Bestemmingsplan Workum Oer de Dolte en Bedrijventerreinen
Bestemmingsplan - gemeente Súdwest Fryslân
Vastgesteld op 27-02-2025 - vastgesteld
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Workum Oer de Dolte en Bedrijventerreinen' met identificatienummer NL.IMRO.1900.2018westBPworkumdb-vast van de gemeente Súdwest-Fryslân;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf:
de uitoefening van een beroep of bedrijf (dan wel het verlenen van diensten) op administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of een daarmee gelijk te stellen gebied, zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage 1, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij in overwegende mate de woonfunctie blijft behouden en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.6 aangebouwd bijbehorend bouwwerk:
Een op de grond staand gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
1.7 aan huis verbonden kleinschalige bedrijfsactiviteiten:
Het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitvoeren van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omgeving in een woning met behorende gebouwen past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden;
1.8 aanlegplaats:
een ruimte voor het tijdelijk afmeren van een vaartuig;
1.9 achtererfgebied:
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
1.10 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
1.11 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw, geen bijbehorend bouwwerk en geen overkapping zijnde;
1.12 archeologisch monument:
een terrein dat op basis van de Erfgoedwet door het Rijk is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
1.13 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.14 bebouwingspercentage:
Een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bebouwingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.15 bed & breakfast:
een overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;
1.16 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen;
1.17 bedrijfswoning:
Een woning behorend bij en onlosmakelijk verbonden met een op hetzelfde perceel gelegen bedrijf, bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon die verantwoordelijk is voor de bedrijfsmatige activiteiten in dat bedrijf, dan wel die activiteiten uitvoert;
1.18 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.19 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.20 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten, en dergelijke;
1.21 beschermd gezicht:
aangewezen gronden mede bestemd voor behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht zoals dat is verwoord in het daarbij behorende aanwijzingsbesluit;
1.22 bestaand(e):
-
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
-
bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.23 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.24 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.25 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofgebouw verbonden, al dan niet vrijstaand bouwwerk;
1.26 bijzondere gevelvorm:
bijzondere buitenmuur van een gebouw, speciaal die aan de voorkant, waaronder een klokgevel, een trapgevel, een tuitgevel of een halsgevel, zoals weergegeven in bijlage 3;
1.27 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk (alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een standplaats);
1.28 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.29 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.30 bouwmarkt:
Een al dan niet geheel overdekte verkoopplaats, waarop het volledige assortiment aan grove bouwmaterialen, bouwgrondstoffen, alsmede materialen voor het verrichten van bouw en verbouwwerkzaamheden waaronder begrepen doe-het-zelf producten uit voorraad ter verkoop worden aangeboden;
1.31 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.32 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.33 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en en andere bouwwerken zijn toegelaten;
1.34 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.35 cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die worden gebruikt voor het agrarische bedrijf, dan wel hobbymatig agrarisch in gebruik zijn;
1.36 cultuurhistorische waarden:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.37 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.38 dakkapel:
Een uitbouw binnen het dakvlak van een gebouw met kapconstructie, welke uitbouw doorgaans geen wijziging van de vorm en het profiel van het dak veroorzaakt;
1.39 dakopbouw:
Het door een gevel of nokverhoging vergroten van een bestaande ruimte welke leidt tot een wijziging van de vorm en het profiel van het dak;
1.40 dakvlak:
een (hellend) vlak in een dak samen met andere vlakken bepalend voor de dakvorm;
1.41 dakvormen:
dakvormen:
-
afgeknot schilddak: een schilddak met deels een platte afdekking, zoals hieronder is afgebeeld;
-
lessenaarsdak: een éénzijdige kapconstructie, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het hoogste punt over de gehele, of nagenoeg de gehele lengte in één gevel is gelegen;
-
mansardedak: een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dakvlak bestaat uit twee vlakken die elkaar onder een stompe hoek ontmoeten;
-
schilddak: een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit vier vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten;
-
zadeldak / tentdak: een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit twee vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten.
1.42 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit; onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
1.43 detailhandel in meubelen:
detailhandel in meubelen is het bedrijfsmatig te koop aanbieden van meubelen, waaronder de uitstalling ten verkoop en het verkopen en/of leveren aan de uiteindelijke verbruiker en gebruiker, waarbij geldt dat minimaal 40% van het verkoopvloeroppervlak wordt benut voor (al dan niet nog in elkaar te zetten) meubelen, woningtextiel, vloerbedekking met daaraan ondergeschikt aanverwante goederen;
1.44 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.45 dienstverlening:
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.46 discotheek:
een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken;
1.47 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.48 eerste verdieping:
de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;
1.49 erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
1.50 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.51 evenement:
een voor publiek toegankelijke verrichting van kunst, ontwikkeling, ontspanning of vermaak, feesten en muziekvoorstellingen daaronder begrepen, waarvoor ingevolge regelgeving een melding moet worden gedaan dan wel vergunning of ontheffing moet worden aangevraagd en verleend;
1.52 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.53 geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.54 geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.55 groepsaccommodatie:
(deel van) een gebouw dat bestemd is voor tijdelijk recreatief nachtverblijf voor groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers en waar een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten;
1.56 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die al dan niet met beweiding hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, zoals een melkrundveehouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een productiegerichte paardenhouderij, biologische bedrijven, waarbij dieren worden gehouden overeenkomstig de regels die krachtens artikel 2 van de bestaande Landbouwkwaliteitswet zijn gesteld ten aanzien van de biologische productiemethoden, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven;
1.57 grondgebonden veehouderij:
een veehouderij waarbij voldoende grond in de omgeving van het bedrijf aanwezig is om overwegend te voorzien in de mestafzet en het benodigde ruwvoer van de veehouderij, inclusief een neventak niet-grondgebonden veehouderij die wat betreft aard en schaal ondergeschikt is aan de grondgebonden bedrijfsvoering;
1.58 grove bouwmaterialen / bouwgrondstoffen:
materialen waaruit op te richten bouwwerken primair zijn samengesteld, machines en materialen welke voor het verrichten van bouwwerkzaamheden nodig zijn. Onder bouwmaterialen worden niet begrepen materialen welke uitsluitend dienen voor versiering, aankleding, inrichting en gebruik van bouwwerken;
1.59 hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximum waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.60 hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen als belangrijkste bouwwerk is aan te merken, met dien verstande dat aangebouwde en/of vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet tot het hoofdgebouw worden gerekend;
1.61 hoofdvorm:
een gebouw dat op een bouwperceel architectonisch als belangrijkste gebouw valt aan te merken exclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken
1.62 horecabedrijf:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor verkoop aan het publiek wordt bereid en verstrekt, al dan niet voor consumptie ter plaatse, en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
horecabedrijf categorie 1: een complementair horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag bereiden en verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals een automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, petitrestaurant, snackbar, snack-kiosk, tearoom, traiteur en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
horecabedrijf categorie 2: een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het bereiden en verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken, zoals een bar, (grand)café, eetcafé, restaurant, café-restaurant en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, al dan niet in combinatie met logiesvertrekking of een zalencentrum;
horecabedrijf categorie 3: een horecabedrijf, dat voornamelijk is gericht op het ’s avonds en/of ‘s nachts verstrekken van (alcoholische) dranken en waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen of vergelijkbaar vermaak, zoals een bar-dancing, discotheek, nachtclub en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
horecabedrijf categorie 4: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies, zoals een hotel, motel, pension en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met een restaurant of een café-restaurant;
1.63 huishouden:
de bewoning van een woning door:
-
één persoon;
-
twee of meerdere personen in de vorm van een samenlevingsverband, die een duurzame (gemeenschappelijke) huishouding voeren of willen voeren, waar bij een gemeenschappelijke huishouding sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, waaronder geen kamerbewoning begrepen.
1.64 kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.65 kap:
Een kap is een afdekking van een gebouw waarbij bij in een horizontale projectie ten minste 50% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken;
1.66 karakteristiek pand of object:
panden of objecten die cultuurhistorisch waardevol zijn door hun stedenbouwkundige ligging, architectonische beeldwaarde, materiaaltoepassing in relatie met de authenticiteit en de streekhistorische waarde van het pand en/of haar bewoners;
1.67 kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal;
1.68 kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
1.69 landbouwmechanisatiebedrijf:
een bedrijf gericht op het repareren en onderhouden van landbouwwerktuigen en machines, waaronder tractoren en maaimachines, als servicefunctie voor de agrarische bedrijven in de omliggende regio;
1.70 ligplaats:
het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dat doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, anders dan voor aanleggen;
1.71 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van overheidsdienstverlening - als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.72 mantelzorg:
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
1.73 mestbassin:
een mestbassin, uitgevoerd als een met folie beklede grondput, met of zonder omdijking;
1.74 mestsilo:
bouwwerk, geen gebouw zijnde, in de vorm van een mestbassin, niet zijnde een foliebassin, mestzak of mestkelder en geheel of grotendeels gelegen boven het aansluitende terrein;
1.75 mestzak:
een zak, geheel of grotendeels gelegen boven het aansluitende terrein, voornamelijk opgebouwd uit kunststoffolies, waarvan de bodemafdichting en afdekking één geheel vormen;
1.76 milieusituatie:
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkomen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling;
1.77 monument:
een pand of object dat op basis van de geldende wetgeving door het Rijk is aangewezen als beschermd monument;
1.78 natuurtoets:
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat een ontheffing op grond van de Wet Natuurbescherming kan worden verleend;
1.79 niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:
een agrarisch bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel;
1.80 niet- grondgebonden nevenactiviteit:
een agrarische bedrijfsvoering ondergeschikt aan het grondgebonden agrarisch bedrijf die voornamelijk in gebouwen plaatsvindt;
1.81 normaal onderhoud:
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
1.82 nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen openbare sanitaire voorzieningen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten;
1.83 ondergeschikte daghoreca:
een niet zelfstandige horecafunctie gericht op het overdag verstrekken van dranken en maaltijden (en geen logies), welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke binnen de bestemming is toegestaan;
1.84 ondergeschikte tak:
een ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsomvang van een agrarisch bedrijf;
1.85 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde bestaande uit een dak en ten hoogste één wand;
1.86 paardrijbak:
buitenrijbaan ten behoeve van paardrij-activiteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
1.87 pand:
de kleinste bij de totstandkoming en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.88 peil:
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-
indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil of de hoogte van het terrein ter plaatse van de meest nabij gelegen locatie waar het water grenst aan het vaste land;
1.89 permanente bewoning:
het gebruiken van een woning of recreatiewoning als hoofdverblijf, zijnde de vaste woon- en verblijfplaats, waarbij de woning voor de bewoners het reële hoofdverblijf vormt en derhalve niet een adres is waar men tijdelijk en/of recreatief verblijft;
1.90 praktijkruimte:
een ruimte, zijnde (een zelfstandige eenheid van) een gebouw of indien onderdeel uitmakende van een woning, dat dient voor de uitoefening van een vrij beroep dan wel voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
1.91 procesmodel Nije Pleats:
een integrale methode met deskundigen op het gebied van welstand, milieu, planologie en landschap, waarbij een nieuwe ontwikkeling op een zorgvuldige manier, ruimtelijk en landschappelijk wordt ingepast in samenspraak met de initiatiefnemer;
1.92 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.93 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
1.94 recreatieappartement:
het geheel van bijeen behorende vertrekken als afzonderlijk gemeubileerde woongelegenheid, bedoeld voor verblijfsrecreatie, in een groter gebouw;
1.95 recreatiebedrijf:
een bedrijf gericht op het verzorgen van activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning als doel hebben;
1.96 recreatiewoning:
een gebouw dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
1.97 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een veiligheidsafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.98 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.99 silo:
een ander bouwwerk, dat dient voor het opslaan van (kunst)mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van het agrarisch bedrijf;
1.100 standplaats:
een in of op het terrein aangegeven plek voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeerplaats of standplaats mobiele verkoopinrichting;
1.101 standplaats mobiele verkoopinrichting:
een standplaats met een mobiele verkoopinrichting die wordt ingenomen op vaste dagen of dagdelen, zoals vergund.
1.102 supermarkt:
een detailhandelsbedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het verkopen van voedings- en genotmiddelen en dagelijkse levensbenodigdheden in een algemeen assortiment, in de vorm van een zelfbedieningszaak die vanwege de grootschaligheid van het aanbod een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling;
1.103 vast kampeermiddel:
een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
1.104 veldschuur:
een vrij buiten een bedrijfskavel of bestemmingsvlak in het open veld staande schuur, die wordt gebruikt voor het bieden van schuilgelegenheid voor vee, de opslag van agrarisch materieel of agrarische producten en/of niet-agrarische opslag;
1.105 verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.106 volumineuze detailhandel:
detailhandel in goederen, die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, woning- en tuininrichtingsartikelen, tuinmeubels, meubels, grove bouwmaterialen/bouwmarkten, kampeermiddelen, keukens en sanitair;
1.107 volwaardig agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf, dat de arbeidsomvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht en waarvan de continuïteit op langere termijn gewaarborgd is;
1.108 voorerfgebied
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
1.109 voorgevel:
de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'gevellijn' of, als deze niet op de verbeelding is aangegeven, de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevellijn, met dien verstande dat indien een bouwvlak gericht is op meerdere wegen of is gericht op meerdere openbare ruimtes, de bouwgrens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
1.110 voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximum waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.111 vrijstaand bijbehorend bouwwerk:
een op zichzelf staand, vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist, tenzij in de voorschriften anders is bepaald;
1.112 vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
1.113 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit; hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten, etc.;
1.114 webwinkel:
een winkel op een perceel waarbij de verkoop van op de eindgebruiker gerichte goederen
uitsluitend plaatsvindt via internet, waarbij geen klanten op het perceel langskomen (om
goederen af te halen of uit te proberen of te betalen) en er geen ruimtelijke uitstraling uitgaat van de webwinkel;
1.115 windturbine:
een op zichzelf staand bouwwerk ten behoeve van de opwekking van windenergie;
1.116 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.117 woninginrichting:
Detailhandel in artikelen welke rechtstreeks ten dienste staan van de inrichting en aankleding van de woning, waarbij de branches woningtextiel en vloerbedekking worden onderscheiden;
1.118 woonboerderij:
een gebouw, zijnde een voormalig agrarisch bedrijf, met tenminste één woning, dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.119 woongebouw:
een gebouw met een gemeenschappelijke toegang, dat meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat (al dan niet in combinatie met bergruimte) en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.120 woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.121 woonschip:
een zich in het water bevindend object, dat dient als woning;
1.122 woonwagen:
een voor bewoning bestemde ruimte die is geplaatst op een standplaats en die in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
1.123 woonwagenwoning:
voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats;
1.124 zorgaccommodatie:
sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de dakhelling:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de hoogte van een antenne-installatie:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van de antenne installatie.
2.4 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen.
2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.6 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 de afstand tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens;
2.9 uitzondering wijze van meten:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilaster, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, reclameborden, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
-
een manege, ter plaatse van de aanduiding 'manege';
-
een rijbak voor paarden, ter plaatse van de aanduiding 'rijbak';
met de daarbij behorende:
-
tuinen, erven en terreinen;
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
recreatief medegebruik;
-
infrastructurele voorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor het opslaan van meststoffen buiten het bouwvlak.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 2), met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
-
een jachtwerf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf';
met de daarbij behorende:
-
productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
-
tuinen, erven en terreinen;
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
-
groenvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
wegen en paden;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
-
geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
-
wonen;
-
detailhandel, met uitzondering van productie gebonden detailhandel als bedoeld in artikel 4.1 sub b;
-
een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
-
opslag van goederen en materialen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'opslag'.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 sub a ten behoeve van:
-
de uitoefening van bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie dan genoemd in artikel 4.1 wanneer deze, gelet op de milieubelasting, naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 4.1;
-
de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten worden genoemd, maar gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 4.1;
Bij een afwijking zoals bedoeld onder a en b worden de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf of bedrijfsactiviteiten en ook de aspecten geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, luchtverontreiniging en bodemverontreiniging beoordeeld en wordt gekeken naar de diversiteit, het continue karakter van het bedrijf, de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf - Nutsvoorziening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten in de vorm van nutsvoorzieningen;
-
gasdrukmeet- en regelstations;
met de daarbij behorende:
-
terreinen;
met daaraan ondergeschikt:
-
wegen en paden;
-
groenvoorzieningen;
-
parkeervoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Bedrijf - Rioolwaterzuivering
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf - Rioolwaterzuivering’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
terreinen ten behoeve van een rioolwaterzuiveringsinstallatie, alsmede vóórzuivering ten behoeve van een zuivelfabriek, zijnde een bedrijf, genoemd in bijlage 1 onder de categorie 4.2, niet zijnde een geluidzoneringsplichtige, risicovolle inrichting en/of vuurwerkbedrijf;
-
een zend-/ontvangstinstallatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘zend-/ontvangstinstallatie’;
met daaraan ondergeschikt:
-
kleinschalige duurzame energiewinning;
met de daarbij behorende:
-
gebouwen, waaronder overkappingen;
-
wegen en paden;
-
beplanting en bebossing;
-
groenvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen;
-
terreinen;
-
overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Bedrijventerrein
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 2);
-
ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf t/m categorie 3.1’: bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf t/m categorie 3.2’: bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf t/m categorie 4.1’: bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
uitsluitend watersportgebonden bedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - watersportgebonden bedrijven';
-
een bouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bouwbedrijf';
-
een kolomzwenkkraan, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein – kolomzwenkkraan’;
-
een scheepsbouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - scheepsbouwbedrijf';
-
een verkooppunt voor motorbrandstoffen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen’;
-
een zuivelfabriek, met bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 2), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein - zuivelfabriek’;
-
een mestverwerkingsbedrijf, met bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 5.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 2), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein - mestverwerking’;
-
de opslag van consumentenvuurwerk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein - opslag consumentenvuurwerk’;
-
een zend- en ontvangstinstallatie, ter plaatse van de aanduiding ‘zend-/ontvangstinstallatie’;
-
productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
-
een bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
met de daarbij behorende:
-
mantelzorg in de bedrijfswoning;
-
bed & breakfast in de bedrijfswoning;
-
terreinen;
-
watersportgebonden bedrijven en aanlegplaatsen voor schepen ter plaatse van de aanduiding ‘water’;
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
ondergeschikte daghoreca tot een vloeroppervlakte van 150 m2, mits behorende bij watersportgebonden bedrijven;
-
nutsvoorzieningen;
-
wegen en paden;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.1 sub c. voor het verkleinen van de afstand tot de erfgrens tot 0,00 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeerssituatie, de milieusituatie, de brandveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.1 sub a tot en met e ten behoeve van:
-
de uitoefening van bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie dan genoemd in artikel 7.1 wanneer deze, gelet op de milieubelasting, naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 7.1;
-
de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten worden genoemd, maar gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 7.1,;
-
Bij een afwijking zoals bedoeld onder a en b worden de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf of bedrijfsactiviteiten en ook de aspecten geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, luchtverontreiniging en bodemverontreiniging beoordeeld en wordt gekeken naar de diversiteit, het continue karakter van het bedrijf, de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Artikel 8 Gemengd
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
gebouwen ten behoeve van:
-
dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
-
horecabedrijven van categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
-
wonen;
-
bijbehorende bouwwerken en overkappingen;
met de daarbij behorende:
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
groenvoorzieningen;
-
speelvoorzieningen;
-
wegen, straten en paden;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
tuinen, erven en terreinen.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
de goede woonsituatie;
-
de sociale veiligheid;
-
de verkeersveiligheid; en
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
8.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
-
het gebruik van de gebouwen voor recreatieve bewoning;
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, anders dan horecabedrijven van categorie 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2'.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
-
het bepaalde in lid 8.4 sub d in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor horecabedrijven van categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', mits:
-
de afwijking in overeenstemming is met het gemeentelijke horecavestigingsbeleid.
Artikel 9 Gemengd - 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
gebouwen ten behoeve van het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
-
verhuur ten behoeve van het beoefenen van de watersport;
-
logiesverstrekking;
-
een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
-
een agrarisch nevenbedrijf, in de vorm van een paardenhouderij;
-
bijbehorende bouwwerken en overkappingen;
met de daarbij behorende:
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
groenvoorzieningen;
-
speelvoorzieningen;
-
wegen, straten en paden;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
tuinen, erven en terreinen.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
de woonsituatie;
-
de verkeersveiligheid;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel;
-
het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een agrarisch nevenbedrijf, met meer dan 10 paarden.
9.5 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Groen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groenvoorzieningen;
-
bermen en beplanting;
-
paden;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
gebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouw';
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
wegen;
-
parkeervoorzieningen;
-
sport- en speelvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
de verkeersveiligheid; en
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Artikel 11 Horeca
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ’Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
een horecabedrijf categorie 1 en 2;
-
een horecabedrijf categorie 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
met de daarbij behorende:
-
tuinen, erven en terreinen;
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
wegen en paden;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
sport- en speelvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor wonen.
Artikel 12 Kantoor
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
kantoren, al dan niet in combinatie met aan de kantoorfunctie ondergeschikte dienstverlening;
-
een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', al dan niet in combinatie met ruimte voor:
-
mantelzorg;
-
bed & breakfast;
met daarbij behorende:
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
wegen en paden;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
sport- en speelvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 13 Maatschappelijk
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ’Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
maatschappelijke voorzieningen;
-
een begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding ‘begraafplaats’;
met de daarbij behorende:
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
wegen en paden;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
sport- en speelvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 14 Recreatie - Jachthaven
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie - Jachthaven’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
een jachthaven;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
ligplaatsen en aanleggelegenheden;
met de daarbij behorende:
-
horeca, in de vorm van een kantine behorende bij en rechtstreeks voortvloeiend uit de bedrijfsactiviteiten van de jachthaven;
-
kantoorruimte, behorende bij de bedrijfsactiviteiten van de jachthaven;
-
een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
-
een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
-
schiphuizen;
-
sanitaire voorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
wegen en paden;
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
sport- en speelvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van overige (zelfstandige) horecadoeleinden;
-
recreatieve en/of permanente bewoning van gebouwen, anders dan ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’.
Artikel 15 Sport
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
sport- en speelterreinen;
-
gebouwen voor binnensporten, zoals sporthallen, zwembaden en tennishallen;
met de daarbij behorende:
-
horeca, in de vorm van een kantine behorende bij en rechtstreeks voortvloeiend uit de bedrijfsactiviteiten van de sportvoorziening;
-
voorzieningen als een was- en kleedruimten, verenigingsgebouwen, bergings- en stallingsruimten;
-
terreinen;
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
wegen en paden;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
nutsvoorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van overige (zelfstandige) horecadoeleinden;
-
de recreatieve en/of permanente bewoning van gebouwen.
Artikel 16 Tuin
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen;
-
gronden ten behoeve van een kinderdagverblijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘kinderdagverblijf’;
met de daarbij behorende:
-
wegen en paden;
-
parkeervoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen.
16.2 Bouwregels
Artikel 17 Verkeer
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden, waarbij de inrichting hoofdzakelijk gericht is op de afwikkeling van het verkeer, zijn bestemd voor:
-
wegen en straten;
-
voet- en rijwielpaden;
-
sloten, bermen en beplanting;
met de daarbij behorende:
-
parkeervoorzieningen;
-
voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
Artikel 18 Verkeer - Railverkeer
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
spoorwegen;
met de daarbij behorende:
-
kunstwerken;
-
geluidwerende voorzieningen;
-
andere voorzieningen, zoals voor elektrotechnische systemen en ecologische doel- einden;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
paden en wegen;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
18.2 Bouwregels
Artikel 19 Verkeer - Verblijf
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer - Verblijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
-
voet- en fietspaden;
-
parkeervoorzieningen;
-
speelvoorzieningen;
-
bruggen;
-
straatmeubilair;
en tevens voor:
-
garageboxen ter plaatse van de aanduiding ‘garagebox’;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
incidentele evenementen;
-
een bergbezinkbassin, ter plaatse van de aanduiding 'bergbezinkbassin'.
19.2 Bouwregels
Artikel 20 Water
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
water;
-
ligplaatsen voor (recreatie)vaartuigen, ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats';
-
een leidingbrug, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - leidingbrug';
-
bruggen, ter plaatse van de aanduiding 'brug';
-
sluizen, ter plaatse van de aanduiding 'sluis';
met daarbij behorende:
-
waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
waterberging;
-
bermen en beplanting;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
wegen en paden.
20.2 Bouwregels
20.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
de verkeersveiligheid.
20.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen;
-
het gebruik van gronden als ligplaats voor (recreatie)vaartuigen, behalve daar waar het op grond van de gemeentelijke ligplaatsenverordening is toegestaan.
20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Wonen
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het wonen in een woonhuis, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
-
een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
-
mantelzorg;
-
bed & breakfast;
-
detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
-
een pension, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - pension';
-
een logeerhuis ten behoeve van de zorg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen - logeerhuis’;
met de daarbij behorende:
-
tuinen, erven en terreinen;
-
mantelzorg in de woning;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
21.2 Bouwregels
21.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.3 sub a voor het vergroten van het te bebouwen oppervlak tot ten hoogste 70% van het erf buiten het bouwvlak, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
21.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 22 Wonen - Woonboerderij
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonboerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het wonen in woonboerderijen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
-
een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
-
mantelzorg;
-
bed & breakfast;
met de daarbij behorende:
-
tuinen, erven en terreinen;
met daaraan ondergeschikt:
-
een paardrijbak, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'rijbak';
-
nutsvoorzieningen;
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
-
groenvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
22.2 Bouwregels
22.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
-
het bepaalde in lid 22.2.2 sub b voor het bouwen van een hoofdgebouw buiten het bouwvlak;
-
het bepaalde in lid 22.2.2 sub d voor het bouwen van de voorgevel van het hoofdgebouw buiten de aangegeven gevellijn;
-
het bepaalde in lid 22.2.3 sub a voor het vergroten van het te bebouwen oppervlak tot ten hoogste 70% van het erf buiten het bouwvlak;
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
22.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 23 Wonen - Woongebouw
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen - Woongebouw’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het wonen in woongebouwen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
-
een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
-
mantelzorg;
-
een bed & breakfast;
-
een kinderdagverblijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf';
met de daarbij behorende:
-
erven en terreinen;
-
groenvoorzieningen;
-
parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
-
nutsvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
23.2 Bouwregels
23.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 23.2 en toestaan dat bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden gebouwd, mits:
-
de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen ten hoogste 100 m² per bouwvlak bedraagt;
-
de goot- en bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk of overkapping ten hoogste 3,00 en 5,00 meter bedragen;
-
geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
23.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 24 Leiding - Gas
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringsstroken.
24.2 Bouwregels
24.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij
de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
24.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen t.b.v. van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding.
-
het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.
24.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Leiding - Riool
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van rioolpersleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringsstroken.
25.2 Bouwregels
25.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 38.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
-
vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Leiding - Water
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van watertransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringsstroken.
26.2 Bouwregels
26.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
-
vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Archeologie 1
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), ook bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische (verwachtings)waarden.
27.2 Bouwregels
27.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 28 Waarde - Archeologie 2
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), ook bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische (verwachtings)waarden.
28.2 Bouwregels
28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 29 Waarde - Beschermd Gezicht
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Beschermd gezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de in paragraaf 4.4.3 en bijlage 1 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.
29.2 Bouwregels
29.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de bescherming en het behoud van de in paragraaf 4.3 en bijlagen 1 en 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing nadere eisen te stellen aan:
-
de plaats en afmetingen van bouwwerken;
-
het materiaal- en kleurgebruik van bouwwerken.
29.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 29.2.1 genoemde bouwregels voor het veranderen van het bouwwerk, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in paragraaf 4.3 en bijlagen 1 en 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.
29.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 30 Waarde - Cultuurhistorie Stinzen States Buitenplaatsen En Kloosters
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Cultuurhistorie Stinzen States Buitenplaatsen en Kloosters' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: het behoud van de archeologische en cultuurhistorische waarden van stinzen, states, buitenplaatsen en kloosters met eventuele bijbehorende tuinen, erven en waterpartijen.
30.2 Bouwregels
30.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen door:
-
de dubbelbestemming ‘Cultuurhistorie Stinzen, States, Buitenplaatsen en Kloosters’ te doen vervallen, indien op basis van onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische en/of cultuurhistorische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorisch Waardevolle Lijnen
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevolle lijnen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
-
dijken, strekdammen en kapglooiingen;
-
historische paden en (vaar)wegen (o.a. kerkpaden en jaagpaden) en de begeleidende boombeplanting;
-
het behoud van de landschappelijke- en cultuurhistorische waarden van dijken, strekdammen, kapglooiingen, historische paden en (vaar)wegen en de begeleidende boombeplanting.
31.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen nieuwe gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behalve ter vervanging van bestaande gebouwen en bouwwerken.
31.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruiken van dijken en historische paden en wegen voor tuin- en/of akkerbouw.
31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 Waterstaat - Waterkering
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waterstaat – Waterkering’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), ook bestemd voor:
-
het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering;
-
bij deze bestemming horende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken;
-
agrarisch medegebruik;
-
extensief dagrecreatief medegebruik;
met de daarbij behorende
-
wegen en paden;
-
sloten, bermen en beplanting;
-
nutsvoorzieningen;
-
parkeervoorzieningen.
32.2 Bouwregels
32.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 32.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen worden gebouwd, mits:
-
de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen;
-
het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 33 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 34 Algemene Bouwregels
34.1 Monumenten
34.2 Karakteristieke bouwwerken
Artikel 35 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de in dit plan gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
-
het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
-
het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 36 Algemene Aanduidingsregels
36.1 geluidzone - industrie
36.2 overige zone - aandachtszone verlichting
36.3 veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation
36.4 veiligheidszone - lpg
36.5 vrijwaringszone - dijk
36.6 vrijwaringszone - molenbiotoop
Artikel 37 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
-
de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dit om bouwtechnische redenen of om redenen van doelmatigheid van de bouw noodzakelijk is;
-
het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. het bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. het bestemmingsvlak met ten hoogste 1,50 meter worden overschreden door:
-
plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
-
gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
-
ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen.
Artikel 38 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door:
-
aan gronden alsnog de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie 1' toe te kennen indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze dubbelbestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
-
aan gronden alsnog de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie 2' toe te kennen indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze medebestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
Artikel 39 Overige Regels
39.1 Voldoende parkeergelegenheid
-
Een nieuw bouwwerk, verandering van een bouwwerk, verandering van gebruik van een bouwwerk of van gronden (al dan niet gecombineerd), waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, is niet toegestaan wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden;
-
bij een omgevingsvergunning, dan wel bij de beoordeling of het gebruik in overeenstemming is met het bestemmingsplan wordt op basis van de op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid;
-
bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Hoofdstuk 4 Overgangsrecht En Slotregel
Artikel 40 Overgangsrecht
40.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sub a. met maximaal 10%.
-
Sub a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
40.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en afwijking wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Het bepaalde onder sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 41 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Workum Oer de Dolte en Bedrijventerreinen'.