KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbelregel
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
Artikel 7 Algemene Ontheffingsregels
Artikel 8 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
Artikel 10 Slotregel
Bijlage 1 Relevante Regels Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel, Vastgesteld 31 Augustus 2010
Bijlage 1 Watertoets

Idzega - Klokhúsdyk 2

Bestemmingsplan - Gemeente Súdwest-Fryslân

Vastgesteld op 14-07-2016 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

  1. a. plan:
    Het bestemmingsplan Idzega - Klokhúsdyk 2 met identificatienummer NL.IMRO.1900.2016oostBPidzegakd-vast van de gemeente Súdwest-Fryslân.
  1. b. De begrippen, voor zover relevant voor dit bestemmingsplan, van het bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel, vastgesteld 31 augustus 2010, zijn van overeenkomstige toepassing. Deze regels zijn als bijlage bijgevoegd.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  1. a. de bouwhoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  1. b. de goothoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
  1. c. de dakhelling van een bouwwerk:
    langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
  1. d. de oppervlakte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  1. e. de inhoud van een bouwwerk:
    tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
  1. f. de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel:
    vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel;
  1. g. de hoogte van een windturbine:
    vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, overstekende daken en kleine windturbines buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

De regels, voor zover relevant voor dit bestemmingsplan, van het bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel, vastgesteld 31 augustus 2010, zijn van overeenkomstige toepassing. Deze regels zijn als bijlage bijgevoegd.

Artikel 4 Wonen

De regels, voor zover relevant voor dit bestemmingsplan, van het bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel, vastgesteld 31 augustus 2010, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat ter hoogte van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' geen bebouwing en geen obstakels zijn toegestaan. Deze regels zijn als bijlage bijgevoegd.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene Gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;

Artikel 7 Algemene Ontheffingsregels

  1. a. Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    - het ruimtelijk beeld;
    - de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    - de verkeersveiligheid,

    ontheffing verlenen van:
    1. 1. de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
    2. 2. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling of het beloop van vaarwegen in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
    3. 3. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
    4. 4. het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
      - de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m3 bedraagt;
      - de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 15 m bedraagt;
      met dien verstande dat er geen windturbines mogen worden gebouwd.
  1. b. De in sub a bedoelde ontheffingen kunnen uitsluitend worden verleend indien er sprake is van een goede landschappelijke inpassing.

Artikel 8 Algemene Wijzigingsregels

  1. a. Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    - het ruimtelijk beeld;
    - de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    - de verkeersveiligheid,

    het plan wijzigen:
    1. 1. in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een inhoud van ten hoogste 100 m³ en een bouwhoogte van ten hoogste 15 m;
    2. 2. in die zin dat de in het plan opgenomen verwijzing naar wetten, verordeningen, circulaires, publicaties, instanties en dergelijke wordt geactualiseerd; de wijziging wordt uitsluitend toegepast indien het handhaven van de in de planregels opgenomen redactie tot onduidelijkheden en/of onjuistheden leidt; een eventueel bij de actualisering op te nemen verwijzing naar de aangepaste wetten, verordeningen, circulaires, publicaties en instanties wordt alleen opgenomen indien deze aanpassingen geen inhoudelijke beleidswijziging betreffen;
    3. 3. in die zin dat de bestemming 'Agrarisch' wordt gewijzigd in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie'
    4. 4. in die zin dat het plan kan worden gewijzigd met het oog op de realisering van natuurgebieden, met dien verstande dat:
      a. de wijziging niet eerder mag plaatsvinden dan nadat de grond is aangekocht door een natuurbeherende instantie;
      b. de wijziging uitsluitend mag plaatsvinden indien de realisering voldoende vaststaat.
  1. b. De onder a bedoelde wijzigingen worden slechts toegepast indien:
    1. 1. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing;
    2. 2. vóór toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is nagegaan of er sprake is van een archeologische verwachtingswaarde en, voor zover deze aanwezig, een archeologisch onderzoek dient te zijn uitgevoerd;

vóór toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient ecologisch onderzoek in de vorm van een Natuurtoets te zijn uitgevoerd

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

9.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het Bestemmingsplan Idzega - Klokhúsdyk 2 van de gemeente Súdwest-Fryslân.

Behorende bij het besluit van 14 juli 2016.

Bijlage 1 Relevante Regels Bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel, Vastgesteld 31 Augustus 2010

Bijlage 1 Relevante regels bestemmingsplan Buitengebied Wymbritseradiel, vastgesteld 31 augustus 2010

Bijlage 1 Watertoets

Bijlage 1 Watertoets