KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Detailhandel - Tuin, Sfeer En Interieurcentrum
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Water
3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
Artikel 10 Slotregel

Hornbach

Bestemmingsplan - Gemeente Zuidplas

Vastgesteld op 11-06-2013 - deels onherroepelijk in werking

Bestanden

Bijlage Bij Toelichting

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:
Plan:
het bestemmingsplan “Hornbach” van de gemeente Zuidplas.
Bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1892.Bphornbach-Va03.
Aanbouw:
een uitbreiding van het hoofdgebouw waarbij een andere ruimte wordt gecreëerd of een bestaande ruimte wordt vergroot en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar – ingevolge de regels – regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft.
Bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
Bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming.
Bijgebouw:
een vrijstaand gebouw dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van dat hoofdgebouw.
Bouwaanduidingen:
alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken.
Bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
Bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitsluiting van onderbouw (kelder) en zolder.
Bouwmarkt:
detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak waarop het volledige assortiment van bouw- en doe-het-zelf-producten, uit voorraad wordt aangeboden zowel aan vakman als particulier op basis van zelfbediening. Daarnaast wordt hieronder ook verstaan detailhandel in woondecoratie voor zowel binnen- als buitenshuis en detailhandel ten behoeve van woninginrichting, waaronder inbegrepen kleinmeubelen.
Bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Bruto vloeroppervlak:
het vloeroppervlak van een bouwwerk, inclusief de niet direct voor het hoofddoel bruikbare ruimten (bijvoorbeeld bij een productiebedrijf of winkel, de magazijn-, expeditie-, kantoorruimten). Gebouwde parkeervoorzieningen worden niet tot het b.v.o. gerekend.
Dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop,het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder zijn begrepen grootschalige en volumineuze detailhandel.
Gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmeting als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of maaltijden voor gebruik ter plaatse (restaurantbedrijf, waaronder ook worden verstaan lunchrooms, eethuizen, bistro's, automaten, broodjeszaken en dergelijke), met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
Luifel:
een afdak of overkapping aan of bij een gebouw, al dan niet ondersteund.
Maaiveld:
de hoogte van het terrein nadat het gereed gemaakt is voor bebouwing.
Peil:
a.
voor hoofdgebouwen: het bouwkundig peil dat maximaal 0,1 meter boven of onder de wegkruin van voorliggende weg ligt;
b.
voor aan- en uitbouwen: de bovenkant van het afgewerkte begane grondvloer van het hoofdgebouw;
c.
indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil;
d.
in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
Seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht,
of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Stedenbouwkundig beeld:
het beeld dat wordt opgeroepen door het samengaan van gebouwde elementen, beplantingselementen en onbebouwde ruimten.
Stelling:
een staand rek (stellage) ten behoeve van het uitstallen van goederen ter show en/of verkoop.
Straatmeubilair:
voorzieningen ten behoeve van de weggebruiker, zoals verkeersborden, straatverlichting, zitbanken, plantenbakken e.d.
Tuincentrum:
een terrein voor detailhandel in tuin- en kamerplanten met daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals snijbloemen, droogbloemen, kunststofplanten, plantenbakken, potten en vazen, alsmede voor detailhandel in artikelen voor de inrichting en het onderhoud van particuliere tuinen, zoals tuinmeststoffen, tuingereedschappen, bouwmaterialen voor de tuin, tuinhuisjes, serres, hobbyschuurtjes, tuinmeubelen en tuinverlichting, almede voor de verkoop vandierenbenodigdheden;
Uitbouw:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Verbeelding:
de verbeelding van het bestemmingsplan “Hornbach”, bestaande uit de kaart met tekeningnummer 17.26.1, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven.
Verkoopvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van overdekte verkoopruimten, die bedoeld zijn voor het publiek en die direct samenhangen met de winkelverkoop.
Voorgevel:
de gevel van het (oorspronkelijke) hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
Voorzieningen van openbaar nut:
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals gas-, water-, elektriciteits- en communicatievoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de inzameling van afval.
Water:
waterlopen (sloten, singels, vijvers e.d.) ten behoeve van de waterberging, alsmede de aan- en afvoer van oppervlaktewater.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1
Meten
Bij de toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
a.
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
b.
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
c.
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels ( en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
d.
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
e.
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van een bouwwerk. Dakoverstekken, luifels, balkons en dergelijke worden hierbij niet meegeteld, mits zij niet verder uitsteken dan 0,5 meter.
f.
de breedte van een gebouw:
van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels verspringen of niet evenwijdig lopen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
g.
de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens:
vanaf het punt van de gevel van een gebouw welke het dichtst bij de perceelsgrens is gelegen, haaks op de perceelsgrens.
2.2
Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, stoeptreden, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, antennes, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, dakgoten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van scheidingslijnen, aanduidingsgrenzen, bouwgrenzen dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 meter bedraagt;

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Detailhandel - Tuin, Sfeer En Interieurcentrum

3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor “Detailhandel - Tuin, sfeer en interieurcentrum” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
een tuincentrum;
b.
een bouwmarkt, inclusief de aanverwante branches doe-het-zelf, keukens en sanitair;
c.
buitenverkoop van tuinartikelen en tuinplanten is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van detailhandel tuin-buitenverkoop” (sdh-tbv);
d.
ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van detailhandel drive-in” (sdh-dri) een drive-in ten behoeve van de verkoop, het ophalen en retourneren van volumineuze goederen, zoals grove bouw- en tuinmaterialen, en de verhuur van bouw- en tuinmachines, almede de opslag van voor de verkoop bedoelde goederen;
e.
horeca met een maximum oppervlak van 25 m2;
met de daarbij behorende:
f.
Gebouwen;
g.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals
vlaggenmasten;
h.
stellingen ter plaatse van de aanduidingen “sdh-tbv” en “sdh-dri”;
i.
waterhuishoudkundige voorzieningen;
j.
groenvoorzieningen;
k.
infrastructurele voorzieningen;
l.
parkeervoorzieningen.
3.2
Bouwregels
3.2.1
De volgende algemene bouwregel is van toepassing:
a.
uitsluitend mag worden gebouwd, indien op het onbebouwde terrein dat bij het bouwwerk behoort, voorzien wordt in voldoende parkeerruimte ten behoeve van het parkeren of stallen van motorvoertuigen. Dit betekent dat voldaan moet worden aan de volgende parkeernorm: 2,2 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlak + 0,4 parkeerplaatsen per werknemer.
3.2.2
Voor het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
a.
maximaal 12.750 m² mag bebouwd worden;
b.
er mag uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
c.
er mogen hoofdgebouwen, aanbouwen en bijgebouwen worden gebouwd;
d.
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte;
e.
er mogen pylonen (ten behoeve van de dakconstructie) van maximaal 15 meter worden gebouwd.
3.2.3
Voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:
a.
Het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak is niet toegestaan, behoudens:
- ter plaatse van de aanduiding “sdh-dri” een overkapping van maximaal 4.500 m2 ten behoeve van een drive-in;
- tuinhuizen en carports (ter show);
- stallingsruimten ten behoeve van winkelwagens;
b.
de bouwhoogte van de overkapping ter plaatse van de aanduiding “sdh-dri” mag niet meer bedragen dan 11 meter;
c.
de bouwhoogte van overige gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 meter.
3.2.4
Voor het bouwen van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde
gelden de volgende regels:
a.
de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag ten hoogste 4 meter bedragen;
b.
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 15 meter bedragen;
c.
de bouwhoogte van een stelling mag niet meer dan 6,5 meter bedragen;
d.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 12 meter bedragen.
3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a.
een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
b.
de verkeersveiligheid;
c.
de sociale veiligheid.
3.4
Specifieke gebruiksregels
3.4.1
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
b.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan bedoeld in artikel 3.1;
c.
opslag op open terrein, anders dan bedoeld in artikel 3.1;
d.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige horeca.

Artikel 4 Groen

4.1
Bestemmingsomschrijving
De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
groenvoorzieningen;
b.
bermen en beplanting;
c.
paden;
d.
speelvoorzieningen en -toestellen;
e.
kleinschalige voorzieningen voor openbaar nut en verkeer en vervoer;
f.
kunstwerken;
g.
waterlopen en -partijen;
met daaraan ondergeschikt:
h.
infrastructurele voorzieningen ten behoeve van de ontsluiting van de bestemming “Detailhandel - Tuin, sfeer en interieurcentrum”.
met daarbij behorende:
i.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2
Bouwregels
4.2.1
Op de in het eerste lid van dit artikel bedoelde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
a.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke in de bestemming passen, zoals straatmeubilair, bruggen en duikers;
b.
kleine gebouwen voor voorzieningen van openbaar nut en verkeer en vervoer, zoals gemaalgebouwtjes, telefooncellen, transformatorhuisjes en dergelijke, waarvan de inhoud niet meer bedraagt dan maximaal 50 m³ per gebouw.

Artikel 5 Water

5.1
Bestemmingsomschrijving
De voor “Water” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
waterlopen en waterberging, de aan- en afvoer van oppervlaktewater, met bijbehorende voorzieningen;
b.
groenvoorzieningen;
c.
oeververbindingen;
met daaraan ondergeschikt:
d.
Infrastructurele voorzieningen ten behoeve van de ontsluiting van de bestemming “Detailhandel - Tuin, sfeer en interieurcentrum”.
met daarbij behorende:
e.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2
Bouwregels
Op de in het eerste lid bedoelde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
a.
in de bestemming passende bouwwerken (geen gebouwen zijnde) van waterstaatkundige aard, zoals keerwanden, beschoeiingen, duikers, bruggen, gemalen e.d.

3 Algemene Regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene Gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt dat ter plaatse van de te realiseren parkeervoorzieningen uitsluitend mag worden geparkeerd.

Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd middels een omgevingsvergunning af te wijken van:
a.
de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
b.
de bestemmingsbepalingen voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bouwgrenzen met ten hoogste 3 meter, indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;
c.
de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter. Eén en ander met dien verstande dat carports hier niet onder vallen;
d.
de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 50 meter;
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, deverkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1
Overgangsrecht bouwwerken
9.1.1
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a.
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b.
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
9.1.2
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
9.1.3
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2
Overgangsrecht gebruik
9.2.1
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
9.2.2
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
9.2.3
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
9.2.4
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Hornbach”, gemeente Zuidplas.