Bestemmingsplan Koudum - De Easte en Parkplan
Bestemmingsplan - Gemeente Sudwest Fryslan
Onherroepelijk op 31-10-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 : Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1. het plan:
het Bestemmingsplan Koudum - De Easte en Parkplan van de gemeente Súdwest Fryslân;
2. bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het bestand NL.IMRO.1900.055008-onhe met de bijbehorende regels en bijlagen;
3. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
4. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
5. aangebouwd bijgebouw:
een aan het (hoofd)gebouw aanwezig gebouw, dat ruimtelijk ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw;
6. aan-huis-verbonden beroep:
een in bijlage 1 genoemd beroep, dan wel een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten;
7. agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
8. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
9. bebouwingspercentage:
een in het bestemmingsplan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
10. bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
11. bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
12. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
13. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
14. bijgebouw:
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt aan dat (hoofd)gebouw;
15. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
16. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
17. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
18. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
19. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
20. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke direct of indirect met de grond verbonden is, danwel direct of indirect steun vindt in of op de grond;
21. carport:
een overkapping, al dan niet aangebouwd aan een ander bouwwerk, bestaande uit een slechts van boven geheel of gedeeltelijk afgesloten c.q. afgedekte, en van ten hoogste twee aaneengebouwde wanden voorziene ruimte van lichte constructie, kennelijk slechts bestemd om te dienen als overdekte stalling voor een voertuig;
22. cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden;
23. dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
24. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
25. erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische/pornografische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
26. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
27. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
het begrip zoals omschreven in bijlage 3;
28. geluidsgevoelige functies:
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
29. geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
30. geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
31. grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, zoals een melkveehouderij, een akkerbouwbedrijf of een tuinbouwbedrijf, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf;
32. hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
33. hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
34. horecabedrijf:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;
35. kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd op opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
36. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
de in bijlage 1 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
37. maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen;
38. milieusituatie:
het begrip zoals omschreven in bijlage 3;
39. niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief veehouderijbedrijf of een intensief kwekerijbedrijf;
40. nutsvoorzieningen
voorzieningen ten dienste van openbare en semi-openbare nut, zoals transformatorgebouwen, telefooncentrales, alarmeringsystemen, riolering, rioolgemalen, waterzuivering, de levering van elektriciteit, gas, water en warmte, voorzieningen voor de waterhuishouding en naar aard van nutsvoorzieningen of daarmee gelijk te stellen overige voorzieningen;
41. overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt met ten hoogste één wand;
42. peil:
- a. indien op het land wordt gebouwd:
- 1. de hoogte van het maaiveld *);
- b. indien in, op of over het water wordt gebouwd:
- 1. het Normaal Amsterdams Peil;
*)
43. permanente bewoning:
bewoning als hoofdverblijf binnen de vaste woon- of verblijfplaats;
44. prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
45. recreatieve bewoning:
de bewoning die plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie door personen die elders hun hoofdverblijf hebben;
46. risicovolle inrichting:
een inrichting bij welke ingevolge het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
47. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
48. sociale veiligheid:
het begrip zoals omschreven in bijlage 3;
49. straat- en bebouwingsbeeld:
het begrip zoals omschreven in bijlage 3;
50. verkeersveiligheid:
het begrip zoals omschreven in bijlage 3;
51. verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de (productiegebonden) detailhandel;
52. voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
53. vrijstaand bijgebouw:
een niet met het (hoofd)gebouw verbonden gebouw dat ruimtelijk ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw;
54. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
55. woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
56. woonsituatie:
het begrip zoals omschreven in bijlage 3.
Artikel 2 : Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
1. de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
3. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
4. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
5. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
6. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 : Agrarisch - Bedrijf
3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. een agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, al dan niet in combinatie met logiesverstrekking, voor zover ondergeschikt aan de agrarische functie;
- 2. bedrijfswoningen;
- b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende: - d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. paden;
- g. sloten, bermen en beplanting;
- h. tuinen, erven en terreinen;
met de daarbijbehorende:
- i. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
3.2. Bouwregels
3.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4. Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 3.2.2 sub e. in die zin dat de goothoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping wordt verhoogd tot ten hoogste 4,50 m.
3.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor opslag van niet-agrarische producten en/of het stallen van auto's, boten en caravans anders dan in gebouwen;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor recreatieve doeleinden.
3.6. Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 3.5 sub c. in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel.
Artikel 4 : Agrarisch - Cultuurgrond
4.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. cultuurgrond;
- b. grasvelden;
- c. een paardrijdbak ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardrijdbak';
met daaraan ondergeschikt:
- d. incidentele evenementen;
- e. paden;
- f. sloten en bermen;
- g. met de daarbijbehorende:
- h. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
4.2. Bouwregels
4.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid; en
- b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. De bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond' wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' en waarbij tevens de aanduiding 'kas' wordt aangebracht, met dien verstande dat:
- 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied';
- 2. de noodzakelijkheid van de uitbreiding aannemelijk wordt gemaakt met een bedrijfsplan;
- 3. geen afbreuk wordt gedaan aan het woonmilieu in het plangebied;
- 4. een goede landschappelijke en ruimtelijke inpassing wordt gerealiseerd, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en de ruimtelijke kwaliteiten van de omgeving;
- 5. een goede stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd;
- 6. geen schade wordt toegebracht aan de ecologische waarden van het gebied;
- 7. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied;
- 8. geen afbreuk wordt gedaan aan de waterhuishouding van het gebied;
- 9. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet groter zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
- 10. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 5 van toepassing zijn.
Artikel 5 : Agrarisch - Glastuinbouw
5.1. Bestemmingsomschrijving
De 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor :
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. glastuinbouwbedrijven;
- 2. bedrijfswoningen:
- b. kassen, ter plaatse van de aanduiding 'kas';
- c. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- d. water;
met de daarbijbehorende:
- e. verhardingen;
- f. erven, terreinen en tuinen;
- g. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
5.2. Bouwregels
5.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de brandveiligheid;
- e. de verkeersveiligheid; en
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden.
5.5. Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 5.4 sub b in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, op voorwaarde dat:
- 1. de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 150 m² bedraagt.
Artikel 6 : Bedrijf
6.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
- 2. een jachtwerf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf';
met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
- 1. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- b. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- c. water;
met de daarbijbehorende:
- d. verhardingen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. tuinen, erven en terreinen;
- g. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
6.2. Bouwregels
6.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de brandveiligheid;
- e. de verkeersveiligheid; en
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
- g. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
- h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandelsdoeleinden;
- i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden.
6.5. Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 6.4 sub a in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, op voorwaarde dat:
- 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
- 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
- b. het bepaalde in lid 6.4 sub c in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, op voorwaarde dat:
- 1. de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 150 m² bedraagt.
6.6. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 2', met dien verstande dat:
- 1. de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf' zal worden verwijderd; en:
- 2. het enige bouwvlak op het perceel om de voormalige bedrijfswoning wordt gelegd;
mits:
- de betreffende functie ter plaatse is beëindigd;
- de voormalige bedrijfswoning als woning zal worden gebruikt;
- de voormalige bedrijfsgebouwen niet als woning zullen worden gebruikt;
- na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 17 van toepassing zijn.
Artikel 7 : Bedrijf - Nutsvoorzieningen
7.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een gasdrukregelstation;
met de daarbijbehorende:
- b. erven en terreinen;
- c. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
7.2. Bouwregels
7.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de brandveiligheid;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 8 : Bos
8.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bos;
- b. bossingels;
- c. groenvoorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. paden;
met daaraan ondergeschikt:
- f. incidentele evenementen;
- g. water;
met de daarbijbehorende:
- h. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
8.2. Bouwregels
8.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 : Groen
9.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. park;
- b. groenvoorzieningen;
- c. paden;
- d. speelvoorzieningen;
- e. evenementen;
waarbij de het herstel, de bescherming en de instandhouding van de landschappelijke waarden van de gronden wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- f. sloten, waterpartijen en bermen;
- g. tuinen;
met de daarbijbehorende:
- h. een gebouw ten behoeve van onderhoud en beheer, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouw';
- i. parkeervoorzieningen;
- j. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
9.2. Bouwregels
9.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid; en
- b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
9.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 : Maatschappelijk
10.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- b. erven en terreinen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. paden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
10.2. Bouwregels
10.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de brandveiligheid;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.4. Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de brandveiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 10.2.1 sub a in die zin dat gebouwen gedeeltelijk buiten een bouwvlak worden gebouwd, op voorwaarde dat:
- 1. uitsluitend ruimtelijk ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak gebouwd mogen worden;
- 2. de hoogte van de buiten het bouwvlak gelegen gebouwen ten hoogste 3,50 m zal bedragen;
- 3. de gezamenlijke oppervlakte van de buiten het bouwvlak gesitueerde gebouwen ten hoogste 5% van de oppervlakte van het bouwvlak mag bedragen.
10.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een zelfstandig horecabedrijf;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid.
Artikel 11 : Sport - Manege
11.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een manege;
met daaraan ondergeschikt:
- b. water;
met de daarbijbehorende:
- c. verhardingen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. tuinen, erven en terreinen;
- f. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
11.2. Bouwregels
11.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de brandveiligheid;
- e. de verkeersveiligheid; en
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, tenzij het betreft ondergeschikte horeca.
Artikel 12 : Sport - Pitch & Putt
12.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport - Pitch & putt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een pitch & puttbaan;
- b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een pitch & puttbaan en de daarbijbehorende voorzieningen;
- c. bijgebouwen;
met daaraan ondergeschikt:
- d. water;
- e. groenvoorzieningen;
waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;
met de daarbijbehorende:
- f. verhardingen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
12.2. Bouwregels
12.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de brandveiligheid;
- e. de verkeersveiligheid; en
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, tenzij het betreft ondergeschikte horeca.
12.5. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 13 : Verkeer
13.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen;
- b. bermen;
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;
met daaraan ondergeschikt:
- c. water;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- f. karakteristieke laanbeplanting;
- g. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
13.2. Bouwregels
13.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
13.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 : Verkeer - Verblijf
14.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. bermen;
met daaraan ondergeschikt:
- e. water;
met de daarbijbehorende:
- f. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
14.2. Bouwregels
14.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Artikel 15 : Water
15.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sloten en waterlopen;
- b. kaden en oevers;
- c. aanleggelegenheid;
met de daarbijbehorende:
- d. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder steigers.
15.2. Bouwregels
15.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 : Wonen - 1
16.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in bijlage 1;
- 2. een klusbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - klusbedrijf';
- b. bijgebouwen en overkappingen;
- c. schuren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuren';
- d. een paardrijdbak, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardrijdbak';
met daaraan ondergeschikt:
- e. water;
met de daarbijbehorende:
- f. tuinen, erven en terreinen;
- g. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
16.2. Bouwregels
16.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de brandveiligheid;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
16.4. Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de brandveiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 16.2.1 sub e in die zin dat de goothoogte van een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 6,50 m;
- b. het bepaalde in lid 16.2.1 sub f in die zin dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verlaagd c.q. dat een hoofdgebouw geheel dan wel gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak.
16.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen en schuren voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid, anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien de bedrijfsvloeroppervlakte groter is dan 30% van de begane vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, inclusief de aangebouwde bijgebouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde overkappingen op het bouwperceel, dan wel meer bedraagt dan 50 m².
Artikel 17 : Wonen - 2
17.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in bijlage 1;
- 2. bêd en brochje c.q. logiesaccommodatie;
- b. bijgebouwen en overkappingen;
- c. schuren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuren';
waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- d. water;
met de daarbijbehorende:
- e. tuinen, erven en terreinen;
- f. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
17.2. Bouwregels
17.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de brandveiligheid;
- d. de verkeersveiligheid; en
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
17.4. Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de brandveiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 17.2.1. sub e in die zin dat de goothoogte van een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 6,50 m;
- b. het bepaalde in lid 17.2.1 sub f in die zin dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verlaagd c.q. dat een hoofdgebouw geheel dan wel gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak.
17.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen en schuren voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid, anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien de bedrijfsvloeroppervlakte groter is dan 50% van de begane vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, inclusief de aangebouwde bijgebouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde overkappingen op het bouwperceel, dan wel meer bedraagt dan 50 m².
17.6. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 18 : Leiding - Gas
18.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. bebouwingsvrije stroken grond ten behoeve van een gastransportleiding en het beheer daarvan;
met de daarbijbehorende:
- b. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
18.2. Bouwregels
18.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 : Waarde - Archeologie
19.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
19.2. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 20 : Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 21 : Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten, werken en werkzaamheden;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 22 : Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. het bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. het bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
- 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
- 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
- 3. erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;
mits:
- de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.
Artikel 23 : Overige Regels
12.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- e. de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 24 : Overgangsrecht
24.1. Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
24.2. Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 25 : Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
Bestemmingsplan Koudum - De Easte en Parkplan
van de gemeente Súdwest Fryslân.
Behorend bij het besluit van 22 september 2011.
Bijlage 1 Lijst Van Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten
Bijlage 1 Lijst van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Bijlage 2 Bedrijvenlijst
Bijlage 3 Nadere Precisering En Concretisering Van De Algemene Toetsingscriteria
Straat- en bebouwingsbeeld:
ten aanzien van de situering en vormgeving van bouwwerken, dient gestreefd te worden naar het instandhouden c.q. totstandbrengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, harmonieus straat- en bebouwingsbeeld.
Woonsituatie:
ten aanzien van de plaats en afmetingen van bouwwerken, dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. garanderen van een redelijke lichttoetreding en uitzicht, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.
Sociale veiligheid:
ten aanzien van de plaats en afmetingen van bouwwerken, dient voorkomen te worden dat een ruimtelijke situatie ontstaat die niet sociaal onoverzichtelijk, onherkenbaar en controleerbaar is.
Milieusituatie:
ten aanzien van de aard en omvang van gebruiksvomen, dient rekening te worden gehouden met de milieu-aspecten, zoals hinder voor omwonenden en een/de verkeersaantrekkende werking.
Verkeersveiligheid:
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. totstandbrengen van een verkeersveilige situatie.
Gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden binnen andere bestemmingen, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.
Bijlage 1 Ecologisch Onderzoek
Bijlage 1 Ecologisch onderzoek
Bijlage 2 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 2 Archeologisch onderzoek
Bijlage 3 Archeologisch Karterend Megabooronderzoek
Bijlage 3 Archeologisch karterend megabooronderzoek
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek
Bijlage 5 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 5 Verkennend bodemonderzoek