KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Antidubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Bouwregels
Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 8 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
Artikel 10 Slotregel

woning Gielenhofweg 41

Bestemmingsplan - gemeente Peel en Maas

Onherroepelijk op 06-06-2011 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplanGielenhofweg 41 van de gemeente Peel en Maas.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand

NL.IMRO.1894.BPL0015-OH01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 afhankelijke woonruimte:

een onderdeel van het hoofdgebouw of aangebouwd bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke
eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de voor mantelzorg of inwonende
ouders bedoelde huishouding is gehuisvest.

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bebouwingspercentage:

een percentage dat in de regels en/of op de verbeelding is aangegeven en dat aangeeft hoeveel
oppervlakte van het bouwvlak of van het bestemmingsvlak maximaal met bouwwerken mag
worden bebouwd.

1.9 Bed & Breakfast (B&B):

het bedrijfsmatig en op kleine schaal tegen betaling aanbieden van logies/overnachting in een
daarvoor geschikte woning (hoofd- of bijgebouw) gericht op het bieden van de mogelijkheid tot
een toeristisch en kortdurend verblijf met ontbijtmogelijkheid. Deze voorziening is nadrukkelijk niet bedoeld voor het laten overnachten van tijdelijke arbeiders of seizoensarbeiders.

1.10 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken,
opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van
diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.11 bedrijf aan huis:

het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van
ambachtelijke bedrijvigheid van beperkte omvang die niet valt onder de vergunningplicht bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel andere milieuregelgeving, door de bewoner(s) van de woning, geheel of overwegend door middel van
handwerk en dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de
beperkte verkoop van artikelen die rechtstreeks verband houden met genoemde activiteiten.
Onder bedrijf aan huis kunnen onder andere de volgende activiteiten worden verstaan:

  1. 1. schoonheidssalon;
  2. 2. nagelstudio.

1.12 beeldkwaliteit:

het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing rekening houdende met de karakteristieken van de locatie en de omgeving door middel van aandacht voor architectuur, cultuurhistorische,
stedenbouwkundige en landschappelijke aspecten.

1.13 beroep aan huis:

de uitoefening van een dienstverlenend beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten door
de gebruik(st)er(s) van de woning, op het gebied van de juridische, therapeutische, administratieve, kunstzinnige, ontwerptechnische en medische dienstverlening of hiermee gelijk te stellen dienstverlening, dat met volledig behoud van de woonfunctie door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende gebouwen kan worden uitgeoefend.

1.14 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.15 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.16 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak

1.17 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.18 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.19 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.20 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.21 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.22 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.23 dakhelling:

de hoek gemeten tussen het dakvlak en het horizontale vlak.

1.24 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden met inbegrip van de uitstalling ten verkoop, het verkopen,
verhuren en leveren van zaken aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik,
verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met
uitzondering van perifere en grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.

1.25 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.26 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.27 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.28 huishouden:

een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en daar zichzelf
voorziet, of door derden wordt voorzien, in dagelijkse levensbehoeften.

1.29 kamerverhuur:

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de kamerverhuurder ter plaatse het
hoofdverblijf heeft.

1.30 ondergronds bouwen:

bouwen onder peil.

1.31 ondergronds bouwwerk:

een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste
1,75 meter beneden peil.

1.32 ondergronds bouwwerk - ondergrondse ruimte:

een (gedeelte van een) gebouw of ruimte, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op
minimaal 1,75 meter beneden peil, verticaal gemeten straks langs de omtrek van het gebouw.
Ondergrondse bouwwerken en ruimten moeten voldoen aan de elders in de planregels
voorgeschreven afstanden tot de perceelgrenzen.

1.33 oppervlakte van een bouwwerk:

gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

1.34 peil:

  1. 1. voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de
    kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. 2. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. 3. voor andere gebouwen en `bouwwerken, geen gebouw zijnde': de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld ter plaatse van de bouw;
  4. 4. voor bouwwerken in het talud van de dijk: de gemiddelde hoogte van het bestaande
    aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de van de dijk afgekeerde zijde van het
    bouwwerk;
  5. 5. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil;
  6. 6. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte
    maaiveld.

1.35 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.36 ruimtelijke kwaliteit:

een goede balans tussen de gebruikswaarde, toekomstwaarde en belevingswaarde in een gebied.

1.37 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch- pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan:

  1. 1. bordeel;
  2. 2. erotische-massagesalon;
  3. 3. parenclub;
  4. 4. prostitutiebedrijf;
  5. 5. seksautomatenhal;
  6. 6. seksbioscoop;
  7. 7. sauna/seksinrichting;
  8. 8. sekstheater.

1.38 voorgevel:

gevel aan de voorzijde van een gebouw gerelateerd aan de grens van het bouwvlak die gericht is
naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.

1.39 voogevelrooilijn:

denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.

1.40 voorziening van algemeen nut:

voorzieningen en constructies ten behoeve van de op het openbare net aangesloten
nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, riolering, kabels en leidingen, het openbaar
vervoer en/of het wegverkeer.

1.41 vrijstaand bijgebouw:

een van het hoofdgebouw en aangebouwde bijgebouwen vrijstaand gebouw dat ten dienste staat
van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw.

1.42 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat blijkens indeling en inrichting uitsluitend is bestemd en
bedoeld engeschikt is voor het voeren van een zelfstandige huishouding en/of voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Met woning wordt niet bedoeld recreatiewoning.

1.43 zolder:

Ruimte in een (gedeelte van een) gebouw onder een dak die geheel is afgedekt met schuine
daken en die in functioneel opzicht geheel deel uitmaakt van de daaronder gelegen bouwlaag
voor zover de hoogte van de borstwering ter plaatse van de omtrekmuren minder dan 80 cm
boven de vloer is gelegen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de bouwperceelgrens:

Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand
het kortst is.

2.2 algemeen:

De lengte, breedte en hoogte van een bouwwerk: buitenwerks, dit is de afstand gemeten tussen
debuitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren.

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdele zoals:

  1. 1. gevellijsten;
  2. 2. gevelversieringen;
  3. 3. kozijnen;
  4. 4. kroonlijsten;
  5. 5. liftkokers;
  6. 6. overstekende daken;
  7. 7. pilasters;
  8. 8. plinten;
  9. 9. ventilatiekanalen.

2.4 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.8 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.9 oppervlakte van een bouwwerk:

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts
geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het
bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. 1. wonen;
  2. 2. aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven, tot een maximum van 50 m² van de vloeroppervlakte van de bestaande bebouwing
  3. 3. paardrijbakken, uitsluitend ten behoeve van het hobby-matig houden van paarden; met de daarbijbehorende:
  4. 4. tuinen, erven en terreinen;
  5. 5. parkeervoorzieningen;
  6. 6. groenvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  1. 1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en
    leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. 2. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  3. 3. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. 4. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. 5. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  6. 6. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing;
  7. 7. in het belang van een verantwoorde afvoer van hemelwater (infiltratie of retentie).

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. 1. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  2. 2. detailhandel;
  3. 3. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  4. 4. seksinrichtingen;
  5. 5. kamperen;
  6. 6. opslag van goederen en materialen;
  7. 7. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
  8. 8. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  9. 9. horeca;
  10. 10. Bed & Breakfest;
  11. 11. wonen in bijgebouwen, zoals bedoeld in artikel 3.2.3

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen ten behoeve van de hieronder
vermelde doeleinden:

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Bouwregels

5.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen

5.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte
bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten,
gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing
gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter
bedraagt.

5.3 Algemene bepalingen over bestaande afstanden en andere maten

Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels

6.1 Algemene afwijkingsregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. de in de regels voorgeschreven maatvoering met ten hoogste 10%;
  2. b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting
    van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of
    intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  3. c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een
    meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen
    zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt
    vergroot tot maximaal 10 m;
  5. e. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde,
    en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-,
    ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot maximaal 40 m, onder de volgende
    voorwaarden:
    1. 1. losse masten met hekwerken, gebouwen e.d. zijn alleen toegestaan:
      • buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horecagelegenheden;
      • binnen de bebouwde kom zijn losstaande installaties alleen toegestaan op bedrijventerreinen en sportparken.
    2. 2. installaties op of aan een gebouw zijn toegestaan op elk gebouw met uitzondering van
      de gebouwen met de aanduiding cultuurhistorische waarden.

Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch
    betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer
    bedragen dan 3 m en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen
    wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

Artikel 8 Algemene Procedureregels

8.1 Wijzigingsbevoegdheid

Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de
voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de artikel 3.9a Wro, van toepassing.

8.2 Nadere eisen

Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de
voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet
bestuursrecht van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan

9.2 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplanGielenhofweg 41 van de gemeente Peel en Maas.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 31 mei 2011

...............

De voorzitter,

De griffier.

....................