Rijssen Centrum, Wierdensestraat 44
Bestemmingsplan - gemeente Rijssen-Holten
Vastgesteld op 16-04-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
plan
het bestemmingsplan Rijssen Centrum, Wierdensestraat 44 met identificatienummer NL.IMRO.1742.BPRC2020002-0401 van de gemeente Rijssen-Holten;
de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie, bestaande uit de kaart NL.IMRO.1742.BPRC2020002-0401;
Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.BPRC2020002-0401 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 2.12 lid 1 sub a, Wabo;
archeologische waarden
de in de plantoelichting beschreven of genoemde sporen van menselijke activiteiten in het verleden, die vanwege hun zeldzaamheid en/of vanwege hun betekenis voor archeologisch onderzoek in aanmerking komen voor behoud, bescherming en - zo mogelijk - herstel en/of bijzonder beheer;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daarin, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
bruto vloeroppervlak
de totale bebouwde oppervlakte van de detailhandelsvestiging, inclusief kantine, magazijn- en kantoorruimte en met inbegrip van kelderruimten;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn indeling of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
horecabedrijf
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
nadere eis
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
netto vloeroppervlak
het voor het publiek toegankelijke deel van de detailhandelsvestiging die is bestemd als verkoop- en uitstallingsruimte, exclusief kantine, magazijn- en kantoorruimte;
omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub b van de Wabo;
prostitutiebedrijf
een gebouw, voer- of vaartuig, dan wel enig gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk bestemd, dan wel in gebruik voor het daar uitoefenen van prostitutie; prostitutie is het tegen betaling hebben van sexuele omgang met anderen op een naar buiten toe kenbare wijze;
sex- en/of pornobedrijf
een inrichting bestemd voor het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard. Onder sex en/of pornobedrijf wordt mede begrepen:
- a. sexbioscoop:
een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;
- b. sexclub:
een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard;
- c. sexautomaat:
een inrichting, bestemd voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van films- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;
- d. sexwinkel:
een ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van sexartikelen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker;
Staat van Bedrijfsactiviteiten
Een van het bestemmingsplan deel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
wijziging
Een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bij balkons, luifels en overstekende daken die geen ondergeschikte bouwdelen zijn wordt een fictieve gevel neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouwen zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en andere installaties, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, mits de overschrijding van de bouwhoogte niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
Bij het berekenen van de goothoogte worden ondergeschikte bouwonderdelen als dakkappellen en doorlopende gevels buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de goothoogte niet meer dan 3 m bedraagt en de breedte van een doorlopende gevel maximaal 4 m mag zijn.
afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens
Tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is;
ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,5 m bedraagt.
peil
- a. Voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de bouwhoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. In andere gevallen: de gemiddelde bouwhoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse.
Maatvoering
lle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- d. voor verhoudingen in procenten (%);
- e. voor hoeken/hellingen in graden
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Horeca
3.1 bestemmingsomschrijving
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca, overeenkomstig categorie 1, 2 en 3, vermeld in de bij deze regels behorende Bijlage 2Categorie-indeling horecabedrijven' met dien verstande dat het bruto vloeroppervlak per horecavestiging niet meer mag bedragen dan 350 m2;
- b. wonen;
een en ander met bijbehorende bebouwing, (on)bebouwde terreinen en overige voorzieningen ten behoeve van de bestemming.
3.2 bouwregels
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:
- a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd, met dien verstande dat vrijstaande (bedrijfs-)woningen niet zijn toegestaan;
- b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
- c. de bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 11 m bedragen;
- d. gebouwen dienen te worden georiënteerd op, en de etalages en/of hoofdingang te worden gesitueerd ter plaatse van, de aanduiding 'gevellijn', voor zover deze aanduiding is opgenomen;
- e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 2 m bedragen.
3.3 specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen: het gebruik van de gronden en bouwwerken als horecabedrijven in de vorm van bar-dancings, nachtclubs en discotheken.
3.4 afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
- a. artikel 3.1 voor het gebruik van de gronden binnen de bestemming ten behoeve van detailhandel, mits de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
- b. artikel 3.1 onder a ten aanzien van het bruto vloeroppervlak per horecavestiging teneinde dit met 10% te vergroten.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor ontsluitingsgebied alsmede bijbehorende parkeer- en groenvoorzieningen en bouwwerken.
4.2 Bouwregels
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:
- a. gebouwen mogen niet worden gebouwd;de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten en verwijsborden maximaal 8 m mag bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken voor het stallen / parkeren van voertuigen ten dienste van voertuig-intensieve bedrijven, zoals garagebedrijven en taxibedrijven, handel/reparatie van auto's; motorfietsen, benzineservicestations, vervoersbedrijven, verhuur/verkoop van transportmiddelen, waaronder wordt begrepen het stallen / parkeren van voertuigen van personeel.
Artikel 5 Waarde - Hoge Archeologische Verwachting
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Hoge archeologische verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
5.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd bij ingrepen dieper dan 0,5 meter en met een oppervlakte van meer dan 100 m2 en de oppervlakte van bestaande gebouwen mag niet worden vergroot met een oppervlakte van meer dan 100 m2 .
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
- a. het wijzigen van de bestemming “Waarde - Hoge archeologische verwachting' in een andere archeologische bestemming, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit wenselijk is;
- b. het verwijderen van de bestemming “Waarde - Hoge archeologische verwachting”, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
7.1 Algemeen
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen; het gebruiken, het te doen of te laten gebruiken of in gebruik te geven van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:
- a. een stort- en/of opslagplaats van aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud;
- b. stalling- en/of opslagplaats van een of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik of onderhoud;
- c. een seksinrichting of prostitutiebedrijf;
op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemmingen, tenzij voor dit afwijkende gebruik op grond van de regels in dit plan een omgevingsvergunning is verleend.
7.2 Parkeren auto's en fietsen, laden en lossen
- a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen of gebruiken van gronden, zoals toegestaan op grond van de onderliggende ruimtelijke plannen, waarbij sprake is van een parkeerbehoefte, wordt niet eerder verleend dan nadat in voldoende mate is voorzien in parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, overeenkomstig de geldende parkeernormen. Voor de geldende parkeernormen zie Bijlage3.
- b. Een omgevingsvergunning voor het bouwen of gebruiken van gronden, zoals toegestaan op grond van de onderliggende ruimtelijke plannen, waarbij sprake is van een behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, wordt niet eerder verleend dan nadat in voldoende mate is voorzien in ruimte voor het laden en lossen van goederen, overeenkomstig de in Bijlage 3 opgenomen Parkeernormen Rijssen-Holten.
- c. indien de beleidsregels uit Bijlage 3 gedurende de planperiode worden gewijzigd, dient rekening te worden gehouden met deze wijziging.
7.3 Afwijking
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning en overeenkomstig de in Bijlage 3 opgenomen Parkeernormen Rijssen-Holten afwijken van het bepaalde in artikel 7.2 onder a en b inzake de eis dat in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen en ruimte voor laden en lossen moet worden voorzien, mits in dat geval sprake is van een integrale afweging en daarmee een ander, zwaarder wegend belang wordt gediend en dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de openbare ruimte.
7.4 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
het gebruik van gronden en bouwwerken met een parkeerbehoefte dan wel een behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen zonder dat hierin in voldoende mate is voorzien overeenkomstig de geldende parkeernormen. Voor de geldende parkeernormen zie; Bijlage 3 Parkeernormen Rijssen-Holten.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
8.1
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan ten behoeve van:
- a. het oprichten van bouwwerken van openbaar nut, in de vorm van een transformatorhuisje, een telefooncel, een abri en een gebouwtjes ten behoeve van de telecommunicatie, mits de oppervlakte van het gebouw niet groter is dan 20 m2 en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m;
- b. het overschrijden van de bouwgrenzen tot een maximum van 3 m, mits de opzet van het plan gehandhaafd blijft;
- c. het oprichten van masten ten behoeve van een centraal antennesysteem en van zendinstallaties tot een maximale bouwhoogte van 25 m;
- d. het plaatsen en geplaatst houden van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in verband met de inzameling van afval dan wel goederen die na bewerking voor hergebruik in aanmerking komen zoals glas, papier, kleding en dergelijke, mits de situering geen afbreuk doet aan de verkeersveiligheid, landschappelijke, stedenbouwkundige en/of cultuurhistorische waarden.
8.2
Het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.1 sub a is niet mogelijk voor het bouwen van gasdrukregel- en gasdrukmeetstations met een grotere inhoud dan 8 m3 en van verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Artikel 9 Algemene Procedureregels
9.1
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden gedurende 2 weken in de gelegenheid zijn gesteld bij het College van burgemeester en wethouders schriftelijke bedenkingen naar voren te brengen tegen het stellen van nadere eisen.
9.2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van een goede ruimtelijke ontwikkeling nadere eisen te stellen met betrekking tot de situering van gebouwen en verkeersvoorzieningen zoals in- en uitritten teneinde te voorkomen dat:
- a. blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen en;
- b. verkeersonveilige situaties ontstaan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 overgangsrecht bouwwerken
10.2 overgangsrecht gebruik
Artikel 11 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Rijssen Centrum, Wierdensestraat 44.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van…………….
De voorzitter, De griffier,
……………… …………..
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten (Categorie 1 T/m 2)
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 t/m 2)
Bijlage 2 Categorie-indeling Horecabedrijven
Bijlage 2 Categorie-indeling horecabedrijven
Bijlage 3 Parkeernormen Rijssen- Holten
Bijlage 3 Parkeernormen Rijssen- Holten
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 1 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlage 2 Aerius-berekening
Bijlage 3 Quickscan Natuurwaardenonderzoek
Bijlage 3 QuickScan Natuurwaardenonderzoek
Bijlage 4 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 4 Archeologisch onderzoek