KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Tuin
Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 7 Water
Artikel 8 Wonen
Artikel 9 Waarde - Archeologie 2
Artikel 10 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Artikel 12 Algemene Bouwregels
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 16 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 17 Overgangsrecht
Artikel 18 Slotregel
Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 1 Grondvitaal Bv, Verkennend Bodemonderzoek En Asbest In Bodemonderzoek, 22 Juni 2018.
Bijlage 2 Archeologie Delft, Delftse Archeologische Notitie 154, 15 Maart 2018.
Bijlage 3 Bureau Stadsnatuur, Quick Scan, 5 Juli 2018.
Bijlage 4 Buro, Aerius-berekening, 4 Juli 2018.
Bijlage 5 Munsterhuis Geluidadvies, Akoestisch Onderzoek, 9 Juli 2018.
Bijlage 6 Gemeente Midden-delfland, Nota Van Beantwoording Wettelijk Vooroverleg, 18 Oktober 2018.
Bijlage 7 Gemeente Midden-delfland, Watersleutel, 23 Juli 2018 (Aangepast Op 18 Oktober 2018).
Bijlage 8 Beeldkwaliteitsplan Keenenburg V Fase 2, Gemeente Midden-delfland, 26 Maart 2019.
Bijlage 9 Nota Beantwoording Zienswijzen Ontwerp-bestemmingsplan Keenenburg V Fase 2, Gemeente Midden-delfland, Januari 2019.

Keenenburg V, fase 2

Bestemmingsplan - gemeente Midden-Delfland

Vastgesteld op 26-03-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Keenenburg V, fase 2' van de gemeente Midden-Delfland.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1842.bp18SL02-va01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak zeer beperkt publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. De beroeps -of bedrijfsactiviteit wordt uitsluitend door de bewoner(s) van de woning uitgevoerd.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aaneengebouwde woningen:

bebouwing bestaande uit meer dan twee aaneengebouwde grondgebonden woningen;

1.6 achtererfgebied:

erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;

1.7 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.8 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.9 bebouwingspercentage

een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald.

1.10 bestaand(e)

  1. a. voor een bouwwerk: een bouwwerk dat bestaat op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan dan wel gebouwd kan worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip verleende dan wel aangevraagde bouwvergunning;
  2. b. voor gebruik: een gebruik dat bestaat op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

1.11 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.14 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.15 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.16 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.17 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder.

1.18 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.19 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.20 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.21 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.22 bruto vloeroppervlakte (bvo)

het oppervlak gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingswanden, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimtes omhullen.

1.23 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps of bedrijfsactiviteit.

1.24 doeleinden van openbaar nut

kleinschalige nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelkastjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en datacommunicatieleidingen, riolering, telefooncellen, wachthuisjes en straatvoorzieningen (o.a. voor afvalstoffen).

1.25 erf

die gedeelten van het bouwperceel, niet zijnde het bouwvlak, waarbinnen volgens dit plan bij de bestemming behorende bebouwing is toegestaan.

1.26 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.27 gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.

1.28 gestapelde woning:

een woning die zich bevindt in een woongebouw dat bestaat uit twee of meer boven -of nagenoeg boven- elkaar gesitueerde woningen;

1.29 groenvoorziening

ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen plantsoenen, bermen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.

1.30 grondgebonden woning

woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de bouwlagen aansluit op het maaiveld.

1.31 hoofdgebouw

een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.32 kamersgewijze verhuur

het al dan niet bedrijfsmatig verhuren of aanbieden van wooneenheden.

1.33 mantelzorg

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;

1.34 ondergeschikte activiteit

een activiteit van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft.

1.35 peil

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.36 seksinrichting en/of seksbedrijf

een voor het publiek toegankelijke, (besloten) ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, raamprostitutie en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. Hieronder wordt mede begrepen een sekswinkel zijnde een gebouw of een gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte is bestemd en/of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen uitstalling, verkopen, verhuren en/of leveren van seksartikelen. Een prostitutiebedrijf is hieronder begrepen.

1.37 stedenbouwkundig beeld

het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa('s) bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n).

1.38 straatmeubilair

verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, voorzieningen voor het stallen van fietsen, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, metalen en houten graffitimuur, alsmede telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen.

1.39 twee-aaneengebouwde woning:

bebouwing bestaande uit twee aaneengebouwde grondgebonden woningen;

1.40 uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.

1.41 voorerfgebied

erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

1.42 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw en als een gebouw met meer dan één zijde gekeerd is naar een weg dan worden de betreffende gevels aangemerkt als voorgevels.

1.43 voorgevellijn

denkbeeldige lijn die strak wordt getrokken langs de voorgevel van het hoofdgebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.

1.44 vrijstaande woning:

een niet-aaneengebouwde woning;

1.45 Wabo

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.46 waterpeil

de hoogte (het niveau) van de waterspiegel gemeten naar NAP op het moment van aanvraag van de vergunning, afwijking of bestemmingswijziging. Dit kan betrekking hebben op zowel oppervlaktewater als grondwater.

1.47 weg

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

1.48 wonen

het gebruik van een woning door één huishouden.

1.49 woning

een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten. Met inbegrip van woningen voor gehandicapten.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, balkons, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,0 m wordt overschreden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': doeleinden van openbaar nut;
  2. b. bij de onder a behorende voorzieningen, zoals paden, groen en water.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voet- en fietspaden;
  2. b. groenvoorzieningen;
  3. c. water en waterhuishouding
  4. d. speelvoorzieningen;

met daarbij behorende voorzieningen zoals:

  1. e. straatmeubilair;
  2. f. doeleinden van openbaar nut;
  3. g. opstelplaatsen voor inzamelmiddelen en -voorzieningen voor afvalstoffen;
  4. h. waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals duikers en bruggen.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. b. toegangspaden en parkeerplaatsen behorende bij de op aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  3. c. waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;

met daarbij behorende voorzieningen zoals:

  1. b. straatmeubilair;
  2. c. doeleinden van openbaar nut;
  3. d. waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals duikers en bruggen;
  4. e. speelvoorzieningen;
  5. f. groenvoorzieningen
  6. g. parkeervoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water ten behoeve van de waterhuishouding;

met daarbij behorende voorzieningen zoals:

  1. b. waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals bruggen, steigers, duikers en bruggen;
  2. c. groenvoorzieningen.

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;

met daarbij behorende voorzieningen zoals:

  1. b. erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, in- en uitritten, groen, voetpaden, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en toegangswegen.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en andere bouwwerken, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld zoals aangegeven in de bij deze regels behorend bijlage “Beeldkwaliteitsplan”;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de bezonnings- en privacy-situatie.

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 9 Waarde - Archeologie 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag uitsluitend worden gebouwd indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en:

  1. a. Voor bouwwerken moet alvorens een omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend worden vastgesteld of er archeologische waarden worden verstoord. De aanvrager dient contact op te nemen met de gemeentelijk archeoloog; deze geeft aan of aanvullend archeologisch onderzoek nodig is om vast te stellen of en zo ja, in hoeverre, archeologische waarden worden verstoord;
  2. b. Indien uit het onder a. genoemde archeologische onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen kunnen worden verstoord, verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen in de zin van artikel 5.1, eerste lid van de Erfgoedwet;
    3. 3. de verplichting de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan de door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  3. c. De verplichting als bedoeld onder a. geldt niet voor projecten met een oppervlakte kleiner dan 200 m2 en een diepte kleiner dan 40 cm beneden maaiveld.

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' ter plaatse geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden meer te verwachten zijn.

Artikel 10 Waterstaat - Waterkering

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor bescherming en onderhoud van de waterkering en bijbehorende waterstaatkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 11 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 12 Algemene Bouwregels

12.1 Bestaande afmetingen, afstanden en percentages

In die gevallen dat:

  1. a. de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of de afstand tot enige bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

Artikel 13 Algemene Gebruiksregels

13.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval verstaan:

  1. a. de opslag van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte voer-, vaar- of vliegtuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval, puin, zand, grind en brandstoffen, één en ander met uitzondering van opslag, die als normaal bestanddeel van gebruik ingevolge de bestemming van de betrokken gronden is aan te merken;
  2. b. de plaatsing van kampeermiddelen of andere onderkomens, niet zijnde een bouwwerk, één en ander met uitzondering van plaatsing, die als normaal bestanddeel van gebruik ingevolge de bestemming van de betrokken gronden is aan te merken;
  3. c. het in gebruik nemen van gronden en bouwwerken voor doeleinden van detailhandel;
  4. d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een seksinrichting;
  5. e. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning.

13.2 Uitzonderingen strijdig gebruik

Er is geen sprake van strijdig gebruik voor zover het betreft het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen.

Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels

14.1 10%-regeling

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bepalingen van dit bestemmingsplan, ten behoeve van een vermeerdering van de voorgeschreven maten en percentages, alsmede de inhoud en de oppervlakte van de bouwwerken, mits de vermeerdering niet meer dan 10% bedraagt.

Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels

15.1 Aanpassen woningbouwprogramma

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat het aantal woningen als bedoeld in 8.2.1, onder a wordt gewijzigd. Daarbij gelden de volgende voorwaarden:

  1. a. het aantal woningen binnen het plangebied mag ten hoogste 39 woningen bedragen;
  2. b. er wordt voldaan aan de parkeernormen als bedoeld in artikel 16.1 van dit plan;
  3. c. de uitbreiding van het woningbouwprogramma is in overeenstemming met het regionaal afgestemde woningbouwprogramma voor de gemeente Midden Delfland.

Artikel 16 Overige Regels

16.1 Parkeren

Bij het oprichten van woningen of het veranderen in gebruik dient binnen het plangebied te worden voorzien in 1,5 parkeerplaatsen per woning, waarvan minimaal 0,3 parkeerplaatsen in openbaar gebied, conform de Nota Parkeernormen Midden-Delfland 2012 of de door de gemeenteraad vastgestelde opvolger van deze nota. Bij ontoereikendheid van deze nota zijn de richtlijnen van het CROW ten aanzien van parkeren van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

17.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

17.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking 17.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 17.1 met maximaal 10%.

17.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het bepaalde in 17.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

17.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

17.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 17.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

17.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 17.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

17.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in 17.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 18 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Keenenburg V, fase 2.

Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 1 Grondvitaal Bv, Verkennend Bodemonderzoek En Asbest In Bodemonderzoek, 22 Juni 2018.

Bijlage 1 Grondvitaal BV, Verkennend bodemonderzoek en asbest in bodemonderzoek, 22 juni 2018.

Bijlage 2 Archeologie Delft, Delftse Archeologische Notitie 154, 15 Maart 2018.

Bijlage 2 Archeologie Delft, Delftse Archeologische Notitie 154, 15 maart 2018.

Bijlage 3 Bureau Stadsnatuur, Quick Scan, 5 Juli 2018.

Bijlage 3 Bureau Stadsnatuur, Quick Scan, 5 juli 2018.

Bijlage 4 Buro, Aerius-berekening, 4 Juli 2018.

Bijlage 4 buRO, AERIUS-berekening, 4 juli 2018.

Bijlage 5 Munsterhuis Geluidadvies, Akoestisch Onderzoek, 9 Juli 2018.

Bijlage 5 Munsterhuis geluidadvies, Akoestisch onderzoek, 9 juli 2018.

Bijlage 6 Gemeente Midden-delfland, Nota Van Beantwoording Wettelijk Vooroverleg, 18 Oktober 2018.

Bijlage 6 Gemeente Midden-Delfland, Nota van beantwoording wettelijk vooroverleg, 18 oktober 2018.

Bijlage 7 Gemeente Midden-delfland, Watersleutel, 23 Juli 2018 (Aangepast Op 18 Oktober 2018).

Bijlage 7 Gemeente Midden-Delfland, Watersleutel, 23 juli 2018 (aangepast op 18 oktober 2018).

Bijlage 8 Beeldkwaliteitsplan Keenenburg V Fase 2, Gemeente Midden-delfland, 26 Maart 2019.

Bijlage 8 Beeldkwaliteitsplan Keenenburg V fase 2, gemeente Midden-Delfland, 26 maart 2019.

Bijlage 9 Nota Beantwoording Zienswijzen Ontwerp-bestemmingsplan Keenenburg V Fase 2, Gemeente Midden-delfland, Januari 2019.

Bijlage 9 Nota beantwoording zienswijzen ontwerp-bestemmingsplan Keenenburg V fase 2, gemeente Midden-Delfland, januari 2019.