In deze regels wordt verstaan onder:

het bestemmingsplan 'Zuidplas Noord', vastgesteld door de gemeenteraad van gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle d.d. 16 juni 2009;

detailhandel in de vorm van verkoop van artikelen die voor het koken worden gebruikt (pannen, potten, keuken gereedschappen, keuken textiel), verkoop van artikelen i.v.m. het nuttigen van maaltijden (tafels, stoelen, serviezen, bestekken, tafel aankleding), verkoop van foodartikelen (koffie, thee, delicatessen, kruiden/specerijen, oliën, azijnen en sauzen), het verzorgen van (kook)demonstraties, alsmede het leveren van aan een tuincentrum gerelateerde diensten in de vorm van exposities, seminars en shows, alsmede overige detailhandel;

detailhandel in de vorm zoals gespecificeerd onder 1.4 Tuincentrum type IV;

Dit type tuincentrum zal naast de verkoop vooral moeten voorzien in de behoefte van consumenten aan vermaak en beleving. Het gaat hier om een zeer grootschalige detailhandelsvestiging met een regionaal tot landelijk verzorgingsgebied met ruimte voor vestiging in thema/leisure voorzieningen voor huis, tuin en buitenleven, met verkoop van producten in combinatie met het gebruik van de producten als vermaak.

Accenten:

• grootschalige detailhandel;
• verzorgingsgebied – regionaal tot landelijk;
• 'levend assortiment' artikelen (tuinplanten en bomen, bloemen en planten, dieren,
• bloembollen en zaden);
• 'niet-levend assortiment' artikelen – basis (gereedschap, decoratie buitenhuis, decoratie binnenhuis in sfeer&interieur, materiaal ten behoeve van klein en groot tuinonderhoud, dierbenodigdheden en -voeding , seizoensartikelen);
• 'niet-levend assortiment' artikelen – uitgebreid (wonen, wellness, tuingerelateerd speelgoed, tuinartikelen en tuinmeubelen);
• basisassortiment bedraagt 80% en 20% bedraagt aanvullend assortiment;

de kaart van het wijzigingsplan 'Intratuin Bredeweg' bestaande uit de kaart 09BROBO163;

het wijzigingsplan 'Intratuin Bredeweg' van de gemeente 'Zuidplas' zoals vervat in de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1892.WpIntratuin-Va01 met de bijbehorende regels.

Op het wijzigingsplan zijn de regels behorende bij het bestemmingsplan zoals genoemd in 1.1Bestemmingsplan, voor zover relevant, van toepassing.

De voor 'Detailhandel - Tuin, sfeer en interieurcentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. een tuincentrum type IV;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - reclamezuil', een reclamezuil;

met daaraan ondergeschikt:

3. c. horeca, categorie 1 en 2 ten behoeve van het tuincentrum type IV;
4. d. een standplaats ten behoeve van ambulante handel (zoals oliebollen e.d.);

met daarbij behorende:

5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
6. f. voorzieningen van algemeen nut;
7. g. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat minimaal 550 parkeerplaatsen aanwezig dienen te zijn binnen de bestemming;
8. h. overige bij de bestemming behorende voorzieningen.

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

1. a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
3. c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
4. d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
5. e. woondoeleinden;
6. f. verkooppunt voor motorbrandstoffen.

De voor 'Verkeer - Wegverkeer 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wegen met de functie van verblijf/verblijfsgebied en ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - vlaggenmast' vlaggenmasten;
3. c. voet- en fietspaden;
4. d. parkeer- en groenvoorzieningen;
5. e. waterlopen, watergangen, bermsloten en greppels;
6. f. bermen, (natuurvriendelijke) oevers, taluds;
7. g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
8. h. (ondergrondse) afvalverzamelingspunten;
9. i. voorzieningen van algemeen nut;
10. j. geluidwerende voorzieningen en geluidsreducerende maatregelen;
11. k. verbindingen ten behoeve van het wegverkeer (bruggen) en overige kunstwerken en infrastructurele voorzieningen;

met de daarbij behorende:

12. l. verhardingen;
13. m. beplanting en overig groen;
14. n. straatmeubilair;
15. o. werken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van geleiding, beveiliging, signalering en regeling van het verkeer waaronder begrepen kleinschalige infrastructurele voorzieningen;
16. p. bouwwerken, werken en werkzaamheden ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen waaronder begrepen bruggen, tunnels, viaducten, kunstwerken en infiltratievoorzieningen;
17. q. voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

1. a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
3. c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
4. d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
5. e. woondoeleinden;
6. f. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden), met uitzondering van het bepaalde in 3.1sub b;
7. g. verkooppunt voor motorbrandstoffen.

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. waterlopen, watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen, waterpartijen, bermsloten en greppels;
2. b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
3. c. bermen, (natuurvriendelijke) oevers, taluds;
4. d. groenvoorzieningen;

alsmede voor:

5. e. infiltratievoorzieningen;
6. f. oevers, oeverbeschoeiingen en taluds;
7. g. behoud, herstel en ontwikkeling van de waardevolle openheid en structuur van de tochten;

met de daarbij behorende:

8. h. werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen en overige kunstwerken;
9. i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij de bestemming.

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

1. a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter.

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

1. a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
3. c. woonschepen en drijvende woningen als ligplaats.

De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangeduide gronden zijn – bij wijze van dubbelbestemming - bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de in deze gronden voorkomende archeologische waarden.

1. a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), de gronden met de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ op één of meerdere locaties te wijzigen, door het verwijderen van deze dubbelbestemming ter plaatse indien:
   1. 1. uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse géén archeologische waarden aanwezig zijn en de gronden daarom géén bescherming behoeven;
   2. 2. de archeologische waarden in voldoende mate zijn opgegraven en/of gedocumenteerd.
2. b. Alvorens toepassing te geven aan de regel in sub a winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een archeoloog conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA.

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangeduide gronden, zijn – bij wijze van dubbelbestemming - naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming, tevens bestemd voor de bescherming, het beheer en het onderhoud van een watergang met de daarbij behorende oevers.

Deze regels worden aangehaald als: wijzigingsplan 'Intratuin Bredeweg'.

Aldus vastgesteld in de vergadering in college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zuidplas, d.d. 5 oktober 2010.

Mij bekend,

de secretaris