daarbijbehorende kaart zoals opgenomen in bijlage 4;
- 2. de regeling zoals opgenomen in bijlage 5 en de daarbijbehorende kaart zoals opgenomen in bijlage 6;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt voor het gebied zoals opgenomen in bijlage 7 (adres Dijkstraat 17) de regeling zoals opgenomen in bijlage 1 en de daarbijbehorende kaart zoals opgenomen in bijlage 7;
- c. in afwijking van het bepaalde onder a sub 1 geldt ten aanzien van glastuinbouwbedrijven zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van bijlage 2 dat de bestaande oppervlakte van glastuinbouwbedrijven met ten hoogste 20% mag uitbreiden en nieuwe glastuinbouwbedrijven niet zijn toegestaan;
- d. in aanvulling op het bepaalde onder a geldt voor het gebied zoals opgenomen in bijlage 9 (gastransportleiding), de regeling zoals opgenomen in bijlage 8 en de daarbijbehorende kaart zoals opgenomen in bijlage 9;
- e. in aanvulling op het bepaalde onder a en b - met inachtname van het bepaalde onder d- geldt voor de in het gebied aanwezige archeologische waarden die zijn vastgelegd op de archeologische beleidskaart zoals opgenomen in bijlage 11, de regeling zoals opgenomen in bijlage 10;
- f. in aanvulling op het bepaalde onder a en b -met inachtneming van het bepaalde onder d en e- geldt, voor zover het bestaande legale gebruik (bouwen en gebruik) afwijkt van hetgeen in artikel 2 is geregeld, het volgende:
- 1. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande legale bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande legale gebruik;
- 2. bestaande legale bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie;
- g. daar waar in de bijlagen 1, 3, 5 en 8 'aanlegvergunning' staat wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden';
- h. daar waar in de bijlagen 1, 3, 5 en 8 'vrijstelling te verlenen' staat wordt gelezen: 'af te wijken';
- i. daar waar in de bijlagen 1, 3, 5 en 8 'vrijstelling' staat wordt gelezen: 'afwijking'.
Artikel 3 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.
Artikel 4 Citeertitel
Deze verordening worden aangehaald als: beheersverordening Buitengebied, beheersverordening De Danenberg.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 De Beheersverordening
Conform de Wro is de gemeente Overbetuwe bezig haar bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 te actualiseren. Voor het buitengebied tussen Slijk-Ewijk en Oosterhout is het vigerende bestemmingsplan nog niet geactualiseerd. Onderhavig plangebied is buiten het bestemmingsplan Buitengebied gehouden, aangezien hiervoor een landschapsplan in voorbereiding is, op basis waarvan vervolgens een nieuw beeldkwaliteitsplan en bestemmingsplan worden opgesteld.
Om op 1 juli 2013 aan de actualiseringsplicht te voldoen, bestaat als alternatief voor een nieuw bestemmingsplan de mogelijkheid een beheersverordening op te stellen. Dit instrument leent zich voor situaties waarbij redelijkerwijs geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien kunnen worden of waarbij onduidelijk is op welke termijn ruimtelijke ontwikkelingen verwacht kunnen worden. Voor die situaties legt een beheersverordening de ruimtelijke mogelijkheden uit de vigerende bestemmingsplannen vast en blijven ook alle legale situaties toegestaan die van die vigerende plannen afwijken. Aangezien het vooralsnog onduidelijk is wanneer het landschapsplan wordt opgesteld en dit wordt vertaald naar een bestemmingsplan, is een beheersverordening voor dit gebied een goed instrument om over een actueel planologisch kader te beschikken.
Gelet op de uitgangspunten dat er:
- 1. geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien;
- 2. de gemeente kiest voor behoud van de fysieke en functionele structuur van het gebied;
- 3. de vigerende regelingen afdoende ruimte bieden voor kleinschalige ontwikkelingen op perceelsniveau;
kiest de gemeente Overbetuwe voor het instrument 'beheersverordening' voor het buitengebied tussen Slijk-Ewijk en Oosterhout om aan de actualiseringsplicht uit de Wro te voldoen.
Een nadere toelichting op het instrument 'beheersverordening' en de keuze hiervoor is opgenomen in paragraaf 4.2. Hierin wordt tevens ingegaan op het type beheersverordening dat voor dit gebied is gekozen.
1.2 Ligging Verordeningsgebied
Het gebied De Danenberg is onderdeel van het buitengebied van de gemeente Overbetuwe, en ligt tussen Slijk - Ewijk en Oosterhout.
Op hoofdlijnen wordt het gebied van de beheersverordening als volgt begrensd:
- aan de noordzijde: de Rijksweg A15;
- aan de zuidzijde: de Waaldijk;
- aan de oostzijde: de kern Oosterhout;
- aan de westzijde: de kern Slijk - Ewijk.
De exacte begrenzing is opgenomen in figuur 1.1
Figuur 1.1. Ligging verordeningsgebied
1.3 Vigerende Plannen
In het verordeningsgebied zijn de volgende plannen van kracht:
- bestemmingsplan Buitengebied Valburg (na herziening 2002), vastgesteld door de gemeenteraad van Overbetuwe op 25 juni 2002 en goedgekeurd door GS op 21 januari 2003;
- bestemmingsplan Buitengebied Valburg, wijziging 2004-01 (Dijkstraat 17, Oosterhout), vastgesteld in maart 2004;
- bestemmingsplan 48 inch aardgastransportleiding, vastgesteld door de gemeenteraad op 29 september 2009.
- bestemmingsplan Buitengebied dorp Elst, vastgesteld door de gemeenteraad van Elst op 20 augustus 1979 en goedgekeurd door GS op 9 oktober 1980.
- bestemmingsplan Betuweroute en cup Overbetuwe-Oost, vastgesteld door de gemeenteraad van Overbetuwe op 26 november 2002 en goedgekeurd door GS op 29 april 2003.
Deze plannen komen, zoals in de Wet ruimtelijke ordening is bepaald, bij inwerkingtreding van de beheersverordening te vervallen.
1.4 Leeswijzer
De toelichting bij de verordening is als volgt opgebouwd:
- in hoofdstuk 2 zijn de relevante beleidstukken samengevat en is beoordeeld in hoeverre de uitgangspunten van deze verordening binnen het geldende beleid passen;
- in hoofdstuk 3 zijn de uitgangspunten van de beheersverordening beschreven en wordt uitleg gegeven aan de regeling die bij deze verordening hoort;
- in hoofdstuk 4 wordt een beschrijving van het verordeningsgebied gegeven;
- in hoofdstuk 5 tot slot wordt stilgestaan bij de relevante omgevingsaspecten.
Hoofdstuk 2 Beleidsaspecten
2.1 Inleiding
In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van deze beheersverordening – voortzetting van de bestaande situatie, inclusief de planologische mogelijkheden – is met name stilgestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of dient te hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situaties is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk. De conclusie is dat deze beleidsaspecten de totstandkoming van de beheersverordening niet in de weg staan.
2.2 Rijksbeleid
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (2011/2012)
Het besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevat met name opdrachten aan de provincie om bepaalde onderwerpen nader uit te werken. Daarnaast bevat het regels waaraan bestemmingsplannen en beheersverordeningen moeten voldoen.
In en nabij het verordeningsgebied zijn de bepalingen uit het Barro met betrekking tot de Waal en de A15 relevant.
Voor de A15 is in het Barro een uitbreidingszone gereserveerd, deze ligt net buiten het verordeningsgebied en is daarmee niet van invloed op de regeling.
Ook de bestaande ruimte voor de Waal zoals in het Barro vastgelegd blijft tot net buiten het verordeningsgebied, waarvan de grens op de Waaldijk ligt. Een in het Barro opgenomen reserveringsgebied voor de Waal voor de lange termijn ligt wel binnen het verordeningsgebied. Behalve dat dit gebied op rijksniveau is aangemerkt als reserveringsgebied voor de toekomst, gelden hier geen beperkingen of aanvullende regelingen. Aangezien er geen nieuwe ontwikkelingen binnen dit reserveringsgebied worden toegestaan, staat deze beheersverordening de uitvoering van het Barro niet in de weg.
2.3 Provinciaal Beleid
Ruimtelijke Verordening Gelderland (2010)
In de Ruimtelijke Verordening Gelderland worden beperkingen aan bestemmingsplannen en beheersverordeningen gesteld, voor zover het onderwerpen betreffen die een provinciaal belang raken. Na de vaststelling van de RVG in 2010 is een eerste herziening vastgesteld in 2012. Een tweede en derde herziening zijn in procedure en hebben respectievelijk betrekking op een sportcomplex in Zaltbommel en de begrenzing van de EHS.
Gelet op de RVG zijn in onderhavig gebied de volgende zaken bekeken:
- verstedelijking;
- EHS;
- glastuinbouw.
Voor verstedelijking richt de RVG op concentratie binnen bestaand bebouwd gebied, waarvan de contouren op kaart zijn vastgelegd. Buiten deze contouren is stedelijke ontwikkeling slechts onder strikte voorwaarden toegestaan. Aangezien de beheersverordening geen nieuwe planologische ruimte biedt in vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen, is het verstedelijkingsvraagstuk bij deze beheersverordening niet in het geding.
De EHS is eveneens op kaart vastgelegd. Direct aan de buitenzijde van de Waaldijk zijn de gronden als EHS aangemerkt. Daarmee liggen deze gronden buiten het verordeningsgebied van deze beheersverordening.
Voor glastuinbouw richt de RVG zich op concentratie binnen glastuinbouwconcentratiegebieden. Om die reden wordt uitbreiding buiten deze gebieden beperkt tot een uitbreiding van ten hoogste 20% van bestaande glastopstanden. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een glastuinbouwconcentratiegebied. De uitbreidingsruimte voor glastuinbouwbedrijven wordt zodoende in deze verordening beperkt. Dit wordt expliciet bepaald in de regels van deze beheersverordening.
2.4 Gemeentelijk Beleid
De Toekomstvisie+ is vastgesteld op 8 september 2009 en is een overkoepelend beleidsdocument dat richting geeft aan het beleid en handelen van de gemeente Overbetuwe. Het is het vertrekpunt voor het uitwerken van het verdere beleid. Aan de hand van uitgewerkt (sectoraal) beleid en actuele gegevens kan de gemeente hier periodiek de prioriteiten bepalen.
Voor het aspect landschap wordt ingezet op behoud en versterking van de eigenheid van het landschap. Het landschap van Overbetuwe bestaat uit oeverwallen, komgronden en uiterwaarden. Deze drie landschapstypen wil de gemeente behouden en meer zichtbaar maken. Dit betekent dat er niet gebouwd wordt langs oude verbindingswegen en de komgebieden open en grootschalig houden. Ook in de uiterwaarden met stroomgeulen, wielen, kades, baksteenindustrie en hoge natuurwaarden wordt in beginsel niet gebouwd.
In het buitengebied is ruimte voor kleinschalige recreatie, agrarisch gebruik dat past bij het landschap, natuurontwikkeling, landgoederen en waterbeheersing. Voor ontwikkeling en beheer werkt de gemeente samen met de eigenaren en (agrarische) bedrijven in het gebied.
Door de ruimtelijke mogelijkheden uit het vigerend plan ongewijzigd te laten, inclusief het daarin opgenomen aanlegvergunningenstelsel, en doordat geen nieuwe planologische ruimte wordt geboden, wordt aangesloten bij het beleidsuitgangspunt om de landschapstypen te behouden.
Hoofdstuk 3 Beschrijving Bestaande Situatie
De ruimtelijke situatie van het verordeningsgebied wordt gekenmerkt door open agrarische gronden, een cluster van bedrijvigheid en glastuinbouw in het oosten van het verordeningsgebied en twee doorgaande verkeerslinten waarvan de Oosterhoutsetraat ook als bebouwingslint kan worden aangemerkt. Een luchtfoto van het verordeningsgebied is weergegeven in figuur 3.1.
Figuur 3.1 Luchtfoto verordeningsgebied (bron: Google Earth)
Op de luchtfoto is de duidelijke ligging tussen Slijk-Ewijk en Oosterhout waar te nemen. Los van het bebouwingslint langs de Oosterhoutsestraat en diverse losse percelen, ligt het zwaartepunt van de bebouwing in het verordeningsgebied in een cluster net ten westen van Oosterhout. Hier bevinden zich enkele (glastuinbouw)bedrijven met bebouwing van flinke omvang.
Richting Slijk-Ewijk neemt deze bebouwing in dichtheid verder af, waarbij Slijk-Ewijk zelf een duidelijk afgeronde kern vormt zonder uitlopers.
De functies in het gebied bestaan uit agrarische bedrijven, niet-agrarische bedrijven en diverse burgerwoningen.
De infrastructuur door het gebied is hoofdzakelijk oost-west georiënteerd. Meest zuidelijk ligt de Waaldijk, dwars door het verordeningsgebied ligt de Oosterhoutsestraat en ten noorden daarvan ligt de verbinding Van Balverenstraat - Nieuwedijk - Akkerstraat.
Ten noordoosten van Oosterhout wordt het gebied ontsloten op de A15.
In noord-zuid richting wordt het gebied ontsloten via een veer ter hoogte van Slijk-Ewijk, een parallelbaan langs de A50 over de Waal, de Valburgseweg richting Valburg en de N325 ten oosten van Oosterhout.
Hoofdstuk 4 Juridische Toelichting
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de keuze voor het instrument beheersverordening uiteengezet en een uitleg gegeven bij de planologische regeling.
4.2 Keuze Voor Beheersverordening
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening voor een gebied vast te stellen. Een beheersverordening vormt, net als het bestemmingsplan, het kader waaraan onder andere bouwaanvragen worden getoetst en op basis waarvan de gemeente handhavend kan optreden op het moment dat in strijd met bepalingen uit de verordening wordt gehandeld (denk aan illegale gebruiksvormen of illegale bebouwing).
De Wro heeft een bovengrens gesteld voor gebieden waarvoor de verordening kan worden toegepast. Een beheersverordening betreft een regeling voor het beheer van het gebied overeenkomstig het bestaande gebruik. Een beheerverordening is juridisch vergelijkbaar met een bestemmingsplan met een consoliderende inhoud. Onder beheerregeling wordt zowel een regeling voor de daadwerkelijk aanwezige situatie verstaan, als een regeling voor planologische ruimte.
Voor het verordeningsgebied geldt dat mogelijk sprake is van een landschapsplan. Deze is op dit moment echter nog onvoldoende concreet en onderbouwd voor wat betreft uitvoerbaarheid en omgevingsaspecten. Daarom kan dit nog niet in een planologische regeling worden opgenomen.
De gemeente is echter gehouden aan de zogenoemde actualiseringsplicht op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening. Deze actualiseringsplicht betekent dat de gemeente ervoor dient te zorgen dat het hele grondgebied is voorzien van actuele bestemmingsplannen of beheersverordeningen, dat wil zeggen niet langer dan 10 jaar geleden vastgesteld. Voor het verordeningsgebied geldt op grond van het overgangsrecht Invoeringswet Wro dat er voor 1 juli 2013 sprake dient te zijn van een nieuw vastgesteld bestemmingsplan of beheersverordening.
De gemeente wil de actualiseringsplicht naleven en dus voor 1 juli 2013 een vaststellingsbesluit nemen. Aan de andere kant wil de gemeente het proces van het landschapsplan niet onnodig forceren of de betrokken initiatiefnemers onder druk zetten. Het opnemen van regels in een nieuw bestemmingsplan om het landschapsplan mogelijk te maken, behoort daarom niet tot de mogelijkheden.
De gemeente kiest er daarom voor om voor dit gebied geen bestemmingsplan, maar een beheersverordening vast te stellen. Deze beheersverordening heeft tot doel de bestaande situatie te beheren. Op een later moment zal, als de ontwikkelingen voldoende concreet zijn, een bestemmingsplan in procedure worden gebracht.
De gemeente verwacht dat deze beheersverordening een looptijd van enkele jaren zal kennen. In deze periode zullen de ontwikkelingen naar verwachting dermate concreet worden, dat deze planologisch mogelijk gemaakt zullen worden. Dit zal - zoals aangegeven - plaatsvinden met een bestemmingsplan, waardoor de beheersverordening voor het betrokken gebied (deels) komt te vervallen. De verwachte looptijd wordt overigens niet juridisch vastgelegd, zodat de beheersverordening kan blijven functioneren mochten de ontwikkelingen langer op zich wachten.
De gemeente is van mening dat gelet op het bovenstaande sprake is van een gebied waar geen sprake is van ruimtelijke ontwikkelingen gedurende de verwachte looptijd van de beheersverordening.
Gelet op de typering van het plangebied, de beleidsuitgangspunten voor dit gebied, de verwachte ontwikkelingen en de daarmee samenhangende mogelijkheden die voor dit gebied blijven bestaan, is er sprake van beheer van de bestaande situatie voor de looptijd van deze verordening. De beheersverordening is om die reden een geschikt instrument voor dit gebied.
Gebleken is dat het huidige planologische kader van onderhavig plangebied nog voldoende actueel is. Er is daarom voor gekozen uit te gaan van de huidige planologische mogelijkheden. Binnen de huidige regeling worden geen ongewenste ontwikkelingen en mogelijkheden geboden, waardoor het huidige bestemmingsplan de basis is voor deze verordening.
4.3 Uitleg Van De Regeling
4.3.1 Uitgangspunten regeling
De beheersverordening is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- beheer van de bestaande legale situatie (gebruik en bouwen);
- (in principe) het behoud van de planologische ruimte zoals deze in de geldende plannen is opgenomen en de in de tussentijd verleende vrijstellingen/afwijkingen.
Zowel het behoud van de bestaande situatie als het behoud van de planologische ruimte vormen de onderlegger voor de beheersverordening. Om de planologische ruimte uit de vigerende plannen in deze verordening over te nemen, is de regeling uit de vigerende plannen in deze verordening overgenomen.
In de regeling is expliciet bepaald dat indien de bestaande legale situatie afwijkt van hetgeen op het kaartbeeld en/of in de regels is bepaald, de bestaande legale situatie alsnog is toegestaan.
Met de inwerkingstreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is een aantal termen die gebruikt werden in de voorgaande bestemmingsplannen niet meer actueel. In plaats van een aanlegvergunning, wordt nu gesproken over een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden' en in plaats van een vrijstelling, is er nu sprake van een afwijking. De inhoud en de bedoeling van de regels wijzigen echter niet, er is sprake van een nieuwe naam van de vergunningen. In deze verordening is aangegeven hoe deze vergunningen nu moeten worden gelezen.
4.3.2 Buitengebied Valburg
Het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Valburg (na herziening 2002) is het basisplan dat binnen het verordeningsgebied vigeert. De regeling en bijbehorende kaart zijn om die reden in artikel 2 sub a vastgelegd en opgenomen als bijlage bij de regels van de verordening.
Aan de hand van de grenzen van het verordeningsgebied is nagegaan welke bestemmingen en aanduidingen uit het vigerende plan voorkomen binnen het verordeningsgebied. Daarop zijn de regels uit het vigerende plan gefilterd zodat alleen die regels zijn overgenomen die aan de betreffende bestemmingen en aanduidingen gekoppeld zijn. Tot zover is de planologische ruimte uit het vigerende plan overgenomen.
Wijzigingsbevoegdheden, uit te werken bestemmingen en nadere eisen uit het vigerende plan kunnen binnen een beheersverordening echter niet worden overgenomen. Voor wijzigingsbevoegdheden en nadere uitwerkingen geldt dat deze ontwikkelingen mogelijk maken die afwijken van ofwel de bestaande ruimtelijke structuur ofwel de bestaande functionele structuur. Om die reden stroken deze regelingen niet met het doel van een beheersverordening als instrument.
Bij vaststelling van dit bestemmingsplan is voor het onderdeel Betuweroute een aantal wijzigingen doorgevoerd. Deze zijn in aparte bestanden opgenomen bij vaststelling (separate kaarten en separate regels). Deze bestanden zijn in aparte bijlagen opgenomen en gelden, voor zover deze zijn aangegeven op de kaart van het bestemmingsplan Buitengebied Valburg.
4.3.3 Buitengebied dorp Elst
Voor bijna het gehele gebied van deze beheersverordening is het Buitengebied Valburg vastgesteld. Dit geldt niet voor één kleine punt in het noorden van het verordeningsgebied. Hiervoor geldt het bestemmingsplan Buitengebied dorp Elst. Voor dit gebied geldt daarom de regeling uit dit bestemmingsplan dat ter plaatse van toepassing is. De voorschriften en de plankaart van dit bestemmingsplan zijn apart opgenomen in deze beheersverordening.
4.3.4 Gasleiding
In de westelijke helft van het plangebied loopt een gasleiding in noord-zuid richting door het plangebied. Waar de overige gasleidingen in het gebied al in het vigerende plan Buitengebied Valburg verankerd waren, is deze gasleiding nadien via een afzonderlijk bestemmingsplan mogelijk gemaakt.
Om de ligging van deze leiding en de ruimtelijke beperkingen in de bijbehorende belemmeringenstrook planologisch te blijven verankeren, zijn in artikel 2 sub d de regels en kaart van het vigerende bestemmingsplan voor deze gasleiding opgenomen.
De regeling uit dit vigerende plan omvat een dubbelbestemming, die in aanvulling op de enkelbestemmingen uit het plan Buitengebied Valburg gezien moet worden.
4.3.5 Dijkstraat 17
In afwijking van het vigerende plan is aan de Dijkstraat 17 via een afzonderlijk (wijzigings)bestemmingsplan een ruimtelijke ontwikkeling toegestaan in 2004. Voor dit adres is daarom niet de regeling uit het plan Buitengebied Valburg van toepassing verklaard, maar de regeling uit het wijzigingsplan.
Ook dit bestemmingsplan is als bijlage bij de regels opgenomen. De verankering van deze regeling is opgenomen in artikel 2 sub b.
4.3.6 Archeologie
De archeologieregeling uit het bestemmingsplan Buitengebied Valburg is niet overgenomen, aangezien tussentijd (na vaststelling van het plan Buitengebied Valburg) nieuw archeologiebeleid is opgesteld door de gemeente Overbetuwe.
De nadere onderbouwing van dit sectorale aspect is opgenomen in paragraaf 5.3, waaruit blijkt dat binnen het verordeningsgebied diverse beleidszones voorkomen. Per beleidszone is een minimum oppervlakte- en/of dieptemaat bepaald die archeologisch onderzoek verplicht stelt bij ruimtelijke ontwikkelingen van grotere omvang.
Een uitsnede van de archeologische beleidskaart waaruit de zonering van het verordeningsgebied blijkt is opgenomen in de bijlagen bij de regels. Ook de bijbehorende regels die per zone van toepassing zijn, zijn als bijlage opgenomen. Samen zijn ze verankerd in artikel 2 lid e. Deze regeling ter bescherming van de archeologische (verwachtings)waarden geldt ter aanvulling op de bovengenoemde regelingen.
4.3.7 Overige legale situaties
Situaties die niet voldoen aan de ter plaatse geldende regeling (Buitengebied Valburg, Gasleiding, Dijkstraat 17, Archeologie), maar wel legaal tot stand gekomen zijn, blijven eveneens toegestaan. Dit is bepaald in artikel 2 sub f.
Het kan daarbij gaan om zowel bouw- als gebruiksmogelijkheden overeenkomstig een eerder doorlopen ruimtelijke procedure.
Hoofdstuk 5 Sectorale Aspecten
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze rekening is gehouden met de in en rond het verordeningsgebied voorkomende relevante omgevingsaspecten.
Omdat deze beheersverordening enkel de bestaande planologische situatie voortzet, is de onderzoeksopgave van beperkte omvang. Om die reden is de afweging per aspect beknopt weergegeven in een tabel.
5.2 Afweging
aspect | kader | beoordeling | afweging | |
Verkeer | Ontsluiting en verkeers- generatie | De ontwikkeling mag niet leiden tot een verslechtering van de doorstroming op de ontsluitende wegen. | Omdat uitsluitend de vigerende ruimtelijke mogelijkheden worden overgenomen, leidt de beheersverordening niet tot nieuwe verkeersgeneratie. Ook de wegenstructuur blijft ongewijzigd. De ontsluiting van het gebied is hiermee gewaarborgd. | |
Water | Watertoets | Het plan moet voldoen aan een goede waterkwantiteit en -kwaliteit, wateropvang en -afvoer en bescherming tegen het water. | Los van beperkte uitbreidingsmogelijkheden (op bestaande percelen, binnen bouwvlak) die overeenkomen met de mogelijkheden uit het de vigerende plannen, zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien. De waterkwantiteit en -kwaliteit blijft zodoende ongewijzigd, evenals de opvang en afvoer. Langs de Waaldijk is een dubbelbestemming opgenomen ter bescherming van het waterkeringsbelang. | |
Ecologie | Natuur- beschermings- wet 1998 | Is er sprake van significant negatieve effecten? | Aangezien er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, zijn er geen negatieve effecten. | |
Flora- en faunawet | Is er sprake van aantasting, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen? | De beheersverordening gaat uit van de bestaande situatie, er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Overtreding van de Flora- en faunawet treedt dan ook niet op. | ||
Archeologie | Archeologische beleidsadvieskaart | Archeologische waarden en verwachtingswaarden dienen beschermd te worden. | De zonering uit de beleidsadvieskaart is, samen met het bijbehorende beschermingsregime overgenomen in de verordening. Dit aspect is nader onderbouwd in paragraaf 5.3. | |
Relatie met omliggende (bedrijfs) functies | Bedrijven en milieuzonering | Zijn er bedrijfsfuncties in de omgeving aanwezig/mogelijk? | De vigerende mogelijkheden voor bedrijven zijn met dezelfde kaders (bestemmingsvlak / bouwvlak) toegestaan. Hierbij is per bestemmingsvlak één type bedrijf toegestaan. Ook de milieugevoelige functies zijn met dezelfde kaders toegestaan. Zodoende leiden de bedrijven en milieugevoelige functies onderling niet tot functionele beperkingen. | |
Bodem- kwaliteit | Besluit bodemkwaliteit | Bodemkwaliteit dient voldoende te zijn voor beoogde functie | De functies wijzigen niet, waardoor dit aspect de uitvoering van de beheersverordening niet in de weg staat. | |
Externe veiligheid | Bevi-inrichtingen en transport gevaarlijke stoffen. | Wordt voldaan aan normen plaatsgebonden risico en groepsrisico? | In en rondom het verordeningsgebied liggen diverse hogedruk aardgasleidingen. Deze zijn geborgd in de vigerende regelingen. De verordening staat in het gebied geen nieuwe (milieugevoelige) functies toe. Ook worden geen nieuwe risicovollebedrijfsactiviteiten mogelijk gemaakt. Ook over de omliggende wegen (A325, A15, A50), spoorwegen (Arnhem-Nijmegen, Betuweroute) en waterwegen (Waal) vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Aangezien de verordening uitsluitend de vigerende mogelijkheden toestaat, is het plaatsgebonden en groepsrisicio niet in het geding. | |
Lucht- kwaliteit | Wet luchtkwaliteit | Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit? | De verordening maakt geen nieuwe functies mogelijk, waardoor de verkeersaantrekkende werking gelijk blijft. De luchtkwaliteit wordt zodoende niet beïnvloed. | |
Weg- verkeerslawaai | Wet geluidhinder | Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet geluidhinder? | Op de locatie worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt, waardoor akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder achterwege kan blijven. | |
Kabels en leidingen | Telecommunicatiewet | Zijn er planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen in de directe omgeving aanwezig? | De aanwezige gasleidingen zijn benoemd onder het kopje externe veiligheid. Door het gebied loopt bovendien een hoogspanningsverbinding. Vanuit wetgeving mogen binnen de belemmeringenstrook geen nieuwe milieugevoelige functies mogelijk worden gemaakt. Dit is in de verordening geborgd, doordat geen nieuwe functies mogelijk worden gemaakt en binnen deze zone in directe zin geen bebouwing is toegestaan, anders dan ten behoeve van de hoogspanningsleiding. |
5.3 Archeologie
De gemeente Overbetuwe heeft de archeologische waarden op haar grondgebied in beeld gebracht. Deze zijn vastgelegd op de archeologische beleidskaart van de gemeente, waarvan in figuur 5.1 een uitsnede is opgenomen.
Om deze waarden te beschermen is in de verordening een beschermende regeling opgenomen die ertoe leidt dat bij bodemwerkzaamheden vanaf een bepaalde omvang of vanaf een bepaalde diepte eerst archeologisch onderzoek dient plaats te vinden, voordat die werkzaamheden mogen worden uitgevoerd.
Figuur 5.1 Uitsnede archeologische beleidskaart
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Op grond van artikel 4 van de gemeentelijke inspraakverordening heeft het ontwerp van de beheersverordening De Danenberg van donderdag 7 februari 2013 tot en met 20 maart 2013 terinzage gelegen. In deze periode heeft de beheersverordening via de gemeentelijke website en via de site www.ruimtelijkeplannen.nl terinzage gelegen. In deze periode zijn geen inspraakreacties ingediend.
Tijdens de terinzagelegging is gebleken dat de beheersverordening op een aantal ondergeschikte onderdelen aanpassing behoeft. Het betreft hier redactionele aanpassingen en een aantal aanpassingen in foutieve verwijzingen. Inhoudelijk hebben deze wijzigingen geen gevolgen.
Bijlage 1 Regels Bestemmingsplan Buitengebied Valburg (Herziening 2002)
Bijlage 1 regels bestemmingsplan Buitengebied Valburg (herziening 2002)
Bijlage 2 Kaart Bestemmingsplan Buitengebied Valburg (Herziening 2002)
Bijlage 2 kaart bestemmingsplan Buitengebied Valburg (herziening 2002)
Bijlage 3 Regels Bestemmingsplan Buitengebied Valburg - Betuweroute
Bijlage 3 regels bestemmingsplan Buitengebied Valburg - Betuweroute
Bijlage 4 Kaart Bestemmingsplan Buitengebied Valburg - Betuweroute
Bijlage 4 kaart bestemmingsplan Buitengebied Valburg - Betuweroute
Bijlage 5 Regels Bestemmingsplan Buitengebied Dorp Elst
Bijlage 5 regels bestemmingsplan Buitengebied dorp Elst
Bijlage 6 Kaart Bestemmingsplan Buitengebied Dorp Elst
Bijlage 6 kaart bestemmingsplan Buitengebied dorp Elst
Bijlage 7 Kaart Bestemmingsplan Buitengebied Valburg Wijziging 2004-01 (Dijkstraat 17 Oosterhout)
Bijlage 7 kaart bestemmingsplan Buitengebied Valburg wijziging 2004-01 (Dijkstraat 17 Oosterhout)
Bijlage 8 Regels Bestemmingsplan 48 Inch Aardgastransportleiding
Bijlage 8 regels bestemmingsplan 48 inch aardgastransportleiding
Bijlage 9 Kaart Bestemmingsplan 48 Inch Aardgastransportleiding
Bijlage 9 kaart bestemmingsplan 48 inch aardgastransportleiding
Bijlage 10 Regels Bescherming Archeologische Waarden
Bijlage 10 regels bescherming archeologische waarden