Bestemmingsplan Workum - Kom
Bestemmingsplan - Gemeente Sudwest Fryslan
Onherroepelijk op 01-07-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 : Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1. plan:
het bestemmingsplanWorkum - Kom van de gemeente Súdwest Fryslân;
2. bestemmingsplan:
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1900.055007-OH01 met bijbehorende regels;
3. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
4. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
5. aangebouwd bijgebouw:
een aan het (hoofd)gebouw aanwezig gebouw, dat ruimtelijk ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw;
6. aan-huis-verbonden beroep:
een in Bijlage 1 genoemd beroep, dan wel een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten, inclusief ondergeschikte en aan de hoofdactiviteit gerelateerde detailhandel;
7. afgeknot schildkap:
een schilddak met deels een platte afdekking, zoals bijgaand is afgebeeld;
8. ambachtelijk bedrijf:
een bedrijf, niet zijnde een geluidszoneringsplichtige inrichting, risicovolle inrichting of vuurwerkbedrijf, waarbij het productieproces grotendeels wordt uitgevoerd met de hand of althans niet gemechaniseerd, geautomatiseerd of met behulp van werktuigen die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven.
Voorzover van laatst genoemde werktuigen gebruik wordt gemaakt, zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid;
9. archeologische waarden:
waarden die verband houden met het zich in de bodem bevinden van voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen, die wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische betekenis, van algemeen belang zijn;
10. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
11. bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
12. bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
13. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale (bruto) vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, een (dienstverlenend) bedrijf en/of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
14. bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
15. beperkt kwetsbaar object:
een beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;
16. bergbezinkbassin:
ondergrondse voorziening om rioolwater te laten bezinken;
17. bestaand:
- a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet aanwezige bouwwerken en werkzaamheden: bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van het plan;
- b. ten aanzien van het overige gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het plan;
18. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
19. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
20. bijgebouw:
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt aan dat (hoofd)gebouw;
21. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
22. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
23. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
24. bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
25. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
26. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
27. brandveiligheid:
het begrip zoals omschreven in Bijlage 3;
28. carport:
een overkapping, al dan niet aangebouwd aan een ander bouwwerk, bestaande uit een slechts van boven geheel of gedeeltelijk afgesloten c.q. afgedekte, en van ten hoogste twee aaneengebouwde wanden voorziene ruimte van lichte constructie, kennelijk slechts bestemd om te dienen als overdekte stalling voor een voertuig;
29. cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden;
30. cultuurhistorische waarden:
gronden of bouwwerken met een toegekende waarden ontstaan door het gebruik in de loop van de geschiedenis door de mens;
31. dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
32. demontabele constructie:
een constructie die erop gericht is dat het bouwwerk in onderdelen binnen een korte periode kan worden afgebroken en (weer) worden opgebouwd;
33. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
34. dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf;
35. dwarskap:
een kap, waarvan de nokrichting overwegend haaks staat op de lengte-as van de weg dan wel, bij het ontbreken daarvan, de waterloop waaraan wordt gebouwd, zoals bijgaand is afgebeeld;
36. erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
37. evenement:
- a. elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
- b. bioscoopvoorstellingen als bedoeld in de Wet op de filmvertoningen;
- c. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5.2.4 van deze verordening;
- d. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
- e. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;
- f. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
- g. activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.1.2.1, 2.1.4.1, 2.1.4.2, 2.1.4.3 en 2.3.3.1 van deze verordening.
Onder evenement wordt mede verstaan: een herdenkingsplechtigheid;
38. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
39. gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden:
het begrip zoals omschreven in Bijlage 3;
40. geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg of een spoorweg;
41. geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
42. geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden onherroepelijk;
43. halsgevel:
bijzondere buitenmuur van een gebouw, speciaal die aan de voorkant, zoals opgenomen in Bijlage 4;
44. hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden onherroepelijk op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
45. hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
46. horecabedrijf:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
47. horecabedrijf categorie 1 (aanloopgericht horecabedrijf):
een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan met name bezoekers van overige centrumvoorzieningen, zoals coffeeshops, ijssalons, croissanterieën, en naar de aard daarmee gelijk te stellen horecabedrijven;
48. horecabedrijf categorie 2 (restaurant):
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden;
49. horecabedrijf categorie 3 (logiesbedrijf):
een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van logies en waarbij dranken en maaltijden hoofdzakelijk aan logiesgasten worden verstrekt;
50. horecabedrijf categorie 4 (cafetaria):
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van kleine etenswaren en niet-alcoholische dranken;
51. horecabedrijf categorie 5 (café of bar):
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van dranken;
52. horecabedrijf categorie 6 (bar-/dancing of discotheek):
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van dranken en dat tevens gelegenheid biedt tot dansen;
53. horecaterras:
een al dan niet overdekt terras, behorende bij een horecafunctie of een (zelfstandig) horecabedrijf;
54. individueel aaneengebouwd (hoofd)gebouw:
een (hoofd)gebouw, op een zodanige wijze aaneengebouwd, dat er sprake is van visueel zelfstandige bebouwing, tot uitdrukking komend in het onderling verschil in goothoogte, dakvorm en/of gevelbelijning;
55. jachthaven:
een haven met de daarbijbehorende grond waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van recreatie- of pleziervaartuigen;
56. kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
57. kantine:
een ruimte waarin de bedrijfsuitoefening is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van maaltijden, eenvoudige etenswaren en dranken;
58. kap:
een dak met een zekere helling;
59. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
de in Bijlage 1 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
60. klokgevel:
bijzondere buitenmuur van een gebouw, speciaal die aan de voorkant, zoals opgenomen in Bijlage 4;
61. kwetsbaar object:
een kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen;
62. langskap:
een kap, waarvan de nokrichting overwegend evenwijdig loopt aan de lengte-as van de weg dan wel, bij het ontbreken daarvan, de waterloop waaraan wordt gebouwd, zoals bijgaand is afgebeeld;
63. maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
64. mansardekap:
een kap, zoals bijgaand is afgebeeld, waarbij het dakvlak bestaat uit twee vlakken die elkaar onder een stompe hoek ontmoeten;
65. milieusituatie:
het begrip zoals omschreven in Bijlage 3;
66. muziekkoepel:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, van een demontabele constructie dat hoofdzakelijk wordt gebruikt ter ondersteuning van (culturele) manifestaties en evenementen;
67. ondergeschikte horeca:
een niet zelfstandige horecafunctie, welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke binnen de bestemming is toegestaan;
68. peil:
- a. indien op het land wordt gebouwd: de bouwhoogte van het maaiveld *);
- b. indien in, op of over het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil;
*) | ![]() |
69. permanente bewoning:
de bewoning als hoofdverblijf binnen de vaste woonplaats;
70. productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
71. prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
72. recreatie-appartement:
het geheel van bij elkaar behorende vertrekken dat zich als afzonderlijk gemeubileerde woongelegenheid in een groter gebouw bevindt, en dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;
73. recreatieve bewoning:
de bewoning die plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie;
74. restauratieve voorziening:
voorziening ten dienste van een bedrijf of instelling, gericht op het verstrekken van (eenvoudige) spijzen en dranken aan de reguliere gebruikers van dat bedrijf of die instelling, zoals een kantine of mensa;
75. schildkap:
een kap, zoals bijgaand is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit vier vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten;
76. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden;
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
77. sociale veiligheid:
het begrip zoals omschreven in Bijlage 3;
78. straat- en bebouwingsbeeld:
het begrip zoals omschreven in Bijlage 3;
79. supermarkt:
een gebouw of een ruimte in een gebouw, door zijn inrichting kennelijk bedoeld voor detailhandel in (hoofdzakelijk) een grote verscheidenheid aan levensmiddelen door middel van zelfbediening;
80. trapgevel:
bijzondere buitenmuur van een gebouw, speciaal die aan de voorkant, zoals opgenomen in Bijlage 4;
81. tuitgevel:
bijzondere buitenmuur van een gebouw, speciaal die aan de voorkant, zoals opgenomen in Bijlage 4;
82. verkeersveiligheid:
het begrip zoals omschreven in Bijlage 3;
83. volkstuin:
gronden waarop niet-bedrijfsmatige teelt van groenten en/of fruit en het kweken van siergewassen wordt uitgeoefend;
84. voorbouwgrens:
- a. indien een bouwvlak is voorzien van de aanduiding “beschermde gevelwand klasse 1”, “beschermde gevelwand klasse 2” of “beschermde gevelwand klasse 3”: de met deze aanduiding samenvallende bouwgrens;
- b. indien een bouwvlak niet is voorzien van de aanduiding “beschermde gevelwand klasse 1”, “beschermde gevelwand klasse 2” of “beschermde gevelwand klasse 3”: de naar de weg gekeerde bouwgrens of, indien het een bouwvlak betreft met meer dan één naar de weg gekeerde bouwgrens, de bouwgrens die door de ligging en/of de situatie ter plaatse als voorbouwgrens moet worden aangemerkt;
85. voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
86. vrijstaand bijgebouw:
een niet met het (hoofd)gebouw verbonden gebouw, dat ruimtelijk ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw;
87. vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
88. weg:
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende parkeergelegenheden;
89. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
90. woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
91. woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
92. woonsituatie:
het begrip zoals omschreven in Bijlage 3;
93. zadelkap:
een kap, zoals bijgaand is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit twee vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten.
Artikel 2 : Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij onduidelijkheden of interpretatieverschillen betreffende wijze van meten is de uitleg van NEN 2580 (oppervlakten en inhouden van gebouwen, termen en definities en bepalingsmethoden) bepalend.
1. afstand tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens;
2. bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
3. dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
4. goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
5. inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
6. oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 : Agrarisch - Bedrijf
3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. agrarische bedrijven met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
- 2. agrarische bedrijven met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering al dan niet in combinatie met recreatieappartementen, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - appartementen”;
- 3. agrarische bedrijven met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering al dan niet in combinatie met educatieve doeleinden voorzover ten behoeve van de agrarische functie, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van agrarisch - educatie”;
- 4. bedrijfswoningen;
- b. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
met de daarbijbehorende:
- c. erven en terreinen;
- d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2. Bouwregels
3.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de brandveiligheid;
- e. de verkeersveiligheid; en
- f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
3.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen en bedrijfsgebouwen voor bewoning, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - appartementen”, in welk geval ten hoogste 5 recreatieappartementen zijn toegestaan;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering.
3.5. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
- de bestemming 'Agrarisch - Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 1' en/of 'Wonen - 2', mits:
- 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden respectievelijk de regels van artikel 23 en/of 24 van toepassing zijn;
- 2. de hoofdvorm van het gebouw zoveel mogelijk in stand wordt gehouden;
- 3. een goede landschappelijke inpassing wordt gegarandeerd.
Artikel 4 : Agrarisch - Cultuurgrond
4.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. cultuurgrond;
- b. dierenweiden;
met daaraan ondergeschikt:
- c. paden;
- d. bermen;
met de daarbijbehorende:
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2. Bouwregels
4.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid; en
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
4.4. Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de brandveiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 4.2.3 sub a in die zin dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van paardrijdbakken worden gebouwd, mits:
- 1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van paardrijdbakken ten hoogste 1,50 m zal bedragen;
- 2. het uitsluitend gaat om een hobbymatige functie;
- 3. er een minimale afstand van 30 meter tussen de paardrijdbak en woningen van derden wordt aangehouden;
- 4. indien er verlichting wordt gebruikt, er sprake dient te zijn van objectgerichte verlichting, die niet tot buiten de erfgrens reikt. Dit dient te worden aangetoond door middel van een verlichtingsrapport;
- 5. de oppervlakte van een paardrijdbak maximaal 2400 m² bedraagt;
- 6. een goede landschappelijke inpassing wordt gegarandeerd door middel van de aanleg van een opgaande beplantingsstrook.
Artikel 5 : Bedrijf
5.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
- 2. een banketfabriek, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - banketfabriek”;
- 3. een bouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf”;
- 4. een jachtwerf, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf”;
- 5. een scheepsbouwbedrijf in houten schepen, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouwbedrijf”;
- 6. detailhandel in watergebonden artikelen, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel”;
- 7. horecabedrijven categorie 2 voorzover ten dienste van een de jachthaven, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”;
- 8. productiegebonden detailhandel;
- 9. bedrijfswoningen;
- b. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
- c. een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder LPG, ter plaatse van de aanduiding “verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg”;
- d. een verkooppunt van motorbrandstoffen met LPG, ter plaatse van de aanduiding “verkooppunt motorbrandstoffen met lpg”;
- e. een vulpunt ten behoeve van LPG, ter plaatse van de aanduiding “vulpunt lpg”;
- f. een opslagtank ten behoeve van LPG, ter plaatse van de aanduiding “opslag”;
- g. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone - lpg”;
waarbij, ter plaatse van de aanduiding “karakteristiek”, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- h. water;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- l. tuinen, erven en terreinen;
- m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2. Bouwregels
5.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
5.4. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
5.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding “horeca van categorie 2”, in welk geval horeca ten dienste van de jachthaven is toegestaan;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van:
- 1. productiegebonden detailhandel;
- 2. detailhandel ten behoeve van de banketfabriek, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - banketfabriek”;
- 3. detailhandel in watergebonden artikelen, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel”;
- 4. detailhandel in motorbrandstoffen en daaraan gerelateerde weggebonden artikelen, ter plaatse van de aanduiding “verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg” of “verkooppunt motorbrandstoffen met lpg”.
5.6. Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 5.5 sub d in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, op de voorwaarde dat:
- 1. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
- 2. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting hebben.
5.7. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeerssituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. gebouwen buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd, mits:
- 1. ter plaatse van de uitbreiding van de gebouwen een nieuw bouwvlak wordt aangegeven;
- 2. de bedrijfstechnische of bedrijfseconomische noodzaak voor de uitbreiding kan worden aangetoond;
- b. de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - banketfabriek”, “specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf”, “specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf“ of “specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouwbedrijf” wordt verwijderd, op de voorwaarde dat de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.
Artikel 6 : Bedrijf - Nutsvoorzieningen
6.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. groenvoorzieningen;
- c. water;
- d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- e. erven en terreinen.
6.2. Bouwregels
6.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de verkeersveiligheid; en
- c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Artikel 7 : Bedrijf - Opslag
7.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Opslag' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van opslag, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
met daaraan ondergeschikt:
- b. water;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- e. erven en terreinen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2. Bouwregels
7.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
7.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel.
Artikel 8 : Bedrijventerrein
8.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 2”;
- 2. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, ter plaatse van de aanduiding “bedrijf tot en met categorie 3.1”;
- 3. een bouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf”;
- 4. een scheepsbouwbedrijf ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouwbedrijf”;
- 5. productiegebonden detailhandel;
- 6. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- b. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- c. water;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- f. aanliggelegenheid ten behoeve van het scheepsbouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding “ligplaats”;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2. Bouwregels
8.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
8.4. Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 8.2 sub e in die zin dat een gebouw gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak;
- b. het bepaalde in lid 8.2 sub e in die zin dat een gebouw gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak;
- c. het bepaalde in lid 8.2 sub f in die zin dat de onderlinge afstand tussen bedrijfsgebouwen wordt verkleind.
8.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1, 2 en 3.1;
- f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel.
8.6. Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 8.5 sub d in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
- b. het bepaalde in lid 8.5 sub e in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1, 2 en 3.1:
op de voorwaarde dat:- 1. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;
- 2. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 , maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan respectievelijk 2 en 3.1., maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting hebben.
8.7. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het plan wijzigen in die zin dat:
- de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf” of “specifieke vorm van bedrijf - scheepsbouwbedrijf” wordt verwijderd, op de voorwaarde dat de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.
Artikel 9 : Centrum
9.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. detailhandel met uitzondering van supermarkten;
- 2. detailhandel met inbegrip van supermarkten, ter plaatse van de aanduiding “supermarkt”;
- 3. ambachtelijke bedrijven;
- 4. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
- 5. maatschappelijke voorzieningen;
- 6. het wonen;
- 7. ondergeschikte horeca;
- 8. horecabedrijven categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 1”;
- 9. horecabedrijven categorie 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”;
- 10. horecabedrijven categorie 3, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 3”;
- 11. horecabedrijven categorie 4, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 4”;
- 12. horecabedrijven categorie 5 en/of categorie 6, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 6”;
- b. bijgebouwen en overkappingen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. wegen, straten en paden;
- g. water;
- h. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- i. tuinen, erven en terreinen;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2. Bouwregels
9.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
9.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gebouwen voor recreatieve bewoning;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 1”;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 3, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 3”;
- g. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 4, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 4”;
- h. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 6, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 6”;
- i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de opslag en verkoop van meer dan 1.000 kg consumentenvuurwerk.
9.5. Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 9.4 sub b in die zin dat gebouwen in combinatie met het wonen worden gebruikt voor logiesverstrekking, op voorwaarde dat:
- 1. ten hoogste 2 slaapplaatsen per hoofdgebouw zijn toegestaan;
- 2. het uiterlijk van de gronden en bouwwerken niet wordt aangetast (geen reclame-uitingen);
- 3. geen logiesverstrekking plaatsvindt in vrijstaande bijgebouwen;
- b. het bepaalde in lid 9.4 sub d in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 1”, mits:
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid;
- c. het bepaalde in lid 9.4 sub e in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”, mits:
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid;
- d. het bepaalde in lid 9.4 sub f in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 3”, mits:
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid;
- a. het bepaalde in lid 9.4 sub g in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 4”, mits:
- 2. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid;
- a. het bepaalde in lid 9.4 sub h in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1 of 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 6”, mits:
- 3. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid.
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid;
9.6. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
- de aanduiding “horeca van categorie 1”, “horeca van categorie 2”, “horeca van categorie 3” of “horecabedrijf van categorie 4” wordt opgenomen, mits toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid.
Artikel 10 : Detailhandel
10.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. detailhandel met uitzondering van volumineuze detailhandel;
- 2. detailhandel met inbegrip van volumineuze detailhandel, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel volumineus”;
- 3. detailhandel in combinatie met reparatie van fietsen, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - fietsenreparatie”;
- 4. ondergeschikte horeca, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van horeca - ondergeschikt”;
- 5. bedrijfswoningen;
- b. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. wegen, straten en paden;
- g. water;
- h. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- i. erven en terreinen;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2. Bouwregels
10.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de milieusituatie;
- c. een goede woonsituatie;
- d. de brandveiligheid;
- e. de verkeersveiligheid; en
- f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
10.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van volumineuze detailhandel, tenzij de gronden zijn voorzien van de aanduiding “detailhandel - volumineus”;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding “specifieke vorm van horeca - ondergeschikt”, in welk geval ondergeschikte horeca is toegestaan;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de opslag en verkoop van meer dan 1.000 kg consumentenvuurwerk.
Artikel 11 : Detailhandel - Supermarkt
11.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - Supermarkt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van supermarkten;
met daaraan ondergeschikt:
- b. groenvoorzieningen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. wegen, straten en paden;
- e. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- f. erven en terreinen;
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2. Bouwregels
11.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de milieusituatie;
- c. de brandveiligheid;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
11.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van andere vormen van detailhandel dan een supermarkt;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden.
Artikel 12 : Dienstverlening
12.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. dienstverlenende bedrijven en instellingen;
- 2. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel;'
- 3. horecabedrijven categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1'';
- 4. bedrijfswoningen;
- b. bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. wegen, straten en paden;
- f. water;
- g. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- h. erven en terreinen;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2. Bouwregels
12.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de brandveiligheid;
- e. de verkeersveiligheid; en
- f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
12.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, met uitzondering van:
- 1. ondergeschikte detailhandel in aan de dienstverlening gerelateerde producten;
- 2. de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel';
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'horeca van categorie 1'.
Artikel 13 : Gemengd
13.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
- 2. horecabedrijven categorie 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”;
- 3. het wonen;
- b. bijgebouwen en overkappingen;
- c. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - dijk”;
met daaraan ondergeschikt:
- d. groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. wegen, straten en paden;
- h. water;
- i. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- j. tuinen, erven en terreinen;
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2. Bouwregels
13.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
13.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gebouwen voor recreatieve bewoning;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”.
13.5. Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 13.4 sub b in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”, mits:
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid.
Artikel 14 : Groen
14.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen en beplanting;
- c. paden;
- d. water;
- e. het recreatief medegebruik;
- f. evenementen, ter plaatse van de aanduiding “evenemententerrein”;
- g. gebouwen, ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - gebouw”;
- h. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - dijk”;
met daaraan ondergeschikt:
- i. parkeervoorzieningen;
- j. een bergbezinkbassin;
- k. aanleggelegenheid;
- l. paden;
- m. sloten;
- n. speelvoorzieningen;
- o. incidentele evenementen;
met de daarbijbehorende:
- p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.2. Bouwregels
14.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid; en
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
14.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van gronden als (permanente) liggelegenheid voor (recreatie)vaartuigen, met uitzondering van gebruik als ligplaats overeenkomstig de Ligplaatsenverordening Nijefurd, zoals deze geldt ten tijde van het van kracht worden van het plan.
Artikel 15 : Horeca
15.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. horecabedrijven categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 1”;
- 2. horecabedrijven categorie 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”;
- 3. horecabedrijven categorie 3, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 3”;
- 4. horecabedrijven categorie 4, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 4”;
- 5. horecabedrijven categorie 5, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 5”;
- 6. bedrijfswoningen;
- b. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
- c. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - dijk”;
met daaraan ondergeschikt:
- d. groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. wegen, straten en paden;
- h. water;
- i. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- j. tuinen, erven en terreinen;
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.2. Bouwregels
15.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
15.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 1”;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 3, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 3”;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 4, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 4”;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven niet zijnde van categorie 5, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 5”;
- f. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.
15.5. Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 15.4 sub a in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 1”, mits:
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid;
- b. het bepaalde in lid 15.4 sub b in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 2”, mits:
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid;
- c. het bepaalde in lid 15.4 sub c in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 3”, mits:
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid;
- d. het bepaalde in lid 15.4 sub d in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 4”, mits:
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid;
- e. het bepaalde in lid 15.4 sub e in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1 of 2, ter plaatse van de aanduiding “horeca van categorie 5”, mits:
- 1. de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid.
Artikel 16 : Maatschappelijk
16.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. maatschappelijke voorzieningen;
- 2. bedrijfswoningen;
- b. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
- c. een begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding “begraafplaats”;
met daaraan ondergeschikt:
- d. restauratieve voorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. wegen, straten en paden;
- i. water;
- j. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- k. tuinen, erven en terreinen;
- l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
16.2. Bouwregels
16.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
16.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een zelfstandig horecabedrijf.
Artikel 17 : Maatschappelijk - Begraafplaats
17.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
- b. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - dijk”;
met daaraan ondergeschikt:
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. wegen, straten en paden;
- f. water;
- g. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
17.2. Bouwregels
17.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Artikel 18 : Recreatie - Jachthaven
18.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een jachthaven;
- b. gebouwen voorzover ten dienste van de jachthaven, ten behoeve van sanitaire voorzieningen;
- c. aanleggelegenheid;
- d. water;
- e. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone - lpg”;
met daaraan ondergeschikt:
- f. groenvoorzieningen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. wegen, straten en paden;
- j. oevers en kaden;
- k. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- l. tuinen, erven en terreinen;
- m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
18.2. Bouwregels
18.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid; en
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
18.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een zelfstandig horecabedrijf.
Artikel 19 : Verkeer - Parkeren
19.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Parkeren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parkeervoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. groenvoorzieningen;
- c. speelvoorzieningen;
- d. water;
- e. openbare nutsvoorzieningen;
- f. incidentele evenementen;
met de daarbijbehorende:
- g. ontsluitingswegen;
- h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
19.2. Bouwregels
19.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- de verkeersveiligheid.
Artikel 20 : Verkeer - Stegen En Paden
20.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Stegen en paden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden;
met daaraan ondergeschikt:
- b. groenvoorzieningen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. water;
- f. openbare nutsvoorzieningen;
- g. incidentele evenementen;
met de daarbijbehorende:
- h. bouww erken, geen gebouwen zijnde.
20.2. Bouwregels
20.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- de verkeersveiligheid.
Artikel 21 : Verkeer - Verblijf
21.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. straten en paden;
- b. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding “garage”;
- c. gebouwen ten behoeve van de bediending van een brug, ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - bruggebouw”;
- d. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - dijk”;
- e. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone - lpg”;
met daaraan ondergeschikt:
- f. groenvoorzieningen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. water;
- j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. openbare nutsvoorzieningen;
- l. incidentele evenementen;
met de daarbijbehorende:
- m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een muziekkoepel, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van cultuur en ontspanning - muziekkoepel”.
21.2. Bouwregels
21.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- de verkeersveiligheid.
21.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van gronden als (permanente) liggelegenheid voor (recreatie)vaartuigen, met uitzondering van gebruik als ligplaats overeenkomstig de Ligplaatsenverordening Nijefurd, zoals deze geldt ten tijde van het van kracht worden van het plan.
Artikel 22 : Water
22.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. ligplaatsen voor (recreatie)vaartuigen, ter plaatse van de aanduiding “ligplaats”;
- c. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - dijk”;
- d. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone - lpg”;
met daaraan ondergeschikt:
- e. groenvoorzieningen;
- f. wegen, straten en paden;
- g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen en sluizen, ter plaatse van de aanduiding “brug” respectievelijk “sluis”.
22.2. Bouwregels
22.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- de verkeersveiligheid.
22.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden als (permanente) aanleggelegenheid voor (recreatie)vaartuigen, met uitzondering van:
- 1. de gronden ter plaatse aangeduid als “ligplaats”, met dien verstande dat ten hoogste 6 ligplaatsen voor (recreatie)vaartuigen zijn toegestaan;
- 2. het gebruik als ligplaats overeenkomstig de Ligplaatsenverordening Nijefurd, zoals deze geldt ten tijde van het van kracht worden van het plan.
Artikel 23 : Wonen - 1
23.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1;
- 2. detailhandel ter plaatse van de aanduiding “detailhandel”;
- 3. een pension, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - pension”;
- b. bijgebouwen en overkappingen;
waarbij, ter plaatse van de aanduiding “karakteristiek”, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. wegen, straten en paden;
- f. water;
- g. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
23.2. Bouwregels
23.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
23.4. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
23.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding “detailhandel”;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid, anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien de bedrijfsvloeroppervlakte groter is dan 30% van de begane vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, inclusief de aangebouwde bijgebouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde overkappingen op het bouwperceel, met een maximum van 50 m².
Artikel 24 : Wonen - 2
24.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1;
- 2. opslag, ter plaatse van de aanduiding “opslag”;
- b. bijgebouwen en overkappingen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. een paardrijdbak, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - paardrijdbak”;
- d. groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. wegen, straten en paden;
- g. water;
- h. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- i. tuinen, erven en terreinen;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
24.2. Bouwregels
24.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
24.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid, anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinscha lige bedrijfsmatige activiteit, indien de bedrijfsvloeroppervlakte groter is dan 30% van de begane vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, inclusief de aangebouwde bijgebouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde overkappingen op het bouwperceel, met een maximum van 50 m².
Artikel 25 : Wonen - Wooncentrum
25.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Wooncentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van bijzondere woonvormen in combinatie met maatschappelijke voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. groenvoorzieningen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. wegen, straten en paden;
- f. water;
- g. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
25.2. Bouwregels
25.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de brandveiligheid;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
25.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van zelfstandige horeca en/of zelfstandige detailhandel.
Artikel 26 : Wonen - Woongebouw
26.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woongebouwen;
- b. bijgebouwen en overkappingen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. groenvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. wegen, straten en paden;
- g. water;
- h. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- i. parkeervoorzieningen;
- j. tuinen, erven en terreinen;
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
26.2. Bouwregels
26.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de brandveiligheid;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
26.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.
Artikel 27 : Leiding - Gas
27.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een strook ten behoeve van een hoofdgastransportleiding, alsmede het onderhoud en beheer daarvan;
met de daarbijbehorende:
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
27.2. Bouwregels
27.3. Afwijken van de gebruiksregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 27.2.1 en toestaan dat de in de basisbestemming(en) genoemde gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
- 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de betreffende nutsleiding;
- 2. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
27.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.5. Voorrangsregeling
In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Artikel 28 : Waarde - Archeologie
28.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud van de archeologische waarden.
28.2. Bouwregels
28.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 : Waarde - Beschermd Stadsgezicht
29.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud, herstel en de uitbouw van de in paragraaf 5.2 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het gebied en zijn bebouwing.
29.2. Bouwregels
29.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- de in paragraaf 5.2 en bijlage 1 van de toelichting weergegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied.
29.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.5. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
29.6. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 30 : Waterstaat - Waterkering
30.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. waterkering;
met de daarbijbehorende:
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
30.2. Bouwregels
30.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de waterkerende functie, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
30.4. Afwijken van de bouwregels
Met inachtneming van de waterkerende functie kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 30.2 in die zin dat de binnen de andere daar voorkomende bestemming(en) toegestane bouwwerken worden gebouwd, op voorwaarde dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkerende functie van de dijk.
30.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 31 : Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 32 : Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten, werken en werkzaamheden;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- e. het gebruik van de gronden als horecaterras, met uitzondering van horecaterrassen welke een terrassenvergunning hebben op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening.
Artikel 33 : Algemene Aanduidingsregels
33.1. Veiligheidszone - lpg
- a. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding “veiligheidszone - lpg” zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten.
- b. In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen mogen ter plaatse van de gebiedsaanduiding “veiligheidszone - lpg” geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
- c. Tot een gebruik, strijdig met de gronden ter plaatse voorzien van de gebiedsaanduiding “veiligheidszone - lpg”, wordt in ieder geval gerekend:
- 1. het gebruik van de gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object.
33.2. Vrijwaringszone - dijk
- a. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding “vrijwaringszone - dijk” zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering.
- b. In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding “vrijwaringszone - dijk” de volgende regels:
- 1. er mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de gebiedsaanduiding;
- 2. er mogen geen gebouwen worden gebouwd;
- 3. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
- c. Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder b in die zin dat de in de bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
- 1. vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering;
- 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering.
Artikel 34 : Algemene Regels Inzake Afwijking
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dit om bouwtechnische redenen of om redenen van doelmatigheid van de bouw noodzakelijk is;
- b. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. het bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. het bestemmingsvlak met ten hoogste 1,50 m worden overschreden door:
- 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
- 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
- 3. ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen.
Artikel 35 : Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
- de bestemmingen 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Dienstverlening', 'Horeca', 'Maatschappelijk' of 'Recreatie - Jachthaven' met inbegrip van de daarbinnen opgenomen bouwvlakken worden gewijzigd in de bestemmingen 'Wonen - 1', 'Wonen - 2' en/of 'Wonen - Woongebouw', op voorwaarde dat:
- 1. de te bouwen woningen qua aantallen, woningtype en doelgroep in overeenstemming zijn met het, op het moment van wijziging vigerende gemeentelijk en provinciaal woningbouwbeleid;
- 2. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een onherroepelijke hogere grenswaarde;
- 3. eventueel nieuw te bouwen elementen passen in het straat- en bebouwingsbeeld en, voorzover zij zijn gelegen binnen de bestemming 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht', voldoen aan het bepaalde in artikel 29;
- 4. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van respectievelijk de artikelen '23', '24' en/of '26' van toepassing zijn.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 36 : Overgangsrecht
36.1. Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 36.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het lid 36.1 sub a met maximaal 10%.
- c. Lid 36.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
36.2. Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 36.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid 36.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 37 : Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
bestemmingsplanWorkum - Kom,
van de gemeente Súdwest Fryslân.
Behorend bij besluit van 31 maart 2011.
Bijlage 1 Lijst Van Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten
Bijlage 1 Lijst van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Bijlage 2 Bedrijvenlijst
Bijlage 3 Nadere Precisering En Concretisering Van De Algemene Toetsingscriteria
Bijlage 3 Nadere precisering en concretisering van de algemene toetsingscriteria
Bijlage 4 Bijzondere Gevels
Bijlage 1 Aanwijzing Beschermd Stadsgezicht
Bijlage 1 Aanwijzing Beschermd Stadsgezicht