Buitengebied Holten, belevingspad Holterenk en fietspad Beukenlaan - Molenbelterweg
Bestemmingsplan - gemeente Rijssen-Holten
Vastgesteld op 17-12-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Buitengebied Holten, belevingspad Holterenk en fietspad Beukenlaan - Molenbelterweg' met identificatienummer NL.IMRO.1742.BPB2014007-0401 van de gemeente Rijssen-Holten;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
1.3 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.4 bestaand:
- 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is binnen het betreffende bouwperceel en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
- 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende Beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de Beheersverordening, of een andere planologische toestemming;
1.5 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.6 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.7 Bevi-inrichting
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.8 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.9 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.10 extensieve (dag)recreatie:
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving zoals wandelen en fietsen en die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
1.11 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.12 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen:
voorzieningen, zoals picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden, speelvoorzieningen, banken en rustpunten, ten behoeve van extensieve (dag)recreatieve activiteiten;
1.13 kunstwerk:
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.14 landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
1.15 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden:
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
1.16 omgevingsvergunning:
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.17 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.18 peil:
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- 2. het peil zoals door of namens burgemeester en wethouders is bepaald;
1.19 risicovolle inrichting:
een inrichting, waarvoor op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.20 seksinrichting:
een inrichting, bestaande uit één of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel;
1.21 wijziging:
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouwen zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische cultuurgronden;
- b. het behoud en het herstel van de landschappelijke waarden, tot uitdrukking komend in de openheid van het landschap of kleinere natuurelementen;
- c. het weiden van vee;
- d. infrastructurele voorzieningen, zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan;
- e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
- f. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik, zoals onverharde en (half)verharde wandel-, fiets- en ruiterpaden;
- g. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- h. kunstwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - kunstwerk';
met bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerken zijnde, met dien verstande dat een paardrijbak niet is toegestaan.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Bos
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bos en/of dichte beplantingsstroken;
- b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
- c. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan;
- d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
- e. kleinschalige (dag)recreatieve voorzieningen;
- f. openbare nutsvoorzieningen;
- g. inritten en paden ten behoeve van omliggende voorzieningen;
- h. een kunstwerk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - kunstwerk'.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken als opslag-, stort- of bergplaats, stalling en achterlating van voer- en vaartuigen en andere al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken als stand- of ligplaats voor kampeermiddelen, permanente of demontabele/verplaatsbare inrichtingen voor detailhandel in etenswaren en/of dranken;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken dat leidt tot onevenredige aantasting van het leefmilieu van ter plaatse voorkomende dier- en plantensoorten die bescherming behoeven op grond van de Flora- en faunawet en waarvoor geen ontheffing kan worden verleend;
- d. de winning van bosstrooisel;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken als crossterrein of voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport of andere geluidsoverlast veroorzakende activiteiten;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van exploitatie van diepe delfstoffen;
- g. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van de gronden en gebouwen als kleinschalig kampeerterrein en/of verenigingskampeerterrein;
- h. het gebruik van de gronden en bouwwerken als horeca- of detailhandel.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Verkeer - Verblijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. fiets- en voetpaden;
- b. openbare nutsvoorzieningen;
- c. overdekte fietsenstallingen, ter plaatse van de aanduiding 'fietsenstalling';
met dien verstande dat:
- d. in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, keerwanden, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, zijn begrepen;
- e. onder water worden de doeleinden voor afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater begrepen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken voor het stallen/parkeren van voertuigen ten dienste van voertuig-intensieve bedrijven, zoals garagebedrijven en taxibedrijven, handel/reparatie van auto’s/motorfietsen, benzineservicestations, vervoersbedrijven, verhuur/verkoop van transportmiddelen, waaronder wordt begrepen het stallen/parkeren van voertuigen van personeel.
Artikel 6 Waarde - Archeologie
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde - Archeologie” aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor het behoud van een archeologisch terrein met een bepaalde archeologische waarde, met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen, met dien verstande dat de kwaliteit van het archeologisch terrein van primaire betekenis is.
6.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de onderliggende basisbestemmingen, mag ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' niet worden gebouwd.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.2 en kan worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Waarde - Middelhoge Archeologische Verwachting
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Waarde - Middelhoge archeologische verwachting” aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
7.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de onderliggende basisbestemmingen, mag ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Middelhoge archeologische verwachting' niet worden gebouwd.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Middelhogearcheologische verwachting', het plan te wijzigen zodanig dat deze dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Artikel 8 Waarde - Reliëf
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Reliëf' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. het behoud, bescherming en/of herstel van de cultuurhistorische waarden, zoals deze tot uitdrukking komen in het grootschalig reliëf en het begroeiingspatroon;
met daarbij behorende:
- b. bebouwing;
- c. voorzieningen.
8.2 Bouwregels
Ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Reliëf' mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, ingevolge dit plan toegestane bouwwerken slechts worden opgericht indien en voor zover de cultuurhistorische belangen dit toestaan.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval begrepen:
- a. het gebruik van de onbebouwde grond als stort- en/of opslagplaats van aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud;
- b. het gebruik of het laten gebruiken van gronden als stalling- en/of opslagplaats van een of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik of onderhoud;
- c. het gebruik van gronden en bebouwing als of ten behoeve van een seksinrichting of prostitutiebedrijf.
Artikel 11 Algemene Aanduidingsregels
11.1 veiligheidszone - bevi
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
12.1 Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:
- a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken, zoals kunstwerken, nutsvoorzieningen, fietsenstallingen, wachthuisjes, telefooncellen, bewaarplaatsen van huisvuilcontainers, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 30 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
- b. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van de ligging van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen;
- c. ten behoeve van het bouwen van antennemasten tot een bouwhoogte van 20 m;
- d. van de bestemmingsregels en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en behoeve van zend- en ontvangstmasten voor telecommunicatie, waarvan de bouwhoogte vanaf peil ten hoogste 55 m mag bedragen, worden gebouwd, met dien verstande dat:
- 1. de noodzaak voor plaatsing van de antenne is aangetoond waarbij het gedeelde gebruik van masten moet zijn overwogen;
- 2. de mast bij voorkeur op een bedrijventerrein wordt geplaatst;
- 3. de mast bij voorkeur op of in de onmiddellijke nabijheid van hoge gebouwen en/of bouwwerken of langs grote infrastructurele lijnen (zoals hoogspanningsleidingen en (spoor)wegen) wordt geplaatst;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijk, cultuurhistorische en landschappelijke waarden van gebouwen en gebieden.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het uiterlijk van zend- en ontvangstmasten bij plaatsing in of nabij bos- en natuurgebieden en in agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden.
12.2 Afwegingskader
De in 12.1 bedoelde omgevingsvergunningen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de fysieke veiligheid.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 Overgangsrecht bouwwerken
13.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 14 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Holten, belevingspad Holterenk en fietspad Beukenlaan - Molenbelterweg'.
Bijlage 1 Beleidsnotitie/planbeschrijving Groentransferium - Fase 1
Bijlage 1 Beleidsnotitie/Planbeschrijving Groentransferium - Fase 1