TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22l Wonen Rijssen, Oosterhofweg 244
Bestemmingsplan - gemeente Rijssen-Holten
Vastgesteld op 30-01-2025 - vastgesteld
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begripsbepalingen
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I van het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, Bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling zijn van toepassing op dit hoofdstuk.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden aanvullend de volgende begripsbepalingen:
1.1 plan
het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22l Wonen Rijssen, Oosterhofweg 244 met identificatienummer TAMRW2024002 van de gemeente Rijssen-Holten;
1.2 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (een van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn en geen betrekking hebbend op detailhandel of horecagerelateerde activiteiten, die op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 archeologische waarde
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
1.6 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.7 bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage dat de grootte aangeeft van een bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd;
1.8 bed & breakfast
het binnen de (bedrijfs)woning bieden van, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, een mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden, studie of arbeid of permanente kamerverhuur;
1.9 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.10 begane grond
de bouwlaag van een gebouw ter hoogte van het peil;
1.11 bestaand
- a. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan aanwezig is binnen het betreffende bouwperceel en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
- b. het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende omgevingsplan, de voorheen geldende Beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het omgevingsplan of de Beheersverordening, of een andere planologische toestemming;
1.12 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar wel of niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.13 (boom)kwekerijen
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals planten, struiken en bomen, één en ander in de vorm van volle grondteelt dan wel pot- en containerteelt of daarmee gelijk te stellen teelt.
1.14 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.15 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.16 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.17 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.18 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.19 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond is verbonden, en direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.20 dagrecreatie
ondergeschikt medegebruik van gronden voor niet-gemotoriseerde recreatieve of niet in wedstrijdverband georganiseerde sportieve activiteiten, zoals wandelen, hardlopen, nordic-walken, fietsen, mountainbiken, racefietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie of een naar de aard daarmee gelijk te stellen (mede)gebruik. De activiteiten dienen plaats te vinden tussen zonsopgang en zonsondergang, tenzij de grondeigenaar anders kenbaar maakt;
1.21 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.22 functie
de regels voor gebruik of bouwwerken binnen een werkingsgebied;
1.23 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.24 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn indeling of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken, met inbegrip van aan- en uitbouwen en aangebouwde carports;
1.25 kampeermiddelen
een tent, vouwwagen, caravan, of kampeerwagen, niet zijnde een niet-plaatsgebonden recreatieverblijf. Een bijzettentje wordt niet als zelfstandig kampeermiddel gezien;
1.26 kappen
het rooien, verplanten of verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van een houtopstand ten gevolge (kunnen) hebben;
1.27 kwekerij
het voortbrengen van houtige en niet-houtige siergewassen, fruitbomen, struiken en vaste planten, onder meer bestemd voor tuinen en parken, één en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel pot- of containerteelt;
1.28 landschappelijke inpassing
een plan waarmee inzichtelijk wordt gemaakt hoe een nieuwe ontwikkeling zich verhoudt tot de bestaande bebouwing en bestaande omgeving. In het plan moet in elk geval de erfinrichting en (erf)beplanting worden opgenomen en hoe deze zich verhouden tot de omgeving;
1.29 landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende landschappelijke waarde, in verband met de voor het gebied kenmerkende waarneembare verschijningsvorm;
1.30 locatie
plaats, plek of ligging;
1.31 mantelzorg
het bieden van zorg in een woning aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.32 melding
een schriftelijke voorafgaande mededeling aan burgemeester en wethouders om een activiteit, zoals aangewezen in dit plan, te mogen verrichten. Voor een melding gelden de in dit plan opgenomen indieningsvereisten;
1.33 natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde die samenhangt met de geologische, bodemkundige en biologische elementen;
1.34 overkapping
een bouwwerk in de vorm van een overkapping bestaande uit maximaal drie wanden waarvan maximaal twee tot de constructie zelf behoren;
1.35 paardrijbak
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
1.36 peil
- a. voor gebouwen waarvan de hoofdingang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse;
1.37 perceel
een perceel is een onroerend goed (al dan niet met bebouwing) met dezelfde eigenaar en hetzelfde eigendomsrecht, dat is ingeschreven bij het Kadaster;
1.38 perceelgrens
de scheiding tussen percelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door één gebruiker worden benut;
1.39 prostitutiebedrijf
een gebouw, voer- of vaartuig, dan wel enig gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk bestemd, dan wel in gebruik voor het daar uitoefenen van prostitutie; prostitutie is het tegen betaling hebben van sexuele omgang met anderen op een naar buiten toe kenbare wijze;
1.40 seksinrichting
een inrichting, bestaande uit één of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel;
1.41 sierteelt
de teelt van bloemkwekerijgewassen, zoals snijbloemen, vaste planten en pot- en perkplanten, met behulp van kassen al dan niet gecombineerd met aan de teeltactiviteiten ondergeschikte handel, niet zijnde detailhandel, in op het betrokken bouwperceel geproduceerde gewassen;
1.42 Staat van bedrijven
een van het omgevingsplan deel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.43 teeltondersteunende voorzieningen
voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
- a. verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
- b. verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen of
- c. het bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringing onkruidbestrijding, effectief omgaan met water);
- d. het voorkomen van schade door vorst;
- e. die op dezelfde locatie gebruikte kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van zes maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik. Hieronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten;
met dien verstande dat dit niet geldt voor vollegrondsteelt zoals bij wijnbouw, aspergeteelt en/of maïsteelt;
1.44 verbeelding
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.TAMRW2024002-0401 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
1.45 vrijstaande woning
een woning waarvan het hoofdgebouw niet direct is verbonden met het hoofdgebouw van een andere woning;
1.46 woning
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Meet- En Rekenbepalingen
De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in meters (m), m² of m³ zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde in dit artikel. Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- d. voor verhoudingen in procenten (%);
- e. voor hoeken/hellingen in graden (º).
Artikel 3 Toepassingsbereik
1. Lid 1:
- a. Het Bestemmingsplan Wonen Rijssen, Oosterhof en Verenland (NL.IMRO.1742.BPRW2012000-0401) is niet van toepassing op de locatie, bedoeld in het derde lid.
- b. Voor zover de begripsbepalingen en de wijze van meten van plannen op de locatie bedoeld in het derde lid afwijken van de bepalingen uit dit hoofdstuk, gaat dit hoofdstuk voor bij de uitleg van hoofdstuk 22l.
2. De regels in afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing op de locatie, bedoeld in het derde lid, voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk. Als de regels uit afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3, in de toekomst een andere plek in de structuur van het omgevingsplan krijgen, blijven die regels van overeenkomstige toepassing met inachtneming van de daarop doorgevoerde wijzigingen.
3. De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22l Wonen Rijssen, Oosterhofweg 244, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.TAMRW2024002- zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.
4. De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk. Als de regels uit paragraaf 22.5.2 in de toekomst een andere plek in de structuur van het omgevingsplan krijgen, blijven die regels van overeenkomstige toepassing met inachtneming van de daarop doorgevoerde wijzigingen.
Hoofdstuk 2 Functies En Gebiedsaanwijzingen
Artikel 4 Wonen - Landelijk
4.1 Functieomschrijving
Gronden binnen de functie 'Wonen - Landelijk' mogen worden gebruikt voor de volgende activiteiten:
- a. wonen, in vrijstaande woningen;
- b. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit in hoofdgebouwen;
- c. water;
- d. groenvoorzieningen.
4.2 Beoordelingsregels
4.3 Maatwerkvoorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
nadere eisen stellen aan:
- d. de plaats en de bouwhoogte van gebouwen en andere bouwwerken;
- e. de plaats van gebouwen in die zin dat de hoofdgebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;
- f. de plaats van bijbehorende bouwwerken die zijn gelegen binnen een afstand van 3 m uit de perceelgrens;
- g. de grootte en inhoud van de zelfstandige woonruimte noodzakelijk vanuit een oogpunt van de mantelzorg.
4.4 Specifieke functieregels
4.5 Omgevingsplanactiviteiten
Ter plaatse van de functieaanduiding 'kantoor' mag een gedeelte van de bestaande bebouwing in gebruik worden genomen ten behoeve van een kantoor, naast de functie 'Wonen - Landelijk', hiervoor geldt een omgevingsvergunningsplicht. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien:
- a. er geen onenevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. landschappelijke en natuurlijke waarden;
- 2. de verkeersveiligheid;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 4. de sociale veiligheid;
- 5. de externe veiligheid;
- a. wordt aangetoond dat er in voldoende mate is voorzien in parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, overeenkokmstig de geldnede parkeernormen. Voor geldende parkeernormen zie; Nota Parkeernormen Rijssen-Holten 2018 (Bijlage 3).
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Met Grote Landschappelijk Waarde
5.1 Functieomschrijving
Gronden binnen de functie 'Agrarisch met waarden - Met grote landschappelijke waarde' mogen worden gebruikt voor de volgende activiteiten:
- a. het behoud en het herstel van de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden, tot uitdrukking komend in het aanwezige reliëf, de openheid van het landschap of kleinere natuurelementen;
- b. het weiden van vee;
- c. akkerbouw;
- d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
- e. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik, zoals onverharde en (half)verharde wandel-, fiets- en ruiterpaden;
met bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerken zijnde.
5.2 Beoordelingsregels
5.3 Maatwerkvoorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- c. de landschappelijke inpassing.
5.4 Specifieke functieregels
Onder strijdig gebruik met deze functie wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de functieomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- a. standplaats voor kampeermiddelen;
- b. dagrecreatie;
- c. stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering;
- d. doeleinden van handel;
- e. een crossterrein of het beoefenen van de modelvliegsport of ander geluidsoverlastveroorzakende activiteiten;
- f. het gebruik van gronden voor (boom)kwekerijen, hout- en fruitteelt.
5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Waarde - Archeologie Middelhoge Verwachting
6.1 Functieomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functies en gebiedsaanwijzingen, mede aangewezen voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
6.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Waarde - Archeologie Hoge Verwachting
7.1 Functieomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende functies en gebiedsaanwijzingen, mede aangewezen voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
7.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels Voor Activiteiten
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
9.1 Algemeen
Met oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties is het verboden gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan die locatie toegedeelde functies en activiteiten. Daar wordt onder strijdig gebruik in elk geval begrepen:
- a. het gebruik van de onbebouwde grond als stort- en/of opslagplaats van aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud;
- b. het gebruik of het laten gebruiken van gronden als stalling- en/of opslagplaats van een of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de functie gerichte gebruik of onderhoud;
- c. het gebruik van gronden en bebouwing als of ten behoeve van een seksinrichting of prostitutiebedrijf.
9.2 Aan huis verbonden beroep of bedrijf en mantelzorgregeling
Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de functieomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
- a. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten;
- b. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerkals zelfstandige woonruimte.
9.3 Parkeren
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
10.1 Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:
- a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen en/of bouwwerken, zoals kunstwerken, nutsvoorzieningen, fietsenstallingen, wachthuisjes, telefooncellen, bewaarplaatsen van huisvuilcontainers, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 30 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
- b. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van de ligging van functie-, bouw- en aanduidingsgrenzen, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen;
- c. ten behoeve van het aanbouwen van bijbehorende bouwwerken aan één zijde van een hoofdgebouw, mits deze niet rechtstreeks met elkaar in verbinding staat;
- d. ten behoeve van het bouwen van antennemasten tot een bouwhoogte van 20 m;
- e. van de functieregels en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en behoeve van zend- en ontvangstmasten voor telecommunicatie, waarvan de bouwhoogte vanaf peil ten hoogste 55 m mag bedragen, worden gebouwd, met dien verstande dat:
- 1. de noodzaak voor plaatsing van de antenne is aangetoond waarbij het gedeelde gebruik van masten moet zijn overwogen;
- 2. de mast bij voorkeur op een bedrijventerrein wordt geplaatst;
- 3. de mast bij voorkeur op of in de onmiddellijke nabijheid van hoge gebouwen en/of bouwwerken of langs grote infrastructurele lijnen (zoals hoogspanningsleidingen en (spoor)wegen) wordt geplaatst;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijk, cultuurhistorische en landschappelijke waarden van gebouwen en gebieden.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het uiterlijk van zend- en ontvangstmasten bij plaatsing in of nabij bos- en natuurgebieden en in agrarisch gebied met landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden.
10.2 Afwegingskader
De onder 10.1 bedoelde omgevingsvergunningen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de fysieke veiligheid.
Artikel 11 Overige Regels
11.1 Afstemmingsregel welstand
Voor zover de regels in het TAM-Omgevingsplan met betrekking tot:
- a. de voorgeschreven goothoogte en bouwhoogte;
- b. de plaatsing op het bouwperceel;
ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden voor het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, mits:
- 1. de goot- en bouwhoogte van gebouwen met niet meer dan 15% afwijken van de toegestane goot- en bouwhoogte;
- 2. de binnen de regels te realiseren oppervlakte niet wordt verminderd.
Hoofdstuk 4 Overgangsrechtbepalingen
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
12.2 Overgangsrecht gebruik
Bijlage 1 (Bij Locatie Oosterhofweg 244) Inrichtingsschets Met Beeldkwaliteit
Bijlage 1 (bij locatie Oosterhofweg 244) Inrichtingsschets met beeldkwaliteit
Bijlage 2 (Bij Locatie Oosterhofweg 244) Staat Van Bedrijven
Bijlage 2 (bij locatie Oosterhofweg 244) Staat van bedrijven
Bijlage 3 (Bij Locatie Oosterhofweg 244) Nota Parkeernormen Rijssen-holten 2018
Bijlage 3 (bij locatie Oosterhofweg 244) Nota Parkeernormen Rijssen-Holten 2018
Bijlage 1 Inrichtingsplan
Bijlage 2 Watertoets
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlage 4 Bodemonderzoek
Bijlage 5 Stikstofberekening
Bijlage 6 Quickscan Natuurwaarden
Bijlage 6 Quickscan natuurwaarden
Bijlage 7 Aanvullend Onderzoek Huismus
Bijlage 7 Aanvullend onderzoek huismus
Bijlage 8 Oplegnotitie Omgevingswet Quickscan Natuurwaarden
Bijlage 8 Oplegnotitie omgevingswet quickscan natuurwaarden
Bijlage 9 Archeologisch Bureau- En Veldonderzoek
Bijlage 9 Archeologisch bureau- en veldonderzoek