Recreatiepark Bad Hindeloopen 2016
Bestemmingsplan - Gemeente Súdwest-Fryslân
Vastgesteld op 18-05-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 het plan
het bestemmingsplan Recreatiepark Bad Hindeloopen 2016 met identificatienummer NL.IMRO.1900.2017zuidBPbadhinde-vast van de gemeente Súdwest Fryslân;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-verbonden-beroep of bedrijf
de uitoefening van een beroep of bedrijf (dan wel het verlenen van diensten) op administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of een daarmee gelijk te stellen gebied, zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 1, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij in overwegende mate de woonfunctie blijft behouden en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.6 aangebouwd bijbehorend bouwwerk
Een op de grond staand gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
1.7 aan huis verbonden kleinschalige bedrijfsactiviteiten
Het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitvoeren van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omgeving in een woning met behorende gebouwen past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden;
1.8 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;
1.9 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw, geen bijbehorend bouwwerk en geen overkapping zijnde;
1.10 balkon
een aan de tweede of hogere bouwlaag van een gebouw grenzende buitenruimte, voorzien van een balustrade of borstwering en toegankelijk uit de daaraan grenzende binnenruimte door middel van een deur;
1.11 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.12 bedrijfsmatige exploitatie
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon exploiteren en beheren van een recreatiewoning, gericht op het als onderneming permanent te huur aanbieden van recreatieve (nachts)verblijfmogelijkheden aan meerdere, steeds wisselende personen;
1.13 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten, en dergelijke;
1.14 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.15 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.16 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.17 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.19 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.20 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.21 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte (split-level) liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.23 bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel;
1.24 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.25 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.26 coupure
een onderbreking in een waterkering of kapglooiing;
1.27 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.28 delfstoffenwinning
het ontginnen van delfstoffen;
1.29 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit; onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
1.30 dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.31 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.32 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.33 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
1.34 evenement
elke voor publiek buiten de daartoe ingerichte inrichtingen toegankelijke festiviteit, grootschalige sportwedstrijd, auto- of motorcrosswedstrijd, optocht, georganiseerd vuurwerk en alle overige tot vermaak en recreatie bedoelde activiteiten, met uitzondering van markten als bedoeld in de Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
1.35 extensief dagrecreatief medegebruik
een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, vissen, picknicken, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik;
1.36 fysieke afscheiding
een afbakening in het water, zoals boeien, een ballenrij of een daarmee vergelijkbare voorziening;
1.37 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.38 gebruiksvloeroppervlakte
het totaal van de horizontale vloeroppervlaktes van alle in gebruik zijnde of te gebruiken ruimtes van een gebouw;
1.39 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.40 horecabedrijf
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor verkoop aan het publiek wordt bereid en verstrekt, al dan niet voor consumptie ter plaatse, en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie
horecabedrijf categorie 1: een complementair horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag bereiden en verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals een automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, petitrestaurant, snackbar, snack-kiosk, tearoom, traiteur en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
horecabedrijf categorie 2: een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het bereiden en verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken, zoals een bar, (grand)café, eetcafé, restaurant, café-restaurant en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, al dan niet in combinatie met logiesvertrekking of een zalencentrum;
horecabedrijf categorie 3: een horecabedrijf, dat voornamelijk is gericht op het 's avonds en/of 's nachts verstrekken van (alcoholische) dranken en waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen of vergelijkbaar vermaak, zoals een bar-dancing, discotheek, nachtclub en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
horecabedrijf categorie 4: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies, zoals een hotel, motel, pension en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met een restaurant of een café-restaurant;
1.41 incidenteel evenement
een eenmalig, niet periodiek terugkerend evenement;
1.42 kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.43 kap
Een kap is een afdekking van een gebouw waarbij bij in een horizontale projectie ten minste 50% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken;
1.44 lessenaarsdak
een eenzijdige kapconstructie waarbij het hoogste punt over de gehele, of nagenoeg de gehele lengte in één gevel is gelegen;
1.45 ligplaats
plaats in het water, bestemd of aangewezen om door pleziervaartuigen te worden ingenomen;
1.46 milieusituatie
ten aanzien van de aard en omvang van gebruiksvomen, dient rekening te worden gehouden met de milieu-aspecten, zoals hinder voor omwonenden en een/de verkeersaantrekkende werking;
1.47 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen openbare sanitaire voorzieningen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten;
1.48 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde bestaande uit een dak en ten hoogste één wand;
1.49 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien geheel in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil of de hoogte van het terrein ter plaatse van de meest nabij gelegen locatie waar het water grenst aan het vaste land;
1.50 permanente bewoning
het gebruiken van een recreatiewoning als hoofdverblijf, zijnde de vaste woon- en verblijfplaats, waarbij de woning voor de bewoners het reële hoofdverblijf vormt en derhalve niet een adres is waar men tijdelijk en/of recreatief verblijft;
1.51 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
1.52 recreatieve bewoning
de bewoning die plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie door personen die elders hun hoofdverblijf hebben;
1.53 recreatiewoning
een gebouw dat dient als recreatiewoonverblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
1.54 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.55 sociale veiligheid
ten aanzien van de plaats en afmetingen van bouwwerken, dient voorkomen te worden dat een ruimtelijke situatie ontstaat die niet sociaal onoverzichtelijk, onherkenbaar en controleerbaar is;
1.56 straat- en bebouwingsbeeld
ten aanzien van de situering en vormgeving van bouwwerken, dient gestreefd te worden naar het instandhouden c.q. totstandbrengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, harmonieus straat- en bebouwingsbeeld;
1.57 vaartuig
naast het begrip vaartuig in gebruikelijke zin van het woord, een vaartuig zonder waterverplaatsing, een casco, een vaartuig in aanbouw en een vaartuig dat de geschiktheid tot varen of drijven heeft verloren, dan wel overblijfselen daarvan;
1.58 verblijfsrecreatie
een vorm van recreatie waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar ten minste één nacht in het recreatiegebied verblijft, met dien verstande dat geen sprake mag zijn van permanente bewoning;
1.59 verkeersveiligheid
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. totstandbrengen van een verkeersveilige situatie;
1.60 verkoopvloeroppervlak
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.61 vlonder ten behoeve van een terras
een aan de eerste bouwlaag van een gebouw grenzende buitenruimte, eventueel voorzien van een balustrade of borstwering en toegankelijk uit de daaraan grenzende binnenruimte door middel van een deur;
1.62 vrijstaand bijbehorend bouwwerk
een op zichzelf staand, vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist, tenzij in de voorschriften anders is bepaald;
1.63 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit; hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten, etc.;
1.64 waterkering
een grondlichaam (dijk) of constructie met als functie bescherming van lager gelegen gebied (veelal polders) tegen water van buiten dat gebied;
1.65 webwinkel
een winkel op een perceel waarbij de verkoop van op de eindgebruiker gerichte goederen uitsluitend plaatsvindt via internet, waarbij geen klanten op het perceel langskomen (om goederen af te halen of uit te proberen of te betalen) en er geen ruimtelijke uitstraling uitgaat van de webwinkel;
1.66 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.67 woonhuis
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;
1.68 woonsituatie
ten aanzien van de plaats en afmetingen van bouwwerken, dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. garanderen van een redelijke lichttoetreding en uitzicht, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de hoogte van een armatuur ten behoeve van openbare verlichting
vanaf het aansluitende terrein, waarin de armatuur wordt geplaatst, tot aan het hoogste punt van de armatuur;
2.5 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen en beplanting;
- c. paden;
- d. water;
met daaraan ondergeschikt:
- e. wegen en straten;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. incidentele evenementen;
met de daarbijbehorende:
- h. kaden en dijken.
3.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Artikel 4 Natuur
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van het Natura2000-gebied 'IJsselmeer' en de daaraan eigen ecologische en landschappelijke waarden;
- b. wateraanvoer, waterberging en waterafvoer;
- c. de aanleg, alsmede het beheer en onderhoud van strekdammen en/of andere waterstaatkundige voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van een strand;
- d. extensief dagrecreatief medegebruik, ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
en mede bestemd voor:
- e. de bescherming van de functie van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';
met daaraan ondergeschikt:
- f. de pleziervaart;
- g. de beroepsvisserij en beroepsscheepvaart;
met de daarbij behorende:
- h. kaden en dijken;
- i. ligplaatsen ten behoeve van de eigenaren of huurders van de recreatiewoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats';
- j. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de milieusituatie;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de brandveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. het bepaalde in lid 4.2.2 onder a voor het toestaan van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van extensieve dagrecreatie, mits:
- 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de plaatsing van routeaanduidingen;
- 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ecologische en landschappelijke waarden van het Natura2000-gebied IJsselmeer.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Recreatie - Verblijfsrecreatie
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. recreatiewoningen;
- b. een gebouw ten behoeve van dienstverlening, detailhandel en horeca tot en met categorie 2 ten dienste van het recreatieterrein;
- c. bedrijfswoningen;
en mede bestemd voor:
- d. de bescherming van de functie van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';
- e. de instandhouding van de bestaande kapglooiing, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - kapglooiing';
- f. extensief dagrecreatief medegebruik;
met daaraan ondergeschikt:
- g. groenvoorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. speelvoorzieningen;
- j. wegen en paden;
- k. water;
- l. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- m. kaden en dijken;
- n. tuinen en erven;
- o. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.3 Voorwaardelijke verplichting
- a. Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mag alleen gebouwd worden indien voldaan wordt aan het bepaalde in het als bijlage 2 opgenomen document "Recreatiepark Bad Hindeloopen – beeldkwaliteit landschap en bebouwing".
- b. Het gebruik van de in lid 5.1 bedoelde gronden conform de bestemming is slechts toegestaan indien de gronden zijn ingericht in overeenstemming met het bepaalde in het als bijlage 2 opgenomen document "Recreatiepark Bad Hindeloopen – beeldkwaliteit landschap en bebouwing", en deze inrichting vervolgens in stand wordt gehouden door die maatregelen te treffen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor dat doel.
- c. Het aanbrengen van verlichtingsarmaturen is slechts toegestaan indien deze in overeenstemming zijn met het bepaalde in paragraaf 5.4 van het als bijlage 2 opgenomen document "Recreatiepark Bad Hindeloopen – beeldkwaliteit landschap en bebouwing".
5.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- a. de milieusituatie;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de brandveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. oevers;
- c. extensief dagrecreatief medegebruik;
- d. waterhuishoudkundige en waterkerende voorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- e. bruggen;
- f. ligplaatsen ten behoeve van de eigenaren of huurders van de recreatiewoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats';
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 7 Wonen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen, al dan niet in combinatie met:
- 1. een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 1, met dien verstande dat voldaan wordt aan de in lid 7.5.2 gestelde criteria;
- 2. een logiesverstrekkend bedrijf;
met de daarbij behorende:
- b. woonhuizen;
- c. bijbehorende bouwwerken bij woonhuizen;
- d. tuinen, erven en terreinen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
met daaraan ondergeschikt:
- f. groenvoorzieningen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. wegen, straten en paden;
- i. water;
- j. openbare nutsvoorzieningen;
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de brandveiligheid;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
7.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. het bepaalde in lid 7.2.1 onder c voor het overschrijden van het bouwvlak ten behoeve van een hoofdgebouw met niet meer dan 10%;
- b. het bepaalde in lid 7.2.3 onder b voor het vergroten van de bouwhoogte tot 11 m.
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 8 Waterstaat - Waterkering
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de bestemmingen genoemd in artikel 3 tot en met 7, mede bestemd voor:
- a. het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de primaire waterkering;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
10.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten, werken en werkzaamheden;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
10.2 Parkeren
- a. Bij het bouwen en het wijzigen van het bestaande gebruik zoals toegestaan op grond van de bestemmingen genoemd in hoofdstuk 2, dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid, waarbij de volgende parkeernormen worden gehanteerd:
- 1. 2,0 parkeerplaatsen per recreatiewoning;
- 2. 2,0 parkeerplaatsen per bedrijfswoning;
- b. Van het bepaalde onder a. kan worden afgeweken, indien kan worden aangetoond dat op andere wijze is voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
Artikel 11 Algemene Aanduidingsregels
11.1 Vrijwaringszone - dijk
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dit om bouwtechnische redenen of om redenen van doelmatigheid van de bouw noodzakelijk is;
- b. de bestemmingsregels in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, wordt verhoogd ten aanzien van het plaatsen van cameramasten ter beveiliging van het recreatiepark, mits de bouwhoogte ten hoogste 10 m bedraagt;
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de milieusituatie;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voorzover daaraan behoefte bestaat en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt, om de grenzen van de bestemmingen 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en 'Water' in onderlinge samenhang te wijzigen, teneinde een betere verkaveling en/of indeling van (de waterstructuur binnen) het Recreatiepark Bad Hindeloopen mogelijk te maken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Recreatiepark Bad Hindeloopen 2016'.
Bijlage 1 Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten
Bijlage 1 Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten