In deze beheersverordening wordt verstaan onder:

De Beheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas van de gemeente Zuidplas.

Het gebied waarop deze verordening van toepassing is, zoals vervat in de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1892.BvEdpOVlaatZhp-Va01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van de beheersverordening.

De respectievelijke bestemmings- en uitwerkingsplannen zoals opgenomen in de bijlagen van de regels.

1. a. De voorschriften (thans: regels) en plankaart (thans: verbeelding) van het bestemmingsplan Eendragtspolder, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas op 13 december 2005 en opgenomen in Bijlage 1;
2. b. De voorschriften (thans: regels) en plankaart (thans: verbeelding) van het bestemmingsplan Roeibaan, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas op 4 januari 2011 en opgenomen in Bijlage 2;
3. c. De voorschriften (thans: regels) en plankaart (thans: verbeelding) van het wijzigingsplan Zuideinde 5, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas op 26 oktober 2010 en opgenomen in Bijlage 3;
4. d. De voorschriften (thans: regels) en plankaart (thans: verbeelding) van het wijzigingsplan Zuideinde 18, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas op 22 november 2016 en opgenomen in Bijlage 4;
5. e. De voorschriften (thans: regels) en plankaart (thans: verbeelding) van bestemmingsplan Oud Verlaat, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas op 17 september 2001 en opgenomen in Bijlage 5;
6. f. De voorschriften (thans: regels) en plankaart (thans: verbeelding) van het bestemmingsplan Strandweg 5, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas op 14 mei 2013 en opgenomen in Bijlage 6;
7. g. de verleende vrijstellingen, ontheffingen, afwijkingen en omgevingsvergunningen voor het afwijken van de onder a t/m h genoemde bestemmings- en uitwerkingsplannen.

1. a. daar waar in de bijlagen van de regels 'bouwvergunning' staat, wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het bouwen';
2. b. daar waar in de bijlagen van de regels 'aanlegvergunning' staat, wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden';
3. c. daar waar in de bijlagen van de regels 'vrijstelling te verlenen' staat, wordt gelezen: 'af te wijken';
4. d. daar waar in de bijlagen van de regels 'vrijstelling verlenen' staat, wordt gelezen: 'afwijken';
5. e. daar waar in de bijlagen van de regels 'vrijstelling' staat, wordt gelezen: 'afwijking';
6. f. daar waar in de bijlagen van de regels 'ontheffing' staat, wordt gelezen: 'afwijking'.

1. a. Water, watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen, waterpartijen en plas- en draszones en waterhuishoudkundige voorzieningen;
2. b. recreatief gebruik;
3. c. speelvoorzieningen;
4. d. het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke waarden en natuurwaarden;
5. e. fiets- en wandelpaden, wegen en parkeervoorzieningen;
6. f. groenvoorzieningen.

1. a. Op of in de gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming;
2. b. Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
   1. 1. de hoogte van verlichtingsarmaturen bedraagt maximaal 10 meter;
   2. 2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 meter.

In aanvulling op het in artikel 2 bepaalde geldt, voor zover het bestaande gebruik (bouwen en gebruik) afwijkt van hetgeen in artikel 2 is geregeld, dat de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande legale bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande legale gebruik.

In afwijking van het onder artikel 2 bepaalde worden de regels van het plan als volgt gewijzigd:

1. a. De wijzigingsbevoegdheden zoals opgenomen in het bestemmingsplan Eendragtspolder in bijlage 1 van deze regels onder artikel 6.6a, artikel 6.6b, artikel 6.6c, artikel 7.4a, artikel 7.4b, artikel 10.0, artikel 19a, artikel 19b en artikel 19c zijn niet van toepassing;
2. b. De wijzigingsbevoegdheden zoals opgenomen in het Oud Verlaat in bijlage 5 van deze regels onder artikel 4 lid 3a, artikel 4 lid 3b, artikel 6 lid 4a en artikel 8 lid 4a zijn niet van toepassing.

1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
   1. 1. 1º gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
   2. 2. 2º na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan of de verordening.

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas.