KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agarisch - Grondgebonden
Artikel 5 Agrarisch - Niet Grondgebonden
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 8 Bedrijf - Rioolwatergemaal
Artikel 9 Detailhandel
Artikel 10 Dienstverlening
Artikel 11 Groen
Artikel 12 Horeca
Artikel 13 Maatschappelijk
Artikel 14 Recreatie
Artikel 15 Sport
Artikel 16 Verkeer
Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 18 Water
Artikel 19 Wonen
Artikel 20 Wonen - 2
Artikel 21 Wonen - 3
Artikel 22 Wonen - Garageboxen
Artikel 23 Wonen - Woonwagenstandplaats
Artikel 24 Wonen - Uit Te Werken
Artikel 25 Leiding - Gas
Artikel 26 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 27 Leiding - Riool
Artikel 28 Waarde - Archeologie 2
Artikel 29 Waarde - Archeologie 3
Artikel 30 Waarde - Archeologie 4
Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 32 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed
Artikel 33 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed
Artikel 34 Waterstaat - Waterkering
Artikel 35 Waterstaat - Waterlopen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 36 Anti-dubbeltelregel
Artikel 37 Algemene Bouwregels
Artikel 38 Algemene Gebruiksregels
Artikel 39 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 40 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 41 Overgangsrecht
Artikel 42 Slotregel
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Overzicht Beroep Of Bedrijf Aan Huis
Bijlage 3 Overzicht Monumentale Gebouwen

Kernen Kessel en Kessel-Eik

Bestemmingsplan - Gemeente Peel en Maas

Vastgesteld op 05-02-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Kernen Kessel en Kessel-Eik' van de gemeente Peel en Maas.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1894.BPL0047-VG01met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 achtererfgebied:

erf op meer dan 1,00 meter achter de voorgevellrooilijn.

1.6 afhankelijke woonruimte:

een onderdeel van het hoofdgebouw of aangebouwd bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.

1.7 ambacht(elijk):

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, ondergeschikt aan de woonfunctie. Wanneer deze activiteit in een woning en bijbehorende bouwwerken plaatsvindt, dient de omvang van de activiteit zodanig te zijn dat de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.

1.8 archeologisch monument:

terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument.

1.9 archeologisch onderzoek:

onderzoek verricht door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet (of voor de betreffende werkzaamheden een vergunning heeft van de minister van OCW) en werkend volgens de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).

1.10 archeologische verwachting:

de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten (resten uit het verleden).

1.11 archeologische waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten (resten uit het verleden).

1.12 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde.

1.13 bebouwingspercentage:

een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

1.14 bed en breakfast:

het bedrijfsmatig en op kleine schaal tegen betaling aanbieden van logies/overnachting in een daarvoor geschikte woning gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met ontbijtmogelijkheid. Deze voorziening is nadrukkelijk niet bedoeld voor het laten overnachten van tijdelijke arbeiders of seizoensarbeiders.

1.15 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen en niet zijnde een seksinrichting.

1.16 bedrijf aan huis:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten cq. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot de beroepsmatige activiteiten, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat op kleine schaal in een woning of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse welke zijn opgenomen in bijlage 2 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis'.

1.17 bedrijfsvloeroppervlak:

de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.18 bedrijfswoning:

een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op dan wel bij een terrein, dienend voor de huisvesting van een persoon (en diens huishouden), wiens huisvesting ter plaatse, gelet op de bedrijfsvoering, noodzakelijk is.

1.19 beroep aan huis:

een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in een woning of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse, welk zijn opgenomen in bijlage 2 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis'.

1.20 bestaand:

situatie ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.21 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.22 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.23 bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.24 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.25 bodemingreep:

werken of werkzaamheden die een bodemverstorende werking kunnen hebben op het aanwezige (archeologisch) bodemarchief.

1.26 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.27 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.28 bouwlaag:

een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van de kelder en de zolder.

1.29 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.30 bouwperceelsgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.31 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegelaten.

1.32 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.33 cultuur en ontspanning:

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, waaronder:

  1. a. ateliers;
  2. b. attractieparken;
  3. c. bioscopen;
  4. d. bowlingbanen;
  5. e. casino's;
  6. f. creativiteitscentra;
  7. g. dansscholen;
  8. h. dierentuinen;
  9. i. evenemententerreinen;
  10. j. kinderboerderijen;
  11. k. musea;
  12. l. muziekscholen;
  13. m. muziektheaters;
  14. n. sauna's;
  15. o. speeltuinen;
  16. p. theaters;
  17. q. wellnesscentra.

1.34 deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg:

een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie. Deze dient in ieder geval te voldoen aan de in de KNA gestelde kwalificaties van senior archeoloog.

1.35 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van een internetwinkel en/of horeca.

1.36 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.

1.37 diepte bodemingreep:

de diepte van de bodemverstorende ingreep, gemeten ten opzichte van het maaiveld ter plaatse (straat- of terreinniveau).

1.38 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover het bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt.

1.39 erfafscheiding:

afscheiding welke op een grens tussen twee erven is geplaatst.

1.40 evenement:

een publiekgerichte activiteit die een bijdrage levert aan het culturele, sociale en/of sportieve leven.

1.41 evenemententerrein:

een terrein dat is bedoeld voor en dat qua ligging, toegankelijkheid, ondergrond en omvang geschikt is voor het houden van eenmalige en periodiek terugkerende tijdelijke evenementen die een grote verkeersaantrekkende werking kunnen hebben.

1.42 extensief dagrecreatief medegebruik:

alle vormen van recreatief medegebruik die wat betreft hun lage intensiteit, beperkte omvang en frequentie inpasbaar zijn en gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen en vissen.

1.43 garagebox:

stalling voor een auto of ander voertuig.

1.44 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.45 geluidzoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.46 gestapelde woning:

een woning in een woongebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.

1.47 gevellijn:

de als zodanig aangegeven lijn waar de voorgevel van het hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd, behoudens voor zover uitdrukkelijk anders bepaald in deze regels.

1.48 grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de open grond die bij het bedrijf hoort en waaronder ook begrepen grond met tijdelijke tunnels of andere teeltondersteunende voorzieningen, waaronder:

  1. a. akkerbouwbedrijf;
  2. b. melkveehouderij;
  3. c. productiegebonden paardenhouderij.

1.49 hartlijn:

het midden van een leiding.

1.50 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.51 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodaties en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.52 horeca van categorie 1:

een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar, naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren, in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt.

1.53 horeca van categorie 2:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd, waaronder:

  1. a. cafetaria/snackbar;
  2. b. fastfood en broodjeszaken;
  3. c. lunchroom;
  4. d. konditorei;
  5. e. ijssalon/-winkel;
  6. f. koffie- en/of theeschenkerij;
  7. g. afhaalcentrum;
  8. h. eetwinkels;
  9. i. restaurant.

1.54 horeca van categorie 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede de gelegenheid kan bieden tot dansen, waaronder:

  1. a. café;
  2. b. bar;
  3. c. grand-café;
  4. d. eetcafé;
  5. e. danscafé;
  6. f. pubs.

1.55 horeca van categorie 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met live muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren, waaronder:

  1. a. discotheek/dancing;
  2. b. nacht-café;
  3. c. zalencentrum (met nachtvergunning).

1.56 horeca van categorie 5:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, waaronder:

  1. a. hotel;
  2. b. motel;
  3. c. pension;
  4. d. overige logiesverstrekkers.

1.57 huishouden:

een alleenstaande dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren.

1.58 inrichting:

een op grond van de Wet milieubeheer als volgt gedefinieerd begrip: "elk door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht".

1.59 inwoning:

het bewonen van een gedeelte van een woning welke door een ander huishouden in gebruik is genomen.

1.60 intensieve veehouderij:

een niet grondgebonden agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, waaronder een rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen.

1.61 kamerverhuur:

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de kamerverhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.

1.62 kampeermiddel:

  1. a. een tent, tentwagen, een kampeerauto, toercaravan, vouwwagen, camper of huifkar;
  2. b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 2.1 lid 1a van de Wabo een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is, een en ander voor zover genoemde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtgebruik.

1.63 kantoor:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.64 kelder:

een ruimte in een gebouw die geheel of gedeeltelijk ondergronds gelegen is.

1.65 logies:

het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft.

1.66 maatschappelijk:

het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder:

  1. a. asielzoekerscentra;
  2. b. begraafplaatsen;
  3. c. bibliotheken;
  4. d. crematoria;
  5. e. dierenasiel;
  6. f. dierenpension;
  7. g. drugsopvang;
  8. h. gezondheidszorg;
  9. i. jeugdopvang;
  10. j. gemeenschapshuizen
  11. k. justitiële inrichtingen;
  12. l. kazerne;
  13. m. militair oefenterrein;
  14. n. militaire zaken;
  15. o. naschoolse opvang;
  16. p. onderwijs;
  17. q. openbare dienstverlening;
  18. r. praktijkruimten;
  19. s. religieuze voorzieningen;
  20. t. uitvaartcentra;
  21. u. verenigingsleven;
  22. v. welzijnsinstellingen;
  23. w. zorgboerderijen;
  24. x. zorginstellingen.

1.67 mantelzorg:

langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving en waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

1.68 niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf, niet zijnde een intensieve veehouderij of een glastuinbouwbedrijf, waarvan de productie geheel of in overwegende mate plaatsvindt in gebouwen of los van het voortbrengend vermogen van de open grond, waaronder:

  1. a. een champignonkwekerij;
  2. b. een viskwekerij.

1.69 nutsvoorziening:

voorzieningen voor op het openbare net aangesloten voorzieningen van algemeen nut, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, alsmede containers voor glas, kleding, plastic etc. .

1.70 omgevingsvergunning:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.71 ondergeschikt:

een functie die qua omvang en uitstraling ten dienste staat van een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie.

1.72 ondergronds bouwen:

bouwen beneden peil.

1.73 ondergronds bouwwerk:

een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 meter beneden peil.

1.74 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport en een luifel.

1.75 peil:

  1. a. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.76 permanente bewoning:

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door eenzelfde persoon of een zelfde groep personen die niet elders over een hoofdverblijf beschikken en waardoor die ruimte als reguliere woning is aan te merken.

1.77 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.78 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.79 recreatief medegebruik:

het gebruik waarbij de recreatieve activiteiten ondergeschikt dienen te zijn aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan en voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten.

1.80 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden, waaronder:

  1. a. bordeel;
  2. b. erotische-massagesalon;
  3. c. parenclub;
  4. d. prostitutiebedrijf;
  5. e. seksautomatenhal;
  6. f. seksbioscoop;
  7. g. sekssauna/seksinrichting;
  8. h. sekstheater.

1.81 supermarkt:

een zelfbedieningszaak in goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotsmiddelen.

1.82 voorgevel:

gevel aan de voorzijde van een gebouw gerelateerd aan de grens van het bouwvlak die is gericht naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.

1.83 voorgevelrooilijn:

denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.

1.84 voorkant van een hoofdgebouw:

staat gelijk aan de voorgevel, met uitzondering van erkers, luifels, overkappingen en dergelijke ondergeschikte bouwdelen.

1.85 weg:

een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerplaatsen.

1.86 wet / wettelijke regelingen:

indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze gelden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.87 wonen:

wonen in een woning, zijnde een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden of maximaal vier personen die geen huishouden vormen.

1.88 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden of maximaal vier personen die geen huishouden vormen.

1.89 zolder:

ruimte(n) onder een kap, voor zover de hoogte van de borstwering ter plaatse van de omtrekmuren minder dan 80 cm boven de vloer is gelegen.

Artikel 2 Wijze Van Meten


Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwonderdelen als bedoeld in artikel 37.2.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de oppervlakte van een bodemingreep:

het gebied (zone) waarbinnen bodemingrepen plaatsvinden die een verstorende werking kunnen hebben op het (archeologisch) bodemarchief.

2.7 de afstand tot de bouwperceelsgrens:

tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.

2.8 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch bedrijfsmatig gebruik;
  2. b. agrarisch hobbymatig gebruik;
  3. c. een molen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch-molen' en hiermee samenhangende recreatieve en educatieve doeleinden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. extensief dagrecreatief medegebruik;
  2. e. groenvoorzieningen;
  3. f. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  4. g. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 4 Agarisch - Grondgebonden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Grondgebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch bedrijfsmatig gebruik, in de vorm van een grondgebonden bedrijf;
  2. b. wonen in een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.3.3;
  2. d. verkoop van zelfvoortgebrachte of streekeigen producten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.3.4;
  3. e. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.3.2;
  4. f. tuinen, erven en terreinen;
  5. g. groenvoorzieningen;
  6. h. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  7. i. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
  8. j. teeltondersteunende voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Agrarisch - Niet Grondgebonden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Niet grondgebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch bedrijfsmatig gebruik in de vorm van een niet grondgebonden bedrijf;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. verkoop van zelfvoortgebrachte of streekeigen producten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.3.3;
  2. c. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.3.2;
  3. d. tuinen, erven en terreinen;
  4. e. groenvoorzieningen;
  5. f. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  6. g. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. h. waterbassins binnen het bouwvlak.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten welke zijn opgenomen in milieucategorie 1 t/m 2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij de regels), en/of daarmee naar aard, omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten;
  2. b. een verhuurbedrijf voor transportmiddelen en werktuigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1';
  3. c. een generatorenfabriek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2';
  4. d. maatschappelijke doeleinden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' is uitsluitend het gebruik ten behoeve van een recreatiewoning toegestaan;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. de bestaande bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.3.3;
  2. g. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.3.2;
  3. h. nutsvoorzieningen;
  4. i. tuinen, erven en terreinen;
  5. j. groenvoorzieningen;
  6. k. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  7. l. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor openbare nutsvoorzieningen met de bijbehorende voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Bedrijf - Rioolwatergemaal

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Rioolwatergemaal' aangewezen gronden zijn bestemd voor de afvoer van rioolwater.

8.2 Bouwregels

Artikel 9 Detailhandel

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-autoverkoop, uitsluitend verkoop in gebruikte en nieuwe autos' plaatsvindt;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. bestaande woningen op de verdieping of een bestaande woning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9.3.4;
  2. e. bestaande bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis overeenkomstig het bepaalde in artikel 9.3.4;
  3. f. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 9.3.3;
  4. g. tuinen, erven en terreinen;
  5. h. groenvoorzieningen;
  6. i. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  7. j. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 10 Dienstverlening

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. aan dienstverlening gerelateerde detailhandel;
  2. c. bestaande woningen op de verdieping, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.3.4;
  3. d. bestaande bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.3.4;
  4. e. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.3.3;
  5. f. tuinen, erven en terreinen;
  6. g. groenvoorzieningen;
  7. h. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  8. i. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 11 Groen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. parken;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. bermen en beplanting;
  2. d. paden;
  3. e. speelvoorzieningen;
  4. f. jongerenontmoetingsplaatsen;
  5. g. hondenuitlaatplaatsen;
  6. h. nutsvoorzieningen;
  7. i. kunstwerken;
  8. j. dagrecreatief medegebruik
  9. k. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11.4.2;
  10. l. waterlopen en waterpartijen, waaronder wadi's;
  11. m. terrassen;
  12. n. standplaatsen;
  13. o. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 12 Horeca

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca van categorie 1 en 2;
  2. b. horeca van categorie 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  3. c. horeca van categorie 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
  4. d. een evenementenhal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-evenementenhal';

met daaraan ondergeschikt:

  1. e. bestaande woningen op de verdieping, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 12.3.4;
  2. f. bestaande bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 12.3.4;
  3. g. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 12.3.3;
  4. h. terrassen;
  5. i. tuinen, erven en terreinen;
  6. j. groenvoorzieningen;
  7. k. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  8. l. een onderdoorgang ten behoeve van langzaam verkeer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  9. m. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

12.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening;
  2. b. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  3. c. horeca van categorie 3, uitsluitend in de kelder en op de begane grond en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. detailhandel, met een oppervlakte van maximaal 50 m²;
  2. e. horeca, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
  3. f. bestaande woningen op de verdieping, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 13.3.3;
  4. g. bestaande bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 13.3.3;
  5. h. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 13.3.2;
  6. i. tuinen, erven en terreinen;
  7. j. groenvoorzieningen;
  8. k. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  9. l. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 14 Recreatie

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatie in de vorm van een passantenhaven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'passantenhaven';

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14.3.2;
  2. c. tuinen en erven;
  3. d. groenvoorzieningen;
  4. e. paden, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  5. f. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;

14.2 Bouwregels

14.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 15 Sport

15.1 Bestemmingsomschrijving


De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van sportactiviteiten;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. horeca;
  2. c. erven en terreinen;
  3. d. groenvoorzieningen;
  4. e. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  5. f. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.3 Specifieke gebruiksregels

15.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.1 ten behoeve van het gebruik voor dagbestedingsactiviteiten voor ouderen en kinderopvang mits:

  1. a. de bebouwing niet mag worden uitgebreid;
  2. b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. 1. het woon- en leefklimaat;
    2. 2. de milieusituatie;
    3. 3. de verkeersveiligheid en de parkeerdruk op wegen;
    4. 4. de bestaande ecologische, cultuurhistorische en milieuwaarden;

c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bebouwing.

Artikel 16 Verkeer

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. kunstwerken;
  7. g. waterlopen en waterpartijen, waaronder wadi's;
  8. h. vervoersvoorzieningen, zoals bushokjes/abri's;
  9. i. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 16.4.2;
  10. j. terrassen;
  11. k. standplaatsen;
  12. l. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.3 Afwijken van de bouwregels

16.4 Specifieke gebruiksregels

16.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten, paden en pleinen met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. jongerenontmoetingsplaatsen;
  7. g. hondenuitlaatplaatsen;
  8. h. nutsvoorzieningen;
  9. i. kunstwerken;
  10. j. waterlopen en waterpartijen, waaronder wadi's;
  11. k. (ondergrondse) afvalinzamelingspunten;
  12. l. vervoersvoorzieningen, zoals bushokjes/abri's;
  13. m. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 17.4.2;
  14. n. terrassen;
  15. o. standplaatsen;
  16. p. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.3 Afwijken van de bouwregels

17.4 Specifieke gebruiksregels

17.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 18 Water

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. beroeps- en recreatievaart;
  2. b. waterberging;
  3. c. waterstaatswerken en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. d. behoud en herstel van ecologische en natuurwaarden;
  5. e. waterlopen en daarbij behorende oevervoorzieningen;
  6. f. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  7. g. beheer- en onderhoudsstroken;
  8. h. kunstwerken;
  9. i. nutsvoorzieningen;
  10. j. lichten en bakens ten behoeve van de scheepvaart.

18.2 Bouwregels

18.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 19.3.3;
  2. c. bestaande bed en breakfasts;
  3. d. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 19.3.2;
  4. e. bestaande mantelzorgvoorzieningen;
  5. f. tuinen en erven;
  6. g. groenvoorzieningen;
  7. h. paden, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  8. i. een onderdoorgang ten behoeve van langzaam verkeer, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  9. j. recreatiewoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  10. k. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

19.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 20 Wonen - 2

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3.3;
  2. c. bestaande bed en breakfasts;
  3. d. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3.2;
  4. e. bestaande mantelzorgvoorzieningen en inwoning;
  5. f. tuinen en erven;
  6. g. groenvoorzieningen;
  7. h. paden, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  8. i. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

20.2 Bouwregels

20.3 Specifieke gebruiksregels

20.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 21 Wonen - 3

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21.3.3;
  2. c. bestaande bed en breakfasts;
  3. d. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21.3.2;
  4. e. bestaande mantelzorgvoorzieningen en inwoning;
  5. f. tuinen en erven;
  6. g. groenvoorzieningen;
  7. h. paden, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  8. i. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

21.2 Bouwregels

21.3 Specifieke gebruiksregels

21.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 22 Wonen - Garageboxen

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Garageboxen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. garageboxen ten behoeve van het stallen van auto's;
  2. b. bestaande opslag in garageboxen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. tuinen, erven en terreinen.
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. parkeervoorzieningen;
  4. f. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

22.2 Bouwregels

Artikel 23 Wonen - Woonwagenstandplaats

23.1 Bestemmingsomschrijving

Door voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen in woonwagens met de daarbij behorende bergingen en sanitaire ruimten;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 23.3.2;
  2. c. tuinen en erven;
  3. d. groenvoorzieningen;
  4. e. paden, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  5. f. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

23.2 Bouwregels

23.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 24 Wonen - Uit Te Werken

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. tuinen en erven;
  3. c. bijhorende voorzieningen.

24.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken deze bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. het aantal woningen bedraagt niet meer dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  2. b. de uitwerking dient zodanig plaats te vinden dat de toename van de woningvoorraad in de kern Kessel-Eik in overeenstemming is met zowel de kwantitatieve als kwalitatieve uitgangspunten uit de regionale woonvisie ter zake;
  3. c. de woningen worden gebouwd op een minimale afstand van 8 meter uit de naar de toegangsweg gekeerde bestemmingsgrens;
  4. d. na uitwerking zijn voor de eindbestemming de overeenkomstige regels van artikel 19 'Wonen' van toepassing;
  5. e. de milieuinvloed afkomstig van omliggende functionerende bedrijven zodanig is dat enerzijds ter plaatse een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en anderzijds de exploitatie- en ontwikkelingsmogelijkheden voor deze bedrijven niet in onevenredige mate worden of kunnen worden aangetast;
  6. f. de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig nadelig wordt of kan worden beïnvloed;
  7. g. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  8. h. de afkoppeling van het hemelwater op eigen terrein dient plaats te vinden, waarbij geen wateroverlastsituaties voor derden mogen ontstaan;
  9. i. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  10. j. aan de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan.

24.3 Bouwregels

Er mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een door burgemeester en wethouders uitgewerkt rechtsgeldig plan.

24.4 Afwijken van de bouwregels

Zolang en voor zover het uitwerkingsplan nog geen rechtskracht heeft verkregen, kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het bepaalde in artikel 24.3, waarbij slechts mag worden gebouwd indien het bouwwerk niet met een in ontwerp ter inzage gelegd uitwerkingsplan, dan wel een vastgesteld uitwerkingsplan in strijd is.

Artikel 25 Leiding - Gas

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van gas met de daarbij behorende beschermingszone.

25.2 Bouwregels

25.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 26 Leiding - Hoogspanningsverbinding

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een 150 kV-hoogspanningsverbinding en de daarbij behorende beschermingszone.

26.2 Bouwregels

26.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:

  1. a. de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding niet worden geschaad;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 27 Leiding - Riool

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van water met de daarbij behorende beschermingszone.

27.2 Bouwregels

27.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 28 Waarde - Archeologie 2

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor AMK-terreinen met een zeer hoge archeologische verwachtingswaarde.

28.2 Bouwregels

28.3 Afwijken van de bouwregels

28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

28.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' ten behoeve van de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden wijzigen zodanig dat de bestemming geheel of gedeeltelijk van de verbeelding wordt verwijderd, indien:

  1. a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden;
  2. b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.

Artikel 29 Waarde - Archeologie 3

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor AMK-terreinen met een hoge archeologische verwachtingswaarde.

29.2 Bouwregels

29.3 Afwijken van de bouwregels

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

29.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' ten behoeve van de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden wijzigen zodanig dat de bestemming geheel of gedeeltelijk van de verbeelding wordt verwijderd, indien:

  1. a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden;
  2. b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.

Artikel 30 Waarde - Archeologie 4

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor gebieden met een hoge archeologische waarde.

30.2 Bouwregels

30.3 Afwijken van de bouwregels

30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

30.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' ten behoeve van de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden wijzigen zodanig dat de bestemming geheel of gedeeltelijk van de verbeelding wordt verwijderd, indien:

  1. a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden;
  2. b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.

Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorie

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing), patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld) en gebieden, met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' de monumenten, zoals vastgelegd in bijlage 3.

31.2 Bouwregels

31.3 Afwijken van de bouwregels

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor riviergebonden activiteiten en voor het waarborgen van een veilige afvoer van en berging van rivierwater onder normale en maatgevende hoogwaterstanden.

Onder riviergebonden activiteiten wordt verstaan:

  1. a. de aanleg of wijziging van de waterstaatkundige functies;
  2. b. de realisatie van voorzieningen voor een betere en veiligere afwikkeling van de beroeps- en recreatievaart;
  3. c. de bouw of wijziging van waterkrachtcentrales;
  4. d. de realisatie van natuur;
  5. e. de realisatie van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden;
  6. f. de winning van oppervlaktedelfstoffen.

32.2 Bouwregels

Op de gronden zoals bedoeld in artikel 32.1 mag niet worden gebouwd.

32.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend vermogen van het gebied kan het bevoegd gezag, mits gehoord Rijkswaterstaat middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 32.2 ten behoeve van zowel riviergebonden als niet riviergebonden bouwwerken, mede conform de onderliggende bestemming, met dien verstande dat slechts een omgevingsvergunning wordt verleend indien:

  1. a. het riviergebonden bouwwerken betreft:
    1. 1. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van het bouwwerk dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft
    2. 2. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit
    3. 3. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van het bouwwerk dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is
    4. 4. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.
  2. b. voor niet-riviergebonden bouwwerken:
    1. 1. het een functieverandering binnen de bestaande bebouwing betreft of een activiteit betreft die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
    2. 2. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van het bouwwerk dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
    3. 3. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
    4. 4. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van het bouwwerk dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is;
    5. 5. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn. De zekering van financiering en tijdige realisering is niet van toepassing voor niet- riviergebonden activiteiten die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
    6. 6. het een groot openbaar belang betreft en het bouwwerk niet redelijkerwijs buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
    7. 7. er een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang is voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven en het bouwwerk redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd.

32.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor zowel riviergebonden als niet riviergebonden activiteiten.

32.5 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan waterbergend vermogen van het gebied kan het bevoegd gezag, mits gehoord Rijkswaterstaat, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 32.4 ten behoeve van zowel riviergebonden als niet riviergebonden activiteiten, mede conform de onderliggende bestemming, met dien verstande dat slechts een omgevingsvergunning wordt verleend indien:

  1. a. voor riviergebonden activiteiten:
    1. 1. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
    2. 2. er geen sprake is van een feitelijke belemmering vor vergroting van de afvoercapaciteit;
    3. 3. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is;
    4. 4. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn.
  2. b. voor niet- riviergebonden activiteiten:
    1. 1. het een functieverandering binnen de bestaande bebouwing betreft of een activiteit betreft die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
    2. 2. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
    3. 3. er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
    4. 4. er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het waterbergend vermogen zo gering mogelijk is;
    5. 5. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen duurzaam worden gecompenseerd waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen gezekerd zijn. De zekering van financiering en tijdige realisering is niet van toepassing voor niet- riviergebonden activiteiten die per saldo meer ruimte voor de rivier oplevert op een rivierkundig bezien aanvaardbare locatie;
    6. 6. het een groot openbaar belang betreft en de activiteit niet redelijkerwijs buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;
    7. 7. er een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang is voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven en de activiteit redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd;

Artikel 33 Waterstaat - Waterbergend Rivierbed

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterbergende functie.

33.2 Bouwregels

Op de gronden zoals bedoeld in artikel 33.1 mag niet worden gebouwd.

33.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van het waterbergend rivierbed kan het bevoegd gezag middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 33.2 en toegestaan dat op de gronden binnen deze bestemming, mede conform de onderliggende bestemming, wordt gebouwd, mits gehoord Rijkswaterstaat. Hierbij wordt getoetst aan de volgende criteria:

  1. a. er is sprake van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborgd blijft;
  2. b. er is geen sprake van een feitelijke belemmering voor vergroting van de afvoercapaciteit;
  3. c. er is sprake van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is; en
  4. d. de resterende waterstandseffecten of de afname van het bergend vermogen worden duurzaam gecompenseerd, waarbij de financiering en de tijdige realisering van de maatregelen verzekerd zijn.

Artikel 34 Waterstaat - Waterkering

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, instandhouding, onderhoud en het beheer van de waterkering en bijbehorende voorzieningenen en beschermingszone met inachtneming van de Keur van het Waterschap.

34.2 Bouwregels

34.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken voor het bepaalde in artikel 34.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen, mits:

  1. a. de veiligheid en het functioneren van de watergang niet wordt geschaad;
  2. b. voldaan wordt aan regels behorende bij de ter plaatse geldende andere bestemming(en);
  3. c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij het Waterschap.

34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 35 Waterstaat - Waterlopen

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterafvoer en de waterhuishouding met inachtneming van de Keur van het Waterschap.

35.2 Bouwregels

Op de voor 'Waterstaat - Waterloop' aangewezen gronden zijn geen bouwwerken toegestaan.

35.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, gehoord het waterschap, door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 35.2 voor het realiseren van bouwwerken die krachtens hoofdstuk 2 opgericht mogen worden, alsmede ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de desbetreffende waterloop, mits door de bouw of de situering van het bouwwerk geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de waterhuishouding en/ of de waterafvoer c.q. geen onevenredige schade aan de andere aan de gronden gegeven bestemmingen wordt of kan worden toegebracht, een en ander met inachtneming van de Keur van het Waterschap.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 36 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 37 Algemene Bouwregels

37.1 Ondergronds bouwen

37.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

37.3 Algemene regel over bestaande afstanden en andere maten

Artikel 38 Algemene Gebruiksregels

38.1 Algemeen gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).

38.2 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. een seksinrichting of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
  2. b. een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
  3. c. straatprostitutie;
  4. d. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
  5. e. als opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.

Artikel 39 Algemene Aanduidingsregels

39.1 Geluidzone-industrie 1

39.2 Geluidzone-industrie 2

39.3 Milieuzone-geurzone

39.4 Vrijwaringszone-molenbiotoop

Artikel 40 Algemene Wijzigingsregels

40.1 Algemene wijzigingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen voor:

  1. a. het overschrijden van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
  3. c. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 41 Overgangsrecht

41.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  2. 2. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

41.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. 2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. 3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. 4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

41.3 Hardheidsclausule

Indien toepassing van het overeenkomstig artikel 41.2 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan het bevoegd gezag middels een omgevingsvergunning ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.

Artikel 42 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Kernen Kessel en Kessel-Eik'.



Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van


………………………


De voorzitter, De griffier,


………. ………

Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Overzicht Beroep Of Bedrijf Aan Huis

Bijlage 2 Overzicht beroep of bedrijf aan huis

Bijlage 3 Overzicht Monumentale Gebouwen

Bijlage 3 Overzicht monumentale gebouwen