Maarsseveense Plassen e.o.
Bestemmingsplan - Gemeente Stichtse Vecht
Vastgesteld op 30-01-2018 - geheel onherroepelijk in werking
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan:
1.2 Bestemmingsplan:
1.3 Verbeelding:
1.4 Aanduiding:
1.5 Aanduidingsgrens:
1.6 Aanlegsteiger:
1.7 Achtererfgebied:
1.8 Afmeervoorziening:
1.9 Afvalinzamelsysteem:
1.10 Agrarisch bedrijf:
1.11 Agrarisch bedrijfsgebouw:
1.12 Agrarische bedrijfswoning:
1.13 Agrarisch beheer:
1.14 Agrarisch hulp- en handelsbedrijf:
1.15 Agrarisch hulpgebouw:
1.16 Agrarisch loonbedrijf:
1.17 Agrarisch medegebruik:
1.18 Ander bouwwerk:
1.19 Antenne-installatie:
1.20 Archeologische waarde:
1.21 Atelier:
1.22 Bebouwing:
1.23 Bed en breakfast of air B&B:
1.24 Bedrijf:
1.25 Bedrijf aan huis:
1.26 Bedrijfsgebouw:
1.27 Bedrijfswoning:
1.28 Beeldkwaliteit:
1.29 Beroep aan huis:
1.30 Bestaande situatie:
- bij bebouwing: een legaal bouwwerk dat op het moment van ter inzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van de ter inzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders bepaald;
- bij gebruik: het legale gebruik dat bestaat op het moment dat het plan rechtskracht heeft verkregen, danwel nadien kan worden gebruikt krachtens een verleende vergunning, tenzij in de regels anders bepaald.
1.31 Bestemmingsgrens:
1.32 Bestemmingsvlak:
1.33 Bezoeker van evenementen
1.34 Bijbehorend bouwwerk:
1.35 Bouwen:
1.36 Bouwgrens:
1.37 Bouwlaag:
1.38 Bouwperceel:
1.39 Bouwperceelgrens:
1.40 Bouwvlak:
1.41 Bouwwerk:
1.42 Caravan opslagbedrijf/caravanstalling:
1.43 Cultuurhistorische waarde:
1.44 Dagrecreatie:
1.45 Dance-event:
1.46 Detailhandel:
1.47 Dienstverlening:
1.48 Dierenpension:
1.49 Erf:
1.50 Erotisch getinte horeca:
1.51 Evenementen:
- bioscoopvoorstellingen;
- markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van de APV;
- kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
- het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;
- betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
- activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van de APV.
- een herdenkingsplechtigheid;
- een braderie;
- een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van de APV, op de weg;
- een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;
- een straatfeest of buurtbarbecue op één dag (klein evenement).
1.52 Evenementendag
1.53 Evenemententerrein:
1.54 recreatief medegebruik:
1.55 Fte:
1.56 Gebouw:
1.57 Geluidgevoelig object:
1.58 Grondgebonden agrarisch bedrijf:
1.59 Hobbymatig agrarisch gebruik:
1.60 Hoofdgebouw:
1.61 Horeca(onderneming):
1.62 Hoveniersbedrijf:
1.63 Huishouding:
1.64 Inrichting:
1.65 Kampeerboerderij:
1.66 Kampeermiddel:
1.67 Kantoor:
1.68 Kap:
1.69 Karakteristiek:
1.70 Kassen:
1.71 Kassencomplex:
1.72 Kavelweg:
1.73 Kelder:
1.74 Kelderingang:
1.75 Kelderkoekoek:
1.76 Kunstwerk:
1.77 Landschappelijke waarde:
1.78 Maatschappelijke voorzieningen
1.79 Manege:
1.80 Mantelzorg:
1.81 Natuuurvriendelijke overbeschoeiing of steigers
1.82 Natuurwaarden:
1.83 Nevenactiviteit:
1.84 Normaal onderhoud, gebruik en beheer:
1.85 Oever:
1.86 Ondergeschikte detailhandel:
1.87 Ondergeschikte horeca:
1.88 Onderkomen:
1.89 Opslagbedrijf:
1.90 Paardenbak:
1.91 Paardenhouderij:
- productiegericht: een grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan opgroeiende paarden met daarbij behorende trainingsfaciliteiten en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden en de in- en verkoop van paarden;
- gebruiksgericht: een paardenhouderij die mede is gericht op het bieden van stallingsruimte voor paarden, het trainen van paarden en het uitbrengen in de sport, alsmede verhuur van diensten met behulp van paarden, niet zijnde manege-activiteiten.
1.92 Paardenpension:
1.93 Paddock:
1.94 Perceel:
1.95 Perceelsgrens:
1.96 Permanente bewoning:
1.97 Recreatie:
1.98 Recreatieverblijf/ -object:
1.99 Ruwvoedergewassen:
1.100 Seksinrichting:
1.101 Showtuinen
1.102 Significante toename van stikstofdepositie
1.103 Speeleiland
1.104 Snackkiosk of foodtruck:
1.105 Standplaats:
1.106 Steiger:
1.107 Straatmeubilair:
1.108 Terras(bij horeca):
1.109 Tuinbouwbedrijf/glastuinbouw:
1.110 Tuincentrum:
1.111 Verblijfsrecreatie:
1.112 Volkstuin:
1.113 Volwaardig agrarisch bedrijf:
1.114 Voorerf/voorerfgebied:
1.115 Voorgevel(rooi)lijn:
1.116 Waterhuishoudkundige voorziening:
1.117 Woning of wooneenheid:
1.118 Woonadres:
- het adres waar betrokkene woont of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten;
- het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder a, betrokkene naar verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derde van de tijd zal overnachten.
1.119 Zelfstandige horecagelegenheid:
1.120 Voorgevel/voorkant:
Artikel 2 Wijze Van Meten
- in geval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
- in geval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: De bovenkant van de afgewerkte begane grond vloer van gebouwen minimaal 30 cm boven peil ligt;
- als de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst of de gronden waar het bouwwerk komt aantoonbaar lager liggen dan de weg, wordt door burgemeester en wethouders bij aanvang van de werkzaamheden het peil vastgesteld;
- ter plaatse van water het gemiddeld waterpeil als peil wordt aangehouden.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
- ter plaatse van het bouwperceel grondgebonden veehouderijbedrijven, niet zijnde intensieve veehouderij;
- het beweiden van dieren;
- recreatief medegebruik;
- behoud, versterking en herstel van het veenweide gebied dat zich kenmerkt door de openheid van graslanden, het slotenpatroon, de langgerekte verkaveling van de gronden en de bebouwing langs de dijk (lintbebouwing);
- behoud, versterking en herstel van de aanwezige natuurwaarden;
- ter plaatse van het bouwvlak het trainen en berijden van paarden in een paardenbak;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is wonen toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding ‘glastuinbouw’ is een glastuinbouwbedrijf toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is de verkoop van groente, fruit en streekproducten toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding “showtuinen” zijn showtuinen zonder gebouwen toegestaan
- ter plaatse van de aanduiding “grond- en groendepot” is de opslag van schone grond en snoeiafval toegestaan;
- ondergeschikte detailhandel in goederen, die ter plaatse worden vervaardigd of verwerkt, is toegestaan, voor zover deze detailhandel geen zelfstandig onderdeel vormt van de bedrijfsvoering;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – paardenstal' is een paardenstal toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – veldschuur’ is een veldschuur toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’ is cultuurhistorisch waardevolle bebouwing aanwezig.
- bouwwerken;
- erven en terreinen;
- erfbeplantingen en groenvoorzieningen;
- kunstwerken en nutsvoorzieningen;
- water en watergangen
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie voor eigen gebruik;
- overige functioneel met de bestemming ‘Agrarisch met waarden – Landschapswaarden’ verbonden voorzieningen.
3.2 Bouwregels
- bouwwerken uitsluitend binnen het bouwvlak of de speciale aanduiding mogen worden gebouwd;
- dit niet leidt tot een significante toename van de stikstofdepositie (immisie) in het Natura 2000-gebied;
- kassencomplexen uitsluitend binnen de aanduiding ‘glastuinbouw’ mogen worden gebouwd;
- de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 m bedraagt;
- de afstand van de gebouwen tot de insteek van een watergang minimaal 3 m bedraagt;
- De bedrijfswoning uitsluitend binnen de aanduiding “bedrijfswoning” mag worden gebouwd;
- Voor bouwwerken en kassencomplexen de volgende maatvoering geldt
max. aantal per bouwvlak of aanduiding | max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouw- hoogte | ||
1 | bedrijfswoning | één, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal bedrijfswoningen’. | 650 m³ | 4,50 m | 10 m | |
2 | Vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | 60 m2 (per bedrijfswoning) | 3 m | 6 m | ||
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning | 0,30m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw | |||||
3 | bedrijfsgebouwen (niet zijnde kassencomplexen) | 8000 m2 | 6 m | 11 m | ||
kassen | 300m2 | 5 m | 7 m | |||
4 | bedrijfsgebouwen niet zijnde kassen ter plaatse van de aanduiding ‘glastuinbouw’ | 5000 m2 | 6 m | 11 m | ||
5 | kassencomplexen ter plaatse van de aanduiding ‘glastuinbouw’ | 2,50 ha | 5 m | 7 m | ||
6 | Specifieke vorm van agrarisch- paardenstal | één | 3 m | 6 m | ||
7 | Specifieke bouwaanduiding - veldschuur | één | 3m | 5 m | ||
8 | agrarische hulpgebouwen buiten het bouwvlak | twee | 100 m² (per bedrijf)* | 3 m | 5 m | |
9 | mestsilo's | 6 m | ||||
10 | kuilvoerplaten en sleufsilo’s | 3 m | ||||
11 | overige silo's | 15 m | ||||
12 | Installaties voor het duurzaam verwerken van mest en andere agrarische restproducten | 15 m | ||||
13 | Windmolen | één | 15 m | |||
14 | Erfafscheidingen voor de voorgevel van de bedrijfswoning en buiten het bouwvlak | 1 m | ||||
15 | Erfafscheidingen binnen het bouwvlak | 2,50 m | ||||
16 | veekralen | 1,5 m | ||||
17 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
- bedrijven, zoals bedoeld in onderstaande tabel:
Straatnaam | Nummer | bedrijf | aanduiding | |
1 | Oude Dijk | 56 | garagebedrijf | (sb-2) |
2 | Tuinbouwweg | 29 | caravanstalling met ondergeschikt onderhoud, reparatie, verkoop en verhuur van caravans | (cs) |
3 | Tuinbouwweg | 33 | houtbewerkend- en aannemersbedrijf | (sb-3) |
4 | Westbroekse Binnenweg | 86a | caravanstalling met ondergeschikt onderhoud, reparatie, verkoop en verhuur van caravans en opslagbedrijf | (sb-1) |
5 | Westbroekse Binnenweg | 52 a/b/c | opslagbedrijf | (op) |
6 | Westbroekse Binnenweg | 86 b/c | hoverniersbedrijf | (hv) |
- uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één (1) bedrijfswoning toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf' zijn de gronden uitsluitend bestemd voor (openbare) nutsvoorzieningen.
- maximaal één (1) bedrijf per bouwperceel tenzij een aanduiding op de verbeelding is opgenomen waaruit blijkt dat meerdere bedrijven binnen het bouwperceel zijn toegestaan;
- op de gronden met de nadere aanduiding “hoveniersbedrijf” zijn ook showtuinen zonder gebouwen toegestaan.
- bouwwerken;
- erven en terreinen;
- groenvoorzieningen en water;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- wegen en paden;
- nutsvoorzieningen en kunstwerken
- ondergrondse afvalinzamelsystemen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie voor eigen gebruik;
- overige functioneel met de bestemming ‘Bedrijf verbonden voorzieningen.
4.2 Bouwregels
- gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen op de verbeelding aangegeven bouwvlakken tot het binnen dat bouwvlak aangegeven aantal m2;
- de afstand tussen de bijbehorende bouwwerken en de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning minimaal 1 m bedraagt;
- de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 m bedraagt;
- de afstand van de gebouwen tot de insteek van een gemeentelijke watergang minimaal 3 m bedraagt;
- de volgende maatvoering geldt:
max. aantal per bouwvlak of aanduiding | max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouw- hoogte | ||
1 | bedrijfswoning | één, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal bedrijfswoningen’. | 650 m³ | 4,5 m | 10 m | |
2 | Vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | 60 m2 (per bedrijfswoning) | 3 m | 6 m | ||
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | 0,30m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw | |||||
3 | bedrijfsgebouwen | Binnen het bouwvlak tot op verbeelding aangegeven m2 | 4,5 m | 6 m | ||
4 | ||||||
5 | Erfafscheidingen | 2,50 m | ||||
6 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Detailhandel
5.1 Bestemmingsomschrijving
- detailhandel, met uitzondering van een supermarkt of bouwmarkt;
- ter plaatse van de aanduiding “tuincentrum” is uitsluitend een tuincentrum met showtuinen toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is wonen toegestaan;
- maximaal één (1) bedrijf per bouwperceel tenzij een aanduiding op de verbeelding is opgenomen waaruit blijkt dat meerdere bedrijven binnen het bouwperceel zijn toegestaan;
- bouwwerken;
- erven en terreinen;
- groenvoorzieningen en water;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- wegen en paden;
- nutsvoorzieningen en kunstwerken
- ondergrondse afvalinzamelsystemen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie voor eigen gebruik;
- overige functioneel met de bestemming 'Detailhandel' verbonden voorzieningen.
5.2 Bouwregels
- gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen op de verbeelding aangegeven bouwvlakken;
- de afstand tussen de bijbehorende bouwwerken en de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning minimaal 1 m bedraagt;
- de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens tenminste 3 m bedraagt;
- de afstand van de gebouwen tot de insteek van een watergang tenminste 3 m bedraagt;
- de volgende maatvoering geldt:
max. aantal per bouwvlak of aanduiding | max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouw- hoogte | ||
1 | bedrijfswoning | één, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal bedrijfswoningen’. | 650 m³ | 4,50 m | 10 m | |
2 | Vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | 50 m2 (per bedrijfswoning) | 3 m | 6 m | ||
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning | 0,30m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw | |||||
3 | bedrijfsgebouwen | Binnen het bouwvlak tot op verbeelding aangegeven m2 | 4,50 m | 10 m | ||
4 | Erfafscheidingen | 2,50 m | ||||
5 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Groen - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
- groenvoorzieningen;
- bermen en beplantingen;
- recreatief medegebruik;
- speelvoorzieningen
- in- en uitritten;
- ter plaatse van de aanduiding “parkeren” is een parkeervoorziening toegestaan
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- bruggen;
- kunstobjecten en straatmeubilair;
- nutsvoorzieningen en kunstwerken;
- voet- en fietspaden;
- water en watergangen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie;
- overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 7 Groen - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
- groenvoorzieningen;
- bermen en beplantingen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van erfafscheiding;
- voet- en fietspaden;
- water en watergangen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 8 Horeca
8.1 Bestemmingsomschrijving
- horeca in de categorieën: h4 (restaurant, eetcafe) en h5 (cafetaria/snackbar);
- bouwwerken;
- erven en terreinen;
- groenvoorzieningen en water;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- speelvoorzieningen;
- ondergrondse afvalinzamelsystemen;
- nutsvoorzieningen en kunstwerken;
- wegen en paden;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie voor eigen gebruik;
- overige functioneel met de bestemming 'Horeca' verbonden voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 9 Maatschappelijk
9.1 Bestemmingsomschrijving
- maatschappelijke voorzieningen, zoals bedoeld in onderstaande tabel:
straatnaam | nummer | bedrijf | aanduiding | |
1 | Westbroekse Binnenweg | 5 | Sociale, recreatieve, educatieve, onderzoek en beheervoorziening | (sm - 1) |
2 | Westbroekse Binnenweg | 14a | Sociale, culturele, religieuze en educatieve voorzieningen | (sm - 2) |
- bouwwerken;
- erven en terreinen;
- groenvoorzieningen en water;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- speelvoorzieningen ;
- nutsvoorzieningen en kunstwerken
- ondergrondse afvalinzamelsystemen;
- wegen en paden;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie voor eigen gebruik;
- overige functioneel met de bestemming 'Maatschappelijk' verbonden voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Specifieke gebruiksregels
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 10 Natuur
10.1 Bestemmingsomschrijving
- behoud, versterking, herstel en ontwikkeling van de aan het gebied eigen zijnde natuur- en landschapswaarden, namelijk laagveen en rietmoerassen (Oostelijke Vechtplassen, inclusief Noorderpark) met daaraan eigen zijnde flora en fauna;
- ecologische overgang- en verbindingszones
- water en watergangen;
- recreatief medegebruik;
- extensief agrarisch gebruik als weide grond passend binnen de natuurdoelstelling van het Natura 2000 gebied.
- bruggen;
- straatmeubilair voor het recreatief medegebruik;
- onverharde ontsluitingswegen en paden;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- parkeervoorzieningen
- overige functioneel met de bestemming 'Natuur' verbonden voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Specifieke gebruiksregels
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 11 Recreatie - 1
11.1 Bestemmingsomschrijving
- recreatie alsmede bedrijven en organisaties in de recreatieve sector.
- sport- en speelvoorzieningen;
- kantoor- en opslagruimte voor de beheerder van het totale recreatieterrein De Maarssenveense plassen;
- tevens snackkiosken, sanitaire en ondersteunende voorzieningen, 15 kampeermiddelen en evenementen binnen de aanduiding 'strand';
- tevens één (1) bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' ;
- tevens één (1) kinderdagverblijf;
- tevens wat betreft zelfstandige horecagelegenheden, drie (3) binnen de categorie h1 (daghoreca), één (1) binnen de categorie h4 (restaurant/eetcafe), één (1) binnen de categorie h5 (cafetaria/snackbar) en één (1) binnen de categorie h6 (zaalaccommodatie) zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- tevens één (1) zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'.
- bouwwerken;
- erven en terreinen;
- groenvoorzieningen en water;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- nutsvoorzieningen en kunstwerken;
- ondergrondse afvalinzamelsystemen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie;
- wegen en paden;
- overige functioneel met de bestemming 'Recreatie 1' verbonden voorzieningen.
11.2 Bouwregels
- Gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen de bouwvlakken tot het binnen dat bouwvlak aangegeven aantal m2 en voldaan wordt aan de richtlijnen van het beeldkwaliteitsplan Maarsseveense Plassen d.d. 14 september 2017 dat als bijlage bij de regels is gevoegd.
- In afwijking op het bepaalde onder sub 1 geldt dat op de gronden met de aanduiding 'strand' snackkiosken sanitaire- en ondersteunende voorzieningen ook buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd.
- De volgende maatvoering geldt:
max. aantal | max. oppervlak totaal | max. inhoud | max. bouw hoogte | ||
1 | Gebouwen binnen het bouwvlak | als aangegeven op de verbeelding | 10 m en goothoogte 6m | ||
2 | Gebouwen binnen de “specifieke bouwaanduiding – 2” | als aangegeven op de verbeelding | 4 m | ||
3 | Binnen de aanduiding “strand” Snackkiosken | 100 m2 | 3 m | ||
4 | Binnen de aanduiding “strand” sanitaire en ondersteunende voorzieningen | 400 m2 | 3 m | ||
5 | Binnen de aanduiding “strand” kampeermiddelen | 15 | |||
6 | Binnen de aanduiding “speeleiland” een uitkijkpost, een observatietoren en een glijbanen | 16 m | |||
7 | Binnen de aanduiding “bedrijfswoning” | 1 | 650 m3 | 4,50 m goot 10 m bouw | |
8 | Vrijstaande bijbehorend bouwwwerk bij “bedrijfswoning” | 50 m2 | 3m goot en 6 m bouw | ||
9 | Erf- en terreinafscheidingen | 2,50 m | |||
10 | Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde waaronder speel- en sportvoorzieningen | 16 m |
11.3 Afwijken van de bouwregels
- gebouwen binnen de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' tot een goothoogte van 8 en een bouwhoogte van maximaal 12 m, als de bouw geen onevenredig afbreuk doet aan de ter plaatse aanwezige waarden en kernkwaliteiten en voldaan wordt aan de uitgangspunten van het beelkwaliteitsplan Maarsseveense Plassen d.d. 14 september 2017 dat als bijlage bij de regels is gevoegd.
- Burgemeester en wethouders geven uitsluitend toepassing aan deze afwijkingsbevoegdheid na schriftelijk advies van een deskundige op dit gebied.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 12 Recreatie - 2
12.1 Bestemmingsomschrijving
- volkstuinen,
- ter plaatse van de aanduiding “kas” een kas
- bouwwerken;
- erven en terreinen;
- groenvoorzieningen en water;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- nutsvoorzieningen en kunstwerken;
- ondergrondse afvalinzamelsystemen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie;
- wegen en paden;
- overige functioneel met de bestemming 'Recreatie' verbonden voorzieningen.
12.2 Bouwregels
- per volkstuin met een oppervlakte van meer of gelijk aan 150 m², kassen, en bergingen mogen worden gebouwd, waarbij;
- de grondoppervlakte van kassen en bergingen gezamenlijk maximaal 25 m² bedraagt;
- de goot- en bouwhoogte maximaal 3 m respectievelijk 5m bedraagt;
- in afwijking van het bepaalde in artikel 12.1 sub b ter plaatse van de aanduiding 'kas' niet meer dan één (1) kas mag worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 50 m2 en een goot- en bouwhoogte van maximaal 3 m respectievelijk 5m;
- de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedraagt dan:
- 1 m op de gronden vóór de naar een openbare weg gekeerde gevel;
- 2 m op de overige gronden.
12.3 Specifieke gebruiksregels
- Onverminderd het bepaalde in artikel 25 van deze regels is het in ieder geval verboden bedoelde gronden te gebruiken voor het plaatsen van onderkomens.
- het bepaalde in artikel 12.3 sub a is niet van toepassing op opslag van goederen ten behoeve van de krachtens de bestemming en aanduidingen toegestane gebruik.
- Onverminderd het bepaalde in artikel 25 van deze regels is het in ieder geval verboden de bouwwerken te gebruiken, al dan niet recreatief, voor of als nachtverblijf.
12.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 13 Recreatie - 3
13.1 Bestemmingsomschrijving
- verblijfsrecreatie,
- recreatieverblijven en kampeermiddelen;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- groenvoorzieningen en water;
- speelvoorzieningen
- wegen en paden;
- nutsvoorzieningen en kunstwerken
- ondergrondse afvalinzamelsystemen
- waterhuishoudkundige voorzieningen
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie;
13.2 Bouwregels
- recreatieverblijven worden gebouwd binnen het op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak;
- het totaal aantal recreatieverblijven binnen de bestemming niet meer bedraagt dan het aantal dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan aanwezig is;
- de goothoogte en bouwhoogte van recreatieverblijven niet meer bedraagt dan respectievelijk 3 m en 5 m;
- de inhoud van een recreatieverblijf niet meer bedraagt dan 250 m³ waarbij het perceel van het recreatieverblijf ten minste 150 m² bedraagt;
- bijbehorend bouwwerk bij een recreatieverblijf niet meer bedraagt dan maximaal 10 m² met een bouwhoogte van maximaal 3 m.
- de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedraagt dan:
- 1 m op de gronden vóór de naar een openbare weg gekeerde gevel;
- 2 m op de overige gronden;
- de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer bedraagt dan 3m.
13.3 Specifieke gebruiksregels
13.4 Wijzigingsbevoegdheid
- de wijzigingsbevoegdheid alleen mag worden toegepast op gronden die niet vallen binnen het NatuurNetwerkNederland (EHS en Natura2000) van de Provincie Utrecht ;
- geen nadelige gevolgen optreden voor de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan;
- de wijziging niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van de naastgelegen percelen en er vanuit milieuhygiënisch oogpunt sprake is van een verantwoord woon- en leefklimaat;
- de wijziging niet leidt tot een significante toename van de stikstofdepositie (immisie) in het NatuurNetwerkNederland (EHS en Natura 2000-gebied);
- Burgemeester en wethouders alvorens over de wijziging te beslissen op grond van een inrichtingsplan, schriftelijk advies inwinnen bij een deskundige inzake brandveiligheid, milieu en natuur;
- sprake dient te zijn van een verbetering in ruimtelijk opzicht, blijkens een door Burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan;
- de minimale grondoppervlakte van een bouwperceel 150 m2 bedraagt;
- parkeren voor bewoners en bezoekers op eigen terrein geschiedt, waarbij uitgegaan wordt van ten minste 1,6 parkeerplaats per woning;
- de gezamenlijke oppervlakte aan bebouwing op een bouwperceel niet meer bedraagt dan 50%,;
- het hoofdgebouw maximaal 250 m3 mag bedragen met een goothoogte van maximaal 3m en een bouwhoogte van maximaal 5 m;
- de bijbehorende bouwwerken qua oppervlakte maximaal 30 m2 mag bedragen, qua goothoogte maximaal 3m en qua bouwhoogte maximaal 5 m, danwel gelijk is aan de maximale maatvoering in de regels voor vergunningsvrij bouwen (Besluit omgevingsrecht);
- voldaan wordt aan de Woningwet waarbij de woningen voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit voor bestaande bouw en in geval van gehele nieuwbouw voldaan wordt aan de eisen van het Bouwbesluit voor nieuwbouw;
- op de terreinen 5% openbaar groen/water, inclusief speelvoorzieningen, aanwezig zijn;
- de wijzigingsbevoegdheid alleen wordt toegepast als er overwegend sprake is van aantoonbaar overgangsrechtelijke permanente bewoning vóór 1 januari 2005;
- de wijzigingsbevoegdheid alleen wordt toegepast als het gehele park aan de eisen voldoet;
- de wijzigingsbevoegdheid voor 28 december 2020 als ontwerp ter inzage is gelegd.
Artikel 14 Recreatie - 4
14.1 Bestemmingsomschrijving
- verblijfsrecreatie,
- ter plaatse van de aanduiding “bijgebouw” een bijgebouw en prieel,
- zelfstandige recreatieverblijven met bijbehorende erven;
- parkeervoorzieningen;
- tuin, natuur en water;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie;
- overige functioneel met de bestemming 'Recreatie 4' verbonden voorzieningen.
14.2 Bouwregels
- de goot- en bouwhoogte van recreatieverblijven respectievelijk maximaal 3 m en 5 m bedraagt;
- de inhoud van een recreatieverblijf maximaal 250 m³ bedraagt;
- één (1) bijbehorend bouwwerk bij een recreatieverblijf mag worden gebouwd van maximaal 10 m² en een bouwhoogte van maximaal 3m;
- Ter plaatse van de aanduiding “bijgebouw” is, naast het gestelde onder c, een bijgebouw/schuur en prieel toegestaan waarvan de maatvoering zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, geldt als maximaal toegestane.
- De afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt.
- de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedraagt dan:
- 1 m op de gronden vóór de naar een openbare weg gekeerde gevel;
- 2 m op de overige gronden;
- de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer bedraagt dan 3 m.
- het aanleggen van natuurvriendelijke oeverbeschoeiingen en steigers.
14.3 Specifieke gebruiksregels
14.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 15 Recreatie - 5
15.1 Bestemmingsomschrijving
- recreatie;
- groen en water;
- behoud en versterking van de daar voorkomende, waarden, bestaande uit een afwisseling van open ligweides, doorzichten over het water en bospercelen;
- klim-klauter-bos
- een reserve parkeerterrein te gebruiken als overloopgebied als het structurele parkeerterrein vol is;
- bouwwerken
- picknickterreinen;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- bruggen
- waterhuishoudkundige voorzieningen en overige kunstwerken;
- groenvoorzieningen en water;
- wegenen( ruiter)paden;
- sport- en speelvoorzieningen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie;
- overige functioneel met de bestemming 'Recreatie 5' verbonden voorzieningen.
15.2 Bouwregels
max. aantal | max. oppervlak totaal | max. inhoud | max. bouwhoogte | ||
1 | Snackkiosken | 50 m2 | 3 m | ||
2 | sanitaire en ondersteunende voorzieningen | 100 m2 | 3 m | ||
3 | uitkijkpost, -toren | 10 m2 | 10 m | ||
9 | Erf- en terreinafscheidingen | 3 m | |||
10 | Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde waaronder (vis)steigers, speel- en sportvoorzieningen | 3 m |
15.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 16 Tuin
16.1 Bestemmingsomschrijving
- tuinen
- ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is uitsluitend opslag ten behoeve van de bestemming 'Tuin' toegestaan.
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin-paardenverblijf' is uitsluitend een schuilgelegenheid voor paarden toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding “bijgebouw” is een bijbehorend bouwwerk toegestaan.
- bijbehorende bouwwerken
- parkeervoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige functioneel met de bestemming 'Tuin - 1' verbonden voorzieningen.
16.2 Bouwregels
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 1 m bedraagt op de gronden vóór de naar het openbaar gebied gekeerde gevel van het hoofdgebouw en maximaal 2 m op de overige gronden;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen waaronder speelvoorzieningen, bedraagt maximaal 3 m,
- binnen de in artikel 16.1 sub b. bedoelde aanduiding “opslag” mag een opslagruimte worden geplaatst met een goothoogte van 3m en een bouwhoogte van 5 m en een oppervlakte van niet meer dan10 m².
- binnen de in artikel 16.1 sub c bedoelde aanduiding “specifieke vorm van tuin-paardenverblijf” mag een paardenverblijf worden geplaatst met een oppervlakte van niet meer dan 25m² en een hoogte van niet meer dan 3 m;
- binnen de in artikel 15.1 sub d bedoelde aanduiding “bijgebouw” is een bijbehorend bouwwerk toegestaan met een goothoogte van 3 m en een bouwhoogte van 5 m.
16.3 Specifieke gebruiksregels
16.4 Wijzigingsbevoegdheid
- het bestemmingsvlak is aantoonbaar te klein voor een recreatiewoning van 250 m3 met een bijbehorend bouwwerk van 10 m2 of een andere vormgeving van het vlak is wenselijk;
- de provinciale Nee-Tenzij-toets is uitgevoerd en hierop is een positief advies ontvangen vandoor de provincie schriftelijke akkoord bevonden en eventuele compenserende maatregelen zijn uitgevoerd;
- het wijzigen van de bestemming niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.
Artikel 17 Verkeer
17.1 Bestemmingsomschrijving
- wegen en paden;
- reclameborden; (reclamezuilen en billboards)
- parkeervoorzieningen
- het houden van evenementen binnen de aanduiding “evenemententerrein”
- Bruggen kunst werken;
- geluidwerende voorzieningen;
- groenvoorzieningen en water;
- in- en uitritten;
- kunstobjecten en straatmeubilair;
- sport- en speelvoorzieningen
- nutsvoorzieningen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen
- ondergrondse afvalinzamelsystemen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie;
- overige functioneel met de bestemming ‘Verkeer’ verbonden voorzieningen;
- ter hoogte van de aanduiding "terras" is een terras bij een horecagelegenheid toegestaan.
17.2 Bouwregels
17.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 18 Water
18.1 Bestemmingsomschrijving
- water en waterlopen;
- waterhuishouding;
- recreatief gebruik;
- ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' zijn de gronden ook bestemd voor het behoud, versterking en herstel van daar voorkomende, dan wel daaraan eigen zijnde landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden, namelijk een langgerekt slotenpatroon dat kenmerkend is voor het veenweidegebied, en de turfsteekgaten tussen de Kleine Plas en Tuinbouwweg
- ligplaatsen voor recreatievaartuigen;
- steigers;
- ter hoogte van de aanduiding "terras" is een terras bij een horecagelegenheid toegestaan.
- bruggen, sluizen, waterhuishoudkundige voorzieningen, beschoeiingen en overige kunstwerken;
- afmeervoorzieningen;
- trailerhelling;
- recreatievoorzieningen;
- kruisende wegen en paden;
- overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 19 Wonen
19.1 Bestemmingsomschrijving
- het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
- ter plaatse van de aanduiding “voormalig agrarisch bedrijf” de bestaande voormalige bedrijfswoning en het bestaande oppervlak aan voormalige agrarische bedrijfsbebouwing;
- ter plaatse van de aanduiding “maatschappelijk” een natuurgeneeskundig gezondheidscentrum
- bouwwerken
- erven en tuinen;
- toegangspaden tot gebouwen en in- en uitritten;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen en water;
- overige functioneel met het wonen verbonden voorzieningen.
19.2 Bouwregels
- deze uitsluitend worden gebouwd binnen op de verbeelding aangegeven bouwvlakken;
- per bouwvlak niet meer dan het aantal woningen wordt gebouwd overeenkomstig de binnen dit bouwvlak op de verbeelding aangegeven aanduiding “maximum aantal wooneenheden”; en indien deze aanduiding niet is opgenomen, niet meer dan een (1) woning binnen het bouwvlak wordt gebouwd.
- ter plaatse van de aanduiding “wonen uitgesloten” is geen zelfstandige woning maar enkel bijbehorende bouwwerken conform het bepaalde in artikel 19.2 sub i en artikel 19.2 sub j toegestaan;
- de inhoud van het hoofdgebouw maximaal 650 m³ bedraagt;
- de goothoogte en bouwhoogte van het hoofdgebouw maximaal respectievelijk 4,5 m en 10 m bedraagt, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
- in afwijking van hetgeen onder artikel 19.2 sub d en artikel 19.2 sub e het hoofdgebouw binnen de aanduiding “voormalige recreatiewoning” maximaal 250 m3 bedraagt met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 m en 5 m.
- ter plaatse van de aanduiding “maatschappelijk” een gebouw van maximaal 1000 m2 toegestaan met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 4 m en 6 m;
- Een hoofdgebouw slechts één (1) officiële voorkant heeft namelijk de kant die naar de openbare weg is gekeerd en waar in de meeste gevallen de voordeur is.
- bij elk hoofdgebouw binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, waarbij:
- de gezamenlijke oppervlakte afhankelijk van de grootte van het bouwperceel maximaal bedraagt;
totale aaneengesloten oppervlakte bouwperceel* | maximale oppervlakte bijbehorende bouwwerken | |
tot | 300 m2 | 60 m2 |
van | 300 m2 tot 500 m2 | 80 m2 |
van | 500 m2 tot 750 m2 | 90 m2 |
van | 750 m2 tot 1.000 m2 | 100 m2 |
van | 1.000 m2 en meer | 150 m2 |
Aanduiding voormalige recreatiewoning | n.v.t. | 30 m2 |
Aanduiding voormalig agrarisch bedrijf Westbroekse Binnenweg 35 | n.v.t | 522 m2 |
Aanduiding voormalig agrarisch bedrijf Westbroekse Binnenweg 88 | n.v.t | 320 m2 |
* bij het bepalen van de oppervlakte van het bouwperceel in geval van particuliere initiatieven worden gronden met openbare bestemmingen, zoals verkeer, groen en water niet meegerekend. |
- de gezamenlijke oppervlakte maximaal 50% van de oppervlakte van het aansluitend aan de woning gelegen bouwperceel bedraagt;
- de goothoogte en bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken respectievelijk maximaal 3 m 5 m bedraagt;
- de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken maximaal 0,30 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw bedraagt, waarna deze mag worden afgewerkt met een dak;
- in aanvulling op hetgeen onder artikel 19.2 sub i onder 3 en artikel 19.2 sub i onder 4 mogen de bijbehorende bouwwerken niet hoger zijn dan de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw.
- bijbehorende bouwwerken 1 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
- de afstand van de gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt;
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal:
- 1 m op de gronden vóór de naar het openbaar gebied gekeerde gevel van het hoofdgebouw;
- 2 m op de overige gronden;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen waaronder speelvoorzieningen, bedraagt maximaal 3 m.
19.3 Afwijken van de bouwregels
- artikel 19.2 sub j voor het bouwen op een geringere afstand van de (bouw)perceelsgrens, dan wel tot op de (bouw)perceelsgrens, als dit geen afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
- artikel 19.2 sub d voor het vergroten van de maximale inhoud van 650 m3 naar maximaal 800 m3 met dien verstande dat:
- het bouwperceel voor maximaal 50% bebouwd is en de woning landschappelijk wordt ingepast;
- de landschappelijke waarden en gebruiksmogelijkheden van derden niet onevenredig worden aangetast
- een schriftelijk advies wordt gevraagd van een deskundige inzake de te beschermen waarde en landschappelijk inpassing.
- woningen met de aanduiding “voormalige recreatiewoning” niet in aanmerking komen voor een vergroting van de maximale inhoud anders dan de 15% zoals genoemd in hoofdstuk 3 Algemene regels.
19.4 Specifieke gebruiksregels
19.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 20 Woongebied (Voormalig Verblijfsrecreatief Park)
20.1 Bestemmingsomschrijving
- het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
- bouwwerken
- erven en tuinen;
- wegen en paden;
- toegangspaden tot gebouwen en in- en uitritten;
- parkeervoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- nutsvoorzieningen
- (ondergrondse) afvalinzamelsystemen;
- straatmeubilair;
- water en waterhuishoudelijke voorzieningen
- bruggen, dammen en duikers;
- groenvoorzieningen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie;
- overige functioneel met het wonen verbonden voorzieningen.
20.2 Bouwregels
- het totaal aantal woningen binnen het woongebied niet meer bedraagt dan op de verbeelding aangegeven aanduiding “maximum aantal wooneenheden”;
- per afzonderlijk bouwperceel maximaal 1 hoofgebouw is toegestaan voor één (1) woning;
- de oppervlakte van elk afzonderlijk bouwperceel minimaal 150 m2 bedraagt, een groter perceel geeft geen recht op een grotere woning;
- het totale bebouwingspercentage per afzonderlijk bouwperceel maximaal 50% bedraagt, waarbij de regels onder sub e in acht moeten worden genomen;
- per afzonderlijk bouwperceel ten aanzien van de gebouwen de volgende regels gelden:
- de goothoogte van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 3 m,;
- de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 5 m,;
- de afstand van het hoofdgebouw ten opzichte van de (openbare)weg of de dichtstbijzijnde verkeersbestemming bedraagt minimaal 1,50 m onder voorwaarde dat dit niet ten koste gaat van een parkeerplaats op eigen erf;
- de inhoud van het hoofdgebouw bedraagt, afhankelijk van het genoemde percentage onder sub d, maximaal 250 m3;
- de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse en achterste (bouw)perceelgrenzen bedraagt minimaal 1,50 m;
- de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken op het achtererfgebiedbedraagt, afhankelijk van het genoemde percentage onder sub d, maximaal 30 m2 met een bouwhoogte van 3 m;
- bijbehorende bouwwerken mogen vrij staan of aan het hoofdgebouw vast gebouwd worden, in welk geval de aanbouw niet hoger mag worden dan de goothoogte van het hoofdgebouw;
- het is niet toegestaan hoofdgebouwen samen te voegen tot 1 woning van 500 m3.
- een hoofdgebouw heeft slechts één (1) officiële voorkant namelijk de kant die naar de openbare weg is gekeerd, als er onduidelijkheid is over de voorkant zal het college van B&W de voorkant aanwijzen.
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal:
- 1 m op de gronden vóór de naar het openbaar gebied gekeerde gevel van het hoofdgebouw;
- 2 m op de overige gronden;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen waaronder speelvoorzieningen, bedraagt maximaal 3 m.
20.3 Afwijken van de bouwregels
- artikel 20.2 sub e onder 5 voor het bouwen op een geringere afstand van de (bouw)perceelsgrens, dan wel tot op de (bouw)perceelsgrens, als dit
- geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden en privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken.
- niet ten koste gaat van een parkeerplaats op eigen terrein.
20.4 Specifieke gebruiksregels
20.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 21 Leiding-gas
21.1 Bestemmingsomschrijving
- De op de verbeelding voor 'Leiding-gas' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor een ondergrondse aardgastransportleiding met een ontwerpdruk van 40,0 bar en de daarbij horende belemmeringsstrook van 4 meter ter weerzijde van de hartlijn.
- Secundair zijn de op de verbeelding voor 'Leiding-gas' aangewezen gronden, een en ander voor zover zulks op de verbeelding is aangewezen, bestemd voor de doeleinden als omschreven in het voor de betreffende bestemming geldende artikel, waarbij het bepaalde in dat artikel van overeenkomstige toepassing is.
21.2 Bouwregels
- Ten behoeve van de in artikel 21.1 sub a bedoelde bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte van niet meer dan 3 m en die niet binnen de categorie “kwetsbare objecten vallen, worden gebouwd.
- De onder lid a genoemde bouwwerken en andere werken ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen zijn slechts toegelaten als de belangen in verband met de aardgastransportleiding hierdoor niet worden geschaad en vooral schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Waterstaat - Waterkering
22.1 Bestemmingsomschrijving
22.2 Bouwregels
- Ten behoeve van de in artikel 22.1 bedoelde bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte van niet meer dan 3 m worden gebouwd.
- In afwijking van het bepaalde in artikel 22.2 sub a mogen gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere werken, ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen worden gebouwd, indien en voor zover het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij die belangenafweging wordt advies gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
- Ten behoeve van deze secundaire bestemmingen mag gebouwd worden conform het bepaalde bij de betreffende bestemmingsbepalingen.
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3 Algemene Regels
Artikel 23 Anti-dubbeltelregel
Artikel 24 Algemene Bouwregels
24.1 Algemene regel
24.2 Bestaande afwijkende maatvoering
- In die gevallen dat de bestaande goot- en boeiboordhoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet en/of Wabo tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goot- en boeiboordhoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan;
- in die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet en/of Wabo tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
- ingeval van herbouw zijn de leden a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
- op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing, tenzij er expliciet melding is gemaakt in het bestemmingsplan van een beleidswijziging die een andere maatvoering rechtvaardigt.
24.3 Bruggen
- vervanging, herstel of verbetering van reeds aanwezige oeververbindingen;
- agrarische bedrijven, ter plaatse van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden';
- recreatieve verbindingen.
24.4 Erf- en terreinafscheidingen
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal:
- 1 m op de gronden vóór de naar het openbaar gebied gekeerde gevel van het hoofdgebouw;
- 2 m op de overige gronden;
- De bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouw zijde, waaronder speelvoorzieningen bedraagt maximaal 3 m
24.5 Milieu
24.6 Ondergronds bouwen
24.7 Overschrijding bouwgrenzen door ondergeschikte bouwdelen
- stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen;
- plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen tot maximaal 30 cm;
- reclametoestellen en draagconstructies voor reclame met niet meer dan 50 cm;
- gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, overbouwingen, erkers, galerijen en luifels tot maximaal 75 cm;
- balkons met niet meer dan 1 m;
- ondergrondse funderingen en ondergrondse bouwwerken, voor zover deze de bouwgrens met niet meer dan 1 m overschrijden;
- hijsinrichtingen aan tot bewoning bestemde gebouwen, voor zover deze hijsinrichtingen de bouwgrens in geen enkele stand met meer dan 1 m overschrijden;
- vlaggenmasten, antennemasten en schoorstenen, die deel uitmaken van een gebouw, voor zover deze binnen een bouwvlak worden opgericht en de voor dat gebouw toegestane maximale hoogte met niet meer dan 5 m wordt overschreden;
- dakopbouwen ten behoeve van noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties, voor zover deze niet hoger zijn dan 3 m en geen grotere oppervlakte hebben dan 40% van de vloeroppervlakte van de bovenste bouwlaag van het gebouw, waarop zij worden geplaatst;
- bergbezinkbassins (dan wel andere waterstaatkundige werken) ten behoeve van de opvang van water (waaronder rioolwater) en afvalinzamelsystemen zowel boven- als ondergronds.
24.8 Waterhuishouding
- Voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, zoals dammen, duikers, sluizen, zijn toegestaan tot een oppervlakte van 10 m2 en een hoogte van 6 m;
- Als er meer dan 1000 m2 extra verharding wordt gerealiseerd moet een vergunning worden aangevraagd bij het hoogheemraadschap en moeten voorafgaand aan de bouw/aanleg de door hen genoemde compenserende maatregelen worden getroffen;
- Als er tussen de 500 m2 en 1000 m2 extra verharding wordt gerealiseerd hoeft geen vergunning te worden aangevraagd bij het hoogheemraadschap maar moeten wel voorafgaand aan de bouw/aanleg compenserende maatregelen worden getroffen;
- Als minder dan 500 m2 extra verharding wordt gerealiseerd zijn compenserende maatregelen niet verplicht maar wel gewenst;
- Ten aanzien van de onder c genoemde compenserende maatregelen wordt advies ingewonnen bij een ter zake deskundige;
- Ten aanzien van de onder d genoemde compenserende maatregelen wordt verwezen naar de bijlage van de regels;
- De bovenkant van de afgewerkte begane grond vloer van gebouwen minimaal 30 cm boven peil ligt.
Artikel 25 Algemene Gebruiksregels
25.1 Beroep aan huis
- alleen activiteiten die passen binnen het gebied en zijn benoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten en vallen onder milieucategorie 1 zijn toegestaan;
- In afwijking van het gestelde onder a. geldt dat alle activiteiten die gevaar op kunnen leveren voor de op de verbeelding aangegeven milieuzones zijn uitgesloten
- In afwijking van het gestelde onder a. zijn opslag van vuurwerk, horeca, seksinrichtingen, koeriers of (personen-)vervoersbedrijven, kinderdagverblijven, en detailhandel, met uitzondering van functioneel ondergeschikte en niet zelfstandige detailhandel, en alle activiteiten die worden genoemd onder artikel 25.2 “strijdig gebruik” uitgesloten.
- ten aanzien van internethandel is alleen internethandel zonder showroom of
- afhaalfunctie (publieksaantrekkende werking) toegestaan;
- Het vloeroppervlak in gebruik voor een activiteit mag niet meer dan 33% bedragen van het gezamenlijke vloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m².
- bij de activiteit moet sprake zijn van een normale afwikkeling van verkeer waaronder parkeren en moet worden voldaan aan de in het Gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan opgenomen uitgangspunten met betrekking tot parkeren. De regel is dat parkeren op eigen erf moet plaats vinden of dat de initiatiefnemer op eigen kosten parkeerplaatsen aanlegt in het openbaar gebied;
- De activiteit dient alleen door de bewoner(s) te worden uitgeoefend. Op het betreffende adres is het te werk stellen van personeel dat niet woonachtig is op het betreffende adres en geen onderdeel uitmaakt van het huishouden, niet toegestaan.
- De activiteit mag geen afbreuk doen aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
- De ruimtelijke uitstraling moet passend zijn binnen de functie van het hoofdgebouw en het woongebied.
25.2 Strijdig gebruik
- seksinrichting, prostitutie of erotisch getinte horecabedrijven;
- opslag en verkoop van vuurwerk;
- het gebruik van een (bedrijfs)woning voor meer dan één huishouden;
- commerciele kamerbewoning/-verhuur, met uitzondering van toeristisch en recreatief gerelateerde kamerverhuur namelijk (air)B&B;
- een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval en/of bouwmaterialen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- het plaatsen van zeecontainers voor de opslag van goederen;
- alle activiteiten die gevaar op kunnen leveren voor de op de verbeelding aangegeven milieuzones;
- het plaatsen van voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie anders dan voor eigen gebruik;
- risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
- er mag geen sprake zijn van een significatie toename van de stikstofdepositie (immissie) binnen de stikstofgevoelige habitats binnen het Natura2000 gebied.
25.3 Parkeren
Artikel 26 Algemene Aanduidingsregels
26.1 karakteristiek
26.2 milieuzone - 100-jaarsaandachtsgebied
26.3 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
Artikel 27 Algemene Afwijkingsregels
27.1 Afwijkingen
- het oprichten van niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een bovengrondse inhoud van maximaal 75 m3 en een goothoogte van maximaal 4 m;
- afwijkingen van maten (waaronder percentages) met niet meer dan 15% met uitzondering van de oppervlaktematen;
- overschrijdingen van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor betere realisering van bestemmingen en bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer bedragen dan 3 m en het bouwvlak mag niet meer dan 15% worden overschreden;
- de bouw van reclameobjecten met inbegrip van aankondigingsborden, reclamemasten, gevel- en lichtreclames en gebouwenaanduidingen met dien verstande dat de reclameborden geen onevenredig afbreuk doen aan de ruimtelijke situatie en de beeldkwaliteit ter plaatse;
- het oprichten van masten en installaties ten behoeve van (tele)communicatiedoeleinden tot een bouwhoogte van maximaal 40 m waarbij het beleid gericht is op het combineren van deze voorzieningen, met bestaande of nieuw op te richten bebouwing en op een dusdanige situering dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gewenste stedenbouwkundige kwaliteit van het plangebied;
- voor het gebruik van de gronden voor opslag en verkoop van vuurwerk na goedkeuring door de Veiligheid Regio Utrecht (VRU) of de opvolger van deze organisatie onder een andere naam;
- het gebruik van gebouwen voor kamerbewoning/-verhuur, mits:
- er sprake is van langdurige leegstand (langer dan 3 maanden);
- het gebruik voor kamerbewoning/-verhuur geen ontwrichting van de ruimtelijke omgeving en daardoor overlast tot gevolg heeft;
- het gebruik geen onevenredige nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer, waaronder parkeren;
- de tijdelijkheid van de kamerbewoning/-verhuur moet aantoonbaar zijn;
- afwijking als bedoeld onder a t/m g wordt niet verleend, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de als gevolg van de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en de aanwezige beeldkwaliteit zoals benoemd in paragraaf 3.3 van de toelichting bij dit bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan Maarsseveense Plassen d.d. 14 september 2017 dat als bijlage bij deze regels is gevoegd;
- de afwijkingsbevoegdheden mogen niet cumulatief worden gebruikt samen met afwijkingsmogelijkheden uit de afzonderlijke bestemmingen uit hoofdstuk 2 of ten opzichte van een eerder verleende afwijking.
27.2 JOP
- de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40 m2;
- er geen gebouwen worden gebouwd;
- de bouwhoogte van overkappingen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 2,5 m;
- de realisatie niet direct naast gebouwen plaatsvindt, waarvan de gebruikers overlast kunnen ondervinden van de jongeren, zoals woningen en winkels, waarbij de afstand tot een woning in ieder geval niet minder bedraagt dan 50 m;
- niet direct naast doorgaande wegen wordt gerealiseerd;
- de JOP goed bereikbaar is voor hulpdiensten;
- de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
- de landschappelijke en natuurlijke waarden, indien als zodanig op de verbeelding aangegeven, en de waarden van het beschermde dorpsgezicht onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
27.3 Gebouwen van openbaar nut
- de inhoud van het gebouw mag niet meer bedragen dan 100 m3;
- de goothoogte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m;
- de bouwhoogte van het gebouw mag niet meer bedragen dan 4,5 m.
Artikel 28 Algemene Wijzigingsregels
28.1 Algemene wijziging
- overschrijding van bestemmingsgrenzen en/of bouwvlakken, voor zover dit van belang is voor een betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
- overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft.
- de overschrijdingen (zoals bedoeld onder a. en b.) mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak en/of bouwvlak mag met niet meer dan 10% mag worden vergroot;
- het wijzigen van de bestemming en/of bouwvlak niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen;
- het wijzigen van de bestemming aanvaardbaar is vanuit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
- door de situering van een woning de omliggende (agrarische) bedrijven niet beperkt worden in hun bedrijfsuitoefening;
- aangetoond is dat de bestaande en beoogde landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast;
- het bevoegd gezag wint, alvorens over de wijziging te beslissen op grond van een inrichtingsplan, schriftelijk advies in bij ter zake deskundigen.
28.2 Natuur
- de omliggende functies van aangrenzende gronden en bebouwing niet onevenredig worden belemmerd;
- natuurontwikkeling ter plaatse daadwerkelijk dient plaats te vinden;
- de gronden in eigendom zijn van een natuurbeschermingsorganisatie of via particulier natuurbeheer als natuurgebied worden ingericht of anderszins zekerheid wordt verkregen dat de natuurontwikkeling plaatsvindt.
28.3 Wijziging staat van bedrijfsactiviteiten
28.4 Wonen in een karakteristiek of monumentaal bijgebouw
- het realiseren van een woning in een bijgebouw is alleen toegestaan in karakteristieke of monumentale bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek' of ‘monument’;
- er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze gebouwen;
- de cultuurhistorische waarde van deze gebouwen wordt niet aangetast;
- de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden;
- met dien verstande dat:
- het gebruik plaatsvindt binnen het bestaande bouwvolume; uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan waardoor het uitwendige karakter van het bijgebouw - zoals dit bepaald is door hoofdafmetingen, onderlinge maatverhoudingen, dakvorm en nokrichting -behouden blijft;
- bij het wijzigingsplan beperkingen kunnen worden gesteld aan de oppervlakte van bijgebouwen bij deze nieuwe woning.
Artikel 29 Overige Regels
29.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 30 Overgangsrecht
30.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10 %.
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
30.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
30.3 Persoonsgebonden overgangsrecht recreatieverblijven
- personen die zulks kunnen aantonen,
- personen die volgens de gemeentelijke basis Administratie in dat recreatieverblijf vóór die datum ingeschreven stonden.
Artikel 31 Slotregel
Bijlagen Bij Regels - 1
Bijlage 1.regels. Beeldkwaliteitsplan Maarsseveense Plassen
Bijlagen Bij Regels - 2
Bijlage 2. regels. GVVP Stichtse Vecht - Nota Parkeernormen
Bijlagen Bij Regels - 3
Bijlage 3.regels. UITVOERINGSBELEID EVENEMENTEN 2016
Bijlagen Bij Regels - 4
Bijlage 4.regels.overzicht gebouwen Maarsseveense Plassen 2016
Bijlagen Bij Regels - 5
Bijlage 5.regels. VNG lijst bedrijfstypen met bodemrisico
Bijlagen Bij Regels - 6
Bijlage 6.regels. oppervlakteverharding
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlage 1. Beoordeling effecten evenementen & permanente bewoning, Emond & Poot, Buwa, 2007
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlage 2. Effectbeoordeling evenementen Maarsseveense Plas, Buwa, 2015
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlage 3. Akoestischrapport.horeca.3biggetjes.westbroeksebinnenweg 42a
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlage 4. ROM-Advies mbt akoestisch onderzoek horeca 3 biggetjes westbroeksebinnenweg 42a
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlage 5. Ruimtelijke onderbouwing Westbroekse Binnenweg 23 Landgoed Molenpolder
Bijlagen Bij Toelichting - 6
Bijlage 6. ROM advies Westbroekse Binnenweg 23 Tienhoven
Bijlagen Bij Toelichting - 7
Bijlage 7. Beleidsnota Recreatie en Toerisme definitief 26 aug
Bijlagen Bij Toelichting - 8
Bijlage 8. Ontwikkelplan recreatieschap
Bijlagen Bij Toelichting - 9
Bijlage 9. Ontwikkelingen in de landbouw def 2017-04-18
Bijlagen Bij Toelichting - 10
Bijlage 10. wijzigingsplan De Berkenhof
Bijlagen Bij Toelichting - 11
Bijlage 11. wijzigingsplan Molenpolder
Bijlagen Bij Toelichting - 12
Bijlage 12. wijzigingsplan Veenhoeve
Bijlagen Bij Toelichting - 13
Bijlage 13 wijzigingsplan de Vier Hoeven_1
Bijlagen Bij Toelichting - 14
Bijlage 14. Nota inspraak en overleg 27 januari 2017
Bijlagen Bij Toelichting - 15
Bijlage 15. Nota zienswijzen 30 oktober 2017