KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Wonen
Artikel 5 Waarde - Archeologische Verwachtingswaarde Hoog
Artikel 6 Waarde - Archeologische Verwachtingswaarde Middelhoog
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 7 Algemene Bouwregels
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 10 Algemene Procedureregels
Artikel 11 Overige Regels
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht Gebruik
Artikel 13 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Voor De Planherziening
1.2 De Bij Het Plan Behorende Stukken
1.3 Begrenzing Van Het Plangebied
1.4 Opzet Van De Toelichting
Hoofdstuk 2 Toelichting Op De Planregels
2.1 Algemeen
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 4 Zienswijze En Overleg
4.1 Zienswijze
4.2 Overleg

Buitengebied Rijssen, Elsmaten 3

Bestemmingsplan - Gemeente Rijssen-Holten

Vastgesteld op 30-04-2015 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.BPB2014005-0401 met bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.2 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (één van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn, en geen betrekking hebbend op detailhandel of horeca-gerelateerde activiteiten, dat op kleine schaal in een woning en/of daarbij bijbehorend bouwwwerk wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aanpijling

een op de kaart blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;

1.6 achtererfgebied

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;

1.7 afhankelijke woonruimte:

een recreatiewoning, gastenverlijf of bijgebouw, welke een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, die voor mantelzorg geschikt is en waarbij sprake is van één huishouden op het perceel;

1.8 archeologische waarde

de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;

1.9 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.10 bestaande situatie

ten aanzien van bebouwing:legaal aanwezige bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning. Ten aanzien van gebruik:het legaal gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.

1.11 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.12 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. Indien en voor zover meerdere bestemmingsvlakken middels een aanduiding met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bestemmingsvlak;

1.13 bijbehorend bouwwerk

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.14 boomkwekerij

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen en overige sierheesters, een en ander in de vorm van volle grondteelt dan wel containerteelt;

1.15 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.16 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.17 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.18 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.19 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.20 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond;

1.21 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;

1.22 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.23 de verbeelding (plankaart)

de verbeelding (plankaart) van het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, Elsmaten 3 , bestaande uit de kaarten met nr. NL.IMRO.1742.BPB2014005-0401;

1.24 dienstverlening

het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden;

1.25 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

1.26 eerste verdieping

de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;

1.27 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.28 het plan

het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, Elsmaten 3 van de gemeente Rijssen-Holten;

1.29 hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.30 houtteelt

de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;

1.31 kampeermiddel

een tent, tentwagen, een kampeerauto, niet zijnde een stacaravan of een chalet;

1.32 kampeerplaats

een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel. Een bijzettentje voor bijvoorbeeld de kinderen wordt hierbij niet als afzonderlijk kampeermiddel aangemerkt.

1.33 kelder

een gedeelte van een gebouw, dat aan de bovenzijde wordt afgedekt door de begane grondvloer van datzelfde gebouw;

1.34 kleinschalig kampeerterrein

een terrein of plaats geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van maximaal 25 stuks kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, met dien verstande dat stacaravans niet zijn toegestaan;

1.35 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;

1.36 maaiveld

het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;

1.37 mantelzorg

het bieden van zorg in een woning aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

1.38 nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;

1.39 natuurlijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen, voorkomend in dat gebied;

1.40 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;

1.41 omgevingsvergunning voor de activiteit aanleggen

een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingrecht;

1.42 overkapping

een bouwwerk geen gebouw zijnde voorzien van een gesloten dak;

1.43 persoonsgebonden overgangsrecht

een persoonsgebonden overgangsrecht is een overgangsrecht zoals bedoeld in artikel 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening. Dit betekent dat het strijdige gebruik mag worden voortgezet door die perso(o)n(en) die op de datum van vaststelling van het bestemmingsplan een persoonsgebonden overgangsrecht hebben;

1.44 paardrijbak

buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;

1.45 peil

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. het peil zoals door of namens burgemeester en wethouders is bepaald;

1.46 perceelgrens

De scheiding tussen percelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door één gebruiker worden benut;

1.47 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

1.48 werkschuur

een vrijstaand gebouw die gebruikt wordt voor het stallen van enkele hobby dieren en/of opslag van agrarische hulpmaterialen zoals machines of opslag van gewassen zoals stro, hooi en zaagsel.

1.49 verticale diepte van een gebouw

de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer;

1.50 volkstuin

een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik;

1.51 volwaardig agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat naar aard en omvang en gelet op de arbeidsbehoefte als zodanig moet worden aangemerkt en waarvan de continuïteit voor een periode van ten minste 10 jaar redelijkerwijs is te verwachten. Het bedrijf dient te voorzien in het hoofdinkomen van het bedrijfshoofd. De arbeidsbehoefte en -omvang dienen ten minste één arbeidskracht te omvatten die qua tijdsbesteding volledig (voltijds) werkzaam is of zal zijn in het bedrijf;

1.52 weg

voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg, bestaande uit één hoofdrijbaan of hoofdrijbanen, daaronder niet begrepen de in-/uitvoegstroken, voorsorteervakken, weefvakken, fietspaden en parallelwegen;

1.53 wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.54 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.55 woongebouw

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

1.56 woonhuis

een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 Gebouwen en bouwwerken

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,5 m bedraagt.

2.3 Maatvoering

Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:

  1. a. voor lengten in meters (m);
  2. b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
  3. c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
  4. d. voor verhoudingen in procenten (%);
  5. e. voor hoeken/hellingen in graden (º).

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf niet zijnde opslag van veevoer, mest en agrarische producten met dien verstande dat dit niet geldt voor opslag binnen 50 m vanaf het agrarisch bouwvlak;
  2. b. het weiden van vee;
  3. c. akkerbouw en vollegrondstuinbouw;
  4. d. (boom)kwekerijen, hout- en fruitteelt zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  5. e. het behoud van de landschappelijke waarde;
  6. f. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  7. g. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  8. h. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik, zoals onverharde en (half)verharde wandel-, fiets- en ruiterpaden;
  9. i. paardrijbakken welk op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan reeds aanwezig waren;

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerken zijnde.

3.2 Bouwregels

Op de (plankaart) voor Agrarisch aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  3. c. de landschappelijke inpassing.

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1:

  1. a. ten behoeve van een (boom)kwekerijen, hout- en fruitteelt;

3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen in woonhuizen;
  2. b. landschappelijke inpassing;
  3. c. bed & breakfast in de woning;
  4. d. paardrijbakken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan reeds aanwezig waren;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van agrarisch-werkschuur , voor een werkschuur is toegestaan;

met daarbij behorende:

  1. f. gebouwen;
  2. g. voorzieningen;
  3. h. tuinen en erven.

met dien verstande dat

  1. i. paardrijbakken niet zijn toegestaan tenzij deze op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan reeds aanwezig waren

4.2 Bouwregels

Op de tot Wonen bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  1. a. 4.3.1 onder h ten behoeve van het gebruik voor afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg, met dien verstande dat:
    1. 1. de afstand van de afhankelijke woonruimte tot de woning niet meer dan 25 m mag bedragen;
    2. 2. de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte niet meer bedraagt dan 75m2;
    3. 3. aantoonbaar aannemelijk is dat sprake is van een tijdelijke situatie (zorgindicatie) die zal worden beëindigd en wordt teruggebracht naar het oorspronkelijke gebruik nadat de mantelzorg is vervallen.

Artikel 5 Waarde - Archeologische Verwachtingswaarde Hoog

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:

  1. a. het behoud, de bescherming en/of het herstel van de archeologische waarden;

met daarbij behorende:

  1. b. bouwwerken;
  2. c. voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op de voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog aangewezen gronden mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet worden gebouwd.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in 5.2 en kan worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 6 Waarde - Archeologische Verwachtingswaarde Middelhoog

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. het behoud, de bescherming en/of het herstel van de (verwachte) archeologische waarden;

met daarbij behorende:

  1. b. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  2. c. voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, geen bouwwerken worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.2 en kan worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 7 Algemene Bouwregels

7.1 Bebouwingsgrenzen

Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen dienen, wanneer gebouwen worden gebouwd op gronden grenzend aan een verkeersbestemming de volgende afstanden uit de as van de meest nabijgelegen rijbaan van de op de kaart nader onderscheiden wegen in acht genomen:

bestemming afstand
Verkeer - 1 100 m
Verkeer - 2 50 m
Verkeer - 3 20 m
Verkeer - Onverhard 10 m

7.2 geluidszones langs wegen

Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:

  1. a. 250 meter ter weerszijden van een weg met een of twee rijstroken;
  2. b. 400 meter ter weerszijde van een weg met drie of vier rijstroken;

mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.

7.3 geluidszones langs spoorwegen

Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van 500 meter van de spoorlijn Deventer-Wierden mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.

Artikel 8 Algemene Gebruiksregels

8.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen; het gebruiken, te doen of laten gebruiken of in gebruik te geven van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:

  1. a. op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemmingen, tenzij voor dit afwijkende gebruik op grond van de regels in dit plan een omgevingsvergunning is verleend.
  2. b. een paardrijbak, tenzij dat uitdrukkelijk is toegestaan;
  3. c. een seksinrichting, tenzij dat uitdrukkelijk is toegestaan
  4. d. bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk;

Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels

9.1 Reconstructiewetzone - Verwevingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied zijn de bepalingen vanuit de Reconstructiewet van toepasing.

Artikel 10 Algemene Procedureregels

10.1 Nadere eis

Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:

  1. a. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
  2. b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
  3. c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de ondera genoemde termijn;
  4. d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.

Artikel 11 Overige Regels

11.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht Gebruik

12.1 Gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.

12.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

12.3 Verbod

Indien het gebruik, bedoeld in eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

12.4 Uitzondering

Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 13 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, Elsmaten 3.

April 2015

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding Voor De Planherziening

Het voorliggende bestemmingsplan "Buitengebied Rijssen, Elsmaten 3" heeft betrekking op het verplaatsen van de aanduiding in het bestemmignsplan buitengebied voor een werkschuur/paardenstal.

In de huidige situatie kan er een paardenstal gerealiseerd worden op een agrarisch perceel aan de Groteboersdijk in Rijssen (direct grenzend aan Elsmaten 3). Hiervoor is in april 2011 een omgevingsvergunning verleend. De paardenstal is tevens van een aanduiding voorzien in het op 1 november 2012 vastgestelde bestemmingsplan buitengebied. De paardenstal is echter nooit gerealiseerd.

De heren G.J. Bakker en H. Bakker hebben de gemeente verzocht om het recht voor een paardenstal op het perceel aan de Grotenboersdijk te verplaatsen naar een bestaande schuur op het naastgelegen perceel Elsmaten 3. Voor deze bestaande schuur is reeds al een sloopvergunning verleend. De initiatiefnemers hebben aangegeven de bestaande schuur graag te willen behouden en zijn bereid ter compensatie de nieuw te bouwen paardenstal te laten weg bestemmen.

De oppervlakte van de bestaande schuur is 110 m2 en de nieuw te bouwen stal 96 m2 (157 m2 inclusief overstek). Door deze wijziging zal de bebouwingsoppervlakte niet toenemen.

De gemeente Rijssen-Holten is voornemens medewerking te verlenen aan het verzoek van de heren G.J. Bakker en H. Bakker. Het voorliggende bestemmingsplan maakt deze wijziging planologisch mogelijk.

1.2 De Bij Het Plan Behorende Stukken

Het bestemmingsplan "Buitengebied Rijssen, Elsmaten 3" bestaat uit de volgende stukken:

  • verbeelding (plankaart), schaal 1:5.000 (ID plannr. NL.IMRO.1742.BPB2014005-0401);
  • planregels;
  • toelichting.

Op de verbeelding zijn de bestemmingen en aanduidingen van de in het plan begrepen gronden aangegeven. In de planregels zijn bepalingen opgenomen teneinde de uitgangspunten van het plan veilig te stellen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting, waarin het aan het plan ten grondslag liggend onderzoek en een planbeschrijving zijn opgenomen.

1.3 Begrenzing Van Het Plangebied

Elsmaten 3 in Rijssen ligt in het buitengebied van Rijssen. Het perceel is gelegen nabij de provinciale weg N347. Het beoogde paardenstal was gesitueerd op een agrarische perceel aan de Groteboersdijk (aangrenzend aan Elsmaten 3). Het voorliggende bestemmingsplan is alleen van toepassing op de locatie van de beoogde paardenstal en de reeds bestaande schuur. De omliggende gronden maken geen deel uit van dit bestemmingsplan.

Afbeelding 1: situatieschets

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2014005-0401_0001.jpg"

1.4 Opzet Van De Toelichting

De toelichting is na dit inleidende hoofdstuk als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt een nadere toelichting gegeven op de planregels (juridisch-technisch). Hoofdstuk 3 omvat een korte beschouwing over de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Tot slot bevat hoofdstuk 4 de resultaten van de ingediende zienswijze en het vooroverleg.

Hoofdstuk 2 Toelichting Op De Planregels

2.1 Algemeen

Het voorliggende bestemmingsplan verplaatst het planologisch recht van een werkschuur. De bestemmingsplan regels zoals deze gelden binnen het huidige bestemmingsplan buitengebied, zijn overgenomen. Voor andere onderbouwen van de planregels wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan "Buitengebied, Rijssen-Holten" vastgesteld op 1 november 2012.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening dient inzicht te worden gegeven in de uitvoerbaarheid van het plan. Voor wat betreft de economische uitvoerbaarheid kan worden gesteld dat er geen sprake is van een kostenverhaal die vooraf geregeld moet worden. Het betreft hier een particulier initiatief waarbij de bestaande schuur positief bestemd wordt. Aan de realisatie van dit bestemmingsplan zijn voor de gemeente geen kosten verbonden. In een anterieure overeenkomst wordt er een planschaderegeling getroffen.

Hoofdstuk 4 Zienswijze En Overleg

4.1 Zienswijze

Het ontwerpplan heeft ter inzage gelegen van woensdag 26 november 2014 t/m dinsdag 6 januari 2015. Gedurende deze periode zijn er geen zienswijze ingebracht op het plan.

4.2 Overleg

Conform artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening wordt het bestemmingsplan voorgelegd aan de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en wordt overleg gepleegd met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Er zijn naar aanleiding hiervan geen reacties ingediend.

April 2015