Kern Schipluiden 2007
Bestemmingsplan - Gemeente Midden-Delfland
Geconsolideerd op 01-12-2009 - geconsolideerd
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Kern Schipluiden 2007 met identificatienummer NL.IMRO.1842.bp21KSLGec- van de gemeente Midden-Delfland. Dit betreft een geconsolideerde versie van:
- bestemmingsplan Kern Schipluiden 2007, vastgesteld 27 januari 2009 met besluitnummer 2009-4-05;
- uitwerkingsplan Keenenburg III, vastgesteld 1 december 2009 met besluitnummer 2009009054.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan- en uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden
is van het hoofdgebouw.
1.6 aan-huis-verbonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.7 ambachtelijk bedrijf
een bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet-zelfstandig onderdeel van de onderneming.
1.8 antennedrager
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.9 antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.10 archeologische deskundige
een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties.
1.11 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingvergunning beschikt.
1.12 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.13 bebouwing
een of meer gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.14 bebouwingspercentage
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.15 bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.16 bedrijfswoning/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.17 bedrijfsvloeroppervlak (bvo)
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.18 bestaand gebruik
het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestaat op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
1.19 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming
van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
1.20 bestaande bouwwerken
bouwwerken, die op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan zijn of alsnog kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
1.21 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.22 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.23 Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.24 bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde
bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.25 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.
1.26 bouwgrens
een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak.
1.27 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van kelderlagen, onderbouw en kapverdiepingen.
1.28 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.29 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.30 bouwvlak
een op de verbeelding als zodanig aangegeven vlak waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten, zoals in de planregels bedoeld.
1.31 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.32 consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.33 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt.
1.34 dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
1.35 dakopbouw
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie gelijk dan wel deels boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) van het dak is (zijn) geplaatst.
1.36 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.37 detailhandel in volumineuze goederen
een detailhandelsbedrijf in de volgende te onderscheiden categorieën:
- a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
- b. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
- c. tuincentra;
- d. grootschalige meubelbedrijven inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering;
- e. bouwmarkten.
1.38 dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek.
1.39 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.40 geluidshinderlijke inrichtingen
bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder en artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.
1.41 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.42 horecabedrijf
een bedrijf gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:
- a. het verstrekken van al dan niet ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken;
- b. het exploiteren van zaalaccommodatie;
- c. het verstrekken van nachtverblijf.
1.43 kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten, al dan niet met ondergeschikte baliefunctie, op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
1.44 kap
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.
1.45 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.46 maatschappelijke voorzieningen
voorzieningen inzake welzijn, gezondheidszorg, cultuur, religie, onderwijs, openbare orde en veiligheid, openbare dienstverlening, verenigingsleven en daarmee gelijk te stellen sectoren.
1.47 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.48 onderbouw
een kelder of een souterrain.
1.49 opslag
het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
1.50 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand.
1.51 peil
het peil:
- a. voor bouwwerken waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.52 platte afdekking
een horizontaal vlak, ter afdekking van een gebouw, dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat.
1.53 praktijkruimte
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
1.54 restaurant
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
1.55 risicovolle inrichting
inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.56 sporthal
een complex bedoeld voor binnen- en buitensportactiviteiten, alsmede aan sport en gezondheid gerelateerde voorzieningen.
1.57 Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein"
de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerreinen" die van deze regels deel uitmaakt.
1.58 Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging"
de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" die van deze regels deel uitmaakt.
1.59 Staat van Horeca-activiteiten
de bijlage Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
1.60 tuinmeubilair
voorzieningen ten behoeve van particuliere tuinen in de vorm van meubilair, verlichtingsvoorzieningen, parasols, speelhuisjes, zandbakken, schommels en daarmee gelijk te stellen
voorzieningen.
1.61 verbijfsmiddelen
voor verblijf geschikte – al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken – voer- en vaartuigen, arken, caravans en andere soortgelijke constructies, alsmede tenten; een en ander voor zover geen bouwwerken en/of kampeermiddelen zijnde.
1.62 voorgevel
de gevel van een woning die naar aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling en oriëntatie als belangrijkste beeldbepalende gevel kan worden aangemerkt.
1.63 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.64 woongebouw
een gebouw dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.65 zolder
gedeelte van een gebouw, waarvan de vrije hoogte tussen de bovenkant van de vloer en de onderkant van het dak nergens meer dan 1,2 m bedraagt.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen
constructiedeel. Indien een gebouw verschillende goothoogten heeft, wordt voor het bepalen
van de goothoogte uitgegaan van de goothoogte aan de voorgevel van het gebouw. Indien zich
daar geen goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt ingeval van
verschillende goothoogten van de laagste goothoogte uitgegaan.
2.2 de inhoud van een bouwwerk
Vanaf het begane grondpeil, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren)
en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw
zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de bouwhoogte van een balkonhek/dakterrasafscheiding
Tussen het hoogste punt van het balkonhek of dakterrasafscheiding en de bovenkant van het
dak.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd
op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 de breedte, lengte en diepte van een gebouw
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.7 afstanden
Afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen
worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.8 de vloeroppervlakte van een gebouw
De bruto vloeroppervlakte, zoals omschreven in de Nederlandse Norm NEN 2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van agrarische activiteiten en voor de verkoop van eigen producten;
- b. bij deze functies behorende ontsluitingswegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarbij geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
- a. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen elders;
- b. 15 m voor vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast;
- c. 5 m voor antenne-installaties op bouwwerken, niet zijnde schotelantennes;
- d. 2 m voor tuinmeubilair;
- e. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- f. 15 m voor silo's en hooibergen.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Opslag van goederen is niet toegestaan.
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 2": bedrijven tot en met bedrijfscategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerreinen";
- b. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.1": bedrijven tot en met bedrijfscategorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerreinen";
- c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - bedrijf tot en met categorie b1 ": bedrijven tot en met bedrijfscategorie b1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten"functiemenging";
- d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - bedrijf tot en met categorie b2": bedrijven tot en met bedrijfscategorie b2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten"functiemenging";
- e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf": tevens een autoherstelinrichting, met spuitcabine;
- f. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - aannemingsbedrijf": tevens een aannemingsbedrijf;
- g. ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening": tevens nutsvoorzieningen;
- h. ter plaatse van de aanduiding "verkoop van motorbrandstoffen met lpg": tevens verkoop van motorbrandstoffen met lpg;
- i. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning": een bedrijfswoning;
- j. bij deze functies behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
- b. uitoefening van detailhandel, voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestandsdeel vormt van de bedrijfsuitoefening, is toegestaan;
- c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
- d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- e. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- f. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan.
4.4 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1:
- a. om bedrijven toe te laten in één bedrijfscategorie hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in lid 4.1 genoemde bedrijfscategorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de in lid 4.1 genoemde bedrijfscategorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid planmer-plichtige activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming
Bedrijf zodanig wijzigen dat activiteiten, zoals bedoeld in lid 4.3 onder d, zijn toegestaan, mits
vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld volgens de eisen op grond van de Wet milieubeheer.
Artikel 5 Detailhandel
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. dienstverlening;
- c. ter plaatse van de aanduiding "tuincentrum": uitsluitend een tuincentrum;
- d. bij deze functies behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. opslag van goederen, buiten het bouwvlak en in de openlucht is niet toegestaan;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a. is de opslag van goederen buiten het bouwvlak uitsluitend toegestaan op de gronden met de aanduiding "tuincentrum", tot een hoogte van maximaal 3 m;
- c. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan;
- d. het gebruik ten behoeve van seksuele dienstverlening is niet toegestaan;
- e. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
- f. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Artikel 6 Gemengd
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, waarbij geldt dat het bedrijfsvloeroppervlak per vestiging ten hoogste 300 m² mag bedragen;
- b. dienstverlening;
- c. horeca tot en met ten hoogste horecacategorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten;
- d. gezondheidszorg;
- e. zorg en welzijn;
- f. jeugd/kinderopvang;
- g. verenigingsleven;
- h. wonen;
- i. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf": tevens voor bedrijven tot en met bedrijfscategorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging";
- j. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - dakterras" tevens voor dakterrassen;
- k. ter plaatse van de aanduiding "garages en bergplaatsen": tevens voor garages en bergplaatsen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en voor de opslag van niet voor handel en distributie bestemde goederen;
- l. ter plaatse van de aanduiding "horeca tot en met categorie 2": tevens voor horeca tot en met ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
- m. ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening": tevens voor nutsvoorzieningen;
- n. bij deze functies behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losruimte.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1:
- a. om horecabedrijven toe te laten in één horecacategorie hoger dan in lid 6.1 aangegeven, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de in lid 6.1 genoemde horecacategorieën van de Staat van Horeca-activiteiten;
- b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de in lid 6.1 genoemde horecacategorieën van de Staat van Horeca-activiteiten.
6.5 Afwijkingsbevoegdheid dakterrassen op aan- en uitbouwen
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder i en j om dakterrassen mogelijk te maken, met dien verstande dat het gebruik van het dakterras niet mag leiden tot een onaanvaardbare inbreuk op de privacy in belendende woningen als gevolg van inkijk.
6.6 Afwijkingsbevoegdheid dakkapel/dakopbouw
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. beplantingen, plantsoenen, bermen, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden;
- b. bij deze functies behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen en water.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarbij geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
- a. 1 m voor terreinafscheidingen;
- b. 4 m voor speeltoestellen;
- c. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Artikel 8 Kantoor
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk": maatschappelijke doeleinden;
- c. bij deze functies behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, groen en water.
8.2 Bouwregels
Artikel 9 Kantoor - 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Kantoor - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk": maatschappelijke doeleinden;
- c. een brandweeruitrukpost met een bedrijfsvloeroppervlak van ten hoogste 700 m²;
- d. ten minste 31 parkeerplaatsen;
- e. groen, voor een oppervlak van ten minste 600 m²;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, water, nutsvoorzieningen en overige parkeervoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik geldt de volgende regel:
- a. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van de kantoren en brandweer tezamen bedraagt ten hoogte 6.000 m².
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gezondheidszorg;
- b. jeugd/kinderopvang;
- c. onderwijs;
- d. religie;
- e. sociaal-culturele instellingen;
- f. verenigingsleven;
- g. zorg en welzijn;
- h. aan de bestemming ondergeschikte horeca;
- i. ter plaatse van de aanduiding "sport": tevens voor sportvoorzieningen;
- j. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - dienstwoning": tevens voor een dienstwoning;
- k. ter plaatse van de aanduiding "wonen": tevens voor wonen;
- l. bij deze functies behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, groen en water.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijkingsbevoegdheid dakkapel/dakopbouw
Artikel 11 Recreatie
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding "kinderboerderij": uitsluitend een kinderboerderij;
- b. bij deze functies behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, groen en water;
- c. ter plaatse van de aanduiding "speelvoorziening": uitsluitend een speelvoorziening.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Tuin
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - carport": overkappingen ten behoeve van parkeren.
12.2 Bouwregels
Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing;
- b. fiets- en voetpaden;
- c. parkeerplaatsen;
- d. ter plaatse van de aanduiding "nutsvoorziening": tevens voor nutsvoorzieningen;
- e. bij deze functies behorende bermen, beplantingen, nutsvoorzieningen en water.
13.2 Bouwregels
Artikel 14 Water
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de wateraanvoer en -afvoer, alsmede voor de waterberging;
- b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - boten verhuur": een bedrijf wat zich bezighoudt met de verhuur ten behoeve van de watersport.
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijkingsbevoegdheid horecapaviljoen
Het bevoegd gezag kan plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - vrijstelling horecapaviljoen", met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 voor de vestiging van ten hoogste één drijvend horecabedrijf tot en met ten hoogste horecacategorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten met dien verstande dat:
- a. er geen afbreuk wordt gedaan aan het woon-leefmilieu in de omgeving;
- b. het paviljoen zich richt op passende recreanten;
- c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de verkeerssituatie;
- d. extra parkeerplaatsen gerealiseerd worden waarvoor aanvrager zelf dient zorg te dragen;
- e. de goothoogte niet meer bedraagt dan 2,5 m;
- f. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4,5 m.
Artikel 15 Wonen
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
- b. bij deze functies behorende erven;
- c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - garages en bergplaatsen": uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en voor de opslag van niet voor handel en distributie bestemde goederen;
- d. ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk": tevens voor zorg- en welzijnsvoorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.3 Specifieke gebruiksregels
Op deze gronden is het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen, voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, voor zover:
- a. het aan-huis-gebonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit door de bewoner van het desbetreffende pand wordt uitgeoefend;
- b. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, met een maximum van 40 m²;
- c. ten behoeve van de kantoor- en praktijkruimten en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
- d. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
15.4 Afwijkingsbevoegdheid dakkapel/dakopbouw
Artikel 16 Waarde - Hoge Archeologie Waarde
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Hoge archeologie waarde aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
16.2 Bouwregels
16.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen, door op de verbeelding:
- a. de bestemming Waarde - Hoge archeologie waarde geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat in de betreffende gronden geen archeologische waarden aanwezig of meer aanwezig zijn;
- b. de bestemming Waarde - Hoge archeologie waarde alsnog toe te kennen aan gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze medebestemming, gelet op ter plaatse aanwezig archeologische waarden, aanpassing behoeft.
Artikel 17 Waarde - Middelhoge Archeologie Waarde
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Middelhoge archeologie waarde aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
17.2 Bouwregels
17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen, door op de verbeelding:
- a. de bestemming Waarde - Middelhoge archeologie waarde geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat in de betreffende gronden geen archeologische waarden aanwezig of meer aanwezig zijn;
- b. de bestemming Waarde - Middelhoge archeologie waarde alsnog toe te kennen aan gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze medebestemming, gelet op ter plaatse aanwezig archeologische waarden, aanpassing behoeft.
Artikel 18 Waarde - Waterstaat
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Waterstaat aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar
geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor:
- a. de waterhuishouding, wateraanvoer en -afvoer;
- b. instandhouding van waterkeringen en bijbehorende beschermingszone(s);
- c. bij deze functies behorende waterstaatkundige voorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.3 Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.3 met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels. Afwijking wordt verleend indien het waterstaatkundige belang niet onevenredig wordt geschaad.
18.4 Adviesprocedure
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de andere bestemmingen, mits de burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij de betrokken waterbeheerder(s).
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 19 Hoogteaanduiding
19.1
Voor de ten hoogste toelaatbare hoogte van gebouwen dienen – onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 van de regels is bepaald – de op de kaart aangegeven hoogten in acht genomen te worden.
19.2
De ten hoogste toelaatbare hoogten mogen worden overschreden door antenne-installaties, schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen en andere ondergeschikte bouwdelen, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald. Voor zover op de kaart of in hoofdstuk 2 de goot- of boeibordhoogte is aangegeven, mag de ten hoogste toelaatbare hoogte tevens worden overschreden door hellende dakvlakken, topgevels en dakkapellen.
19.3
Voor zover noch op de verbeelding noch in de regels regels zijn opgenomen ten aanzien van de afdekking van gebouwen, mogen de gebouwen zowel met een kap als plat worden afgedekt. Voor zover een platte afdekking wordt toegepast, geeft de op de kaart aangegeven ten hoogste toelaatbare goothoogte de ten hoogste toelaatbare hoogte van het boeibord van het platte dak aan.
Artikel 20 Molenbiotoop
20.1
Indien de molen buiten het plangebied in het buitengebied is gelegen, gelden ter plaatse van de desbetreffende aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop 100m" en "vrijwaringszone - molenbiotoop 400m" de volgende regels:
- a. ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop 100m" wordt binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de molen geen bebouwing opgericht hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
- b. ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop 100m" wordt binnen een afstand van 100 tot 400 m tot het middelpunt van de molen geen bebouwing opgericht met een hoogte die meer bedraagt dan 1/100 van de afstand van het bouwwerk tot het middelpunt van de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek.
Vervolgens wordt vanaf deze grens een schuine lijn getrokken met een stijging van telkens 1 m per 30 m. Deze lijn geeft - vanaf deze grens en ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop 100m" en "vrijwaringszone - molenbiotoop 400m" - de maximaal toelaatbare bebouwingshoogte aan.
20.2
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
lid 20.1, indien:
- a. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing;
- b. toepassing van de in lid 20.1 bedoelde maten de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden.
20.3
Indien op grond van hoofdstuk 2 een lagere maximale bouwhoogte geldt dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte ingevolge dit artikel geldt de maximaal toelaatbare bouwhoogte van hoofdstuk 2.
Artikel 21 Gebruik Van Gronden En Bouwwerken
21.1
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels.
21.2
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 21.1, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.
Artikel 22 Percentages En Dubbeltelbepaling
Percentages
- a. Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, geeft aan hoeveel van het bouwvlak van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen. Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald.
Antidubbeltelbepaling
- b. Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 23 Overschrijding Bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de verbeelding en
hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 2,5 m bedraagt;
- b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt;
- c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Artikel 24 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening
De regels van stedenbouwkundige aard van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
- a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;
- b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. de ruimte tussen bouwwerken;
- d. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.
Artikel 25 Algemene Afwijkingsregels
- 1. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afgeweken kan worden - af te wijken van de bepalingen in het plan voor:
- a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
- b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
- 2. Afwijken kan niet indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 26 Algemene Wijzigingsregels
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
Artikel 27 Algemene Procedurebepaling
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid en een uitwerkingsbevoegdheid ingevolge dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 28 Werking Wettelijke Regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals
deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotbepalingen
Artikel 29 Overgangsrecht
29.1 Bestaande afstanden en andere maten
- 1. Indien afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
- 2. In die gevallen dat afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
- 3. In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in lid 29.1.1 en 29.1.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
29.2 Gebruik in strijd met het plan
- 1. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag worden voortgezet.
- 2. Wijziging van het in lid 29.2.1 bedoelde gebruik is slechts toegestaan, indien hierdoor de bestaande afwijkingen van het plan naar aard en/of intensiteit worden verkleind.
- 3. Het bepaalde in lid 29.2.1 en 29.2.2 is niet van toepassing op gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen tot dat tijdstip geldende plan - daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan - en waartegen wordt of alsnog kan worden opgetreden.
29.3 Bouwen in strijd met het plan
- 4. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan afwijkt van het plan en dat hetzij op het tijdstip van tervisielegging, hetzij na dit tijdstip, is of wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, mag, mits de bestaande afwijkingen niet worden vergroot:
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. geheel worden vernieuwd, indien het bouwwerk door een calamiteit is tenietgegaan, mits de bouwvergunning is aangevraagd binnen 2 jaar nadat het bouwwerk is tenietgegaan.
- 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 29.3.1 ten behoeve van vergroting van horizontale en verticale afmetingen die niet meer bedraagt dan 15% van de oppervlakte respectievelijk hoogte.
- 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de termijn genoemd in lid 29.3.1 onder b, voor zover dit vanwege een ter zake dienende civielrechtelijke procedure noodzakelijk is.
Artikel 30 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in:
- artikel 15.4.1;
- artikel 21.1;
is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
Artikel 31 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Kern Schipluiden 2007' van de gemeente Midden-Delfland.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten "Bedrijventerreinen"
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerreinen"
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten "Functiemenging"
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging"