2e Partiële herziening Uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1
Uitwerkingsplan - gemeente Zuidplas
Vastgesteld op 13-10-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het uitwerkingsplan 2e Partiële herziening Uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1 met identificatienummer NL.IMRO.1892.PH2MkpOostfase1-Va01 van de gemeente Zuidplas, zijnde een partiële herziening van het Uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1, met de daarbij behorende bijlagen;
1.2 uitwerkingsplan
het Uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1 met identificatienummer NL.IMRO.1892.UPMkpOostfase1-Va01 van de gemeente Zuidplas, zoals vastgesteld door burgemeester en wethouders op 1 april 2014;
1.3 partiële herziening:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
Artikel 2 Relatie Uitwerkingsplan - Partiële Herziening
De regels behorende bij het uitwerkingsplan zijn onverminderd van toepassing voor deze partiële herziening, tenzij in deze partiële herziening anders wordt bepaald
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het uitwerkingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 4.1, sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 4.1, sub a met maximaal 10%.
- c. Lid 4.1, sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het uitwerkingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het uitwerkingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 4.2, sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in 4.2 , sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid 4.2, sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de "2e Partiële herziening Uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1".
Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Zuidplas op 13 oktober 2015
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Een belangrijk punt bij de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Moerkapelle-Oost is de verkeersaansluiting van het nieuwe woongebied op het bestaande dorp. Het gaat daarbij zowel om de verbindingen voor gemotoriseerd verkeer, als om langzaamverkeersverbindingen. In het recente verkeerscirculatieplan wordt gekozen voor twee verbindingen voor gemotoriseerd verkeer: via de Raadhuisstraat en via de Jonkheer van der Welstraat. Deze verbindingen passen niet in het Uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1. Er is wel een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze infrastructuur te realiseren.
Bij nader inzien heeft het gemeentebestuur besloten om hiervoor geen wijzigingsplan, maar een partiële herziening van het uitwerkingsplan in procedure te brengen. Artikel 3.6, lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt dat een uitwerkingsplan zolang de bestemming nog niet is verwezenlijkt, kan worden vervangen door een nieuwe uitwerking. Van deze mogelijkheid wordt door middel van deze partiële herziening gebruikt gemaakt en wordt een planologisch-juridisch kader voor de realisatie van de infrastructuur gegeven.
De ruimtelijke gevolgen van deze aanpassing zijn zeer beperkt. Daarom heeft de voorliggende partiële herziening van het uitwerkingsplan een beknopte toelichting.
1.2 Ligging Plangebied
Het plangebied van de voorliggende partiële herziening bestaat uit twee delen, in het verlengde van de Raadhuisstraat en de Jonkheer van der Welstraat en in de recent gerealiseerde eerste fase van Moerkapelle-Oost.
Ligging plangebied.
1.3 Uitwerkingsplan Moerkapelle-oost, Fase 1
Voor het plangebied geldt nu het "Uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1" zoals dat op 1 april 2014 is vastgesteld. Een deel van de verbeelding (kaart) van dit uitwerkingsplan is in bijgaande afbeelding opgenomen. Het plangebied van de voorliggende partiële herziening omvat alleen die delen van het uitwerkingsplan die betrekking hebben op de twee verkeersaansluitingen: de twee rood gearceerde gedeelten in de afbeelding.
Deel verbeelding Uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1.
Voor deelgebied 1 geldt nu de bestemming "Verkeer - Wegverkeer" met de aanduiding "pad". Dat houdt in dat deze verbinding/brug wel voor voet- en fietspaden gebruikt mag worden, maar niet voor de ontsluiting van het nieuwe woongebied voor gemotoriseerd verkeer. Met de rode arcering is aangegeven dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn het plan te wijzigen, in die zin dat de aanduiding "pad" kan worden verwijderd. Deze partiële herziening regelt exact hetzelfde als in die wijzigingsbevoegdheid en maakt het mogelijk dat de brug voor gemotoriseerd verkeer kan worden opengesteld.
Voor deelgebied 2 gelden nu de bestemmingen "Groen" en "Water". De gronden met de bestemming "Groen" zijn met name bestemd voor groenvoorzieningen en voet- en fietspaden. De bestemming "Water" houdt in dat de gronden met name bestemd zijn voor watergangen, waterpartijen, waterhuishouding, waterafvoer en waterberging. In beide bestemmingen is geen gemotoriseerd verkeer toegelaten. Met de rode arcering is aangegeven dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming kan worden gewijzigd in de bestemming "Verkeer - Wegverkeer". Ook voor dit aspect regelt deze partiële herziening exact hetzelfde als in die wijzigingsbevoegdheid. Zodoende kan een brug voor gemotoriseerd verkeer worden gerealiseerd.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Verkeerscirculatieplan Moerkapelle
In het recente Verkeerscirculatieplan Moerkapelle (opgesteld door Westzuidwest, concept 2 maart 2015) wordt geconstateerd dat het dorp de komende jaren een flinke verandering zal ondergaan. Ten oosten van het bestaande dorp wordt nieuwbouwwijk De Jonge Veenen ontwikkeld; een plan van in totaal 500 woningen. Onderdeel van de nieuwbouwwijk zijn de bouw van een nieuwe brede school, waarin de huidige scholen in Moerkapelle zullen huisvesten, en uitbreiding van het sportcomplex.
De nieuwbouwontwikkeling heeft vanzelfsprekend grote impact op Moerkapelle. Met de bouw van in totaal 500 woningen groeit het dorp bijna met circa een derde van de huidige omvang. Met de verhuizing van de scholen, de uitbreiding van het sportcomplex en het beroep dat de nieuwe wijk zal doen op de voorzieningen in het bestaande dorp, ontstaan nieuwe relaties en nieuwe verbindingen. Het bestaande dorp en De Jonge Veenen kunnen daardoor niet los van elkaar worden gezien.
Al deze ontwikkelingen samen hebben gevolgen voor het verkeer in Moerkapelle en de verkeerscirculatie. Dat leidt tot de vraag hoe deze ontwikkeling moet worden ontsloten en hoe het nieuwe en bestaande wegennet op elkaar worden aangesloten. Daarbij wordt geconstateerd dat de ontsluiting en bereikbaarheid van Moerkapelle in de huidige situatie al tot knelpunten leidt. Met het vervallen van de aansluiting van Moerkapelle op de A12 (via het Noordeinde) heeft Moerkapelle via de Bredeweg nog maar één verbinding naar het hoofdwegennet. Dit leidt tot zwaarder
gebruik van wegen die daar niet geschikt voor zijn, zoals de Moerkapelse Zijde. De doorgaande route voor landbouwverkeer en vrachtverkeer via de Hollevoeterlaan en Akkerweg is eveneens een niet-ideale situatie.
Het Verkeerscirculatieplan geeft antwoorden op deze vragen. Voor de verkeersaansluiting van De Jonge Veenen op de bestaande straten in het dorp zijn in het Verkeerscirculatieplan verschillende varianten onderzocht. Primair was daarbij de vraag of de Raadhuisstraat en/of de Jonkheer van der Welstraat moeten worden “doorgetrokken”, dat wil zeggen, moeten aansluiten op de nieuwe straat die noord-zuid loopt tussen het bestaande dorp en de Jonge Veenen.
Verkeerscirculatieplan
Alles overziend wordt in het Verkeerscircualtieplan de conclusie getrokken dat de beste oplossing het aansluiten van zowel de Jonkheer van der Welstraat als de Raadhuisstraat is. In combinatie met de Moerdijkstraat/Oranjestraat zijn er dan drie verbindingen tussen de Jonge Veenen en het bestaande dorp. Vanuit de verkeersaantallen is hiertoe geen directe aanleiding, maar in dit scenario is er sprake van de beste verdeling van het verkeer, zo min mogelijk autokilometers in verblijfsgebied en logische routes. De gevolgen op de bestaande straten is zeer beperkt. Voor het westelijke deel van de Jonkheer van der Welstraat en Raadhuisstraat is zelfs de vraag of het hier drukker wordt aangezien deze straten dan ook aan de oostzijde worden aangesloten en een deel van het verkeer dat nu via de Dorpsstraat rijdt, via deze route gaat rijden. Voor de Raadhuisstraat moet tenslotte ook worden meegewogen dat de school in de straat daar weg gaat.
Met de genoemde verdeling van het verkeer blijven de betreffende straten eenzelfde functie houden als woonstraten in 30 km/u-gebied. Een noodzakelijke herinrichting van deze straten of verbreding als gevolg hiervan, is dan ook niet aan de orde.
2.2 Geluidsonderzoek
Om te bepalen of er sprake is van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder heeft de Omgevingsdienst Midden-Holland akoestisch onderzoek uitgevoerd (ODMH, Akoestisch onderzoek Aansluiting van twee wegen op het nieuwbouwplan De Jonge Veenen te Moerkapelle, 2015154012, Gouda, 9 juli 2015).
Wijzigingen aan een weg in de bestaande situatie kunnen van invloed zijn op de akoestische situatie ter plaatse van woningen. De Wet geluidhinder noemt dit een reconstructie. Om te kunnen bepalen of er sprake is van een reconstructie dient eerst bepaald te worden of er sprake is van een fysieke wijziging van de weg. In beide gevallen is er sprake van een fysieke wijziging. Er is echter pas sprake van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder als de geluidsbelasting 1,5 dB (afgerond 2 dB) optreedt.
Uit het onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting als gevolg van de aansluitingen op de bestaande woningen met ten hoogste 1 dB toeneemt. Er is derhalve geen sprake van een reconstructie omdat de toename niet hoger is dan 1,5 dB. Het woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen met 1 dB toename is in de situatie zonder aansluitingen redelijk. In de situatie met de aansluitingen is het woon- en leefklimaat ter plaatse van deze woningen eveneens redelijk. De toename van 1 dB wordt daarmee acceptabel geacht. Geconcludeerd wordt dat de aansluitingen niet leiden tot een verslechterd woon- en leefklimaat ter plaatse van de bestaande woningen.
Hoofdstuk 3 Juridische Toelichting
3.1 Algemeen
In de Wet ruimtelijke ordening is bepaald dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012) bindende afspraken waarmee bij het maken van de plannen rekening moet worden gehouden.
Op de verbeelding (voorheen plankaart) zijn alle functies zodanig bestemd, dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. De regels geven duidelijkheid over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke gebruiksregels.
In de Wet op de ruimtelijke ordening is vastgelegd dat uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen juridisch gezien deel uitmaken van het (bestemmings)plan waar ze bij horen. Indien de regels van het (bestemmings)plan voldoende zijn, behoeven er bij het wijzigingsplan voor die items geen aparte regels opgesteld te worden. De voorliggende partiële herziening is gebaseerd op het uitwerkingsplan en bevat dan ook alleen die regels die nodig zijn.
3.2 De Regels
In artikel 1 is een aantal begrippen opgenomen, zodat duidelijk wordt wat onder het Uitwerkingsplan Moerkapelle-Oost, fase 1 en de voorliggende partiële herziening wordt verstaan.
In artikel 2 is de verhouding tussen deze twee plannen vastgelegd. De regels behorende bij het uitwerkingsplan zijn onverminderd van toepassing voor de voorliggende partiële herziening, tenzij in deze partiële herziening anders wordt bepaald. Daarbij dient vermeld te worden dat voor het uitwerkingsplan weer een groot deel van de regels van het bestemmingsplan "Zuidplas Noord" van toepassing is.
In de regels van de partiële herziening is voorts een aantal algemene regels opgenomen. Er is een eigen antidubbeltelbepaling (artikel 3) opgenomen en eigen overgangsrecht (artikel 4). Het opnemen van deze bepalingen is volgens het Besluit ruimtelijke ordening voor elk plan verplicht, dus ook voor een partiële herziening. De citeertitel staat tenslotte in artikel 5.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische haalbaarheid van het plan.
De gronden binnen Moerkapelle Oost zijn grotendeels in eigendom van de gemeente Zuidplas. Voor de overige gronden zijn overeenkomsten gesloten over de levering ervan aan de gemeente. Ten behoeve van de ontwikkeling van Moerkapelle Oost is een grondexploitatie opgesteld. Deze wordt voor rekening en risico van de gemeente uitgevoerd en sluit op een voorzien positief exploitatieresultaat. De realisering van de twee verkeersaansluitingen die in de voorliggende partiële herziening zijn opgenomen maken deel uit van deze grondexploitatie. Omdat het kostenverhaal middels de gronduitgifte anderszins is verzekerd, is het niet noodzakelijk een exploitatieplan vast te stellen.
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Vooraankondiging
Op grond van artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient voorafgaand aan een procedure van onder meer een uitwerkingsplan waarin een ruimtelijke ontwikkeling wordt gefaciliteerd, een vooraankondiging te worden gepubliceerd waarin de gemeente aangeeft een uitwerkingsplan voor te bereiden. Deze vooraankondiging is op 24 juni 2015 gepubliceerd.
Inspraak
Het onderhavige uitwerkingsplan is een uitwerking van bestemmingsplan "Zuidplas Noord". Inspraak heeft in het kader van het moederplan plaatsgevonden. In het kader van het stedenbouwkundig plan voor fase 2 hebben er twee inloopavonden plaatsgevonden (op 15 december 2014 en 22 juni 2015). Omwonenden van het plangebied en belanghebbenden zijn hiervoor uitgenodigd. De informatieavonden zijn tevens op de gemeentepagina van het Hart van Holland en op de gemeentelijke website gepubliceerd. Doelstelling van de avonden was het betrekken bij en informeren over het concept stedenbouwkundige plan en de daarop volgende planologische uitwerking in het uitwerkingsplan. Tevens hebben er een tweetal klankbordgroepbijeenkomsten plaatsgevonden (op 16 februari en 2 juni 2015) waarin zich aangemelde geïnteresseerde belanghebbenden zijn geïnformeerd over de plannen.
In het kader van het VCP zijn er diverse openbare bijeenkomsten georganiseerd waarbij in werkgroepen de verschillende onderwerpen zijn besproken, waaronder de aansluiting van De Jonge Veenen op het bestaande dorp. Uit deze bijeenkomsten kwam het aansluiten van zowel de Raadhuisstraat als de Jonkheer van der Welstraat naar voren als voorkeursvariant.
Overleg
Conform artikel 3.1.1 van het Bro moeten burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan of aanverwant ruimtelijk plan overleg plegen met de wettelijke overlegpartners. In dat kader is hen het ontwerpuitwerkingsplan voor advies toegezonden. De provincie Zuid-Holland en HHSK hebben naar aanleindin hiervan een positieve reactie ingediend.
Ontwerpfase
Op de voorbereiding van een uitwerkingsplan is artikel 3.8 Wro (gelezen in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) van toepassing.
De kennisgeving van het ontwerpbesluit tot vaststelling van het uitwerkingsplan is geplaatst in een huis-aan-huis-blad (i.c. Hart van Holland). Tevens heeft de kennisgeving langs elektronische weg plaatsgevinden.
Het ontwerpuitwerkingsplan is vanaf 30 juli 2015 gedurende 6 weken ter inzage gelegd en tevens langs elektronische weg beschikbaar gesteld. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn geen zienswijzen kenbaar gemaakt.
Vaststellingsfase
Het uitwerkingsplan zal binnen 8 weken na terinzagelegging door burgemeester en wethouders worden vastgesteld. Het vaststellingsbesluit en het uitwerkingsplan worden vervolgens voor zes weken ter inzage gelegd. Gedurende de ter inzagelegging kan beroep tegen het plan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit kan uitsluitend wanneer ook een zienswijze tegen het ontwerp is ingediend of tegen die onderdelen die burgemeester en wethouders gewijzigd hebben vastgesteld.