KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Algemene Regels
Artikel 1 Definities
Artikel 2 Meet- En Rekenvoorschriften
Artikel 3 Toepassingsbereik Parapluplan En Verhouding Bestaande Bestemmingsplannen
Hoofdstuk 2 Vegen Groen- En Reststroken
Artikel 4 Bedrijventerrein
Artikel 5 Wonen - Aaneen
Artikel 6 Wonen - Karakteristiek
Artikel 7 Wonen - Vrijstaand
Hoofdstuk 3 Voormalige Kruimellijst
Artikel 8 Beoordelingsregel Omgevingsvergunning Voormalige Kruimellijst
Artikel 9 Bijbehorende Bouwwerken
Artikel 10 Overig Zone - Antennemasten
Artikel 11 Overig Zone - Gebouw Ten Behoeve Van Infrastructurele Of Openbare Voorzieningen
Artikel 12 Overig Zone - Wijzigen Gebruik Van Bestaande Bouwwerken
Artikel 13 Tijdelijk Gebruik Van Gronden En Bouwwerken
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht Bouwwerken
Artikel 15 Overgangsrecht Gebruik
Artikel 16 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
1.2 Ligging Plangebied
1.3 Huidig Planologisch Regime
Hoofdstuk 2 Planopzet
2.1 Planopzet
2.2 Artikelsgewijze Toelichting
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Economische Uitvoerbaarheid
3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Lijst Van Bestaande Bedrijven
Bijlage 2 Staat Van Bedrijven
Bijlage 3 Categorie-indeling Horecabedrijven
Bijlage 4 Zienswijzennota

Chw parapluplan implementatie Omgevingswet Rijssen-Holten

Bestemmingsplan - Gemeente Rijssen-Holten

Vastgesteld op 21-12-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Algemene Regels

Artikel 1 Definities

1.1 erker

Een erker is een ruimte in plattegrond trapeziumvormig rechthoekig of halfrond als uitbreiding van een ruimte of ander vertrek in een gebouw die buiten de gevel uitsteekt en in open verbinding staat met het bedoelde vertrek de buitenzijde wordt begrensd door kozijnen

1.2 plan

Het bestemmingsplan Chw parapluplan implementatie Omgevingswet Rijssen-Holten met identificatienummer NL.IMRO.1742.BP2023001-0401 van de gemeente Rijssen-Holten.

1.3 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels

Artikel 2 Meet- En Rekenvoorschriften

Bij de toepassing van dit parapluplan wordt als volgt gemeten en berekend:

  1. a. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
    tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
  2. b. peil
    1. 1. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddelijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
    2. 2. voor gebouwen waarvan de toegang niet onmiddelijk aan de weg grenst en waar direct in de omgeving is gelegen:
      • de gemiddelde hoogtemaat ten opzichte van NAP;
      • de gemiddelde hoogte van het terrein, of;
    3. 3. in andere gevallen: het door de gemeentelijk toezichthouder aangewezen peil.
  3. c. dakhelling
    langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
  4. d. de goothoogte van een bouwwerk
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
  5. e. de inhoud van een bouwwerk
    onderkant afgewerkte vloer, de buitenzijde van de gevels (of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. Bij balkons, luifels en overstekende daken die geen ondergeschikte bouwdelen zijn wordt een fictieve gevel neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
  6. f. de bouwhoogte van een bouwwerk
    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, liftschachten, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, met dien verstande dat voor een boomhut de constructie onder de begane grondvloer, gementen vanaf de onderkant van de vloer, niet wordt meegerekend bij de bepaling van de bouwhoogte.
  7. g. de oppervlakte van een bouwwerk
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bij balkons, luifels en overstekende daken die geen ondergeschikte bouwdelen zijn wordt een fictieve gevel neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
  8. h. afstand tot de zijdelingse perceelgrens
    tussen de zijdelingse grens van het perceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
  9. i. afstand tussen gebouwen
    gemeten tussen de buitenzijde van de dichtst bij elkaar gelegen gevels.
  10. j. maaiveld
    de gemiddelde bestaande hoogte van het (aangrenzend) terrein.

Artikel 3 Toepassingsbereik Parapluplan En Verhouding Bestaande Bestemmingsplannen

De in dit plan opgenomen regels gelden in aanvulling op dan wel in afwijking van de regels van de bestemingsplannen in de gemeente Rijssen-Holten die op het moment van inwerkingtreding van dit parapluplan zijn vastgesteld en laten de overige regels van die onderliggende bestemmingsplannen ongewijzigd.

Hoofdstuk 2 Vegen Groen- En Reststroken

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven en instellingen zoals vermeld in de categorieën 1, 2 en 3.1 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijven;
  2. b. de bedrijfsactiviteiten die ten tijde van het van kracht worden van dit plan reeds ter plaatse waren gevestigd en als zodanig zijn vermeld in de bij deze regels behorende Lijst van bestaande bedrijven;
  3. c. detailhandel in volumineuze goederen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus';
  4. d. groenvoorzieningen en water;
  5. e. bestaande bedrijfswoningen;

met dien verstande dat:

  1. f. bedrijven wat betreft parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte voor nieuwe bebouwing of een vergroting van de bedrijfsvloeroppervlakte dienen te voorzien op eigen terrein;
  2. g. in de bestemming inrichtingen als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 40 van de Wet geluidhinder en risicovolle inrichtingen niet zijn begrepen.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. b. het bebouwingsbeeld;
  3. c. de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan de plaats en bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en het aantal en de situering van parkeerplaatsen en laad- en losruimtes.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. b. het bebouwingsbeeld;
  3. c. de verkeersveiligheid;

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2, onder c ten behoeve van een bouwhoogte van ten hoogste 10 m niet zijnde overkappingen.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen de vestiging van bedrijven in een hogere categorie dan categorie 3.1 van de bij deze regels behorende Lijst van bestaande bedrijven.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels voor de vestiging van bedrijven die in de bij deze regels behorende Staat van bedrijven worden genoemd in een naast hogere categorie en andere niet genoemde bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven die wel zijn toegestaan.

Artikel 5 Wonen - Aaneen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Aaneen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, in aaneen gebouwde (rijtjes)woningen of twee aaneen gebouwde woningen, met bijbehorende tuinen, erven en met;
    1. 1. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit in hoofdgebouwen en onderling toegankelijke aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
    2. 2. bed en breakfast in hoofdgebouwen en onderling toegankelijke aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
    3. 3. waarbij het aantal woningen niet meer dan het bestaande aantal woningen per bouwvlak mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' ten hoogste dat aantal woningen per bouwvlak mag worden gebouwd;
  2. b. water;
  3. c. het behoud, herstel en versterking van de karakteristieke bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. c. de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

    1. 1. de plaats en oriëntatie van gebouwen in die zin dat voorgevel van hoofdgebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;
    2. 2. de grootte en inhoud van de zelfstandige woonruimte noodzakelijk vanuit een oogpunt van de mantelzorg.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen de vestiging van bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorging, al dan niet in samenhang met gezamenlijke voorzieningen.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4 ten behoeve van de vestiging van bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorging, al dan niet in samenhang met gezamenlijke voorzieningen, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de milieusituatie;

Artikel 6 Wonen - Karakteristiek

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Karakteristiek' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen met bijbehorende tuinen, erven en met;
    1. 1. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit in hoofdgebouwen en onderling toegankelijke aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
    2. 2. bed en breakfast in hoofdgebouwen en onderling toegankelijke aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
    3. 3. waarbij het aantal woningen niet meer dan het bestaande aantal woningen per bouwvlak mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' ten hoogste dat aantal woningen per bouwvlak mag worden gebouwd;
  2. b. het behoud van het straatbeeld dat voornamelijk wordt gekenmerkt door bouwmassa van de woningen en van de uitwendige hoofdvorm van woningen die wordt gekenmerkt door nagenoeg gelijke goot- en bouwhoogten en overheersende nokrichting, alsmede materiaalgebruik;
  3. c. bestaande vorm van detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  4. d. tandartspraktijk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - tandartspraktijk';
  5. e. bijeenkomstruimtes, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijeenkomstruimtes';
  6. f. horecabedrijven overeenkomstig de categorieën 1 en 2 en bestaande horecabedrijven overeenkomstig categorie 3, zoals vermeld in de bij deze regels behorende Categorie-indeling horecabedrijven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
  7. g. water;
  8. h. groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. het behoud van de karakteristiek zoals beschreven in lid 7.1;

nadere eisen stellen aan:

    1. 1. de plaats en oriëntatie van gebouwen in die zin dat de voorgevel van hoofdgebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;
    2. 2. de bouw- en goothoogte van hoofdgebouwen en daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouwen in de zin dat deze aansluiten bij de naastgelegen woningen;
    3. 3. de nokrichting van het hoofdgebouw indien de meeste naastgelegen karakteristieke gebouwen een kenmerkend gelijke nokrichting aangeven;
    4. 4. de grootte en inhoud van de zelfstandige woonruimte noodzakelijk vanuit een oogpunt van de
    5. 5. mantelzorg.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de verschijningsvorm van karakteristieke panden;

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

    1. 1. lid 6.2.1, onder c, voor het verhogen van de maximale goothoogte met 30% en bouwhoogte met 10%;
    2. 2. lid 6.2.1, onder a, voor het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens indien de verkleining noodzakelijk is voor het plaatsen van het gebouw in het gelid van de omliggende hoofdgebouwen.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen de vestiging van bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorging, al dan niet in samenhang met gezamenlijke voorzieningen.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.5 ten behoeve van de vestiging van bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorging, al dan niet in samenhang met gezamenlijke voorzieningen, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de milieusituatie;

Artikel 7 Wonen - Vrijstaand

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, in vrijstaande woningen met bijbehorende tuinen, erven en met;
    1. 1. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit in hoofdgebouwen en onderling toegankelijke aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
    2. 2. bed en breakfast in hoofdgebouwen en onderling toegankelijke aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
    3. 3. waarbij het aantal woningen niet meer dan het bestaande aantal woningen per bouwvlak mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' ten hoogste dat aantal woningen per bouwvlak mag worden gebouwd;
  2. b. bestaande vorm van detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  3. c. water;
  4. d. recreatiewoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  5. e. een autobedrijf, uitsluitend ter plaate van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf'.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. c. de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

  1. 1. de plaats en oriëntatie van gebouwen in die zin dat de voorste voorgevel van hoofdgebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;
  2. 2. de grootte en inhoud van de zelfstandige woonruimte noodzakelijk vanuit een oogpunt van de mantelzorg.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. c. de verkeersveiligheid;

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2, onder a, voor het verhogen van de maximale goothoogte tot maximaal 6,5 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - lage goot' de goothoogte ten hoogste 4 m mag bedragen.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen de vestiging van bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorging, al dan niet in samenhang met gezamenlijke voorzieningen.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.5 ten behoeve van de vestiging van bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorging, al dan niet in samenhang met gezamenlijke voorzieningen, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de milieusituatie;

Hoofdstuk 3 Voormalige Kruimellijst

Artikel 8 Beoordelingsregel Omgevingsvergunning Voormalige Kruimellijst

Een aanvraag om omgevingsvergunning voor een bouw- of gebruiksactiviteit voor de in hoofdstuk 3 opgenomen regels wordt alleen verleend als de aanvraag:

  1. a. geen onevenredige afbreuk doet aan het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. niet leidt tot onevenredige verslechtering van de kwaliteit van de woonomgeving;
  3. c. de verkeersveiligheid niet onevenredig in gevaar komt;
  4. d. de sociale veiligheid niet onevenredig in gevaar komt;
  5. e. de landschappelijke of natuurlijke waarden niet onevenredig aangetast worden;
  6. f. de cultuurhistorische waarden niet onevenredig aangetast worden ;
  7. g. de milieusituatie niet onevenredig aangetast worden;
  8. h. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig aangetast worden; en
  9. i. de aanvraag niet in strijd is met het bestaande gemeentelijk beleid waaronder in elk geval het gemeentelijke beleid over parkeernormen en het gemeentelijk woningbouwprogramma;

Artikel 9 Bijbehorende Bouwwerken

9.1 Overig zone - bijbehorend bouwwerk

Binnen de enkelbestemming 'Overig zone - bijbehorend bouwwerk' gelden voor het uitbreiden van of een nieuw te bouwen bijbehorend bouwwerk bij een woning in het achtererfgebied, de volgende voorwaarden:

  1. a. het bouwen heeft niet tot gevolg dat de oppervlakte voor bijbehorende bouwwerken die mogelijk is op basis van het geldende bestemmingsplan voor meer dan 50% wordt overschreden, met een maximum van 25 m²;
  2. b. uitbreidingen van of nieuw te bouwen bijbehorend bouwwerken zijn toegestaan op een afstand van tenminste 3 meter achter de oorspronkelijke voorgevel of het verlengde daarvan;
  3. c. bij een uitbreiding van een vrijstaande woning moet tenminste aan één zijde een afstand van 2,5 meter tot de zijdelingse perceelsgrens in acht worden genomen;
  4. d. het bouwplan voldoet voor wat betreft de overige maten en afmetingen aan de voorschriften van het betreffende bestemmingsplan;
  5. e. het is niet toegestaan het dak van het bijbehorend bouwwerk te gebruiken als balkon of dakterras, tenzij het geldende bestemmingsplan dit toestaat.
  6. f. als het bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt of gebruikt gaat worden ten dienste van mantelzorg wordt een medische verklaring van huisarts of wijkverpleegkundige overlegd waaruit de noodzaak voor mantelzorg blijkt;
  7. g. Voor overkappingen en carports gelden in aanvulling de volgende voorwaarden:
    1. 1. de maximale bouwhoogte is 3,5 meter;
    2. 2. de overkapping of carport tenminste 1 meter achter de voorgevel of het verlengde daarvan wordt opgericht;
    3. 3. per bouwperceel maximaal 25 m2 aan overkappingen is toegelaten; en
    4. 4. per bouwperceel maximaal één carport met een maximale oppervlak van 25 m2 is toegelaten .

9.2 Overig zone - erker

een erker in het voorerfgebied bij een woning gelegen, mits er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. erkers (exclusief eventuele luifels) aan de voorgevel zijn toegestaan voor een breedte van ten hoogste 2/3 deel van de oorspronkelijke voorgevelbreedte, met een maximum van 4 meter;
  2. b. erkers aan de zijgevel zijn toegestaan voor een breedte van ten hoogste 4 meter;
  3. c. van de maten zoals genoemd onder a. en b. kan in geringe mate worden afgeweken als de bestaande gevelopeningen dit noodzakelijk maken;
  4. d. de voorzijde van de erker ligt maximaal 1,5 meter vóór de voor- of zijgevel gevel van de woning, met dien verstande dat deze afstand voor eventuele luifels 1 meter bedraagt;
  5. e. de afstand van de voorzijde van de erker tot openbaar toegankelijk gebied bedraagt tenminste 2,5 meter;
  6. f. de hoogte van de erker niet meer dan 25 centimeter boven de 1e verdiepingsvloer uitkomt; en
  7. g. niet voorzien van een balkon of dakterras.

9.3 Overig zone - uitbreiden van of bij een hoofdgebouw niet zijnde een woning

het uitbreiden van of een bijbehorend bouwwerk bij een hoofdgebouw, anders dan zijnde een woning of recreatiewoning, mits er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. het aansluitende terrein mag niet voor meer dan 50% worden bebouwd;
  2. b. de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt mag niet met meer dan 25% worden overschreden; en
  3. c. het beoogde gebruik van de uitbreiding of het bijbehorend bouwwerk mag niet afwijken van het bestaande gebruik van het hoofdgebouw.

Artikel 10 Overig Zone - Antennemasten

Voor het bouwen van een antenne-installatie gelden de volgende regels;

  1. a. de maximale bouwhoogte bedraagt 40 m;
  2. b. bestaande (hoge) bebouwing niet kan worden benut als alternatief; en
  3. c. voor de volgende gebieden het plaatsen van een antenne-installatie alleen toegelaten is als de technisch noodzakelijkheid in verband met dekking en een gebrek aan alternatieve locaties is aangetoond;
    1. 1. landschappelijk waardevolle gebieden (natuurgebieden en waardevolle cultuurlandschappen);
    2. 2. open landschappen;
    3. 3. bebouwde gebieden met een woonfunctie;
    4. 4. waardevolle bebouwing/beschermde stads- en dorpsgezichten.

Artikel 11 Overig Zone - Gebouw Ten Behoeve Van Infrastructurele Of Openbare Voorzieningen

Voor het bouwen van bouwwerken en bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

een bouwwerk ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg-, water- of luchtverkeer, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

  1. a. niet hoger dan 5 m; en
  2. b. de oppervlakte niet meer dan 50 m².

Artikel 12 Overig Zone - Wijzigen Gebruik Van Bestaande Bouwwerken

Binnen de enkelbestemming 'Overig zone - wijzigen gebruik van bestaande bouwwerken' is het mogelijk het legaal bestaande gebruik om te zetten naar de functie 'wonen'.

Artikel 13 Tijdelijk Gebruik Van Gronden En Bouwwerken

13.1 Algemene beoordelingsregels

Voor het tijdelijk afwijken van een regel uit een vigerend bestemmingsplan gelden in elk geval de volgende algemene regels:

  1. a. afwijking mogelijk is voor maximaal 10 jaar na het onherroepelijk worden van de te verlenen omgevingsvergunning; en
  2. b. het aannemelijk is dat de feitelijke situatie na afloop van de te vergunnen termijn redelijk eenvoudig ongedaan kan worden gemaakt.

13.2 Overig zone - tijdelijke huisvesting vluchtelingen

Aan het tijdelijk huisvesten van vluchtelingen wordt medewerking verleend.

13.3 Overig zone - evenementen

Voor evenementen worden in elk geval de volgende criteria betrokken:

    1. 1. het geluidniveau op de gevel van de dichtstbij gelegen woning mag niet meer dan 85 dBA bedragen;
    2. 2. de lengte van het evenement (inclusief op- en afbouw) mag niet meer dan 15 dagen bedragen;
    3. 3. het totaal aantal evenementen per locatie mag niet meer dan 4 per kalenderjaar bedragen;

13.4 Overig zone - woonkeet, (sta)caracan of woonunit bij verbouw of vervangende nieuwbouw binnen bebouwde kom

Binnen de enkelbestemming 'Overig zone - woonkeet, (sta)caracan of woonunit bij verbouw ofvervangende nieuwbouw binnen bebouwde kom' is het plaatsen van een woonkeet, (sta) caravan of woonunit voor de duur van ten hoogste twee jaar mogelijk als de bestaande (bedrijfs)woning vanwege verbouw of vervangende nieuwbouw niet bewoonbaar is.

13.5 Overig zone - woonkeet, (sta)caravan of woonunit bij verbouw of nieuwbouw buiten bebouwde kom

Binnen de enkelbestemming 'Overig zone - woonkeet, (sta)caravan of woonunit bij verbouw ofnieuwbouw buiten bebouwde kom' is het plaatsen van een woonkeet, (sta) caravan of woonunit voor de duur van ten hoogste twee jaar mogelijk als;

  1. a. de bestaande (bedrijfs)woning vanwege verbouw of vervangende nieuwbouw niet bewoonbaar is; of
  2. b. er een nieuwe woning wordt gebouwd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 14 Overgangsrecht Bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 15 Overgangsrecht Gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

De regels worden aangehaald als: Regels van het Chw parapluplan implementatie Omgevingswet Rijssen-Holten.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Algemeen

De Omgevingswet per 1 januari 2023 in werking. Daarmee verandert de procedure voor het wijzigen van het juridisch bindende bestemmingsplan. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan in een bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen. Deze wijzigingsbevoegdheden in het bestemmingsplan brengen met zich mee dat het college van burgemeester en wethouders (B&W) het bestemmingsplan, mits aan de voorwaarden zoals in het bestemmingsplan opgenomen, wordt voldaan, zelfstandig kunnen wijzigen, via een wijzigingsplan op basis van artikel 3.6 Wro.

Onder de Omgevingswet verdwijnt deze wettelijke wijzigingsbevoegdheid uit de Wro en er wordt niet voorzien in overgangsrecht. Wijzigingsbevoegdheden die nog in het bestemmingsplan zitten en nog niet gebruikt zijn, worden niet waardeloos, maar onder een andere juridische procedure gaan vallen. De wetgever heeft namelijk voorzien in een andersoortige overgangsregeling. De wetgever heeft beoogt de wijzigingsbevoegdheden uit de bestaande bestemmingsplannen onder de Omgevingswet gelijk te moeten stellen met de binnenplanse beoordelingstoets (artikel 22.32 Invoeringsbesluit Omgevingswet).

Het verschuiven van de wijzigingsbevoegdheden naar de binnenplanse beoordelingsregels is niet voor alle wijzigingsbevoegdheden wenselijk. Daarom heeft de gemeente Rijssen-Holten gemeend een delegatiebepaling op te moeten stellen: het Delegatiebesluit omgevingsplan gemeente Rijssen-Holten. Met dit delegatiebesluit wordt hetzelfde beoogd als met de wijzigingsbevoegdheden uit het bestemmingsplan onder de Wro.

Om dit juridisch te regelen, worden de wijzigingsbevoegdheden die zich niet lenen voor de binnenplanse beoordelingsregels geschrapt. Dit doen we door het opstellen van het Chw veegplan schrappen wijzigingsbevoegdheden. Het is de bedoeling de bevoegdheden daarna op te nemen in het Delegatiebesluit omgevingsplan gemeente Rijssen-Holten, zodat deze juridisch bindend worden.

1.2 Ligging Plangebied

De artikelen uit de parpuplan hebben verschillende werkingsgebieden. Hoofdstuk 2 geldt alleen voor de op de plankaart aangeduide enkelbestemmingen. De artikelen uit hoofdstuk 3 hebben wisselende werkingsgebieden. Een gedeelte geldt voor de gehele gemeente, een gedeelte voor gedeelten. Voor welke gedeelten volgt uit de gebiedsaanduiding op de plankaart.

1.3 Huidig Planologisch Regime

Onderhavig bestemmingsplan voorziet in voor sommige bestemmingsplannen in een aanvullende regeling ten aanzien van het geldende bestemmingsplan.Uit de kaart volgt voor welke gebieden welke regels aanvullend werken. Overige regels uit deze bestemmingsplannen blijven onverminderd van kracht.

Hoofdstuk 2 Planopzet

2.1 Planopzet

Het bestemmingsplan 'Chw parapluplan implementatie Omgevingswet' bestaat uit een verbeelding (plankaart), planregels en deze plantoelichting. De verbeelding en de planregels vormen tezamen het juridische deel van het bestemmingsplan. Deze vormen het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van gronden en bebouwing. in de regels worden mogelijkheden in artikelen vastgelegd. Op de verbeelding worden de bestemmingen, bouw- en gebruiksmogelijkheden per locatie aangeduid. Het bestemmingsplan is opgesteld in aansluiting op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012.

Het parapluplan voorziet in diverse artikelen die naar onderwerp gerubriceerd zijn in hoofdstukken.

Het plan bevat in hoofdstuk 2 regels voor het actualiseren van bestemmingen voor stukjes in het verleden verkochte gemeentegrond. In de overeenkomst bij de grondtransactie is als inspaningsverplichting voor de gemeente opgenomen de bestemming in overeenstemming met het gebruik te brengen. In het overgrote deel van de stukjes grond gaat het om aanpassen ten behoeve van gebruik als tuin bij een woning. Het is wenselijk deze opschoonactie voor inwerkingtreding van de Omgevingswet door te voeren. Het nieuwe stelsel bevat grote technische uitdagingen. Door een zo actueel mogelijjk bestemmingsplanbestand te hebben, wordt de complexiteit niet nog groter.

In hoofdstuk 3 zijn in aanvulling op enkele bestemmingsplannen regels opgenomen die nu in de zogenaamde 'kruimellijst' zijn opgenomen. Met de kruimellijst kan er voor vooraf afgebakende gevallen afgeweken worden van een geldend bestemmingsplan. De kruimellijst vervalt van rechtswege bij inwerkingtreding van de Omgevingswet. Voor een aantal gedeelten van de kruimellijst wordt met wisselende regelmaat gebruik gemaakt. Als niets geregeld wordt, vervalt de bevoegdheid af te wijken van het omgevingsplan niet van rechtswege. De procedure kent alleen wel meer stappen. Dat is voor een aantal onderwerpen minder gewenst. Het is daarom wenselijk de vaker voorkomende gevallen onder het huidige recht om te zetten naar een omgevingsvergunning op basis van het bestemmingsplan.
Deze gevallen gaan daarmee straks onderdeel uitmaken van het tijdelijk deel van het omgevingsplan en kunnen gebruikt worden zoals we dat nu gewend zijn. Het betreft in feite dus een technisch-juridisch verplaatsing om onze huidige werkwijze te kunnen continueren. Een beperkt aantal gevallen van de bestaande kruimellijst worden niet of nauwelijk gebruikt. Deze worden niet overgenomen naar dit parapluplan. Eventuele initiatieven kunnen via een buitenplanse omgevingsplan activiteit beoordeeld worden.

2.2 Artikelsgewijze Toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene regels


Artikel 3 Toepassingsbereik

Dit artikel verduidelijkt de status van het parapluplan ten opzichte van bestaande vigerende bestemmingsplannen. Het parapluplan is een aanvulling of verbijzondering op bestaande regels. Alle overige regels uit vigerende bestemmingsplan blijven ongewijzigd van kracht.

Hoofdstuk 2 Vegen groen- en reststroken

Dit hoofdstuk bevat regels voor specifieke locaties waar groen- reststroken verkocht zijn.

Hoofdstuk 3 Voormalige kruimellijst

Dit hoofdstuk bevat de meest gebruikte juridische regels uit het bestaande gemeentelijke beleid 'Planologisch afwijkingsbeleid gemeente Rijssen - Holten 2021'.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 15 en 16 Overgangsrecht

Het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat deze regels (letterlijk) in een bestemmingsplan moeten worden opgenomen om op juiste wijze om te kunnen gaan met een veranderd planologisch regiem. Gevestigde belangen blijven gelden, maar hiervoor geldt wel een uitsterfbeleid.

Artikel 17 Slotregel

In artikel 17 wordt kenbaar gemaakt dat de regels in dit bestemmingsplan worden aangehaald als 'Regels van het Chw parapluplan implementatie Omgevingswet'.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Economische Uitvoerbaarheid

In artikel 3.1.6 lid 1, aanhef en onder f van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat onderzocht moet worden of een bestemmingsplan uitvoerbaar is. Hieronder wordt ingegaan op de economische uitvoerbaarheid.

Het is met het oog op de geplande ontwikkeling van onderliggend bestemmingsplan niet nodig om een grondexploitatie vast te stellen. Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt dat een grondexploitatie dient te worden opgesteld voor gronden met een door algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan. Dit is in onderliggend bestemmingsplan niet het geval en een grondexploitatie is daarom niet nodig.

Het parapluplan bevat geen uitvoeringsaspecten. Voor de gemeente Rijssen-Holten zijn aan zowel de opstelling als de uitvoering van dit bestemmingsplan geen kosten verbonden, ander dan de begrote kosten voor de planvorming. De economische uitvoerbaarheid is daarmee aangetoond.

3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

In artikel 3.1.6 lid 1, aanhef en onder e van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan zijn betrokken.

Inspraak

Voor dit bestemmingsplan is geen inspraakronde gehouden. Dit plan past binnen het vastgestelde beleid en betreft een aanpassing richting nieuwe wetgeving. Verder voorziet het plan in een het publiekrecht vastleggen van bestaande privaatrechtelijke afspraken. Om deze reden kan dit plan als onomstreden worden beschouwd. Het is vanzelfsprekend dat de mogelijkheid voor het indienen van een zienswijze aanwezig blijft.

Vooroverleg

Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken Waterschappen en diensten van Rijk en Provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.

Dit plan bevat geen uitvoeringsaspecten en maakt geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Met dit veegplan zijn geen nationale, provinciale, dan wel waterschapsbelangen in het geding. Om die reden heeft geen vooroverleg plaatsgevonden met het rijk, de provincie en de waterschappen.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan “Chw parapluplan implementatie Omgevingswet Rijssen-Holten” heeft met ingang van donderdag 7 september 2023 tot en met woensdag 18 oktober 2023 voor een ieder ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen omtrent het ontwerpbestemmingsplan bij de gemeenteraad naar voren te brengen. Er zijn twee zienswijzen ingediend en deze zijn in beschouwing genomen, voor de nadere uitzeenzetting wordt verwezen naar de zienswijzennota zoals opgenomen in bijlage 4.

Bijlage 1 Lijst Van Bestaande Bedrijven

Naam Bedrijfsactiviteit Adres
Wolves Autoservise Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Reggesingel 95
H. Slaghekke B.V. Veevoerfabrieken:- mengvoeder, p.c. < 100 t/u Molendijk-Zuid 3
Rosman opslag en vuurwerk Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt Haarstraat 117
Automobielbedrijf Beltman B.V. Benzineservisestations:- zonder LPG Beatrixplein 4
Tango Rijssen

V.O.F. Autobedrijf G. Nieuwenhuis
- Benzineservisestations:- zonder LPG,
- Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
Holterstraat 85-87
A.J.G. Voortman Benzineservisestations:- zonder LPG Markeloseweg 7
Hoveniersbedrijf De Brekeld V.O.F. Tuinbouw:- bedrijfsgebouwen Brekeldlaan 20
VolkerWessels Bouwmateriaal Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² Enterstraat 202

Bijlage 2 Staat Van Bedrijven

SBI-1993 SBI-2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS CATEGORIE
- - nummer GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE
AFSTAND
01 01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
014 016 0 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
014 016 1 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 D 3.1
014 016 3 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 3.1
014 016 4 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² 30 10 30 10 30 2
02 02 - BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW
020 021, 022, 024 Bosbouwbedrijven 10 10 50 0 50 3.1
15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:
151 101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100 D 3.2
151 101 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2
151 101, 102 7 - loonslachterijen 50 0 50 10 50 3.1
151 108 8 - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² 50 0 50 10 50 3.1
152 102 0 Visverwerkingsbedrijven:
152 102 5 - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² 100 10 50 30 100 3.2
152 102 6 - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² 50 10 30 10 50 3.1
1532, 1533 1032, 1039 0 Groente- en fruitconservenfabrieken:
1532, 1533 1032, 1039 1 - jam 50 10 100 C 10 100 3.2
1532, 1533 1032, 1039 2 - groente algemeen 50 10 100 C 10 100 3.2
1532, 1533 1032, 1039 3 - met koolsoorten 100 10 100 C 10 100 3.2
1551 1051 0 Zuivelprodukten fabrieken:
1551 1051 3 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 50 0 100 C 50 R 100 3.2
1552 1052 1 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 0 100 C 50 R 100 3.2
1581 1071 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581 1071 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 30 10 30 C 10 30 2
1581 1071 2 - v.c. >= 7500 kg meel/week 100 30 100 C 30 100 3.2
1582 1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 C 30 100 3.2
1584 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1584 10821 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 30 50 30 R 100 3.2
1585 1073 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 50 3.1
1586 1083 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1586 1083 2 - theepakkerijen 100 10 30 10 100 3.2
1589.2 1089 0 Soep- en soeparomafabrieken:
1589.2 1089 1 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 100 3.2
1593 t/m 1595 1102 t/m 1104 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 10 0 30 C 0 30 2
1598 1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2
17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
171 131 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2
172 132 0 Weven van textiel:
172 132 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2
173 133 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1
174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1
176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1
18 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181 141 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1
182 141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 10 10 30 10 30 2
183 142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1
19 15 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)
192 151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1
193 152 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1
20 16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.1 16101 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2
2010.2 16102 0 Houtconserveringsbedrijven:
2010.2 16102 2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1
202 1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2
203, 204, 205 162 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2
203, 204, 205 162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 50 3.1
205 162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 10 30 0 30 2
21 17 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2112 1712 0 Papier- en kartonfabrieken:
2112 1712 1 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 C 30 R 50 3.1
212 172 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2
2121.2 17212 0 Golfkartonfabrieken:
2121.2 17212 1 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 C 30 R 100 3.2
22 58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
221 581 Uitgeverijen (kantoren) 0 0 10 0 10 1
2221 1811 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2
2222 1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2
2222.6 18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 0 30 0 30 2
2223 1814 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1
2223 1814 B Binderijen 30 0 30 0 30 2
2224 1813 Grafische reproduktie en zetten 30 0 10 10 30 2
2225 1814 Overige grafische aktiviteiten 30 0 30 10 30 D 2
223 182 Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 10 1
23 19 - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
2320.2 19202 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2
24 20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2442 2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken:
2442 2120 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1
2442 2120 2 - verbandmiddelenfabrieken 10 10 30 10 30 2
2462 2052 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2462 2052 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2
2464 205902 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2
2466 205903 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1
25 22 - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2512 221102 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512 221102 1 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 50 3.1
2513 2219 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2
26 23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
261 231 0 Glasfabrieken:
261 231 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 100 3.2
2615 231 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1
262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:
262, 263 232, 234 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 10 30 10 30 2
262, 263 232, 234 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2
2661.2 23612 0 Kalkzandsteenfabrieken:
2661.2 23612 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 100 3.2
2662 2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2
2663, 2664 2363, 2364 0 Betonmortelcentrales:
2663, 2664 2363, 2364 1 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 10 100 3.2
2665, 2666 2365, 2369 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:
2665, 2666 2365, 2369 1 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 100 3.2
267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267 237 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2
2681 2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 10 30 50 10 50 D 3.1
2682 2399 C Minerale produktenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 100 D 3.2
28 25, 31 - VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
281 251, 331 0 Constructiewerkplaatsen
281 251, 331 1 - gesloten gebouw 30 30 100 30 100 3.2
2821 2529, 3311 0 Tank- en reservoirbouwbedrijven:
284 255, 331 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 100 D 3.2
2851 2561, 3311 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2851 2561, 3311 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2
2851 2561, 3311 11 - metaalharden 30 50 100 50 100 D 3.2
2851 2561, 3311 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2
2851 2561, 3311 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2
2851 2561, 3311 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2
2851 2561, 3311 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2
2851 2561, 3311 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2
2851 2561, 3311 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2
2851 2561, 3311 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2
2851 2561, 3311 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2
2851 2561, 3311 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 100 3.2
2852 2562, 3311 1 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2
287 259, 331 A0 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
287 259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 30 100 30 100 3.2
29 27, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29 27, 28, 33 0 Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:
29 27, 28, 33 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 100 30 100 D 3.2
30 26, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30 26, 28, 33 A Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie 30 10 30 10 30 2
31 26, 27, 33 - VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
314 272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2
316 293 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 10 30 10 30 2
32 26, 33 - VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.
321 t/m 323 261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie 30 0 50 30 50 D 3.1
3210 2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1
33 26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33 26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie 30 0 30 0 30 2
34 29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
341 291 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven
343 293 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2
35 30 - VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
351 301, 3315 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351 301, 3315 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1
351 301, 3315 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2
352 302, 317 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
352 302, 317 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2
353 303, 3316 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
354 309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2
355 3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2
36 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361 310 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2
361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1
362 321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 30 2
363 322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2
364 323 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1
365 324 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1
3663.2 32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1
45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID
45 41, 42, 43 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2
45 41, 42, 43 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 10 30 50 10 50 3.1
45 41, 42, 43 2 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 10 30 50 10 50 3.1
45 41, 42, 43 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 30 2
50 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504 451, 452, 454 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 10 0 30 10 30 2
501 451 Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie) 10 10 100 10 100 3.2
5020.4 45204 A Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 100 3.2
5020.4 45204 B Autobeklederijen 0 0 10 10 10 1
5020.4 45204 C Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 50 3.1
5020.5 45205 Autowasserijen 10 0 30 0 30 2
503, 504 453 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 0 0 30 10 30 2
505 473 0 Benzineservisestations:
505 473 2 - met LPG < 1000 m3/jr 30 0 30 50 R 50 3.1
505 473 3 - zonder LPG 30 0 30 10 30 2
51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
511 461 Handelsbemiddeling (kantoren) 0 0 10 0 10 1
5121 4621 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 50 3.1
5122 4622 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 30 2
5123 4623 Grth in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2
5124 4624 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1
5125, 5131 46217, 4631 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1
5132, 5133 4632, 4633 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1
5134 4634 Grth in dranken 0 0 30 0 30 2
5135 4635 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 30 2
5136 4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 30 2
5137 4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 30 2
5138, 5139 4638, 4639 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 30 2
514 464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 30 2
5151.1 46711 0 Grth in vaste brandstoffen:
5151.1 46711 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1
5151.2 46712 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
5151.3 46713 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2
5152.1 46721 0 Grth in metaalertsen:
5152.2 /.3 46722, 46723 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 10 100 10 100 3.2
5153 4673 0 Grth in hout en bouwmaterialen:
5153 4673 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 50 3.1
5153.4 46735 4 zand en grind:
5153.4 46735 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 0 30 100 0 100 3.2
5154 4674 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154 4674 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1
5155.1 46751 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 100 D 3.2
5156 4676 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 30 2
5157 4677 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 100 3.2
5157.2/3 4677 0 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2
5157.2/3 4677 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 10 10 50 10 50 3.1
518 466 0 Grth in machines en apparaten:
518 466 1 - machines voor de bouwnijverheid 0 10 100 10 100 3.2
518 466 2 - overige 0 10 50 0 50 3.1
519 466, 469 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. 0 0 30 0 30 2
52 47 - DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN
527 952 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 0 0 10 10 10 1
60 49 - VERVOER OVER LAND
6022 493 Taxibedrijven 0 0 30 C 0 30 2
6023 493 Touringcarbedrijven 10 0 100 C 0 100 3.2
6024 494 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 0 0 100 C 30 100 3.2
6024 494 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² 0 0 50 C 30 50 3.1
63 52 - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
6311.2 52242 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:
6311.2 52242 2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 100 D 3.2
6312 52102, 52109 A Distributiecentra, pak- en koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1
6312 52109 B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 0 0 30 C 10 30 2
64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE
641 531, 532 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 C 0 30 2
642 61 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1
71 77 - VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
90 37, 38, 39 - MILIEUDIENSTVERLENING
9001 3700 A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:
9002.1 381 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 50 3.1
9002.1 381 B Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1
9002.2 382 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2 382 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2
9002.2 382 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1
9002.2 382 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2
9002.2 382 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2
9002.2 382 C0 Composteerbedrijven:
9002.2 382 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 100 3.2
93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1 96011 A Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 C 30 50 3.1
9301.1 96011 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1
9301.2 96012 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 30 2
9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2

Bijlage 3 Categorie-indeling Horecabedrijven

CATEGORIE 1:

zijn vormen van horeca:

  1. a. die wat betreft ruimtelijke uitstraling / functionele uitstraling (exploitatievorm) aansluiten bij winkelvoorzieningen en daarmee qua openingstijden nagenoeg sporen en waar naast kleinere etenswaren alsmede alcoholvrije dranken wordt verstrekt, zoals een lunchroom, koffiehuis, ijssalon, broodjeszaak, croissanterie patisserie of een crêperie;
  2. b. die wat betreft de ruimtelijke uitstraling / functionele uitstraling (exploitatievorm) behoren bij en ondergeschikt zijn aan een sociaal/culturele hoofdfunctie, zoals kerkelijke centra, sporthallen, kleinschalige horeca in buurtcentra;

mogelijke effecten: komen en gaan, parkeerdruk, afval op straat.

CATEGORIE 2:

zijn vormen van horeca die wat betreft ruimtelijke uitstraling / functionele uitstraling (exploitatievorm) aansluiten bij winkelvoorzieningen, maar qua openingstijden daarvan afwijken in die zin, dat ze ook in (een deel van) de avonduren geopend zijn:

  1. c. naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn een cafetaria, snackbar of een shoarmazaak;
  2. d. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die deels ter plaatse worden geconsumeerd maar voor een belangrijk deel ook elders, zoals pizzeria's of (afhaal)restaurants;
  3. e. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die ter plaatse worden geconsumeerd, zoals een restaurant, bistro, poffertjeszaak, pannenkoekenhuis, hotel-restaurant of pension;

mogelijke effecten: komen en gaan, parkeerdruk, stankoverlast, afval op straat, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers.

CATEGORIE 3:

zijn vormen van horeca die wat betreft ruimtelijke uitstraling / functionele uitstraling (exploitatievorm) niet aansluiten bij winkelvoorzieningen en qua openingstijden daarvan afwijken in die zin, dat ze ook in (een deel van) de nachtelijke uren geopend zijn:

  1. f. waarin hoofdzaak al dan niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Voorbeelden zijn een café, bar, eetcafé, pub of een café-restaurant;
  2. g. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die ter plaatse worden geconsumeerd, zoals een restaurant, bistro, poffertjeszaak, pannenkoekenhuis, hotel-restaurant of pension;

mogelijke effecten: komen en gaan, parkeerdruk, stankoverlast, afval op straat, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers (ook in een deel van de nacht).

CATEGORIE 4:

zijn vormen van horeca waar zaalaccommodatie ter beschikking wordt gesteld;

  1. h. ten behoeve van het organiseren van bijeenkomsten en partijen, zoals onder meer in een partycentrum, zalencentrum en buurthuis;
  2. i. waar als nevenactiviteit wordt voorzien in het verstrekken van kleine etenswaren en al dan niet alcoholhoudende dranken;

mogelijke effecten: komen en gaan, parkeerdruk, stankoverlast, afval op straat, afvalopslag, geluidsoverlast (ook in een deel van de nacht).

Bijlage 4 Zienswijzennota

Bijlage 4 Zienswijzennota