Bestemmingsplan Oud Zwartsluis
Bestemmingsplan - gemeente Zwartewaterland
Vastgesteld op 22-11-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 : Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1. plan:
het bestemmingsplanOud Zwartsluis van de gemeente Zwartewaterland;
2. bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1896.BP0025-VS01 met de bijbehorende regels en bijlage;
3. aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch (bouwkundig en functioneel) opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
4. aanduiding;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
5. aanduidingsgrens;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
6. agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren met uitzondering van de intensieve veehouderij;
7. ambachtelijke bedrijvigheid:
kleine (meestal eenmans) bedrijfjes, waar met spierkracht en slechts eenvoudige hulpmiddelen wordt gewerkt;
8. archeologische waarde:
vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde, met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context;
9. bar-dancing:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen;
10. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde;
11. bed & breakfast:
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
12. bedrijf aan huis:
een dienstverlenend bedrijf of ambachtelijke bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
13. bedrijfsgebouw:
een gebouw dat noodzakelijk is voor de uitoefening van ter plaatse toegestane (bedrijfs-)activiteiten, hieronder wordt geen bedrijfs- of dienstwoning verstaan;
14. bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
15. beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico dan wel een risicoafstand is bepaald, die in achtgenomen moet worden;
16. beroep aan huis:
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridische, medische, therapeutisch, kunstzinning, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
17. bestaand:
- a. bij bouwwerken of afstanden:
- 1. bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
- b. bij gebruik:
- 1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van de betreffende gebruiksbepaling;
18. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
19. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
20. bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
21. bijzondere woonvorm:
een gebouw of gedeelte van een gebouw dat blijkens aard, indeling en inrichting geschikt is voor de huisvesting van specifieke doelgroepen;
22. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
23. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
24. bouwlaag:
een gedeelte van een gebouw dat door of op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitzondering van onderbouw en kapverdieping;
25. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
26. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
27. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
28. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
29. cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die hobbymatig in gebruik zijn en niet worden gebruikt ten behoeve van een agrarische bedrijfsvoering;
30. dagrecreatie:
recreatie in de open lucht uitsluitend gedurende een dagperiode op speciaal daarvoor ingerichte terreinen, zoals een wandelbos, wandelpark, strandbad, vis- en zwemvijvers, speel- en ligweide, speelterrein, kinderspeelplaats, dierenpark, volkstuinen of nutstuinen;
31. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
32. dienstverlenend bedrijf:
inrichting ten behoeve van het bedrijfsmatig verlenen van diensten, op commerciële dan wel niet commerciële basis, waaronder mede begrepen publiekgerichte dienstverlening op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch of cosmetisch gebied;
33. dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij, het publiek rechtstreeks al dan niet via een balie te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen belwinkels, internetcafés, kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen;
34. eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
35. erf:
de oppervlakte van het bouwperceel, uitgezonderd de oppervlakte van het hoofdgebouw;
36. escortbedrijf:
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
37. evenement:
elk voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, enkel- of meerdaags, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Zwartewaterland;
38. evenemententerrein:
een terrein dat gebruikt kan worden ten behoeve van evenementen, zoals buurt- en wijkfeesten, kinderkermis of thematische bijeenkomsten met dien verstande dat deze activiteiten kleinschalig van opzet zijn en er geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu ontstaat;
39. extensief dagrecreatief medegebruik:
een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik;
40. garagebox:
een gebouw dat blijkens zijn aard kennelijk is bestemd voor het stallen van een motorvoertuig;
41. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
42. geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
43. geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
44. gestapelde woningen:
boven elkaar of nagenoeg boven elkaar gebouwde woningen;
45. grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, zoals een melkveehouderij, een akkerbouwbedrijf of een biologisch veehouderijbedrijf, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
46. hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
47. hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;
48. horecabedrijf:
het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of het verstrekken van dranken en voedsel, overwegende ter plaatse te nuttigen en/of het exploiteren van zaalaccomodatie;
49. horecabedrijf categorie 1:
een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het bereiden en verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken, zoals een bar, een (grand)café, een eetcafé, een restaurant, een café-/restaurant, en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, al dan niet in combinatie met logiesvertrekking, zoals een hotel of een pension;
50. horecabedrijf categorie 2:
een horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag bereiden en verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren, zoals een cafetaria, automatiek en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
51. horecabedrijf categorie 3:
een horecabedrijf, dat voornamelijk is gericht op het 's avonds en/of 's nachts verstrekken van (alcoholische) dranken en waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen of vergelijkbaar vermaak, zoals een bar-/dancing, een discotheek, een nachtclub, en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
52. intensief kwekerijbedrijf:
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, zoals een champignonkwekerij, een witlofkwekerij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen gebruik van daglicht;
53. intensief veehouderijbedrijf:
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het houden van dieren, zoals een rundveemesterij (exclusief vetweiderij), een varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen en (nagenoeg) geen weidegang;
54. kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
55. kantoor:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
56. kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
57. langssteiger:
een steiger die evenwijdig aan de oever is gesitueerd;
58. maatschappelijke voorziening:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
59. niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf;
60. nutsvoorziening:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
61. overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een eigen constructie met maximaal één wand;
62. peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd:
- 1. het Nieuw Amsterdams Peil;
63. praktijkruimte:
een beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte voor de uitoefening van vrije (aan huis gebonden) beroepen zoals medische, paramedische, juridische, kunstzinnige, ontwerptechnische en/of administratieve beroepen, alsmede daarmee gelijk te stellen beroepen;
64. prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
65. recreatievaartuig:
een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet-bedrijfsmatige, dat wil zeggen sportieve en recreatieve doeleinden. Hieronder vallen ook roeiboten, kano's en daarmee gelijk te stellen vaartuigen;
66. risicovolle inrichting
een inrichting, waarbij volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
67. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
68. straatmeubilair:
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's e.d.;
69. uitbouw:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
70. verblijfsrecreatie:
recreatief nachtverblijf voor een korte aaneengesloten periode van maximaal 2 maanden, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, stacaravans, chalets of recreatiewoningen, uitsluitend door diegenen die hun woonadres elders hebben;
71. voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
72. vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
73. waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
74. winkelgerelateerde horeca:
een complementair horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag bereiden en verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen, zoals een broodjeszaak, een croissanterie, een koffiebar, een lunchroom, een ijssalon, een petit-restaurant, een tearoom, een traiteur, en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
75. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden c.q. een groep van personen, die gebruik maken van voor bewoning gemeenschappelijke voorzieningen, zoals keuken, toilet en douche;
76. woonschip:
- a. elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, hoofdbewoning geldend dagen/of nachtverblijf van één of meerdere personen;
- b. een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. in opbouw;
- c. een casco dat tot vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. in aanbouw;
- d. de overblijfselen van een vaar- of drijftuig, als bedoeld onder a. tot en met c.;
- e. elk vaar- of drijftuig waarin of waarop bedrijfsmatige of soortgelijke activiteiten worden uitgeoefend of daartoe is ingericht;
77. zend-/ontvanginstallatie:
inrichting voor draadloze transmissie van telecommunicatie of andere signalen;
78. zorgwoning:
een woning in of bij een zorggebouw of op dan wel bij een zorgterrein, bedoeld voor een huishouden waarvan de huisvesting daar verband houdt met de zorgvoorzieningen ter plaatse.
Artikel 2 : Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
1. de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
3. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
4. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
5. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 : Agrarisch
3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch grondgebonden gebruik;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, paden,
met de daarbijbehorende:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en terreinen.
3.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Agrarisch' is aan een aantal regels gebonden.
3.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken, met de bestemming 'Agrarisch' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet worden gebruikt voor de opslag van mest.
3.4. Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 : Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
4.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
- b. een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
4.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' is aan een aantal regels gebonden.
4.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken, met de bestemming 'Agrarisch -Agrarisch bedrijf' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
- b. worden gebruikt voor meer dan 1 bedrijfswoning per bedrijf.
Artikel 5 : Bedrijf
5.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
- b. een tapijtfabriek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - tapijtfabriek';
- c. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met daaraan ondergeschikt:
- d. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- e. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
5.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Bedrijf' is aan een aantal regels gebonden.
5.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Bedrijf' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
- b. worden gebruikt voor bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - tapijtfabriek' in welk geval het in lid 5.1 sub b genoemde bedrijf is toegestaan;
- c. worden gebruikt voor detailhandel;
- d. worden gebruikt voor meer dan 1 bedrijfswoning per bedrijf.
5.4. Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 6 : Bedrijf - Nutsbedrijf
6.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. nutsbedrijven en nutsvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en terreinen.
6.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Bedrijf - Nutsbedrijf' is aan een aantal regels gebonden.
Artikel 7 : Bedrijf - Verkooppunt Motorbrandstoffen
7.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een verkooppunt van motorbrandstoffen exclusief LPG;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en terreinen.
7.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Bedrijf - Verkooppuntmotorbrandstoffen' is aan een aantal regels gebonden.
7.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Bedrijf -Verkooppunt motorbrandstoffen' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet worden gebruikt als verkooppunt van motorbrandstoffen inclusief LPG.
Artikel 8 : Bos
8.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. hoogopgaande, afschermende beplanting;
- b. speelvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en terreinen.
8.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Bos' is aan een aantal regels gebonden.
Artikel 9 : Centrum
9.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder categorie 1;
- b. detailhandel, met uitzondering van supermarkten;
- c. dienstverlening;
- d. kantoren;
- e. maatschappelijke voorzieningen;
- f. winkelgerelateerde horecabedrijven;
- g. bed & breakfast;
- h. horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- i. horecabedrijven van categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
- j. horecabedrijven van categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
- k. een supermarkt, ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
- l. een autobedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf';
- m. wonen;
met daaraan ondergeschikt:
- n. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- o. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
9.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Centrum' is aan een aantal regels gebonden.
9.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken, met de bestemming 'Centrum' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- worden gebruikt voor detailhandel anders dan in de eerste bouwlaag.
9.4. Afwijken van de gebruikregels
Artikel 10 : Detailhandel
10.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, met uitzondering van perifere detailhandel;
- b. (bedrijfs)woningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
10.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Detailhandel' is aan een aantal regels gebonden.
Artikel 11 : Gemengd
11.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. recreatieve en zakelijke dienstverlening;
- b. ambachtelijke bedrijvigheid;
- c. bijzondere woonvormen;
- d. logiesverstrekking;
- e. een bedrijfs- of dienstwoning behorend bij de onder 1 tot en met 4 genoemde functies, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
- f. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca;
met daaraan ondergeschikt:
- g. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- h. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
11.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Gemengd' is aan een aantal regels gebonden.
11.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken, met de bestemming 'Gemengd' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis als ondergeschikte activiteit bij de bedrijfswoonfunctie waarbij wordt afgeweken van de volgende regels:
- 1. de voor de beroepsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte bedraagt maximaal 1/3 van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijgebouwen met een maximum van 100 m²;
- 2. het beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
- 3. er mag geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonfunctie;
- 4. detailhandel en/of horeca, anders dan een bed & breakfast, zijn niet toegestaan;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. de activiteiten zijn niet vergunningplichtig op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- 7. reclame- en naamborden worden getoetst in het kader van de welstand;
- b. worden gebruikt voor een bedrijf aan huis.
11.4. Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.3 sub b in die zin dat bij een bedrijfs- of dienstwoning een bedrijf aan huis wordt toegestaan, waarbij de volgende randvoorwaarden gelden:
- a. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- b. de activiteiten mogen niet vergunningsplichtig zijn op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- c. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan;
- d. het bedrijf moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
- e. detailhandel en horeca zijn niet toegestaan;
- f. de voor de beroepsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte mag maximaal 1/3 van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijgebouwen beslaan met een maximum van 100 m²;
- g. reclame- en naamborden worden getoetst in het kader van de welstand.
Artikel 12 : Groen
12.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. speelterreinen;
- c. een schuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuur';
met daaraan ondergeschikt:
- d. nutsvoorzieningen, water en paden;
- e. straatmeubileir, waaronder kunstwerken;
met de daarbijbehorende:
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en terreinen.
12.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Groen' is aan een aantal regels gebonden.
Artikel 13 : Horeca
13.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven van categorie 1;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
13.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Horeca' is aan een aantal regels gebonden.
13.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken, met de bestemming 'Horeca' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- worden gebruikt voor een horecabedrijf van een andere categorie dan 1.
Artikel 14 : Kantoor
14.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. een (bedrijfs)woning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
14.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Kantoor' is aan een aantal regels gebonden.
14.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Kantoor' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet worden gebruikt voor meer dan 1 bedrijfswoning per kantoor.
Artikel 15 : Maatschappelijk
15.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
15.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' is aan een aantal regels gebonden.
15.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Maatschappelijk' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 15.1 sub a genoemde doeleinden;
- b. worden gebruikt voor horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 15.1 sub a genoemde doeleinden;
- c. worden gebruikt voor bewoning.
Artikel 16 : Maatschappelijk - Begraafplaats
16.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
16.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk - Begraafplaats' is aan een aantal regels gebonden.
Artikel 17 : Maatschappelijk - Zorginstelling
17.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Zorginstelling' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. zorgwoningen en bijbehorende zorgvoorzieningen, verpleging, kantoren en dagbesteding;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
17.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk - Zorginstelling' is aan een aantal regels gebonden.
17.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Maatschappelijk - Zorginstelling' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor detailhandel, tenzij het detailhandel betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 17.1 sub a genoemde doeleinden;
- b. worden gebruikt voor horeca, tenzij het horeca betreft die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de in lid 17.1 sub a genoemde doeleinden.
Artikel 18 : Recreatie - Dagrecreatie
18.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatie;
- b. een gebouw ten behoeve van recreatieve en sanitaire voorzieningen met ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouw';
- c. een botenhuis, ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis';
- d. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
met daaraan ondergeschikt:
- e. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- f. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
18.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie' is aan een aantal regels gebonden.
18.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Recreatie -Dagrecreatie' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor zelfstandige horeca;
- b. worden gebruikt voor verblijfsrecreatie.
Artikel 19 : Tuin
19.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen en erven;
met daaraan ondergeschikt:
- b. parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
19.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Tuin' is aan een aantal regels gebonden.
Artikel 20 : Verkeer
20.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. voet- en rijwielpaden;
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en terreinen.
20.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Verkeer' is aan een aantal regels gebonden.
20.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Verkeer' is aan een beperking gebonden.
De gronden mogen niet:
- worden gebruikt ten behoeve van een weg met meer dan 2 rijstroken.
Artikel 21 : Verkeer - Busstation
21.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Busstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een busstation;
- b. een fietsenstalling, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - fietsenstalling';
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
21.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Verkeer - Busstation' is aan een aantal regels gebonden.
Artikel 22 : Verkeer - Verblijfsgebied
22.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. evenementen, ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein';
- e. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
- f. een kiosk voor de verstrekking van etenswaren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - kiosk';
met daaraan ondergeschikt:
- g. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, speelvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- h. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
22.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' is aan een aantal regels gebonden.
22.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Verkeer -Verblijfsgebied' is aan een beperking gebonden.
Garageboxen mogen niet worden gebruikt voor bedrijfsmatige doeleinden.
Artikel 23 : Water
23.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water, waterhuishoudkundige en waterstaatkundige voorzieningen;
- b. oevers en onderhoudspaden;
- c. ligplaatsen en aanleggelegenheid voor recreatievaartuigen, ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats';
- d. ligplaatsen voor woonschepen, ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
- e. scheepvaartverkeer en watersport;
- f. nutsvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- g. groenvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, erven en terreinen.
23.2. Bouwregels
23.3. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' als ligplaats voor een woonschip met een oppervlakte groter dan 100 m²;
- b. het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' als ligplaats voor een woonschip met een bouwhoogte groter dan 5,00 meter, gemeten vanaf de waterlijn;
- c. het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats'.
Artikel 24 : Water - Waterkering
24.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - Waterkering' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een waterkering;
- b. waterhuishoudkundige en waterstaatkundige voorzieningen;
- c. water;
met de daarbijbehorende:
- d. bouwwerken.
24.2. Bouwregels
Artikel 25 : Wonen
25.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen, al dan niet in combinatie met:
- 1. een beroep aan huis;
- 2. een kantoor, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- 3. een pension, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - pension';
- 4. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
25.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen' is aan een aantal regels gebonden.
25.3. Afwijken van de bouwregels
25.4. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Wonen' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie waarbij wordt afgeweken van de volgende regels:
- 1. de voor de beroepsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte bedraagt maximaal 1/3 van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijgebouwen met een maximum van 100 m²;
- 2. het beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
- 3. er mag geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonfunctie;
- 4. detailhandel en/of horeca, anders dan een bed & breakfast, zijn niet toegestaan;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. de activiteiten zijn niet vergunningplichtig op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- 7. reclame- en naamborden worden getoetst in het kader van de welstand;
- b. worden gebruikt voor een bedrijf aan huis, anders dan de in lid 25.1toegestane functies;
- c. worden gebruikt voor bewoning indien het een vrijstaand bijgebouw betreft.
- d. Een hoofdgebouw mag niet worden gebruikt voor meer dan 1 woning.
25.5. Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 26 : Wonen - Gestapeld
26.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen, al dan niet in combinatie met een beroep aan huis;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen en water, wegen en paden, speelvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen, overkappingen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en terreinen.
26.2. Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen - Gestapeld' is aan een aantal regels gebonden.
26.3. Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met de bestemming 'Wonen -Gestapeld' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
- a. worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie waarbij wordt afgeweken van de volgende regels:
- 1. de voor de beroepsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte bedraagt maximaal 1/3 van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijgebouwen met een maximum van 100 m²;
- 2. het beroep wordt uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
- 3. er mag geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonfunctie;
- 4. detailhandel en/of horeca zijn niet toegestaan;
- 5. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
- 6. de activiteiten zijn niet vergunningplichtig op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- 7. reclame- en naamborden worden getoetst in het kader van de welstand;
- b. worden gebruikt voor een bedrijf aan huis.
26.4. Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 27 : Waarde - Archeologie
27.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
27.2. Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemming(en) mag op deze gronden niet worden gebouwd voor zover de oppervlakte van bouwwerken meer dan 30 m² bedraagt.
27.3. Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.2 in die zin dat bouwwerken mogen worden gebouwd, mits de archeologische waarden van de gronden niet onevenredig worden aangetast.
27.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
Artikel 28 : Waterstaat - Waterkering
28.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. waterkeringen;
- b. de aanleg en verbetering van waterkeringen;
- c. het beheer en onderhoud van waterkeringen;
met de daarbijbehorende:
- d. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, wegen en paden.
28.2. Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemming(en) mag op deze gronden niet anders worden gebouwd dan ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering';
- a. uitsluitend toegestaan zijn bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, ten behoeve van waterstaatsdoeleinden;
- b. een erf- en terreinafscheiding mag een bouwhoogte hebben van maximaal 1,00 meter;
- c. een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde, mag een bouwhoogte hebben van maximaal 3,00 meter.
28.3. Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 28.2 sub c in die zin dat bouwwerken mogen worden gebouwd, voor zover deze zijn toegestaan op grond van de regels van de andere daar voorkomende bestemmingen;
- b. voordat een omgevingsvergunning wordt verleend wordt de beheerder van de waterkering gehoord.
28.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 29 : Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 30 : Algemene Bouwregels
30.1. Nokrichting
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nokrichting 1' zal de nokrichting van een gebouw haaks op de weg staan.
- b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nokrichting 2' zal de nokrichting van een gebouw evenwijdig aan de weg lopen.
30.2. Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- b. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- c. de ruimte tussen bouwwerken.
30.3. Ondergronds bouwen
Artikel 31 : Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor het storten van puin- en afvalstoffen, anders dan in het kader van de bedrijfsvoering;
- b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, zand, grond en bodemspecie, anders dan in het kader van de bedrijfsvoering;
- c. het gebruik van de gronden voor de stalling en/of opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- en/of vaartuigen, anders dan in het kader van de bedrijfsvoering;
- d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
Artikel 32 : Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 meter;
- d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvangst- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 30,00 meter;
- e. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
- 2. de bouwhoogte leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen;
- f. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
- 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
- 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
- 3. één erker per (hoofd)gebouw over maximaal de halve gevelbreedte;
- 4. ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;
mits:
- de bouwgrens met niet meer dan 1,50 meter overschrijdend.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 33 : Overgangsrecht
33.1. Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
33.2. Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 34 : Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplanOud Zwartsluis
van de gemeente Zwartewaterland.
Behorend bij besluit van 22 november 2012.
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 1 Nota Cultuurhistorische Waardering
Bijlage 1 Nota Cultuurhistorische waardering