Zevenhuizen-Zuid - fase 1
Uitwerkingsplan - Gemeente Zuidplas
Vastgesteld op 15-10-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Van Toepassing Verklaring
Op dit uitwerkingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Zuidplas West", vastgesteld op 16 juni 2009 door de raad van de voormalige gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle, van toepassing. Het betreft de volgende artikelen:
- Artikel 1 Begrippen
- Artikel 2 Wijze van meten en berekenen
- Artikel 35 Anti-dubbeltelbepaling
- Artikel 36 Algemene bouwregels
- Artikel 37 Bijzondere beperkende regels
- Artikel 38 Andere wettelijke regelingen
- Artikel 39 Nadere eisen
- Artikel 40 Algemene ontheffingsregels
- Artikel 41 Algemene wijzigingsregels
- Artikel 42 Algemeen toetsingskader
- Artikel 43 Algemene procedureregels
- Artikel 44 Bepaling inzake de verwerkelijking van het plan
- Artikel 45 Overgangsrecht
Artikel 2 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
2.1 plan:
het bestemmingsplan "Zuidplas West, gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle" - uitwerkingsplan Zevenhuizen-Zuid - fase 1 van de gemeente Zuidplas.
2.2 uitwerkingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1892.UpZevenhzuidfase1-Va01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
2.3 gevellijn
een op de verbeelding aangegeven lijn waaraan de in de regels opgenomen afstand van de bebouwing ten opzichte van deze lijn is gerelateerd.
2.4 peil:
in het plangebied geldt het peil zoals weergegeven in onderstaande afbeelding:
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. voet-, fiets- en ruiterpaden;
- c. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen, waterpartijen en plas- en draszones;
- d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. ondergrondse afvalinzamelingpunten;
- g. objecten van beeldende kunst;
- h. speelplaatsen, speelvoorzieningen en speeltoestellen;
- i. bruggen en overige kunstwerken;
- j. dijken en taluds;
- k. hondenuitlaatplaatsen;
- l. in- en uitritten;
- m. voorzieningen voor waterzuivering en infiltratie;
- n. voorzieningen van algemeen nut, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
alsmede voor:
- o. water, ter plaatse van de aanduiding 'water';
- p. de landschappelijke inpassing van infrastructuur;
- q. ontsluitingen ten behoeve van calamiteitenverkeer;
met de daarbij behorende:
- r. bermen, bermsloten en greppels;
- s. (boom)beplanting en overig groen;
- t. verhardingen;
- u. dammen en/of duikers;
- v. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- w. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.2.2 sub d en/of 3.2.3 sub c, teneinde gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere ondergrondse bouwdiepte en een grotere ondergrondse oppervlakte toe te staan, indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologische deskundige, al dan niet gebaseerd op een archeologisch onderzoek, gebleken is dat de genoemde bebouwing dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze bebouwing niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologisch waarden.
3.4 Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
- d. een jongerenontmoetingsplaats;
- e. woondoeleinden;
- f. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
- g. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).
Artikel 4 Tuin
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuin, gazon of open terrein;
alsmede voor:
- b. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
- c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. toegangspaden, in- en uitritten;
- f. parkeervoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- g. (boom)beplanting en overig groen;
- h. bruggen, dammen en duikers;
- i. kunstwerken;
- j. verhardingen;
- k. bouwwerken, die wat betreft aard en afmetingen passen bij de bestemming.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
- a. 4.2, teneinde erfbebouwing bij een woning - zoals bedoeld in 7.2.3 en 8.2.3 - toe te staan, indien dit vanuit stedenbouwkundig en/of functioneel oogpunt, gewenst en/of noodzakelijk is;
- b. 4.2.2 sub f en/of 4.2.3 sub c, teneinde gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere ondergrondse bouwdiepte en een grotere ondergrondse oppervlakte toe te staan, indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologische deskundige, al dan niet gebaseerd op een archeologisch onderzoek, gebleken is dat de genoemde bebouwing dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze bebouwing niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologisch waarden.
4.4 Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
- d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
- e. seksinrichtingen;
- f. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).
Artikel 5 Verkeer - Wegverkeer 3
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Wegverkeer 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met de functie van verblijf/verblijfsgebied en ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. bermen en groenvoorzieningen;
- e. speelplaatsen, speelvoorzieningen en speeltoestellen;
- f. in- en uitritten;
- g. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. (ondergrondse) afvalinzamelingspunten;
- j. voorzieningen van algemeen nut, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
- k. geluidwerende voorzieningen en geluidsreducerende maatregelen;
- l. verbindingen ten behoeve van het wegverkeer (bruggen) en overige kunstwerken en kleinschalige infrastructurele voorzieningen;
met de daarbij behorende:
- m. verhardingen;
- n. bermen, bermsloten en greppels;
- o. beplanting en overig groen;
- p. bruggen, dammen en/of duikers;
- q. straatmeubilair;
- r. werken en werkzaamheden, bruggen, tunnels, viaducten, overkluizingen en andere kunstwerken;
- s. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- t. werken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van geleiding, beveiliging, signalering en regeling van het verkeer;
- u. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 5.2.2 sub d en/of 5.2.3 sub c, teneinde gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere ondergrondse bouwdiepte en een grotere ondergrondse oppervlakte toe te staan, indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologische deskundige, al dan niet gebaseerd op een archeologisch onderzoek, gebleken is dat de genoemde bebouwing dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze bebouwing niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologisch waarden.
5.4 Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
- d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
- e. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
- b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
- c. bermen en groenvoorzieningen;
alsmede voor:
- d. groenvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'groen'; met dien verstande dat indien de gronden ter plaatse van deze aanduiding niet als water/watergangen worden gebruikt, een evenredig oppervlak in hetzelfde peilgebied wel als water/watergangen dient te worden gebruikt;
- e. verkeer te water;
- f. extensief recreatief medegebruik;
- g. infiltratievoorzieningen;
- h. oevers, oeverbeschoeiingen en taluds;
- i. behoud, herstel en ontwikkeling van de waardevolle openheid en structuur van de tochten;
met de daarbij behorende:
- j. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- k. werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, overige kunstwerken en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij de bestemming.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
- a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter;
- c. ten behoeve van de aanleg van vlonders, gelden de volgende bepalingen:
- 1. bij watergangen met een breedte tot 10 meter mogen géén steunpunten ten behoeve van de vlonder in de watergang worden aangebracht. Bij watergangen breder dan 10 meter is dit wel mogelijk, mits het gaat om overbreedte die niet noodzakelijk is voor de waterafvoer. Dit ter beoordeling van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard;
- 2. bij een maximale oversteek van 1 meter dient de onderkant van de constructie minimaal 1 meter boven het zomerpeil aangebracht te worden; indien de vlonder minder ver uitsteekt mag hij evenredig lager worden aangelegd, conform onderstaande figuur:
- d. de ondergrondse bouwdiepte bedraagt maximaal 3 meter en de ondergrondse oppervlakte maximaal 100 m2.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 6.2 sub d, teneinde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere ondergrondse bouwdiepte en een grotere ondergrondse oppervlakte toe te staan, indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologische deskundige, al dan niet gebaseerd op een archeologisch onderzoek, gebleken is dat de genoemde bebouwing dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze bebouwing niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologisch waarden.
6.4 Gebruiksregels
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Wonen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, al dan niet in combinatie met het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep of aan-huis-verbonden beroepsmatige activiteiten tot maximaal 70 m²;
alsmede voor:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. speelplaatsen, speelvoorzieningen en speeltoestellen;
- d. voet- en fietspaden;
- e. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
- f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. voorzieningen van algemeen nut; met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
- h. wegen met de functie van verblijf/verblijfsgebied en ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden;
- i. bermen en groenvoorzieningen;
- j. (ondergrondse) afvalinzamelingspunten;
- k. geluidwerende voorzieningen en geluidsreducerende maatregelen;
- l. objecten van beeldende kunst;
- m. in- en uitritten;
- n. voorzieningen voor waterzuivering en infiltratie;
met de daarbij behorende:
- o. hoofdgebouwen;
- p. aan- en uitbouwen;
- q. bijgebouwen;
- r. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- s. tuinen, gazons en erven;
- t. werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, overige kunstwerken, infiltratievoorzieningen en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
- a. lid 7.2.2 sub a en sub d, voor het bouwen van een hoofdgebouw buiten het bouwvlak en/of voor het bouwen van een hoofdgebouw op een andere afstand van de aangeduide gevellijn; indien:
- 1. dit noodzakelijk is vanuit stedenbouwkundig oogpunt; en/of
- 2. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van een doelmatig en/of efficiënt gebruik van de bebouwing op het perceel;
- b. lid 7.2.2, voor het verhogen van de maximaal toegestane hoogte van hoofdgebouwen met ten hoogste 3 meter, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet worden aangetast;
- 2. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van een doelmatig en/of efficiënt gebruik van de bebouwing op het perceel;
- 3. dit noodzakelijk is vanuit stedenbouwkundig oogpunt;
- c. 7.2.2 sub j, 7.2.3 sub d, 7.2.4 sub d en/of 7.2.5 sub d, teneinde gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere ondergrondse bouwdiepte en een grotere ondergrondse oppervlakte toe te staan, indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologische deskundige, al dan niet gebaseerd op een archeologisch onderzoek, gebleken is dat de genoemde bebouwing dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze bebouwing niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologisch waarden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 8 Wonen - Lintzone
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Lintzone' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, al dan niet in combinatie met het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep of aan-huis-verbonden beroepsmatige activiteiten tot maximaal 70 m²;
- b. behoud, herstel en ontwikkeling van de waardevolle openheid en structuur van de lintzone (laanstructuur);
alsmede voor:
- c. toegangs- en ontsluitingswegen, woonstraten, fiets- en voetpaden, in- en uitritten;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
- f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. voorzieningen van algemeen nut;
met de daarbij behorende:
- i. hoofdgebouwen;
- j. aan- en uitbouwen;
- k. bijgebouwen;
- l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- m. tuinen, gazons en erven;
- n. verhardingen;
- o. bermen, bermsloten en greppels;
- p. (boom)beplanting, oeverbeschoeiingen en overig groen;
- q. straatmeubilair;
- r. werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, overige kunstwerken, infiltratievoorzieningen en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
- a. 8.2.2, voor het verhogen van de maximaal toegestane hoogte van hoofdgebouwen met ten hoogste 3 meter, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet worden aangetast;
- 2. de afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van een doelmatig en/of efficiënt gebruik van de bebouwing op het perceel;
- b. 8.2.2 sub m, 8.2.3 sub e, 8.2.4 sub d en/of 8.2.5 sub d, teneinde gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere ondergrondse bouwdiepte en een grotere ondergrondse oppervlakte toe te staan, indien op basis van een schriftelijk advies van een archeologische deskundige, al dan niet gebaseerd op een archeologisch onderzoek, gebleken is dat de genoemde bebouwing dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze bebouwing niet zullen leiden tot onevenredige aantasting van de archeologisch waarden.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Zuidplas West, gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle" - uitwerkingsplan "Zevenhuizen-Zuid - fase 1".
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Bij Functiemenging
Bijlage 2 Lijst van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging
Bijlage 1 Milieukundig Advies Odmh
Bijlage 1 Milieukundig advies ODMH
Bijlage 2 Inventarisatie Vragen Tijdens Infoavond
Bijlage 2 Inventarisatie vragen tijdens infoavond
Bijlage 3 Kaart Bij Waterparagraaf
Bijlage 3 Kaart bij waterparagraaf
Bijlage 4 Nota Van Zienswijzen
Bijlage 4 Nota van Zienswijzen