KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Water
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Overige Algemene Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregel
Artikel 6 Overgangsrecht
Artikel 7 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Vigerende Bestemmingsplannen
1.3 Ligging Plangebied
1.4 Toelichting Op Aanpassing
1.5 Juridische Planbeschrijving
Hoofdstuk 2 Uitvoerbaarheid
2.1 Beleid En Sectorale Onderzoeken
2.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
2.3 Economische Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Nota Beantwoording Zienswijzen

Parapluplan Doorvaarthoogtes Reeuwijk-Brug

Bestemmingsplan - Gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Vastgesteld op 12-06-2024 - vastgesteld

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel A: Toepassingsbereik

De bestemmingsplannen 'Reeuwijk Brug (NL.IMRO.0595.ReeuwijkBrug10-BP80, vastgesteld 04-10-2010), Nieuw Westveen (NL.IMRO.1901.NieuwWestveen-BP80, vastgesteld 05-03-2014), De Miereakker (NL.IMRO.0595.DeMiereakker10-BP80, vastgesteld 2010-10-04) inclusief De Miereakker 1e partiele herziening (NL.IMRO.1901.1phDeMiereakker12-BP80, vastgesteld 26-09-2012), De Venen Oost (NL.IMRO.0595.DeVenenOost10-BP80, vastgesteld 01-11-2011), een deel van: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman (NL.IMRO.0595.BedrterZoutman10-BP80, vastgesteld 2010-11-01), een deel van: Buitengegied Bodegraven-Reeuwijk 2017-04-19 (NL.IMRO.1901.BuitengebiedWest-BP82, vastgesteld), inclusief een deel van: Buitengebied West, 1e Herziening (NL.IMRO.1901.Herz1BuitengebWest-BP80, vastgesteld 2017-07-05) en inclusief een deel van: Eerste Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2022 (NL.IMRO.1901.Buitengebied1Hrz22-BP80, vastgesteld, 2022-06-15) en inclusief de parapluplannen Parapluplan Parkeren Bodegraven-Reeuwijk (NL.IMRO.1901.BPpluparkeren-BP80, vastgesteld 2018-11-21), Parapluplan Cultuurhistorie Bodegraven-Reeuwijk (NL.IMRO.1901.BPplucultuur-BP80, vastgesteld 2019-05-29) en Parapluplan Archeologie (NL.IMRO.1901.BPpluArcheologie-BP80, vastgesteld 27-09-2023) zijn onverkort van toepassing op het plangebied van dit plan, met dien verstande dat de hiervoor genoemde bestemmingsplannen als volgt worden herzien:

  • de minimale doorvaarthoogte en -breedte voor vaste bruggen wordt toegevoegd aan de bouwregels, inclusief een afwijkingsbevoegdheid;
  • de begrippen 'doorvaarbare breedte', 'doorvaarthoogte', 'NAP' en 'winterpeil' zijn toegevoegd;
  • voor het gedeelte van het plangebied dat overlapt met 'Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman' is een aanduiding 'specifieke vorm van water - doorvaarthoogte' opgenomen om bruggen mogelijk te maken.

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Parapluplan Doorvaarthoogtes Reeuwijk-Brug met identificatienummer NL.IMRO.1901.BPPluDVHBrug-BP80 van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1901.BPPluDVHBrug-BP80 met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.5 bestaande bouwwerken

bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een bouwvergunning.

1.6 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.7 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.8 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.9 doorvaarbare breedte

de horizontale afstand tussen obstakels in het water onder een overspanning boven de vaarweg.

1.10 doorvaarthoogte

de verticale afstand tussen de maatgevende hoogwaterstand en de onderkant van een overspanning boven de vaarweg bij volbelasting die te allen tijde beschikbaar is voor de scheepvaart.

1.11 NAP

Normaal Amsterdams Peil, de referentiehoogte ofwel peil waaraan hoogtemetingen in Nederland worden gemeten. Een NAP-hoogte van 0 is ongeveer gelijk aan het zeeniveau van de Noordzee of de gemiddelde hoogte van de zeespiegel.

1.12 winterpeil

het niveau, waarop het waterschap het waterpeil gedurende het winterhalfjaar tracht te houden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in Artikel 2 van het betreffende onderliggende plan.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Water

3.1 Bestemmingsomschrijving

In toevoeging op het 'Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman' geldt dat:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - doorvaarthoogte': tevens voor brug.

3.2 Bouwregels

In aanvulling op de bestaande bouwregels in de plannen 'Reeuwijk Brug', 'De Venen Oost', 'Nieuw Westveen', 'De Miereakker' en 'Eerste Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2022' geldt dat:

  1. a. de doorvaarthoogte van een te vervangen of nieuw te bouwen vaste brug ten minste 90 cm bedraagt, gerekend vanaf -2,21 NAP (winterpeil) tot aan de onderkant van het brugdek;
  2. b. de doorvaarbare breedte van een te vervangen of nieuw te bouwen vaste brug ten minste 300 cm breedte bedraagt;

In aanvulling op de bestaande bouwregels in 'Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman' geldt dat:

  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - doorvaarthoogte' de doorvaarthoogte van een te vervangen of nieuw te bouwen vaste brug ten minste 90 cm bedraagt gerekend vanaf -2,21 NAP (winterpeil) tot aan de onderkant van het brugdek;
  2. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - doorvaarthoogte' de doorvaarbare breedte van een te vervangen of nieuw te bouwen vaste brug ten minste 300 cm bedraagt.

3.3 Afwijken van de bouwregels

In toevoeging op de bestaande bouwregels in de plannen 'Reeuwijk Brug', 'De Venen Oost', 'Nieuw Westveen', 'De Miereakker' en 'Eerste Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2022' geldt dat het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning kan afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 onder a en b, onder de voorwaarde dat:

  1. a. de doorvaart niet wordt belemmerd, of;
  2. b. op andere wijze in voldoende doorvaart wordt voorzien;

In toevoeging op de bestaande afwijking in het 'Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman' geldt dat het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning kan afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 onder c en d, onder de voorwaarde dat:

  1. c. de doorvaart niet wordt belemmerd, of;
  2. d. op andere wijze in voldoende doorvaart wordt voorzien.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Overige Algemene Regels

In aanvulling op de algemene bouwregels in het 'Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman' geldt dat:

  1. a. het bepaalde in artikelen 18.2.1 en 18.2.2 is niet van toepassing op bestaande bouwwerken, zijnde bruggen;

In aanvulling op de algemene bouwregels in het bestemmingsplan 'De Venen Oost' geldt dat:

  1. b. het bepaalde in artikelen 8.7 en 8.8 is niet van toepassing op bestaande bouwwerken, zijnde bruggen;

In aanvulling op de algemene bouwregels in het bestemmingsplan 'De Miereakker' en herziening geldt dat:

  1. c. het bepaalde in artikelen 7.7 en 7.8 is niet van toepassing op bestaande bouwwerken, zijnde bruggen.

In aanvulling op de algemene bouwregels in het bestemmingsplan 'Reeuwijk-Brug' geldt dat:

  1. d. het bepaalde in artikel 30.2 is niet van toepassing op bestaande bouwwerken, zijnde bruggen.

De overige algemene regels uit hoofdstuk 3 zijn van toepassing, zoals deze zijn benoemd in het betreffende onderliggende plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregel

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  3. c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

6.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Parapluplan Doorvaarthoogtes Reeuwijk-Brug'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 28 juni 2017 heeft de gemeenteraad het voorbereidingsbesluit 'Watergangen Reeuwijk-Brug' genomen. Aanleiding voor dit voorbereidingsbesluit is dat de bestemmingsplannen binnen Reeuwijk-Brug e.o. geen minimale doorvaarthoogte (en breedte) voor vaste bruggen bevatten. Hierdoor kunnen er situaties ontstaan waarbij de doorvaart van boten van de bewoners van Reeuwijk-Brug dusdanig wordt geblokkeerd dat zij niet meer onder een vaste brug door kunnen varen en het plassengebied niet kunnen bereiken.

Om dit te voorkomen is voor het gebied waar het voorbereidingsbesluit gold dit paraplubestemmingsplan opgesteld waarin regels gelden voor te vervangen of nieuw te realiseren vaste bruggen binnen de bestemming 'Water'. De regeling in dit paraplubestemmingsplan vult de nu geldende bestemmingsplannen in het gebied aan, waardoor in al die bestemmingsplannen in één keer dezelfde regels gelden op het gebied van de doorvaarthoogte en -breedte.

1.2 Vigerende Bestemmingsplannen

Een paraplubestemmingsplan herziet meerdere onderliggende bestemmingsplannen. In dit paraplubestemmingsplan zijn de volgende onderliggende bestemmingsplannen van kracht. De bestemmingsplannen 1 t/m 6 worden herzien middels dit paraplubestemmingsplan:

  1. 1. Reeuwijk Brug (vastgesteld 04-10-2010);
  2. 2. Nieuw Westveen (vastgesteld 05-03-2014);
  3. 3. De Miereakker (vastgesteld 2010-10-04) inclusief De Miereakker 1e partiële herziening (vastgesteld 26-09-2012);
  4. 4. De Venen Oost (vastgesteld 01-11-2011);
  5. 5. een deel van: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman (vastgesteld 2010-11-01);
  6. 6. een deel van: Buitengegied Bodegraven-Reeuwijk (vastgesteld 2017-04-19), inclusief een deel van: Buitengebied West, 1e Herziening (vastgesteld 2017-07-05) en inclusief een deel van: Eerste Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2022 (vastgesteld, 2022-06-15)
  7. 7. Parapluplan Parkeren Bodegraven-Reeuwijk (vastgesteld 2018-11-21);
  8. 8. Parapluplan Cultuurhistorie Bodegraven-Reeuwijk (vastgesteld 2019-05-29);
  9. 9. Parapluplan Archeologie (vastgesteld 27-09-2023).

1.3 Ligging Plangebied

De ligging van het plangebied betreft alle bestemmingsplannen waar het voorbereidingsbesluit 'Watergangen Reeuwijk-Brug' ligt. Het voorbereidingsbesluit is weergegeven in figuur 1.1. In figuur 1.2 is vervolgens het plangebied van dit paraplubestemmingsplan weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1901.BPPluDVHBrug-BP80_0001.png"

Figuur 1.1 - begrenzing voorbereidingsbesluit (bron: Ruimtelijke plannen)

afbeelding "i_NL.IMRO.1901.BPPluDVHBrug-BP80_0002.png"

Figuur 1.2 - ligging plangebied

1.4 Toelichting Op Aanpassing

Voor dit bestemmingsplan worden de regels voor de bestemming 'Water' van de bestemmingsplannen 1 t/m 6 gewijzigd. De paraplubestemmingsplannen 7, 8 en 9 bevatten geen bestemming 'Water' en wijzigen dus niet. Er is een toevoeging gedaan op de bouwregels om een minimale doorvaarthoogte en -breedte bij te vervangen of nieuw te realiseren vaste bruggen te garanderen. Indien bruggen beweegbaar zijn dan geldt geen minimale doorvaarthoogte.

Tevens is er een afwijkingsbevoegdheid toegevoegd. Het bevoegd gezag kan gebruik maken van deze afwijkingsbevoegdheid indien de doorvaart niet wordt belemmerd of op een andere wijze in voldoende doorvaart wordt voorzien.

Een deel van de bestemming 'Water' uit het bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman valt binnen deze herziening. Het gaat dan om de strook water ten noorden van de Nieuwdorperweg. Omdat het niet de bedoeling is deze bestemming te wijzigen voor het gehele bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman wordt een aanduiding 'specifieke vorm van water - doorvaarthoogte' opgenomen op de verbeelding om specifiek voor dit bestemmingsplan de doorvaarthoogte te regelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1901.BPPluDVHBrug-BP80_0003.png"

Figuur 1.3 - aanduiding 'specifieke vorm van water - doorvaarthoogte' ten noorden van de Nieuwdorperweg

In de regels van dit bestemmingsplan is bepaald dat een vaste brug die wordt vervangen of nieuw wordt gebouwd een hoogte moet hebben van tenminste 90 cm, gemeten tussen het onderste punt van de brug tot -2,21 NAP, wat het hoogste waterpeil in de winter is. Daarnaast moet de doorvaartbreedte ten minste 300 cm zijn.

De hoogte is tot stand gekomen na afstemming met het hoogheemraadschap over haar regels, een inventarisatie van een aantal bestaande vaste bruggen in vaarroutes richting de Reeuwijkse Plassen en een inschatting van de hoogte van een gemiddelde boot. Daarbij is afgewogen dat het hoogheemraadschap ten behoeve van het schouwen een hoogte hanteert van 80 cm en dat pleziervaartuigen een wat hogere doorvaarthoogte nodig hebben. Uit de inventarisatie bleek verder dat meerdere bestaande vaste bruggen in vaarroutes al een doorvaarthoogte hebben van 90 cm of meer. Voor bestaande vaste bruggen waarvan de doorvaarthoogte lager is en/of de doorvaartbreedte smaller is en waarbij de doorvaart op termijn geen probleem vormt kan eventueel met een opgenomen afwijkingsmogelijkheid herbouw worden toegestaan. Dit betreft maatwerk en zal per situatie worden afgewogen.

1.5 Juridische Planbeschrijving

Voor het opstellen van planherzieningen zijn geen verplichte standaarden vastgesteld. Uitgangspunt moet zijn dat voor eenieder duidelijk en inzichtelijk is welke onderdelen van het plan onderdeel uitmaken van de herziening. In de gekozen opzet:

  • is voor de onderliggende bestemmingsplannen in het artikel 'Water' een toevoeging gedaan aan de bouwregels. De minimale doorvaarthoogtes en -breedtes van te vervangen of nieuw te realiseren vaste bruggen zijn hierin opgenomen, inclusief een afwijkingsbevoegdheid. De minimale doorvaarthoogte is gemeten vanaf het plaatselijk geldende peil. De verbeelding is niet gewijzigd, afgezien het toevoegen van een aanduiding 'specifieke vorm van water - doorvaarthoogte' waarin de minimale doorvaarthoogte is vastgelegd voor een klein deel van de bestemming 'Water' uit het 'Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zoutman'. Dit is gedaan om duidelijk te maken dat niet de gehele bestemming 'Water' uit dit plan wordt herzien.
  • bestaan de regels feitelijk uit het vastleggen van de naam van het bestemmingsplan en overgangsrecht (op basis van jurisprudentie moet aan elk bestemmingsplan, het overgangsrecht, zoals bepaald in het Bro, worden opgenomen).

Hoofdstuk 2 Uitvoerbaarheid

2.1 Beleid En Sectorale Onderzoeken

Voorliggend bestemmingsplan betreft een herziening van de vastgestelde plannen 'Reeuwijk Brug', 'Nieuw Westveen', 'De Miereakker', 'De Venen Oost' en 'Eerste Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2022' voor de bestemming 'Water'. De paraplubestemmingsplannen 'Parapluplan Parkeren Bodegraven Reeuwijk', 'Parapluplan Cultuurhistorie Bodegraven-Reeuwijk' en 'Parapluplan Archeologie' worden verder niet gewijzigd en blijven gelden. De plannen 'Reeuwijk Brug', 'Nieuw Westveen', 'De Miereakker', 'De Venen Oost' en 'Eerste Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2022' staan reeds toe dat er bruggen worden gebouwd. In dit paraplubestemmingsplan wordt een bepaling toegevoegd voor de doorvaarthoogte en -breedte voor te vervangen of nieuw te realiseren vaste bruggen binnen de hiervoor genoemde bestemmingsplannen. Het toevoegen van deze bepaling is een geringe aanpassing. Het toetsen aan geldend beleid en omgevingsaspecten is daardoor niet nodig. Dit is immers bij de geldende bestemmingsplannen al gedaan.

2.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Gezien de beperkte impact van de wijziging in dit paraplubestemmingsplan en het eventuele positieve effect hiervan voor ketenpartners is het vooroverleg met de provincie en het Hoogheemraadschap gevoerd tegelijkertijd met het ter inzage leggen van het ontwerpbestemmingsplan voor zienswijzen.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft, van 28 december 2023 t/m 7 februari 2024, 6 weken ter inzage gelegen. Hierbij is eenieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Tegen het plan zijn in totaal 24 zienswijzen ingediend. De zienswijzen worden in de Nota beantwoording zienswijzen, Bijlage 1, samengevat en van een reactie voorzien. Het plan is naar aanleiding van de zienswijzen op enkele punten gewijzigd. Tevens zijn er twee ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. 1) De plancontour is uitgebreid met de percelen kadastraal bekend gemeente Reeuwijk, sectie B, nummer 5169 en 5168, delen van nummer 5259 en een deel van nummer 5260, naast de A12. Binnen deze uitbreiding zijn de regels van dit plan komen te gelden in de bestemming 'Water' van alleen de 'Eerste Partiële Herziening Bestemmingsplannen Buitengebied 2022'. De andere plannen bevatten ter plaatse van deze percelen niet de bestemming 'Water'. Ook de regels zijn hierop aangevuld voor het toepassingsbereik en artikel 3. En 2) in hoofdstuk 3 van de regels uit het bestemmingsplan zijn onder artikel 5 overige algemene regels toegevoegd. Deze regels zijn gericht op een aantal algemene bouwregels betreffende bestaande afstanden en andere maten van bouwwerken in vier onderliggende bestemmingsplannen en werkten conflicterend met het onderliggend bestemmingsplan. Door deze regels toe te voegen wordt voor bruggen bepaald dat zij bij wijziging of nieuwbouw gebonden zijn aan de regels uit het paraplubestemmingsplan ‘Doorvaarthoogtes Reeuwijk-Brug’.

2.3 Economische Uitvoerbaarheid

In het kader van de Grondexploitatiewet is de gemeente verplicht kosten die ten behoeve van het bestemmingsplan worden gemaakt, te verhalen. De kosten bestaan in dit geval uit de organisatorische kosten om het plan op te stellen. Het plan kent geen uitvoerende component voor de gemeente, eventuele ontwikkelingen die op basis van dit plan worden uitgevoerd zijn voor kosten en risico van de betreffende initiatiefnemers.

Gezien het bovenstaande, is er geen noodzaak noch verplichting tot het opstellen van een exploitatieplan bij deze herziening.

Bijlage 1 Nota Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 1 Nota beantwoording zienswijzen