TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22c Ursulinenconvent Eijsden
Bestemmingsplan - Gemeente Eijsden-Margraten
Ontwerp op 02-05-2025 - in voorbereiding
Bestanden
1 Inleidende Regels
Preambule
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie Breusterstraat 25 te Eijsden en is als nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22c) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Eijsden-Margraten. Dit hoofdstuk is bekendgemaakt en beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22c van het omgevingsplan van de gemeente Eijsden-Margraten. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel' na de spatie en direct voor het artikelnummer '22c' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22c' gelezen worden.
Artikel 1 Begrippen
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in Bijlage I van het Omgevingsbesluit, Bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, Bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, Bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving en Bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk. Aanvullend gelden de volgende begripsbepalingen voor dit hoofdstuk:
1.1 plan
het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22c Ursulinenconvent Eijsden met identificatienummer NL.IMRO.1903.TAMOPc6245EG25-ON01.
1.2 omgevingsplan
het omgevingsplan van de gemeente Eijsden-Margraten.
1.3 aan huis gebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerken of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 ambacht(elijke)
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht.
1.7 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
1.8 balkon
een open platform dat niet gelijkvloers voor een muur is aangebracht. Een balkon is voorzien van een balustrade of borstwering en is toegankelijk vanuit de daaraan grenzende binnenruimte door middel van een deur. Een balkon is bedoeld om buiten te verblijven zonder de verdieping te verlaten.
1.9 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.10 beeldbepalend object
object of bouwwerk (zoals muren, kapellen, kruisen, straatmeubilair, kunstwerken, e.d.) dat kenmerkend is voor het cultuurhistorische beeld en van de cultuurhistorische waarde is vanwege de historische verschijningsvorm, de historische ruimtelijke samenhang en/of historische betekenis, zoals die is aangewezen op de verbeelding en wordt beschermd via deze regels.
1.11 begane grond
de eerste bouwlaag boven het straatpeil.
1.12 bestaande bebouwing
bebouwing, zoals aanwezig en toegestaan (legaal gerealiseerd) op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning.
1.13 bestaand gebruik
het gebruik van gronden en opstallen, zoals dat bestaat en is toegestaan (legaal gebruik) op het tijdstip dat het plan of betreffende planonderdeel rechtskracht heeft gekregen.
1.14 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.15 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.16 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.17 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel.
1.18 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.19 bruto vloeroppervlak (bvo)
het totale gebouwde vloeroppervlak van die ruimte die wordt gebruikt voor de in het plan aangegeven doeleinden, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.20 cultuurhistorische waarden
de bestaande historisch gegroeide bebouwing en inrichting, het bodemarchief, de verkavelingspatronen, de infrastructuur, de waterlopen en poelen en de historische onderdelen, waaronder solitaire elementen, ruimtelijke clusters en groenzones.
1.21 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.22 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten.
1.23 erf- en terreinafscheiding
de afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf dan wel perceel of van de openbare ruimte.
1.24 escortbedrijf
een natuurlijk persoon, groep van personen en/of rechtspersoon die prostitutie aanbiedt, die uitgeoefend wordt op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte of woning.
1.25 gastouderschap
kinderopvang welke plaatsvindt in een gastgezin, na tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau. Een geregistreerde gastouder verzorgt de opvang op het eigen woonadres of op het adres van één van de ouders. Als de opvang bij de ouders plaatsvindt, kunnen daar ook kinderen van andere ouders worden opgevangen.
1.26 gestapelde woning
een woning in een gebouw dat twee of meer (gedeeltelijk) boven elkaar gelegen woningen bevat.
1.27 horecabedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of het al dan niet ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie.
het bedrijfsmatig voor gebruik ter plaatse verstrekken van dranken en van in dezelfde onderneming bereide maaltijden en andere etenswaren, het voorgaande al dan niet in combinatie met het exploiteren van zaalaccommodatie en het bedrijfsmatig verstrekken van overnachtingsmogelijkheden; het exploiteren van een snackbar wordt eveneens onder een horecabedrijf begrepen. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in de volgende twee categorieën:
Categorie I:
- restaurant: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van drank (daaraan) ondergeschikt is;
- snackbar: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik elders en het verstrekken van snacks (hapjes) voor gebruik ter plaatse; het verstrekken van drank is hieraan ondergeschikt;
- daghoreca: een bedrijf (zoals een brasserie of een ijssalon) dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleine maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee, frisdranken met uitzondering van alcoholische dranken;
- hotel: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en/of het exploiteren van zaalaccommodaties en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- bar/cafe/pub/grand-cafe/eetcafe of taverne: een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomende bedrijvigheid die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is.
Categorie II:
- zaalaccommodatie: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften en partijen; alsmede het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
- bar-discotheek of discotheek (dancing): een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomende bedrijvigheid die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en tevens gelegenheid biedt tot dansen, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond en nacht, waarbij de bedrijvigheid zich binnen de lokaliteit voltrekt en waarbij de consumpties behalve zittend ook staand kunnen worden genuttigd.
1.28 huishouden
persoon of groep personen die een huishouden voert, waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, die binnen een woning gebruik maakt van dezelfde voorzieningen.
1.29 onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven straatpeil is gelegen, niet zijnde een kruipruimte.
1.30 ondergeschikt
in omvang gering en niet zelfstandig uitgeoefend.
1.31 ondergeschikte bouwdelen
ondergeschikte delen aan een gebouw, zoals trappen, bordessen, funderingen, keldergangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte dakopbouwen.
1.32 ondergronds bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die onder het straatpeil is gelegen.
1.33 onderkomens
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, sta-caravans, kampeerauto's, als ook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf.
1.34 perceel
een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt.
1.35 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.36 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf - waaronder begrepen een erotische massagesalon - , een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub alsmede bedrijven die hun bedrijf voeren geheel of gedeeltelijk in overwegend seksueel geaarde dienstverlening, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.37 stedenbouwkundig beeld
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de bouwmassa's, de gevelindeling en dakvormen.
1.38 verharding
verharding bestaande uit baksteen, tegels, beton of asfalt, alsmede daarmee vergelijkebare vaste/gesloten materialen waaronder ook bouwwerken.
1.39 vloeroppervlak
het oppervlak van alle van dat gebouw deel uitmakende ruimten, inclusief kelder, onderbouw of verdiepingen.
1.40 terras
een buiten de besloten ruimte van een horecagelegenheid liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden verstrekt.
1.41 voorgevellijn
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw, tot aan de perceelsgrenzen.
1.42 voorgevelrooilijn
- de denkbeeldige lijn strak loopt langs de grens van het bouwvlak, die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd tot aan de perceelsgrenzen;
- de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouw, die naar de weg of het openbare groen is gekeerd, tot aan de perceelsgrenzen.
1.43 wonen
activiteit inhoudende de bewoning van een woning.
1.44 woning/wooneenheid
een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.45 zolder
ruimte(n) in een gebouw, die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt (uitmaken) van de daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
Artikel 2 Toepassingsbereik
2.1 Verhouding met regels in het tijdelijk deel van het omgevingsplan
De besluiten als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m van de Invoeringswet Omgevingswet zijn niet van toepassing op de locatie, bedoeld in het derde lid.
2.2 Verhouding met regels in het tijdelijk deel van het omgevingsplan van rechtswege (bruidsschat)
De regels in afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.7.3 en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing op de locatie, als bedoeld in het derde lid, voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.
2.3 Geometrische afbakening TAM-omgevingsplan
De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie Ursulinenklooster Eijsden, waarvan de geometrisch bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1903.TAMOPc6245EG25-ON01 zoals vastgelegd op www.ruimtelijkeplannen.nl
Artikel 3 Meet- En Rekenbepalingen
In aanvulling op de meet- en rekenbepalingen als bedoeld in artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn de volgende meet- en rekenbepalingen van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m² of m³ zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het eerste tot en met het negende lid:
3.1 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
3.2 de breedte, diepte, c.q. lengte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
3.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het straatpeil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen.
3.4 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
3.5 de hoogte van een bouwlaag
de afstand tussen de scheidende vloerdelen, gemeten van bovenkant afgewerkte vloer tot bovenkant afgewerkte vloer.
3.6 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van gevels (of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
3.7 de oppervlakte van een gebouw
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
3.8 de oppervlakte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde
de verticale projectie van het gehele bouwwerk, op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
3.9 ondergeschikte bouwdelen
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 2,00 meter.
Artikel 4 Algemeen Gebruiksverbod
- Het is verboden zonder omgevingsvegunning gronden of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde functies en activiteiten;
- Onder strijdig gebruik als bedoeld onder a. wordt in ieder geval verstaan:
- het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
- een coffeeshop, smartshop, een growshop, een headshop of soortgelijk bedrijf;
- alsmede het gebruik van opstallen voor het telen, bewerken of verhandelen van soft- en harddrugs.
Artikel 5 Aanvraagvereisten
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.
2 Regels Voor Functies En Activiteiten
Artikel 6 Gemengd
6.1 Toepassingsbereik
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Gemengd'.
6.2 Functieomschrijving
Een als 'Verkeer' aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies en activiteiten:
- culturele doeleinden in de vorm van een museum/expositieruimte/bibliotheek;
- bestaande kleinschalige (ambachtelijke) bedrijven;
- horeca van categorie I, ondergeschikt aan de onder a. en b. genoemde functies, met een maximum brutovloeroppervlak van 225 m², uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca' (h);
- een terras, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras' (tr);
- detailhandel ten behoeve van en ondergeschikt aan de culturele doeleinden, met een maximum brutovloeroppervlak van 40 m²;
- een Rijksmonument ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - Rijksmonument [sba-rm];
- doeleinden ten behoeve van het openbaar bestuur;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' (p);
en de overige bij deze functie behorende voorzieningen, met uitzondering van parkeervoorzieningen.
6.3 Beoordelingsregels omgevingsplanactiviteit bouwen
6.4 Maatwerkvoorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften verbinden aan de plaats en afmetingen van bebouwing:
- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit van de naaste omgeving;
- ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- ter waarborging van de sociale veiligheid;
- ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.5 Aanwijziging vergunningplichtige gevallen
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde subsubparagraaf 6.3.4 ten behoeve van de oprichting van kunstwerken en voorwerpen betreffende beeldende kunsten en dergelijke, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5,00 meter mag bedragen.
Artikel 7 Groen
7.1 Toepassingsbereik
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Groen'.
7.2 Functieomschrijving
Een als 'Groen' aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies en activiteiten:
- (openbare) groenvoorzieningen (waaronder begrepen houtopstanden), trapvelden, speelplaatsen, plantsoenen met de daarbij behorende voetpaden, verhardingen en andere voorzieningen;
- voorzieningen ten behoeve van de verlichting;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- een ondergrondse in- en uitrit met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 4,50 meter richting een ondergrondse parkeervoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - in- en uitrit parkeergarage' (sv-iup);
- parkeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
en de overige bij deze bestemming behorende voorzieningen, met uitzondering van parkeervoorzieningen.
7.3 Beoordelingsregels omgevingsplanactiviteit bouwen
Artikel 8 Verkeer
8.1 Toepassingsbereik
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Verkeer'.
8.2 Functieomschrijving
Een als 'Verkeer' aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies en activiteiten:
- bewegend en stilstaand verkeer;
- wegen en (rijwiel)paden, inclusief bewegwijzering en verlichting;
- straatmeubilair, waaronder (ondergrondse) afvalcontainers;
- parkeervoorzieningen;
- (openbare) nutsvoorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.3 Beoordelingsregels omgevingsplanactiviteit bouwen
Artikel 9 Wonen
9.1 Toepassingsbereik
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Wonen'.
9.2 Functieomschrijving
Een als 'Wonen' aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies en activiteiten:
- wonen, met inbegrip van mantelzorg, aan huis gebonden beroep en gastouderschap;
- tuinen, erven en verhardingen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- in- en uitritten ten behoeve van de parkeergarage;
alsmede:
- een ondergrondse parkeervoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeergarage' (pg)'.
9.3 Beoordelingsregels omgevingsplanactiviteit bouwen
9.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Waarde - Archeologie 4a
10.1 Toepassingsbereik
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Archeologie 4a'.
10.2 Functieomschrijving
Een als 'Waarde - Archeologie 4a' aangewezen locatie is, naast de andere daar voorkomende functie(s), primair bestemd voor instandhouding en bescherming van oudheidkundige waardevolle elementen en terreinen.
10.3 Beoordelingsregels omgevingsplanactiviteit bouwen
De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
- vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder het peil niet wordt uitgebreid;
- een bouwwerk zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,50 meter en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst;
- een bouwwerk met een oppervlakte tot ten hoogste 500 m².
10.4 Aanwijzing vergunningplicht - omgevingsplanactiviteit bouwwerken
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden
Artikel 11 Waarde - Beeldbepalend
11.1 Toepassingsbereik
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Beeldbepalend'.
11.2 Functieomschrijving
Een als 'Waarde - Beeldbepalend' aangewezen locatie is, naast de andere daar voorkomende functie(s), primair bestemd voor het behoud, herstel en versterking van het ruimtelijk historisch beeld en de ruimtelijke historische belevingswaarde van de aanwezige beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - beeldbepalend pand' (sw-bp).
11.3 Beoordelingsregels omgevingsplanactiviteit bouwen
11.4 Maatwerkvoorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning maatwerkvoorschriften verbinden ten aanzien van de vormgeving, afmeting en plaats van bebouwing van bestaande beeldbepalende panden, in die zin dat aangesloten moet worden bij de uitwendige hoofdvorm bepaald door onder andere de dakvorm, goothoogte, bouwhoogte, nokrichting, dakhelling en gevelindeling, in samenhang met het bestaande stedenbouwkundige beeld op het moment van vaststelling van voorliggend TAM-omgevingsplan en met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van het ruimtelijk historisch beeld en de ruimtelijke historische belevingswaarde van het pand.
11.5 Aanwijzing vergunningplicht - omgevingsplanactiviteit bouwwerken
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in subsubparagraaf 11.3.1 voor het bouwen van een nieuw hoofdgebouw na sloop van een beeldbepalend pand, met dien verstande dat naar evenredigheid rekening moet worden gehouden met de oorspronkelijke hoofdvorm en de oorspronkelijke nokrichting van het voorheen bestaande beeldbepalende pand, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het ruimtelijk historisch beeld en de ruimtelijk historische belevingswaarde van het straat- en/of bebouwingsbeeld.
11.6 Aanwijzing vergunningplicht - sloopactiviteiten
Artikel 12 Waarde - Cultuurhistorie
12.1 Toepassingsbereik
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Cultuurhistorie'.
12.2 Functieomschrijving
Een als 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen locatie is, naast de andere daar voorkomende functie(s), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorisch en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten) en patronen (verkavelingen, wegenpatronen, beplantingspatronen en het stedenbouwkundig beeld).
12.3 Beoordelingsregels omgevingsplanactiviteit bouwen
12.4 Aanwijzing vergunningplicht - omgevingsplanactiviteit bouwwerken
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van de regels met betrekking tot de bebouwing voor het bouwen ten behoeve van de onderliggende functies, onder de voorwaarden dat:
- de cultuurhistorische en oudheidkundige waarden niet worden aangetast;
- de nieuwbouw past binnen c.q. een kwalitatieve bijdrage levert aan de cultuurhistorische en oudheidkundige waarden;
- er geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in het stedenbouwkundig beeld;
- voor zover het monumenten betreft, hierover advies wordt ingewonnen van een terzake deskundige instantie.
12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.6 Aanwijzing vergunningplicht - sloopactiviteiten
3 Algemene Regels
Artikel 13 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 14 Algemene Bouwregels
14.1 Bestaande maatvoering
Als de bestaande maatvoering afwijkt van hetgeen in deze planregels is bepaald, maar deze afwijkende maatvoering te allen tijde worden gehandhaafd en/of vernieuwd, met dien verstande dat de afwijking niet mag worden vergroot.
14.2 Ondergronds bouwen
Ter plaatse van het bouwvlak mag ondergronds worden gebouwd tot maximaal 4,50 meter beneden het straatpeil.
14.3 Omgevingsplanactiviteit bouwen
Het bevoegd gezag is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken:
- van de in deze regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages. Afwijken is niet mogelijk ten aanzien van de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bij woningen;
- in afwijking van sub a. mag in die gevallen waarin reeds uit hoofde van de regels in de respectievelijke artikelen een omgevingsvergunning voor het afwijken is verleend, niet nogmaals op grond van onderhavige afwijkingsregel een omgevingsvergunning worden verleend;
- van deze regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- van deze regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
- de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
- de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,25 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.
14.4 Bodemgevoelig gebouw bouwen
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van dit omgevingsplan gelden ook de volgende beoordelingsregels voor het bouwen van een bodemgevoelig gebouw:
- het is niet toegestaan om een bodemgevoelig gebouw te bouwen als bedoeld in artikel 5.89g van het Besluit kwaliteit leefomgeving als de kwaliteit van de bodem niet voldoet aan de interventiewaarden als bedoeld in Bijlage IIA bij het Besluit activiteiten leefomgeving (of nieuwe grenswaarden die de gemeente stelt);
- er is sprake van overschrijding van de toelaatbare kwaliteit als voor ten minste één stof de gemiddelde concentratie in meer dan 25 m³ bodemvolume hoger is dan de interventiewaarde (of nieuwe grenswaarden die de gemeente stelt) als bedoeld onder a.;
- het zinsdeel 'meer dan 25 m³ bodemvolume' in het hiervoor opgenomen onder b. is niet van toepassing voor zover het gaat om de aanwezigheid van asbest;
- in afwijking van het gestelde onder a. is het bouwen van het bodemgevoelige gebouw toegestaan als de kwaliteit van de bodem niet voldoet aan de interventiewaarden zoals opgenomen in bijlage IIA bij het Besluit activiteiten leefomgeving (of nieuwe grenswaarden die de gemeente stelt), maar voorafgaande aan de bouw sanerende of andere beschermende maatregelen zoals bedoeld in paragraaf 4.121 van het Besluit activiteiten leefomgeving zijn getroffen.