Bestemmingsplan Beleefcentrum Afsluitdijk
Bestemmingsplan - gemeente Súdwest Fryslân
Vastgesteld op 26-01-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het Bestemmingsplan Beleefcentrum Afsluitdijk van de gemeente Súdwest-Fryslân;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met identificatienummer NL.IMRO.1900.2016westBPbeleefaf-vast met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aanleggen
het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, gedurende de tijd die daadwerkelijk gebruikt wordt voor een recreatief verblijf op of in de omgeving van het vaartuig;
1.6 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw, geen bijbehorend bouwwerk en geen overkapping zijnde;
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.8 bebouwingspercentage:
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.9 bestaand(e)
-
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
-
bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.10 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.11 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.12 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk (alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een standplaats);
1.13 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.14 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.15 cultuurhistorische waarden:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.16 decentrale afvalwaterzuivering
vetvanginstallatie in combinatie met een helofytenfliter (individuele behandeling afvalwater)
1.17 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit; onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
1.18 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.19 geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.20 horecabedrijf:
een bedrijf, dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag bedrijfsmatig bereiden en verstrekken van (licht-alcoholische) dranken en maaltijden voor consumptie ter plaatse;
1.21 kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.22 ligplaats innemen
het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dat doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, anders dan voor aanleggen;
1.23 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen openbare sanitaire voorzieningen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten;
1.24 overig bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.25 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde bestaande uit een dak en ten hoogste één wand;
1.26 peil:
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-
indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil of de hoogte van het terrein ter plaatse van de meest nabij gelegen locatie waar het water grenst aan het vaste land;
1.27 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
1.28 seksinriching:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.29 vaartuig
een werktuig, dat bestemd en ingericht is voor het vervoer van personen over water, waaronder niet begrepen een werktuig zonder waterverplaatsing, een werktuig dat de geschiktheid tot varen of drijven heeft verloren en een woonschip.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de hoogte van een antenne-installatie
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van de antenne installatie.
2.4 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen.
2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.6 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.7 de (bruto bedrijfsvloer-)oppervlakte van een (deel van een) bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 uitzondering wijze van meten
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilaster, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, reclameborden, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Cultuur En Ontspanning
3.1 bestemmingsomschrijving
De voor ‘Cultuur en Ontspanning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het verrichten van activiteiten gericht op educatie en informatie, waaronder:
-
informatie- en expositieruimten, en/of
-
educatieve attracties,
ten aanzien van de thema’s:
-
vismigratie(rivier) en ecosysteem van Wadden en IJsselmeer (inclusief flora en fauna);
-
Waddenzee / Unesco Werelderfgoed;
-
IJsselmeer / zoetwaterbekken;
-
duurzame energie en innovatie;
-
water- en deltatechnologie;
-
heden, verleden en toekomst van de Afsluitdijk.
met daaraan ondergeschikt:
-
horecabedrijf met een terras, met dien verstande dat het terras uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘terras’ is toegestaan;
-
wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
-
parkeervoorzieningen;
-
bermen en beplanting;
-
straatmeubilair;
-
nutsvoorzieningen;
-
waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
decentrale afvalwaterzuivering;
-
horecaterras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘terras’.
3.2 bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend:
-
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige horeca-activiteiten, inhoudende het verrichten van horecabedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bezoekers en gebruikers dan die van de functies genoemd onder lid 3.1 onder a;
-
het gebruik van het dak ten behoeve van horecabedrijfsactiviteiten;
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijfsactiviteiten van 22:00 tot 10:00 uur.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groenstroken;
met de daarbij behorende:
-
ondergrondse openbare nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
-
er mogen geen gebouwen worden gebouwd;
-
er mogen uitsluitend perceelafscheidingen worden gebouwd;
-
de bouwhoogte van perceelafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen.
Artikel 5 Verkeer - Verblijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - Verblijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
-
voet- en rijwielpaden;
-
parkeervoorzieningen;
-
bermen en beplanting;
-
straatmeubilair;
-
nutsvoorzieningen;
-
water;
-
dagrecreatieve voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘dagrecreatie’;
-
steiger, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger'.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend:
-
het gebruik van gronden voor het (permanent) innemen van een ligplaats voor (recreatie)vaartuigen en/of woonschepen;
-
het uitoefenen van handelingen/werkzaamheden die invloed hebben op het functioneren van het waterstaatswerk.
Artikel 6 Water
6.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
water;
-
vaarwegen;
-
het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
-
dagrecreatieve voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘dagrecreatie’;
-
steiger, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger'.
met daaraan ondergeschikt:
-
extensief dagrecreatief medegebruik;
-
groenvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen.
6.2 bouwregels
6.3 nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
de verkeersveiligheid.
6.4 specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden voor het (permanent) innemen van een ligplaats voor (recreatie)vaartuigen en/of woonschepen..
6.5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegde gezag, de volgende werken niet zijnde bouwwerken, of werkzaamheden uit te voeren:
-
het ontgronden, afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;
-
het planten van bomen en/of houtgewas;
-
het dempen en/of graven van waterlopen en waterpartijen;
-
het aanbrengen en/of verwijderen van verhardingen, waaronder oppervlakteverhardingen;
-
het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen, en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
-
Het bepaald onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
-
het normale onderhoud betreffen;
-
reeds vergund c.q. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
-
De onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden en mits vooraf advies is ingewonnen van de waterbeheerder.
Artikel 7 Leiding - Hoogspanning
7.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
-
een ondergrondse hoogspanningsverbinding ten behoeve van de aansluiting op het hoogspanningsnet (ontsluitingkabel) en uitbreiding van het hoogspanningsnet (netuitbreiding, bestaande uit maximaal twee circuits met een maximum spanning van 110 kV per circuit;
-
ondergrondse kabels en leidingen;
-
bijbehorende voorzieningen;
-
ter plaatse van de aanduiding ‘archeologische waarden’ voor de bescherming van archeologische waarden.
7.2 bouwregels
Op de gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in lid 7.1 bedoelde bestemming met in achtneming van de volgende bepaling:
-
in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming;
-
in afwijking op het bepaalde in sub a geldt dat ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en), met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels mag worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
7.3 afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2, voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen
7.4 Specifieke bouwregels
7.5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
-
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden werken aan te leggen of werkzaamheden uit te voeren.
-
In afwijking van het bepaalde onder a kan een omgevingsvergunning worden verleend voor de volgende werken en werkzaamheden:
-
het indrijven van voorwerpen in de bodem;
-
het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
-
het planten van hoog groeiende bomen en andere houtopstanden;
-
het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
-
het permanent opslaan van goederen;
-
het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies.
-
Het in sub a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
-
die plaatsvinden voordat de hoogspanningsverbinding gerealiseerd is;
-
die verband houden met de aanleg van de hoogspanningsverbinding;
-
waarvoor ten tijde van het in werking treden van het plan een omgevingsvergunning is verleend;
-
die reeds in uitvoering zijn op het moment van het in werking treden van het plan en in overeenstemming zijn met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving dan wel mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
-
die het normale onderhoud ten aanzien van de verbinding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
-
die gerelateerd zijn aan het beheer van de waterkering, voor zover de werkzaamheden niet dieper gaan dan 60 cm onder maaiveld.
-
De in sub a bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien:
-
de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding. Bij die afweging wordt de diepte waarop de kabel ligt mede betrokken;
-
vooraf de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen dan wel zoveel eerder als het advies is uitgebracht;
-
aan de weergave op de kaart Interface kabeltracé WPF-Beleefcentrum wordt voldaan.
Artikel 8 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
8.1 bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Beschermd Dorpsgezicht’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor:
-
het behoud, het herstel en de versterking van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden als bedoeld in de als bijlage bij deze regels opgenomen tekst van de toelichting op het besluit tot aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht Kornwerderzand.
8.2 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van het behoud van de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in de toelichting op de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht van Kornwerderzand nadere eisen stellen aan:
-
de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
8.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegde gezag, de volgende werken niet zijnde bouwwerken, of werkzaamheden uit te voeren:
-
het kappen en aanplanten van bomen;
-
het ophogen, afschuiven en/of afgraven van gronden;
-
het ophogen, dan wel verlagen van het aanwezige wegprofiel.
-
Het bepaald onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
-
het normale onderhoud betreffen;
-
reeds vergund c.q. in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
-
De onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, beschreven in de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht van het gebied.
8.4 omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk van het bevoegde gezag gebouwen, gelegen binnen deze bestemming, geheel of gedeeltelijk te slopen.
-
De onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
-
de waarden die met de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht worden beschermd niet langer aanwezig zijn en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het betreffende gebouw kunnen worden hersteld;
-
in redelijkheid niet kan worden geëist dat de bijdrage die een pand aan de waarde van het beschermd stadsgezicht toevoegt, wordt gehandhaafd;
-
door sloop van het pand waarvoor een omgevingsvergunning wordt gevraagd geen onevenredige aantasting van de waarden van het beschermd dorpsgezicht wordt veroorzaakt.
Artikel 9 Waterstaat - Waterkering
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat-Waterkering (dubbelbestemming)’ aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering.
9.2 Bouwregels
Ten aanzien van de situering, bouwhoogte en oppervlakte van bouwwerken gelden de bepalingen uit de enkelbestemming.
9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de in dit plan gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
-
het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten, werken en werkzaamheden;
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
-
het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
12.1 vrijwaringszone - dijk binnenbeschermingszone
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – dijk binnenbeschermingszone' gelden ten behoeve van de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen primaire waterkering de volgende aanvullende regels:
-
Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone – dijk binnenbeschermingszone’ mag niet worden gebouwd.
-
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 12.1, onder a, met inachtneming van de volgende regels:
-
de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
-
er is aangetoond dat de stabiliteit van de nabijgelegen waterkering niet nadelig wordt beïnvloed;
-
vooraf wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
Artikel 13 Voorrangsregeling Dubbelbestemmingen En Gebiedsaanduiding
-
Waar een enkelbestemming samenvalt met (een) dubbelbestemming(en) en/of met een gebiedsaanduiding geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming(en) en/of de gebiedsaanduiding.
-
Waar dubbelbestemmingen samenvallen of waar (een) dubbelbestemming(en) samenvalt(/samenvallen) met een gebiedsaanduiding gelden:
-
in de eerste plaats de regels van dubbelbestemming ‘Waterstaat-Waterkering’;
-
in de tweede plaats de regels van de gebiedsaanduiding ‘Vrijwaringszone-dijk binnenbeschermingszone’;
-
in de derde plaats de regels van de dubbelbestemming ‘Leiding-Hoogspanning’;
-
in de vierde plaats de regels van de dubbelbestemming ‘Waarde-Beschermd dorpsgezicht’.
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dit om bouwtechnische redenen of om redenen van doelmatigheid van de bouw noodzakelijk is;
Hoofdstuk 4 Overgangsrecht En Slotregel
Artikel 15 Overgangsrecht
15.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
-
Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
15.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik;
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 16 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
Bestemmingsplan Beleefcentrum Afsluitdijk
Behorend bij het besluit van 26 januari 2017