Parapluplan 'Witte vlekken en reparaties'
Bestemmingsplan - Gemeente Stichtse Vecht
Vastgesteld op 01-11-2022 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Parapluplan 'Witte vlekken en reparaties' van de Gemeente Stichtse Vecht
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1904.BPParapluplanSV-VG01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 achtererfgebied:
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
1.6 achtergevellijn:
de lijn waarin de achtergevel van het (hoofd)gebouw is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
1.7 afhankelijke woonruimte:
een onderdeel van het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
1.8 ambulante handel:
de verkoop en het te koop aanbieden, alsmede de uitstalling daarvan, van waren aan consumenten buiten vestiging. Onder ambulante handel wordt mede verstaan (week)markten, standplaatsen buiten de markten en het venten;
1.9 antenne-installatie:
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
1.10 archeologische waarde:
de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
1.11 architectonische waarde:
de authentieke kenmerken in de uiterlijke verschijningsvorm van bouwwerken, welke eigen zijn aan een bepaalde kunsthistorische stijlperiode of een bouwvorm, welke karakteristiek is aan gebouwen uit een bepaalde streek, waarbij in hoofdzaak gelet wordt op onder meer de uitwendige hoofdvorm van een gebouw, bepaald door grondoppervlak, goothoogte, dakhelling, nokrichting en –hoogte en de gevelindeling;
1.12 atelier:
werkplaats van een beeldend kunstenaar, waarbij detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van ter plaatse vervaardigde producten is toegestaan;
1.13 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.14 bebouwingspercentage:
een op de verbeelding of in de planregels aangegeven percentage, dat de maximaal bebouwde oppervlakte binnen het bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft;
1.15 bed and breakfast:
een activiteit ondergeschikt aan een woning en uitgeoefend door de eigenaren tevens bewoners van de betreffende woning die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van toeristisch nachtverblijf voor korte tijd en waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten (daaraan) ondergeschikt is;
1.16 bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.17 bedrijf aan huis:
een bedrijf of het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk dat niet krachtens milieuregelgeving vergunnings- of meldingsplichtig is, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Detailhandel, horeca, kinderdagverblijven, seksinrichtingen, prostitutie, koeriersbedrijven en (personen-)transport vallen hier niet onder;
1.18 beroep aan huis:
een dienstverlenend beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bouwwerk uitgeoefend wordt, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Detailhandel, horeca, kinderdagverblijven, seksinrichtingen, prostitutie, koeriersbedrijven en (personen-)transport vallen hier niet onder;
1.19 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.20 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
1.21 bedrijfsvloeroppervlak:
de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels, instellingen of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
1.22 beschermd monument:
een onroerend monument, aangewezen op grond van artikel 3 van de Monumentenwet als beschermd monument, en ingeschreven in het door het rijk bijgehouden rijksmonumentenregister;
1.23 bestaand:
- bij bebouwing: een legaal bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van de terinzagelegging is ingediend, dan wel een bouwwerk welke naar het doorlopen van een wijzigings- of afwijkingsprocedure kan worden vergund, tenzij in de regels anders bepaald;
- bij gebruik: het legale gebruik dat bestaat op het moment dat het plan rechtskracht heeft verkregen, danwel nadien kan worden gebruikt krachtens een verleende vergunning, tenzij in de regels anders bepaald;
1.24 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.25 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.26 bijbehorend bouwwerk:
een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk (met een dak);
1.27 bijzondere woonruimte:
woonruimte waarin, al dan niet zelfstandige, woningen zijn opgenomen met gemeenschappelijke voorzieningen, zoals een bejaardenhuis, woon-zorgcomplex of daarmee gelijk te stellen voorziening;
1.28 boatsaver:
een al dan niet drijvende voorziening ter opslag en overkapping van een boot;
1.29 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.30 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.31 bouwlaag:
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en ruimte onder de kap, indien deze niet normaal beloopbaar zijn;
1.32 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. Bij woningen betreft dit het gehele perceel inclusief voor- en zijtuinen;
1.33 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.34 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.35 buitenplaats:
een historische buitenplaats is aangelegd. Zij kan deel uitmaken van een landgoed. Het geheel wordt met name gevormd door een, eventueel thans verdwenen, in oorsprong versterkt huis, kasteel, buitenhuis of landhuis, met bijgebouwen, omgeven door tuinen en/of park met één of meer van de volgende onderdelen, zoals grachten, waterpartijen, lanen, boomgroepen, parkbossen, (sier)weiden, moestuinen en ornamenten. De samenstellende delen, een ensemble vormend, van terreinen (met beplanting), lanen, waterpartijen en waterlopen, gebouwen, bouwwerken en tuinornamenten zijn door de opzet of ontwerp van tuin en park en het (utilitair) gebruik historisch en architectonisch met elkaar verbonden en vormen zo een onlosmakelijk geheel. Onderdeel van een historische buitenplaats vormen die gebouwen, bouwwerken en tuinornamenten, die compositorisch deel uitmaken van het ontwerp en de opzet en inrichting van de tuin- en/of parkaanleg dan wel dienen voor gebruik in samenhang met de oorspronkelijke bestemming;
1.36 cultuur en ontspanning:
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning;
1.37 cultuurhistorische waarde:
de aan een (samenstel van) bouwwerk(en) of gebied toegekende waarde in verband met het beeld dat door het gebruik in de loop van de geschiedenis is ontstaan, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur;
1.38 dagrecreatie:
vormen van recreatie, die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
1.39 dakkapel:
een constructie ter vergroting van een gebouw, met één of meer ramen, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
1.40 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.41 dienstverlening:
Het (naar openingstijden) met een winkel vergelijkbare onderneming die is gericht op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en wordt geholpen, zulks met uitzondering van horecaondernemingen en seksinrichtingen/prostitutie;
1.42 erf:
een al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
1.43 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.44 evenement:
een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak zoals sportmanifestaties, concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, thematische beurzen en -markten;
1.45 galerie:
een detailhandelsfunctie bestaande uit een ruimte voor het exposeren en verkopen van kunstwerken;
1.46 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.47 geluidsgevoelig object:
woningen, alsmede gebouwen, terreinen en ruimten als bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.48 geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.49 gestapelde woningen:
een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is;
1.50 groene en blauwe diensten:
werkzaamheden op het gebied van natuur, water en landschap die de kwaliteit en toegankelijkheid van het landelijk gebied verhogen;
1.51 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gezien zijn bestemming, vorm of gebruik, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.52 horeca:
een onderneming die in zijn algemeenheid is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, het verstrekken en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie.
De volgende specifieke vormen worden onderscheiden, waarbij in het kader van dit bestemmingsplan geen discotheken of (soft)drugsverstrekkende gelegenheden zijn toegestaan. Bij de begrippen is een categorie-indeling aangegeven welke in de regels wordt gebruikt:
Categorie h1 (winkel)ondersteunende horeca waaronder verstaan wordt:
een onderneming, die qua openingstijden vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen, althans geen latere sluitingstijd dan 21.00 uur heeft, zoals een dagcafé, lunchroom, koffiecorner en ijssalon;
Categorie h2 bed & breakfast, pensionbedrijf waaronder verstaan wordt:
een activiteit ondergeschikt aan een woning en gerund wordt door de eigenaren tevens bewoners van de betreffende woning, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van toeristisch nachtverblijf voor korte tijd en waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten (daaraan) ondergeschikt is;
Categorie h3 hotel waaronder verstaan wordt:
een onderneming, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en eventueel het ondergeschikt exploiteren van zaalaccommodatie en het ondergeschikt verstrekken van voedsel en dranken;
Categorie h4 restaurant/eetcafé waaronder verstaan wordt:
een onderneming, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is; alsmede tot het exploiteren van een ondergeschikte zaalaccommodatie;
Categorie h5 cafetaria/snackbar waaronder verstaan wordt:
een onderneming gericht op het verstrekken aan de verbruiker van al dan niet ter plaatse bereide, kleine etenswaren, welke al dan niet ter plaatse kunnen worden gebruikt;
Categorie h6 zaalaccommodatie waaronder verstaan wordt:
een onderneming, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is;
Categorie h7 café/bar waaronder verstaan wordt:
een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomende bedrijvigheid, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is;
Categorie h8 discotheek/dancing waaronder verstaan wordt:
een uitgaansgelegenheid bestaande uit één of meerdere bars en een plek waar je kunt dansen op of luisteren naar (live)muziek.
1.53 huishouden:
persoon of groep personen die een huishouding voert, niet zijnde (bedrijfsmatige) kamerbewoning/ kamerverhuur;
1.54 huishouding:
regeling van het huishouden, familieleven, huisgezin;
1.55 jongerenontmoetingsplek (JOP)
een speciaal ingerichte plek in het openbaar gebied waar jongeren rond kunnen hangen;
1.56 kamerbewoning/kamerverhuur:
het gebruik van een hoofdgebouw of met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken door meer dan één zelfstandig huishouden;
1.57 kantoor:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.58 kap:
een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk waarbij bij een horizontale projectie ten minste 50% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken;
1.59 karakteristiek:
een onroerend monument, gebouw of bouwwerk, beplanting aangemerkt als karakteristiek vanwege de karakteristieke waarde in het straatbeeld, zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde, en waarvan het behoud van belang is;
1.60 kelder:
een grotendeels ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorende bovengronds bouwwerk;
1.61 kelderingang:
een constructie die dient voor de toegang tot een kelder;
1.62 landschapswaarden:
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht;
1.63 ligplaats:
een plaats voor het aanleggen van vaartuigen;
1.64 maatschappelijke voorzieningen:
culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen alsmede (buitenschoolse) kinderopvang, alle met bijbehorende praktijkruimten, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.65 mantelzorg:
het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan een of meer leden van een huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op het fysieke, psychische en/of sociale vlak;
1.66 nevenactiviteit:
een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m²), omzet (€) als de effecten op het woon- en leefklimaat;
1.67 normaal onderhoud, gebruik en beheer:
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
1.68 nutsvoorzieningen:
gebouwde dan wel ongebouwde voorzieningen ten behoeve van algemene nutsdoeleinden zoals de watervoorziening, afval, energievoorziening of het (tele)communicatie-verkeer;
1.69 objecten met cultuurhistorische waarde:
bebouwing met cultuurhistorische waarde waaronder naast het hoofdgebouw tevens de (aangebouwde) voormalige (bedrijfs)gedeelten vallen die, gelet op de oorspronkelijke functie en bouwwijze, een wezenlijk onderdeel uitmaken van de oorspronkelijke (bedrijfs)bebouwing; hieronder vallen niet latere aan- of uitbouwen (erfbebouwing) zonder cultuurhistorische waarde;
1.70 oever:
waterkant langs rivieren, meren, kanalen enz.;
1.71 ondergeschikte detailhandel:
detailhandel vanuit vestigingen/voorzieningen die als hoofdactiviteit geen detailhandel hebben en waarvan de detailhandelsfunctie in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan de hoofdfunctie;
1.72 ondergeschikte functie:
functie die ondergeschikt is aan de hoofdfunctie:
1.73 ondergeschikte horeca:
horeca vanuit vestigingen/voorzieningen die als hoofdactiviteit geen horeca hebben en die in ruimtelijk en functioneel opzicht duidelijk ondergeschikt en gelieerd is aan de hoofdfunctie zoals een kantine bij een sportaccommodatie;
1.74 ondergronds bouwwerk:
een gebouw, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen beneden peil;
1.75 onderkomen:
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, kampeermiddelen, woonketen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
1.76 overkapping:
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het gebruiksgenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
1.77 overtuin:
een (particuliere) tuin, veelal (van oorsprong) behorend bij een buitenplaats, met een zekere cultuurhistorische en landschappelijke waarde, vanwege de oriëntatie op zowel de vecht als het (voormalige) buitenplaats, herenhuis, buitenhuis;
1.78 paardenbak:
niet-overdekte piste voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, waar naast training en africhting van het paard eveneens toetsing van prestaties van de combinatie paard en ruiter in diverse disciplines kan plaatsvinden;
1.79 patiowoning:
een woning, waarvan de woonruimten zijn gelegen om of aansluitend aan een onbebouwde onoverdekte met wanden omsloten ruimte;
1.80 perceelgrens:
een grenslijn tussen bouwpercelen onderling;
1.81 perifere detailhandel/volumieuze detailhandel:
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden);
1.82 praktijkruimte
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verlenen van medische, therapeutische of daarmee gelijk te stellen diensten;
1.83 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.84 reclamemast
bouwwerk, geen gebouw zijnde, uitsluitend ten behoeve van reclame-uitingen van een of meerdere bedrijven;
1.85 recreatie:
vrijetijdsbesteding die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, trimmen, fietsen, paardrijden, vissen, zwemmen, roeien, kanoën etc.;
1.86 recreatiewoning/ recreatieverblijf
een gebouw, zoals een stacaravan, een chalet, mobilehome, trekkershut of een zomerhuis, dat bestemd is voor verblijfsrecreatie;
1.87 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.88 straatmeubilair:
straatmeubilair: bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts-)voorzieningen, zoals:
- verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken;
- telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame (inclusief de reclame zelf);
- kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van niet meer dan 50 m³ en een hoogte van niet meer dan 3 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen;
- (ondergrondse) afvalinzamelsystemen.
1.89 speelterrein:
een terrein dat erop gericht is om in de openlucht speel- en recreatiemogelijkheden te bieden en waarop speelvoorzieningen kunnen worden geplaatst;
1.90 speelvoorziening:
een voorziening, die erop gericht is om in de openlucht speel- en recreatiemogelijkheden te bieden;
1.91 standplaats:
standplaatsen zijn plekken in het openbaar gebied waar ambulante handelaren een dagdeel, dag en/of een aantal dagen per week waren kunnen verkopen;
1.92 steiger:
een constructie langs of dwars op een oever die als aanlegplaats voor schepen dient;
1.93 streefpeil:
het reglementair vastgestelde waterpeil dat door de beherende instantie wordt nagestreefd;
1.94 terras:
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;
1.95 verblijfsrecreatie:
vormen van recreatie die mede gericht zijn op verstrekken van nachtverblijf;
1.96 verkoopvloekoppervlak (vvo):
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.97 voorerf/voorerfgebied:
de gronden die behoren bij een hoofdgebouw en gelegen zijn voor de voorgevelrooilijn en die geen onderdeel uitmaken van het achtererfgebied;
1.98 voorgevel/voorkant:
de naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een hoofdgebouw of, als het een hoofdgebouw betreft met meer dan één naar het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die architectonisch als de voornaamste gevel kan worden aangemerkt bijvoorbeeld omdat daar de hoofdentree is gelegen;
1.99 voorgevelrooilijn:
een naar de weg of het openbaar gebied gekeerde bouwgrens; bij percelen op de hoek van straten/paden geldt dat langs beide straten/paden een voorgevelrooilijn is gelegen;
1.100 voorzieningen van openbaar nut:
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
1.101 vrijstaand:
bebouwing waarbij de gebouwen aan beide zijden niet tegen een al dan niet op een ander bouwperceel gelegen gebouw zijn gebouwd;
1.102 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit., waaronder duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater;
1.103 (kunst)werk:
bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
1.104 woning/wonen/wooneenheid:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.105 woonzorgvoorzieningen:
bebouwing bestaande uit (zorg)woningen voor (een) bepaalde doelgroep(en), eventueel in combinatie met een zorginstellingen (verpleeghuis), welzijn- en zorgvoorzieningen en ondergeschikte horeca en detailhandel, ten behoeve van o.a. de bewoners van deze woningen. Onder een zorg- of welzijnsvoorziening worden o.a verstaan een gezondheidscentra, dagbesteding voor gehandicapten en ouderen en verhuurpunt van hulpmiddelen;
1.106 zorginstelling:
een organisatie die onder de Kwaliteitswet zorginstellingen (KWZ) valt, zoals een verpleeghuis;
1.107 zorgwoning:
een woning die bestemd is voor een bepaalde doelgroep waar zij zelfstandig, in groepsverband of onder algehele verzorging wonen. De woning is in de meeste gevallen afgestemd op de betreffende doelgroep en de mate van zorg die nodig is.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
a. Afstand:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot (bouw)perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
b. Bebouwde oppervlakte van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein:
buitenwerks boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen bouwwerken worden opgeteld.
c. Bebouwingspercentage:
bouwgrenzen zijn aangegeven het percentage van het bestemmingsvlak
of bouwvlak, dat ten hoogste bebouwd mag worden met bebouwing, tenzij in de regels anders is bepaald.
d. Bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):
binnenwerks met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten, worden opgeteld.
e. Bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
f. Bouwhoogte van een antenne-installatie:
a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
g. Bouwhoogte bruggen en viaducten over water
De hoogte van bruggen en viaducten of daarmee gelijk te stellen voorzieningen over het water wordt gemeten vanaf het gemiddeld waterpeil tot de onderzijde van de brug/viaduct.
h. Bovenkant spoorstaaf:
de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.
i. Breedte van een bouwvlak:
tussen de twee zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten in de grens van het bouwvlak of rooilijn.
j. Breedte van een bouwwerk:
buitenwerks en/of het hart van scheidingsmuren en evenwijdig aan de betreffende gevel.
k. Dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
l. Diepte van een bouwwerk: (horizontaal):
Buitenwerks en/of het hart van scheidingsmuren en haaks op de betreffende gevel;
m. Diepte van een (ondergronds) bouwwerk: (verticaal):
vanaf het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
n. Goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Met dien verstande dat bij een lessenaarsdak het laagste punt van het dak als goothoogte wordt aangemerkt;
o. Hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
p. Inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken.
q. Insteek van watergangen:
vanaf de insteek die wordt gevormd door de snijlijn tussen het schuine talud van de oever en het maaiveld.
r. Maaiveldhoogte:
De gemiddelde hoogte van de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft.
s. Ondergeschikte bouwdelen:
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden stoepen, stoeptreden, trappen, funderingen, kelderkoekoeken, erkers, plinten, pilasters, kozijnen, gevel- en kroonlijsten, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en/of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt en overige ondergeschikte bouwdelen, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 0,5 m bedraagt.
t. Oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van bouwwerk.
u. Oppervlakte van een overkapping:
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
v. Peil:
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- indien de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst of de gronden waar het bouwwerk komt zichtbaar lager ligt dan de weg, de door burgemeester en wethouders bij aanvang van de werkzaamheden vastgestelde hoogte van het terrein;
- in/boven water: het gemiddeld waterpeil.
binnenwerks met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van ruimten welke rechtstreeks ten dienste staan van de detailhandelsactiviteiten en welke voor het publiek toegankelijk zijn worden opgeteld; kantoren, magazijnen en overige dienstruimten worden hieronder niet begrepen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Agrarisch met waarden’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf;
- het wonen ten behoeve van de agrarische bedrijfsuitoefening, tenzij een bedrijfswoning ter plaatse is uitgesloten volgens deze regels;
- met behoud en versterking en herstel van de aldaar voorkomende, dan wel daaraan eigen zijnde landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden;
- groene en blauwe diensten als nevenfunctie;
- verkoop van streekeigen producten als nevenfunctie;
- extensief recreatief medegebruik;
met daarbij behorende:
- bouwwerken;
- erven en terreinen;
- erfbeplantingen en groenvoorzieningen;
- voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie voor eigen gebruik;
- water en watergangen;
- wegen en paden;
- overige functioneel met de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ verbonden voorzieningen
3.2 Bouwregels
Op de in artikel 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen uitsluitend worden gebouwd binnen de bouwvlakken;
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- bedrijven behorende tot ten hoogste milieucategorie 2 van de in de bijlagen bij de regels als bijlage 1 opgenomen ‘Staat van bedrijfsactiviteiten’;
- bedrijven die niet zijn genoemd in de in bijlagen bij de regels als bijlage 1 opgenomen ‘Staat van bedrijfsactiviteiten’ en die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de onder a bedoelde bedrijven;
- ter plaatse van de aanduiding ’gemaal’ zijn de gronden tevens bestemd voor een gemaal;
- ondergeschikte detailhandel;
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 4 lid 2.2 sub d onder 1 voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van 15 m binnen een bouwvlak, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitoefening noodzakelijk is.
4.4 Specifieke gebruiksregels
- Inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zoals deze luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan zijn niet toegestaan.
- Risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zijn niet toegestaan uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding ‘verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg’ is een tankstation toegestaan zonder lpg.
- Detailhandel, anders dan ondergeschikte detailhandel, is niet toegestaan.
- Zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in de bijlage bij deze regels opgenomen ‘Staat van bedrijfsactiviteiten’ te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.
Artikel 5 Centrum
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Centrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- detailhandel waaronder begrepen winkelondersteunende horeca (categorie h1) op de 1e en 2e bouwlaag;
- dienstverlening op de 1e en 2e bouwlaag;
- maatschappelijke voorzieningen met een publieksgericht karakter (baliefunctie);
- horeca in de categorieën h3 tot en met h7 op de 1e bouwlaag;
- ter plaatse van de aanduiding ‘wonen’ is de functie wonen toegestaan op de 2e en daarboven liggende bouwlagen;
- kantoren;
- ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor uitgesloten’ is de functie kantoor niet toegestaan.
- kiosk;
- cultuur en ontspanning op de 1e en 2e bouwlaag;
- sport op de 1e en 2e bouwlaag;
- terrassen al dan niet overkapt;
- onderwijs;
- standplaatsen en evenementen;
met de daarbij behorende:
- erven;
- wegen, voet- en fietspaden;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- toegangsportalen van de op de verdiepingen gelegen woningen of voorzieningen;
- groenvoorzieningen en water;
- nutsvoorzieningen;
- overige functioneel met de bestemming ‘Centrum’ verbonden voorzieningen, zoals pleinen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
De oppervlakte aan gebruik van ruimten in gebouwen ten behoeve van kantoren mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 5 lid 3 voor het vergroten van het aantal m² kantoor onder voorbehoud van instemming van het Bestuur Regio Utrecht (BRU).
Artikel 6 Gemengd
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
- ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' tevens voor een supermarkt, uitsluitend op de begane grond met een maximale oppervlakte van 1.375 m² b.v.o.;
met de daarbij behorende:
- erven;
- toegangspaden tot gebouwen en in- en uitritten;
- parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' met dien verstande dat de ontsluiting van het parkeerterrein plaats vindt ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
- groenvoorzieningen, water en tuinen;
- overige functioneel met het wonen en een supermarkt verbonden voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
- Gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten aan huis, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijfsmatige activiteiten mag niet meer dan 33% bedragen van het gezamenlijke vloeroppervlak van hoofdgebouwen en erfbebouwing met een maximum van 50 m²;
- het gebruik mag geen grote verkeersaantrekkende werking hebben en onevenredig nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer, waaronder parkeren;
- er mag geen horeca en geen detailhandel plaatsvinden, met uitzondering van functionele ondergeschikte en niet zelfstandige detailhandel;
- het beroep of de activiteit dient door de bewoner(s) te worden uitgeoefend;
- er is niet meer dan 1 fte in dienstverband extra toegestaan;
- het gebruik mag geen onevenredige afbreuk doen aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken en de ruimtelijke uitstraling moet passend zijn binnen de woonfunctie van de wijk.
- Een woning is bedoeld voor één huishouding. Een kamerverhuurbedrijf is niet toegestaan.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
- Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het ingebruik nemen van (een deel) van het hoofdgebouw of de bijbehorende bouwwerken als extra wooneenheid ten behoeve van mantelzorg mits:
- de mantelzorg noodzakelijk is en dat blijkt uit een medische of sociale indicatie;
- er sprake is van een ouder - kind relatie waarbij de ouder(s) 65 jaar of ouder is (zijn) is geen medische of sociale indicatie noodzakelijk;
- het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken bereikbaar zijn en blijven voor hulpdiensten;
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- de oppervlakte welke wordt gebruikt als extra wooneenheid voor mantelzorg niet meer bedraagt dan 80 m²;
- Het bevoegd gezag kan de onder a bedoelde omgevingsvergunning intrekken na beëindiging van de mantelzorg;
- Na het intrekken van de omgevingsvergunning, zoals bedoeld onder b, is degene aan wie de omgevingsvergunning was verleend of diens rechtsopvolger, en indien sprake was van afhankelijke woonruimte, verplicht de als dan strijdige situatie te zijner keuze hetzij in de vorige toestand te herstellen, hetzij met het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om zodoende naast de in artikel 6 lid 1 genoemde functies tevens een zorgvoorziening en/of zorginstelling mogelijk te maken, onder de voorwaarde dat het gebruik geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groenvoorzieningen;
- bermen en beplantingen;
- recreatief medegebruik;
- speelvoorzieningen
- in- en uitritten;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- bruggen, dammen en duikers
- kunstobjecten en straatmeubilair;
- nutsvoorzieningen en gemalen;
- voet- en fietspaden;
- water en watergangen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen
- overige functioneel met de bestemming 'Groen' verbonden voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
- Onverminderd het bepaalde in artikel 7 lid 1 van deze regels is het in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor:
- het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
- het opslaan van gerede en ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
- het opslaan c.q. stallen van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
- het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
- het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
- het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering en/of handhaving van de bestemming en aanduidingen.
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van het realiseren van parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:
- de parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn in verband met de verkeersveiligheid;
- er sprake is van een ruimtelijke noodzaak in verband met parkeercongestie.
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen naar de bestemming ‘Wonen’ zonder bouwvlak of de bestemming 'Tuin', waarna de regels van de desbetreffende bestemmingen van toepassing zijn.
Artikel 8 Natuur
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
- water;
- agrarisch medegebruik;
- extensief recreatief medegebruik;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur- schuilgelegenheden/berging': een schuilgelegenheid, observatiehut en/of berging;
met de daarbij behorende:
- groenvoorzieningen en water;
- nutsvoorzieningen, straatmeubilair en bruggen;
- ontsluitingswegen ten behoeve van aangrenzende percelen;
- overige functioneel met de bestemming 'Natuur' verbonden voorzieningen, zoals informatiepanelen.
8.2 Bouwregels
- op de in artikel 8 lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, observatiehutten en schuilhutten ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
- in aanvulling op het bepaalde onder a geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - schaftwagens' tevens schaftwagens mogen worden gebouwd;
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1,5 m;
- de oppervlakte van schuilhutten, observatiehutten en bergingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - schuilgelegenheden/berging' bedraagt ten hoogste 15 m²;
- de bouwhoogte van schuilhutten, observatiehutten en bergingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - schuilgelegenheden/berging' bedraagt ten hoogste 2,5 m;
- de oppervlakte en bouwhoogte van schaftwagens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - schaftwagens' bedraagt de oppervlakte en bouwhoogte zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Recreatie
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- ter plaatse van de aanduiding ‘volkstuin’ zijn volkstuinen toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' zijn recreatiewoningen toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning - voorziening partyschepen’ uitsluitend een sanitaire voorziening met opslag ten behoeve van partyschepen,
met de daarbij behorende:
- overige bouwwerken;
- erven en terreinen;
- groen- en speelvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- water en watergangen;
- wegen en paden;
- overige functioneel met de bestemming 'Recreatie' verbonden voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de recreatiewoningen voor permanente bewoning ter plaatse van aanduiding 'recreatiewoning', met dien verstande dat:
- permanente bewoning op grond van een persoons- en objectgebonden gedoogbeschikking zoals die zijn opgenomen in bijlagen bij de regels, bijlage 2 is toegestaan;
- het bepaalde in artikel 37 lid 3 en artikel 37 lid 4 van toepassing is;
Artikel 10 Recreatie - 4
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- verblijfsrecreatie;
met daarbij behorende:
- zelfstandige recreatieverblijven met bijbehorende erven;
- groenvoorzieningen en water;
- overig functioneel met de bestemming 'Recreatie - 4' verbonden voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Op de in artikel 10 lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
- ondergronds bouwen niet is toegestaan;
- de bestaande goot- en bouwhoogte van recreatieverblijven en kampeermiddelen niet mag worden vergroot;
- de bestaande inhoud van recreatieverblijven niet mag worden vergroot;
- overigens geldt het volgende:
max. aantal per recreatieverblijf | max. oppervlak | max. bouwhoogte | |
bijgebouwen en overkappingen bij de recreatiewoning; | 1 | 10 m² | 2,5 m |
erf- en terreinafscheidingen op gronden voor de naar een openbare weg gekeerde gevel | 1 m | ||
erf- en terreinafscheidingen op overige gronden | 2 m | ||
pergola | 2,7 m | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m |
10.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 sub a onder 2 en 3 voor een recreatieverblijf tot een inhoud van niet meer dan 250 m³ waarbij het perceel van het recreatieverblijf ten minste 150 m² bedraagt. Toepassing van deze bevoegdheid tot afwijken is slechts toelaatbaar, indien door de uit te voeren werkzaamheden de natuurwaarden van de gronden niet in onevenredige mate worden aangetast. Het bevoegd gezag geeft uitsluitend toepassing aan deze bevoegdheid tot afwijken na schriftelijk advies van een deskundige op dit gebied.
10.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat het niet is toegestaan recreatieverblijven en kampeermiddelen te gebruiken of te laten gebruiken voor permanente bewoning.
Artikel 11 Recreatie - 4a
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - 4a' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- natuurvereniging;
met daarbij behorende:
- gebouwen ten behoeve van de natuurvereniging;
- groenvoorzieningen en water;
- overig functioneel met de bestemming 'Recreatie - 4a' verbonden voorzieningen.
11.2 Bouwregels
Op de in artikel 11 lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
- de bestaande oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de natuurvereniging niet mag worden vergroot;
- de bestaande goot- en bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van de natuurvereniging niet mag worden vergroot;
- de bestaande inhoud van gebouwen ten behoeve van de natuurvereniging niet mag worden vergroot;
- ondergronds bouwen niet is toegestaan;
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1,5 m;
- de maatvoering van gebouwen is opgenomen in het als bijlagen bij de regels, bijlage 3 bijgevoegde overzicht.
11.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat het niet is toegestaan om gebouwen ten behoeve van de natuurvereniging te gebruiken of te laten gebruiken voor verblijfsrecreatie of permanente bewoning.
Artikel 12 Tuin
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- tuinen;
- (ontsluitings)wegen en paden;
met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige functioneel met de bestemming 'Tuin' verbonden voorzieningen;
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Onder verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden ten behoeve van opslag van materialen en goederen.
Artikel 13 Verkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen met een hoofdzakelijk doorgaand karakter;
- parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
met de daarbij horende:
- duikers en (kunst)werken;
- geluidwerende voorzieningen;
- groenvoorzieningen en water;
- in- en uitritten;
- kunstobjecten en straatmeubilair;
- oeververbindingen (bruggen);
- overige functioneel met de bestemming ‘Verkeer’ verbonden voorzieningen.
13.2 Bouwregels
Artikel 14 Verkeer - Railverkeer
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- railverkeer;
- spoorovergangen of onderdoorgangen;
- het behoud en het herstel van de ter plaatse voorkomende, dan wel de daaraan eigen natuurwaarden;
- ecologische verbindingszones;
- groenvoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- bruggen en duikers;
- ongelijkvloerse kruisingen;
met de daarbij behorende:
- bouwwerken;
- geluidwerende voorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- kunstwerken;
- water en watergangen;
- overige functioneel met de bestemming ‘Verkeer – Railverkeer’ verbonden voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 15 Verkeer - Verblijfsgebied
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie, en pleinen en standplaatsen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'centrum' tevens evenementen, weekmarkten en terrassen zijn toegestaan;
- parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
met de daarbij horende:
- duikers en (kunst)werken;
- geluidwerende voorzieningen;
- in- en uitritten;
- kunstobjecten en straatmeubilair;
- oeververbindingen (bruggen);
- stallingsruimte voor fietsen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen en waterberging, waaronder bergbezinkbassins;
- overige functioneel met de bestemming ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ verbonden voorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 16 Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- water en waterlopen;
- waterhuishouding;
- recreatief medegebruik;
met de daarbij horende:
- bruggen, sluizen, waterhuishoudkundige voorzieningen, beschoeiingen en overige kunstwerken;
- nautische voorzieningen;
- afmeervoorzieningen;
- trailerhelling;
- recreatievoorzieningen;
- kruisende wegen en paden;
- overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 17 Wonen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woningen;
- aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals in de in bijlagen bij de regels als bijlage 1 opgenomen, of daarmee gelijk te stellen bedrijfsactiviteiten;
- ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' is een praktijkruimte op de begane grond toegestaan;
Met de daarbij behorende:
- tuinen en erven;
- toegangspaden tot gebouwen en in- en uitritten;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen en water;
- overige functioneel met de bestemming 'Wonen' verbonden voorzieningen;
17.2 Bouwregels
17.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
- artikel 17 lid 2.2 sub c voor vergroting van het gezamenlijk grondoppervlak van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak tot niet meer dan 80 m², met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken niet meer dan 50% van de oppervlakte van het aansluitend aan de woning en binnen de bestemming 'Wonen' gelegen erf bedraagt;
- artikel 17 lid 2.2 sub d ten behoeve van het doortrekken of aanbrengen van een kap over de aangebouwde bijbehorende bouwwerken onder de volgende voorwaarden:
- uit een bezonningsstudie blijkt dat het naburige erf niet wordt belast;
- de onder 1 gestelde onderzoeksverplichting is niet van toepassing als de eigenaar van het naburige erf akkoord geeft op het bouwplan;
- de bouw doet geen onevenredige afbreuk aan de ter plaatse aanwezige beeldkwaliteit en ritmiek van de rij woningen en een positief welstandsadvies is ontvangen.
- artikel 17 lid 2.2 sub f onder 1 voor het verhogen van de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 4 meter van het naburige erf tot maximaal 6 meter onder de volgende voorwaarden:
- de bouwhoogte altijd minder is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
- uit een bezonningsstudie blijkt dat het naburige erf niet wordt belast;
- de onder 1 gestelde onderzoeksverplichting is niet van toepassing als de eigenaar van het naburige erf akkoord geeft op het bouwplan.
- artikel 17 lid 2.2 sub i voor het realiseren van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk met een grotere diepte gemeten vanaf de grens van het bouwvlak of de nog niet uitgebreide originele achtergevel, onder voorwaarde dat:
- het aangebouwde bijbehorende bouwwerk mag niet dieper zijn dan de nog niet uitgebreide originele achtergevel breed is;
- het aangebouwde bijbehorende bouwwerk mag niet breder zijn dan 50% van de oorspronkelijke achtergevel met een maximum van 3 meter;
- de goot- en bouwhoogte van het aangebouwde bijbehorende bouwwerk bedragen ten hoogste de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m;
- uit een bezonningsstudie blijkt dat het naburige erf niet wordt belast;
- de onder 4 gestelde onderzoeksverplichting is niet van toepassing als de eigenaar van het naburige erf akkoord geeft op het bouwplan.
17.4 Specifieke gebruiksregels
17.5 Afwijken van de gebruiksregels
17.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 18 Wonen - 1
18.1 Bestemmingsomschrijving
18.2 Bouwregels
18.3 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 19 Wonen - 2
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep/bedrijf;
- het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ staat aangegeven. Indien deze aanduiding niet is opgenomen is maximaal één wooneenheid toegestaan;
- hobbymatige agrarische activiteiten voor zover milieuhygiënisch inpasbaar;
met de daarbij behorende:
- erven;
- toegangspaden tot gebouwen en in- en uitritten;
- parkeervoorzieningen;
- groenvoorzieningen en water;
- overige functioneel met de bestemming ‘Wonen’ verbonden voorzieningen.
19.2 Bouwregels
19.3 Afwijken van de bouwregels
19.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken met de bestemming ‘Wonen - 2’ gelden de volgende regels:
- de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep dan wel bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 33% van de maximaal toegestane bebouwing met een maximum van 50 m², horeca en detailhandel is hierbij niet toegestaan;
- het in gebruik nemen (van een deel) van het hoofdgebouw of de bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg is niet toegestaan.
19.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 20 Leiding - Gas
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een gastransportleiding .
20.2 Bouwregels
- In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden voorkomende bestemming(en) mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming Leiding - Gas worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 3 m.
- In afwijking van het bepaalde onder a mag op de gronden met de bestemming Leiding - Gas ten behoeve van de andere voor die gronden voorkomende bestemming(en) worden gebouwd indien de leidingbeheerder heeft aangegeven dat hierbij voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van de leidingen.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 20 lid 2 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemmingen worden gebouwd, mits:
- dit uit oogpunt van externe veiligheid aanvaardbaar is en de belangen van energieleveringzekerheid niet worden geschaad;
- daartoe vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Leiding - Hoogspanningsverbinding
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘ Leiding - Hoogspanningsverbinding ’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een bovengrondse 150kV hoogspanningsleiding met een veiligheidsstrook ter breedte van 27,5 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.
21.2 Bouwregels
21.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Leiding - Water
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het transport van afvalwater door een waterleiding.
22.2 Bouwregels
- In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden voorkomende bestemming(en) mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming Leiding - Water worden gebouwd met een bouwhoogte van 3 m
- In afwijking van het bepaalde onder a mag op de gronden met de bestemming Leiding - Water ten behoeve van de andere voor die gronden voorkomende bestemming(en) worden gebouwd indien de leidingbeheerder heeft aangegeven dat hierbij voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van de leidingen.
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Waarde - Archeologie 1
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 1 aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
23.2 Bouwregels
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 24 Waarde - Archeologie 2
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
24.2 Bouwregels
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Waarde - Archeologie 3
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
25.2 Bouwregels
25.3 Afwijken van de bouwregels
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Waarde - Archeologie 4
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 4 aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
26.2 Bouwregels
26.3 Afwijken van de bouwregels
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Waarde - Archeologie 5
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 5 aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
27.2 Bouwregels
27.3 Afwijken van de bouwregels
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 28 Waarde - Cultuurhistorie 1
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Cultuurhistorie 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor;
- de bescherming en veiligstelling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
28.2 Bouwregels
Op de gronden met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie 1 mogen bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:
- uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd, waarbij de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 m;
- ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien de betrokken waarden, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de Nieuwe Hollandse Waterlinie;
- het bepaalde in dit lid onder a is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op gronden gelegen binnen bouwvlakken.
- burgemeester en wethouders ter beoordeling van het bepaalde onder b. deskundig advies inwinnen.
28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie 3
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Cultuurhistorie 3 aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de versterking van de Stelling van Amsterdam.
29.2 Bouwregels
- Op de gronden met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie 3 mag ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) en (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd indien de betrokken waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden gericht op het behoud van de ter plaatse aangeduide waarde;
- Ter beoordeling van het bepaalde onder a winnen burgemeester en wethouders deskundig advies in;
- Het bepaalde artikel 29 lid 2 sub a is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op gronden gelegen binnen bouwvlakken.
29.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Waarde - Cultuurhistorie 4
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Cultuurhistorie 4 aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de versterking van de buitenplaatszone langs de Vecht.
30.2 Bouwregels
- Op de gronden met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie 4 mag ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) en (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd indien de betrokken waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden gericht op het behoud van de ter plaatse aangeduide waarde;
- Ter beoordeling van het bepaalde onder a winnen burgemeester en wethouders deskundig advies in;
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op gronden gelegen binnen bouwvlakken.
30.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorie, Landschap En Natuur
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Cultuurhistorie, landschap en natuur aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud, herstel, beheer en de versterking van de aanwezige cultuurhistorische waarden, natuur- en landschapswaarden in de vorm van bebouwde en onbebouwde structuren, elementen, systemen, patronen en zichtlijnen;
31.2 Bouwregels
Op de gronden met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie, landschap en natuur mag ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) en (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd indien:
- de cultuurhistorische waarden, natuur- en/of landschapswaarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - ecologische hoofdstructuur' is aangetoond dat de wezenlijke kenmerken en waarden geen negatieve effecten ondervinden (nee, tenzij-beleid);
- met een schriftelijk advies van een deskundige is aangetoond dat de cultuurhistorische waarden, natuur- en/of landschapswaarden niet worden geschaad of dat schade kan worden voorkomen;
- aan de omgevingsvergunning voorwaarden zijn verbonden gericht op het behoud van de cultuurhistorische waarden, natuur- en/of landschapswaarden.
31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 Waarde - Natuur
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Natuur aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de versterking van de aanwezige natuur- en landschapswaarden. Bij nieuwe ontwikkelingen bij bouwen of gebruiken die niet rechtstreeks zijn toegestaan binnen de aangewezen EHS is medewerking slechts mogelijk indien is voldaan aan de landelijk gehanteerde Spelregels EHS.
32.2 Bouwregels
- Op de gronden met de bestemming Waarde - Natuur mag ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) en (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd indien de betrokken waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden gericht op het behoud van de ter plaatse aangeduide waarde;
- Ter beoordeling van het bepaalde onder a winnen burgemeester en wethouders deskundig advies in;
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op gronden gelegen binnen bouwvlakken.
32.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 33 Waterstaat - Waterkering
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor waterkering en de bijbehorende beschermingszone.
33.2 Bouwregels
Ten behoeve van de in artikel 33 lid 1 bedoelde bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 3 m worden gerealiseerd.
33.3 Afwijken van de bouwregels
In afwijking van het bepaalde in artikel 33 lid 2 mogen bouwwerken ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen worden gebouwd, indien en voor zover het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Bij die belangenafweging wordt goedkeuring gevraagd aan de beheerder van de waterkering. Ten behoeve van deze andere onderliggende bestemmingen mogen gebouwd worden conform het bepaalde bij de betreffende bestemmingsbepalingen.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 34 Algemene Gebruiksregels
34.1 Parkeren
Artikel 35 Algemene Aanduidingsregels
35.1 vrijwaringszone - straalpad
In aanvulling op het bepaalde bij de andere ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - straalpad’ voorkomende bestemming(en) mag de bouwhoogte ter plaatse van deze aanduiding niet meer bedragen dan 88 m ten opzichte van NAP.
35.2 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
Artikel 36 Overige Regels
36.1 Administratieve bepaling
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 37 Overgangsrecht
37.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid a met maximaal 10 %.
- Lid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
37.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in lid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Lid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
37.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
- In de in bijlagen bij de regels, bijlage 2 genoemde recreatiewoningen/caravans mogen de betreffende personen het recreatieverblijf waarvoor zij een persoonsgebonden gedoogbeschikking hebben gekregen permanent bewonen.
- Het persoonsgebonden overgangsrecht zoals genoemd in lid a. komt te vervallen, zodra:
- de betreffende persoon verhuist;
- de betreffende persoon komt te overlijden;
- van het recreatieverblijf weer recreatief gebruikt gemaakt wordt;
- de betreffende persoon niet langer in de Basisregistratie personen staat ingeschreven;
- de permanente bewoning voor een periode van twee maanden of langer is gestaakt;
- de (woon)situatie is gewijzigd ten opzichte van de (woon)situatie zoals die was ten tijde van het verlenen van de persoonsgebonden gedoogbeschikking.
37.4 Objectgebonden overgangsrecht
- De percelen zoals genoemd in bijlagen bij de regels, bijlage 2 mogen gebruikt worden voor permanente bewoning.
- Het objectgebonden overgangsrecht zoals genoemd in lid a. komt te vervallen, zodra:
- het perceel weer recreatief gebruikt wordt;
- de permanente bewoning voor een periode van twee maanden of langer is gestaakt.
Artikel 38 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Parapluplan 'Witte vlekken en reparaties'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Voorliggend parapluplan heeft betrekking op enkele locaties binnen de gemeente Stichtse Vecht, zogenaamde 'witte vlekken' waarvoor op dit moment nog geen bestemmingsplan is gepubliceerd op ruimtelijkeplannen.nl. Daarnaast heeft dit parapluplan betrekking op divers reparaties van verschillende geldende bestemmingsplannen.
Tijdens de actualisatie van bestemmingsplannen zijn bepaalde gronden niet meegenomen, hierdoor zijn witte vlekken ontstaan op ruimtelijkeplannen.nl. Het gaat hierbij om locaties die vaak op de grens van verschillende bestemmingsplannen zijn gelegen waardoor deze gronden onbedoeld niet zijn meegenomen. In enkele gevallen is bewust gekozen de gronden niet mee te nemen in de geactualiseerde bestemmingsplannen. In feite geldt voor deze witte vlekken nog het onderliggende verouderde bestemmingsplan dat niet gepubliceerd is op ruimtelijkeplannen.nl.
Daarnaast heeft dit bestemmingsplan betrekking op diverse reparaties van geldende bestemmingsplannen. Het betreft locaties waarvoor een beoogde regeling niet is opgenomen, of per abuis is overschreven. Ook gaat het om locaties die niet conform de feitelijke (legale) situatie zijn bestemd. Verder gaat het om het herstellen van foute verwijzingen e.d.
Onderhavig parapluplan heeft als doel een nieuw en actueel planologisch-juridisch kader te bieden dat een correct beeld geeft van de zogenaamde 'witte vlekken' en waarmee onvolkomenheden en fouten worden gerepareerd van geldende bestemmingsplannen.
1.2 Ligging Plangebied
Het plangebied van het parapluplan ‘witte vlekken en reparaties’ omvat diverse locaties verspreidt over het grondgebied van de gemeente Stichtse Vecht. De locaties die betrekking hebben op de witte vlekken worden nader beschreven in paragraaf 2.1. De locaties die betrekking hebben op de reparaties worden in paragraaf 2.2 beschreven. Overigens is niet elke reparatie echter specifiek aan een locatie toe te wijzen; het gaat namelijk deels om reparaties of toevoegingen in de regels.
1.3 Geldende Planologische Regimes
Onderhavig parapluplan heeft betrekking op verschillende bestemmingsplannen binnen de gemeente Stichtse Vecht. In onderstaand tabel is een overzicht weergegeven van de relevante bestemmingsplannen. In toelichting hoofdstuk 2 zal specifiek benoemd welk bestemmingsplan van toepassing is.
Planologische regime | Vastgesteld |
Bestemmingsplan 'Corridor' | 28 mei 2014 |
Bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Corridor' | 1 maart 2013 |
Bestemmingsplan 'Maarssenbroek Woongebied' | 31 oktober 2012 |
Bestemmingsplan 'Herenweg - Gageldijk e.o. partiële herziening 2002' | 2 februari 2004 |
Bestemmingsplan 'Rondom de Vecht' | 19 november 2019 |
Bestemmingsplan 'Breukelen Centrum' | 26 februari 2013 |
Bestemmingsplan 'Breukelen Woongebied' | 7 juli 201 |
Bestemmingsplan 'Landelijk gebied Noord' | 3 december 2015 |
Bestemmingsplan 'De Kwekerij' | 27 juli 2011 |
Bestemmingsplan 'Vreeland' | 6 april 2011 |
Bestemmingsplan 'Beschermd dorpsgezicht Vreeland' | 10 september 2009 |
Bestemmingsplan 'Oud Zuilen en op Buuren' | 26 april 2016 |
Bestemmingsplan 'Maarssendorp Woongebied' | 17 juni 2015 |
Bestemmingsplan 'Nieuwersluis' | 24 maart 2009 |
Bestemmingsplan 'Bergseweg 6 Vreeland' | 18 november 2015 |
Bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Maarssen' | 17 december 2013 |
Bestemmingsplan 'Stationsweg - Noord' | 3 juli 2017 |
Bestemmingsplan 'Maarssen aan de Vecht' | 1 juli 2008 |
Bestemmingsplan 'Maarssen aan de Vecht, partiële herziening’ | 21 juni 2010 |
Uitwerkingsplan ' Vechtoever 11, 12 en 13' | 1 september 2009 |
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden de verschillende nieuwe ontwikkelingen en reparaties beschreven. In hoofdstuk 3 is een uiterst beknopte beschrijving van het relevante beleid opgenomen. In hoofdstuk 4 wordt aangegeven hoe om wordt gegaan met de haalbaarheidsaspecten. Hoofdstuk 5 bevat de juridische planbeschrijving, terwijl in hoofdstuk 6 en 7 wordt ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Witte Vlekken
2.1.1 Percelen langs de Haarrijn, Maarssenbroek
Langs de Haarrijn, ingeklemd tussen A2 aan de westzijde en het Amsterdam-Rijnkanaal aan de oostzijde van het plangebied zijn diverse locaties ten noorden van de kern Maarssenbroek gelegen waar witte vlekken zijn ontstaan. De locaties zijn gelegen op de grens tussen de bestemmingsplannen 'Maarssenbroek Woongebied' en '1e herziening bestemmingsplan Corridor'.
De onderstaande afbeelding toont de ligging van de verschillende locaties langs de Haarrijn.

Ligging witte vlekken langs Haarijn (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling naar het bestemmingsplan
Voor alle locaties wordt aangesloten op het bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Corridor'.
Locatie 1 en 2 (zie verbeelding blad 1)
De eerste twee locaties grenzen aan de zuidoostzijde aan de Haarrijn en aan de noordwestzijde aan agrarisch gebied. Beide locaties worden bestemd met de enkelbestemming 'Agrarisch met waarde' en de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 5' en 'Waterstaat - Waterkering'. Aan de westzijde, grenzend aan de A2 worden verder de dubbelbestemmingen met bijhorende hartlijnen 'Leiding - Water', 'Leiding - Gas' en 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' overgenomen uit het bestemmingplan '1e herziening bestemmingsplan Corridor'.
Locatie 3 (zie verbeelding blad 2)
De derde locatie is gelegen tussen het bedrijf aan de Parallelweg 7 en de woning aan de Parallelweg 6. Aan de noordwestzijde wordt het onderhavige gebied voor een deel toegevoegd aan woonbestemming horende bij de woning aan de Parallelweg 6. Aan de zuidoostzijde wordt voor een deel aangesloten op de bedrijfsbestemming horende bij de Parallelweg 7. Verder is een deel van de woonbestemming gelegen binnen de kadastrale perceelnummers 1256 en 1257, waar de bestemming 'Bedrijf' en 'Verkeer' logischer zijn. Dit zal tegelijkertijd worden gecorrigeerd.
Voor wat betreft de bestemming 'Bedrijf' worden tevens de functieaanduiding 'gemaal' opgenomen, conform het aanliggende bestemmingsvlak in het bestemmingsplan 'Maarssenbroek Woongebied'. Tevens zijn bouwmogelijkheden geboden, in samenhang met het aangeduide ’maximum oppervlakte (m²)’ van het bijbehorende perceelsgedeelte en met een maximum bouwhoogte van 8 m.
Tevens zijn de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 5' (alleen binnen de bestemming 'Wonen') en 'Waterstaat - Waterkering' overgenomen. In aansluiting op het bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Corridor' is de woonbestemming voorzien van de aanduiding ‘Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen’.
Locatie 4 (zie verbeelding blad 3)
Dit betreft eveneens een locatie aan de Kanaaldijk West, op de grens tussen de bestemmingsplannen 'Maarssenbroek Woongebied' en '1e herziening bestemmingsplan Corridor'. Ter plaatse is de spoorlijn Utrecht - Amsterdam gelegen en het Amsterdam-Rijnkanaal. De bestemmingen uit het bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Corridor' worden doorgetrokken. De spoorlijn wordt voorzien van de bestemming 'Verkeer - Railverkeer', het Amsterdam-Rijnkanaal krijgt de bestemming 'Water'. Tussen het spoor en het Amsterdam-Rijnkanaal is een groenstrook en een weg gelegen, hiervoor wordt de bestemming 'Groen' en 'Verkeer' opgenomen. Verder zullen de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 5' en 'Waterstaat - Waterkering' en de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' worden overgenomen.
2.1.2 Percelen langs de A2, Maarssenbroek
Aan de westzijde van de A2 zijn op verschillende locaties witte vlekken gelegen op grens van de gemeente Utrecht en gemeente Stichtse Vecht. Deze witte vlekken zijn zowel binnen het grondgebied van de gemeente Utrecht als Stichtse Vecht gelegen. Aan de ene kant geldt het bestemmingsplan 'Haarzuilens' van de gemeente Utrecht. Aan de andere kant geldt het bestemmingsplan 'Maarssenbroek Woongebied'.
Onderstaande afbeelding toont de ligging van de witte vlekken aan rijksweg A2.

Ligging witte vlekken langs de A2 (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
In aanvulling hierop is ook nog een uiterst smalle strook tussen de A2 en de Thematerkade meegenomen, voor zover gelegen op het grondgebied van de gemeente Stichtse Vecht. Dit betreft een 'witte vlek' tussen bestemmingsplan 'Landelijk Gebied West, 1e herziening' (gemeente Stichtse Vecht) en bestemmingsplan 'Haarzuilens' (gemeente Utrecht).
Vertaling naar het bestemmingsplan (zie verbeelding bladen 4, 5 en 6)
Voor alle locaties langs de A2 wordt aangesloten op het bestemmingsplan 'Maarssenbroek Woongebied'. Ter plaatse van de A2 zal de bestemming 'Verkeer' worden opgenomen, met een nuancering dat hier lichtmasten met een hoogte van 20 m zijn toegelaten en geluidwerende voorzieningen met een maximum hoogte van 15 m.
De overige gronden zullen de bestemming 'Groen' krijgen. Binnen die bestemming wordt specifiek geregeld dat de bouwhoogte van reclamemasten in deze zone niet meer mag bedragen dan 10 m. Aan de smalle strook tussen de A2 en de Thematerkade zijn de bestemmingen 'Verkeer' en Agrarisch met waarden' toegekend, alsmede dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 4' en 'Waterstaat - Waterkering'.
2.1.3 Percelen achter Gageldijk 95A, Maarssen
Op de percelen achter de Gageldijk 95A en 97 zijn gronden ten behoeve van volkstuintjes gelegen, echter zijn deze gronden niet dusdanig bestemd. Bovendien is een deel van de gronden op dit moment niet als volkstuin in gebruik maar is op een deel van de percelen sprake van permante bewoning . Dit wordt gedoogd door de gemeente Stichtse Vecht doordat er zowel object- als persoonsgebonden gedoogbeschikkingen zijn afgegeven.
De onderstaande afbeelding toont de ligging van de witte vlek op het perceel achter de Gageldijk 95A.

Ligging witte vlek Gageldijk 95A Maarssen (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Een persoonsgebonden gedoogbeschikking (Algemene wet bestuursrecht, artikel 1:3) is een schriftelijk besluit van het bevoegde bestuursorgaan dat het ter zake van de geconstateerde overtreding (in dit geval illegale permanente bewoning) afziet van handhaving. Het gedogen geldt alleen voor de persoon waarop de beschikking zich richt en is niet overdraagbaar. De beschikking is ook objectgebonden, aangezien ook moet worden aangegeven voor welk recreatieverblijf de beschikking geldt. De onderstaande tabel toont een overzicht van voor welke percelen een gedoogbeschikking is afgegeven.
Adres | Kadastraal |
Gageldijk 95A C1 | Perceelnummer: 531, sectie H |
Gageldijk 95A C2 | Perceelnummer: 530, sectie H |
Gageldijk 95A C3 | Perceelnummer: 546, sectie H |
Gageldijk 95A C5 | Perceelnummer: 547, sectie H |
Gageldijk 95A C6 | Perceelnummer: 527, sectie H |
Gageldijk 95A C7 | Perceelnummer: 554, sectie H |
Gageldijk 95A C8 | Perceelnummer: 555, sectie H |
Gageldijk 95A C9 | Perceelnummer: 556, sectie H |
Gageldijk 95A C10 | Perceelnummer: 542, sectie H |
Gageldijk 95A C11 | Perceelnummer: 557, sectie H |
Gageldijk 95A C12 | Perceelnummer: 558, sectie H |
Gageldijk 95A C13 | Perceelnummer: 783, sectie H |
Gageldijk 95A C14 | Perceelnummer: 532, sectie H |

Overzicht en situatie Gageldijk 95A (bron; gemeente Stichtse Vecht)
Vertaling naar het bestemmingsplan (zie verbeelding blad 7)
Onderhavig plan voorziet in de enkelbestemming 'Recreatie'. Binnen de bestemming 'Recreatie' zal de locatie worden voorzien van de gebiedsaanduidingen 'volkstuin' en 'recreatiewoning'.
Voor wat betreft de bouwmogelijkheden voor volkstuinen wordt aangesloten bij de regels uit het bestemmingsplan 'Herenweg - Gageldijk' uit 2002.
Voor wat betreft de bouwmogelijkheden van de recreatiewoningen, wordt verwezen naar een bijgevoegde lijst, waarop per recreatiewoning (caravan) de oppervlaktes en inhoudsmaten zijn vastgelegd: zie bijlagen bij de regels, bijlage 2. Ook in het kader van de object- en persoonsgebonden gedoogbeschikkingen wordt verwezen naar dit overzicht. Hiermee wordt in deze specifieke gevallen geregeld dat permanente bewoning (tijdelijk) is toegestaan. Er is ook specifiek overgangsrecht opgenomen.
In aansluiting op de aangrenzende bestemmingsplan is het meest noordoostelijke deel van het plangebied voorzien van de bestemming 'Water'. Dit betreft een primaire watergang.
Verder zal de locatie worden voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Cultuurhistorie 1'.
2.1.4 Hazeslinger, Breukelen
Ingeklemd tussen de Straatweg en de Herenstraat is in het centrum van Breukelen het parkeerterrein de Hazeslinger gelegen. Ten tijden van de vaststelling van bestemmingsplan 'Breukelen Centrum' bestond onvoldoende duidelijkheid over deze locatie. De afgelopen jaren is er geruime tijd sprake geweest van de herinrichting van het parkeerterrein de Hazeslinger ten behoeve van een supermarkt. Dit plan is niet gerealiseerd en door de onduidelijkheid is de locatie niet meegenomen in het bestemmingsplan 'Breukelen Centrum'. Met voorliggend bestemmingsplan wordt daarom de Hazeslinger bestemd zoals het nu feitelijk gebruikt wordt.
De onderstaande afbeelding toont de ligging van de witte vlek aan de Hazeslinger in Breukelen.

Ligging witte vlek Hazeslinger Breukelen (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling naar het bestemmingsplan (zie verbeelding blad 8)
Voor deze locatie wordt aangesloten op het bestemmingsplan 'Breukelen Centrum' (vastgesteld op 26 februari 2013). De locatie zal worden bestemd met de enkelbestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied', waarbij ook de aanduiding 'centrum' is opgenomen, op grond waarvan ter plaatse tevens evenementen, weekmarkten en terrassen zijn toegestaan. Verder is deze locatie voorzien van de dubbelbestemming 'Waterstaat -Waterkering' en 'Waarde - Archeologie 1' .
2.1.5 Perceel langs het Nigtevechtsepad
Op de grens van de bestemmingsplan 'Landelijk gebied Noord' van de gemeente Stichtse Vecht en het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Weesp' van de gemeente Weesp is een witte vlek ontstaan. Het gebied is in het buitengebied van de gemeente Stichtse Vecht gelegen en in gebruik als agrarisch grasland. Het gebied is gelegen binnen de cultuurhistorische hoofdstructuur van de provincie Utrecht en maakt onderdeel uit van het UNESCO Werelderfgoed, de Stelling van Amsterdam.
Vertaling naar het bestemmingsplan (zie verbeelding blad 9)
Met onderhavig bestemmingsplan wordt aangesloten op het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Noord'. Hierbinnen worden de gronden voorzien van de enkelbestemmingen 'Agrarisch met waarden' en 'Water' en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3'. Vanwege de ligging binnen cultuurhistorische hoofdstructuur van de provincie Utrecht en de Stelling van Amsterdam worden tevens de dubbelbestemmingen 'Cultuurhistorie 3' en 'Cultuurhistorie 4' opgenomen.
2.1.6 Vechtoever 12 en 13, Vreeland
Aan de Vechtoever 12 en 13 in Vreeland zijn twee vrijstaande burgerwoningen gelegen. De locatie is gelegen binnen de kadastrale percelen 1761, 1797 en 1796, sectie B. Voorheen was de locatie gelegen binnen het bestemmingsplan 'Beschermd Dorpsgezicht Vreeland' (vastgesteld op 10 september 1996) waarbinnen de locatie was voorzien van de bestemming 'Uit te werken bestemming - Wonen'. In 2009 is invulling gegeven aan de uit te werken bestemming middels het uitwerkingsplan 'Vechtoever 11, 12 en 13' (vastgesteld op 1 september 2009 door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Loenen). Vervolgens is op 6 april 2011 het bestemmingsplan 'Vreeland' vastgesteld. Het voornemen was het uitwerkingsplan 'Vechtoever 11, 12 en 13' te verwerken in het bestemmingsplan 'Vreeland', dit is echter niet gebeurd.
De onderstaande afbeelding toont de ligging van de witte vlek in Vreeland.

Ligging witte vlek Vechtoever 12 en 13 Vreeland (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling naar bestemmingsplan
Voor deze locatie wordt aangesloten op het bestemmingsplan 'Vreeland'. Ter plaatse van de twee vrijstaande woningen zal de bestemming 'Wonen - 1' worden opgenomen met een bouwvlak en de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte' van respectievelijk 5.5 m en 9.5 m. Middels de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' wordt geregeld dat er maximaal twee woningen zijn toegestaan. Het voor- en achtererf wordt voorzien van de enkelbestemming 'Tuin', net als in het omliggende geldende bestemmingsplan 'Vreeland' (zie verbeelding blad 13).
2.1.7 Kleizuwe 103 en 103a, Vreeland
Aan de Kleizuwe 103 en 103a zijn twee burgerwoningen gelegen. De locatie is gelegen binnen de kadastrale percelen 1929 en 1947, sectie A. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan 'Beschermd Dorpsgezicht Vreeland' (vastgesteld op 10 september 1996 door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Loenen) waarbinnen de locatie is voorzien van een agrarische bestemming met een agrarisch bouwvlak. De omliggende gronden zijn gelegen binnen het bestemmingsplan 'Vreeland' (vastgesteld op 26 januari 2010). Het voornemen destijds betrof de locatie aan de Kleizuwe 103 en 103a te voorzien van een woonbestemming. Dit is echter niet goedgekeurd in het kader van milieuzonering waardoor gronden niet zijn opgenomen in het bestemmingsplan 'Vreeland'.
In 2018 is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld om middels een uitgebreide omgevingsvergunning (art. 2.12 lid 1a onder 3 Wabo) de voormalige bedrijfswoning (Kleizuwe 103) en de het achtergelegen zomerhuis (Kleizuwe 103a) te wijzigen in twee burgerwoningen. Op 6 juli 2018 is de door gemeente Stichtse Vecht een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik tot twee woningen.
De onderstaande afbeelding toont de ligging van de witte vlek.

Ligging witte vlek Kleizuwe 103 en 103a Vreeland (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling naar het bestemmingsplan
In onderhavig bestemmingsplan wordt alsnog een woonbestemming toegekend aan de twee burgerwoningen aan de Kleizuwe 103 en 103a. Voor de locatie wordt aangesloten op het bestemmingsplan 'Vreeland' waarbij de gronden met enkelbestemmingen 'Wonen - 1' en 'Tuin' worden bestemd. De twee woningen zullen worden voorzien van een bouwvlak en de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte'.
Verder wordt de locatie grotendeels voorzien van dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' en de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - straalpad', waarbij bepaald is dat de bouwhoogte niet meer bedragen dan 88 m ten opzichte van NAP (zie verbeelding blad 14).
2.1.8 Percelen langs de Ter Aaseweg
Langs de Ter Aaseweg bij Nieuwer ter Aar, tussen de A2 en het Amsterdam-Rijnkanaal zijn twee witte vlekken ontstaan op de grens van de bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Corridor' en 'Landelijk gebied Noord'. Binnen de eerste locatie zijn aan de westzijde twee waterleidingen gelegen.
De onderstaande afbeelding toont de ligging van de twee locaties langs de Ter Aaseweg.

Ligging witte vlekken langs de Ter Aaseweg (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling naar het bestemmingsplan (zie verbeelding bladen 10 en 11)
Voor beide locaties wordt aangesloten op het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Noord'.
Locatie 1
De eerste locatie wordt bestemd met de enkelbestemming 'Verkeer' en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'. Ten behoeve van de waterleidingen aan de westzijde van de locatie zal ter plaatse de dubbelbestemming 'Leiding - Water' worden opgenomen.
Locatie 2
De tweede locatie wordt bestemd met de enkelbestemming 'Agrarisch met waarden', in aansluiting op het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Noord'. Daarnaast wordt de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' opgenomen.
2.1.9 Percelen langs de Kanaaldijk Oost, Breukelen
Langs de Kanaaldijk Oost, grenzend aan het Amsterdam-Rijnkanaal, net buiten de kern Breukelen is een witte vlek ontstaan.
De onderstaande afbeelding toont de ligging van de locatie langs de Kanaaldijk Oost.

Ligging witte vlek langs Kanaaldijk Oost Breukelen (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling naar het bestemmingsplan
Met onderhavig bestemmingsplan wordt aangesloten op het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Noord'. Hierbinnen worden de gronden voorzien van de bestemming 'Verkeer' en 'Water' en de dubbelbestemmingen 'Waterstaat - Waterkering', 'Waarde - natuur', 'Waarde - Cultuurhistorie 1' en 'Waarde - Cultuurhistorie 4' (zie verbeelding blad 12).
2.1.10 Perceel langs de Kanaaldijk Oost, Loenen aan de Vecht
Langs de Kanaaldijk Oost, grenzend aan het Amsterdam-Rijnkanaal en bedrijventerrein De Werf, ten noordoosten van de kern Loenen aan de Vecht is een witte vlek ontstaan.
De onderstaande afbeelding toont de ligging van de locatie langs de Kanaaldijk Oost.

Ligging witte vlek langs Kanaaldijk Oost Loenen aan de Vecht (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling naar het bestemmingsplan
Met onderhavig bestemmingsplan wordt aangesloten op het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Noord'. Hierbinnen worden de gronden voorzien van de bestemming 'Agrarisch met waarden' en de dubbelbestemmingen 'Waarde - Cultuurhistorie 1' en 'Waarde - Archeologie 4' (zie verbeelding blad 27).
2.2 Reparaties
2.2.1 Bestemmingsplan Maarssendorp Woongebied
Na vaststelling van het bestemmingsplan 'Maarssendorp Woongebied' zijn nog verschillende omissies geconstateerd. Onderstaand worden de omissies kort toegelicht.
Dr. Ariënslaan 6, Maarssen
In 1992 is een vergunning verleend voor de verbouwing van de begane grond naar een praktijkruimte. Dit is niet meegenomen in het bestemmingsplan 'Maarssendorp Woongebied'. Onderhavig bestemmingsplan hersteld deze omissie door binnen de bestemming 'Wonen' de aanduiding 'praktijkruimte' op te nemen. De aanduiding 'praktijkruimte' is afgebakend langs het hoofdgebouw en uitbouw waardoor het bestaande oppervlakte aan bebouwing mogelijk wordt gemaakt. (zie verbeelding blad 15).
Albert Cuypstraat, Maarssen
Ten behoeve van de herontwikkeling van de locatie 'Schildershof' in Maarssen is in 2013 het bestemmingsplan 'Schildershof' vastgesteld. Echter bij de vaststelling van het bestemmingsplan 'Maarssendorp Woongebied' is het deel dat valt binnen het bestemmingsplan 'Schildershof' wegbestemd en zijn de gronden herbestemd volgens het daarvoor geldende bestemmingsplan 'Maarssen Dorp woongebied'. Met onderhavig bestemmingsplan wordt de omissie hersteld door de gronden te bestemmen conform het bestemmingsplan 'Schildershof'. De verbeelding en de regeling uit dat bestemmingsplan zijn 1-op-1 overgenomen in het voorliggende bestemmingsplan (zie verbeelding blad 15).
Willem van Leusdenlaan 47, Maarssen
Op het perceel (perceelnummer: 6424) horende bij de woning Willem van Leusdenlaan 47 in Maarssen heeft het zijerf de bestemming 'Verkeer' gekregen terwijl dit deels bestemming 'Tuin' en deels de bestemming 'Wonen' moet zijn. Met onderhavig bestemmingsplan wordt deze omissie hersteld door de bestemming 'Verkeer' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' en 'Tuin'. Binnen de bestemming 'Tuin' is gelijk aan de naastgelegen percelen de 'specifieke bouwaanduiding - hogere erfafscheiding' opgenomen. (zie verbeelding blad 16).
Bestemming Tuin
Binnen de regels van de bestemming 'Tuin', artikel 17 van het bestemmingsplan 'Maarssendorp Woongebied' wordt in artikel 17.2.1 niet duidelijk aangegeven dat de bijbehorende bouwwerken aangebouwd aan het hoofdgebouw moeten zijn. Middels een administratieve bepaling art. 36.1.13 wordt dit verduidelijkt doordat in de omschrijving wordt toegevoegd dat het bouwen van bijbehorende bouwwerken uitsluitend aangebouwd aan het hoofdgebouw mogen worden.
2.2.2 Bestemmingsplan Landelijk Gebied Maarssen
Na vaststelling van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Maarssen' zijn nog een drietal omissies geconstateerd. Onderstaand worden de omissies kort toegelicht.
Recreatieverblijven en schuilgelegenheden/ bergingen aan de Westbroekse Binnenweg in Tienhoven (zie blad 19)
In het natuurgebied Molenpolder achter de percelen aan de Westbroekse Binnenweg in Tienhoven zijn verschillende recreatieverblijven en schuilgelegenheden/ bergingen gelegen.
De bouwvlakken van de recreatieverblijven zijn verschoven. Ze liggen nu in sommige gevallen (deels) naast de recreatieverblijven. Daarnaast zijn voor sommige recreatieverblijven geen recreatieve bestemming met bouwvlak opgenomen en ontbraken aanduidingen. Volgens het geldende bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Maarssen' (vastgesteld op 17 december 2013) geldt ter plaatse van de recreatieverblijven de bestemming 'Natuur'. Deze omissie wordt hersteld door ter plaatse van de recreatieverblijven de bestemming 'Recreatie - 4' op te nemen.
Voor de Vereniging Zon en Leven geldt tevens dat verenigingsgebouwen bestemd waren als recreatieverblijf. Deze omissie is hersteld door de bestemming 'Recreatie - 4a' bestemming op te nemen voor de diverse verenigingsgebouwen. Daarnaast hebben enkele verenigingsgebouwen een nieuw bouwvlak gekregen, hiervoor zijn twee bouwvlakken van niet bestaande recreatieverblijven uitgeruild. Voor wat betreft de maatvoering van de gebouwen is een koppeling gelegd met het als bijlagen bij de regels, bijlage 3 opgenomen overzicht.
Voor de gronden waar op dit moment de bestemming 'Recreatie - 4' geldt maar geen recreatieverblijf is gelegen, zal de bestemming 'Natuur' worden opgenomen.
Daarnaast zijn er verschillende schuilgelegenheden/ bergingen gelegen in het natuurgebied. In het geldende bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Maarssen' geldt hiervoor de bestemming 'Natuur' met een bouwvlak en de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - schuilgelegenheid/berging'. Echter is voor een deel van de schuilgelegenheden/ bergingen is geen bouwvlak met aanduiding opgenomen. Deze omissie wordt hersteld door ter plaatse van de schuilgelegenheden/ bergingen binnen de bestemming 'Natuur' een bouwvlak met de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - schuilgelegenheid/berging' op te nemen. Hiervoor is ook een bestemmingsregeling opgenomen.
Nedereindsevaart 18 Tienhoven (perceel 1083); zie blad 20
Aan de Nedereindsevaart 18 (kadastrale perceelnummer: 1083) is een burgerwoning gelegen. In het geldende bestemmingsplan heeft de tuin de bestemming 'Natuur' gekregen. Dit moet echter de bestemming 'Tuin' zijn. Met onderhavig bestemmingsplan wijzigt een deel van het kadastrale perceel 1083 van de bestemming 'Natuur' naar de bestemming 'Tuin'. Doordat een aanzienlijk deel van het kadastrale perceelnummer 1083 bestaat uit water zal slechts het gedeelte dat niet bestaat uit water als 'Tuin' worden bestemd. Verder is de locatie voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3', waarmee inhoudelijk wordt aangesloten op de omliggende archeologische dubbelbestemming.
Herenweg 2, Breukeleveen
De tuin behorende bij het perceel Herenweg 2 (kadastrale perceelnummer: 1504), dat zich grotendeels op het grondgebied van de gemeente Wijdemeren bevindt, is per abuis bestemd als 'Water'. In het voorliggende bestemmingsplan wordt dat gecorrigeerd. Voor het kadastrale perceelnummer 1504 wordt de bestemming 'Wonen' opgenomen. Verder zal de geldende dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' behouden blijven.
Verwijzingen binnen bestemming 'Natuur'
Binnen de bestemming 'Natuur' wordt in artikelen 11.4.2, 11.4.3 onder a en 11.4.4 onder a verwezen naar het artikel 11.3.1 onder a. Deze verwijzing klopt niet, er moet worden verwezen naar artikel 11.4.1 onder a. Daarnaast valt 'extensief recreatief medegebruik' onder 'agrarisch medegebruik'. Dit dient echter los genoemd te worden waardoor er wordt doorgenummerd.
Middels een administratieve bepaling in art. 36.1.3. in de 'Overige regels' wordt de verwijzingen binnen de bestemming 'Natuur' gecorrigeerd.
2.2.3 Bestemmingsplan Oud Zuilen en op Buuren
Pluimveeslachterij Groeneweg 6 in Oud Zuilen
Eigenaar van de agrarische gronden aan de Groeneweg 6 in Oud Zuilen heeft een pluimveeslachterij. Hiervoor is 30 september 2019 een omgevingsvergunning verleend door de gemeente Stichtse Vecht. Dit is echter nog niet geregeld in geldend bestemmingsplan. Met onderhavig bestemmingsplan wordt via een administratieve bepaling (zie Overige regels) geregeld dat op de locatie Groeneweg 6 in Oud Zuilen tevens een pluimveeslachterij is toegestaan. Daarbij is voorts geregeld dat deze pluimveeslachterij alleen ten behoeve van eigen bedrijf mag slachten (zie art. 36.1.4).
Voorziening partyschepen
Op de verbeelding is binnen de bestemming ‘Verkeer’ een bouwvlak met de aanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning – voorziening partyschepen’ opgenomen. Echter, in de bestemmingsregels is deze aanduiding in de bestemming ‘Recreatie’ opgenomen. In het voorliggende bestemmingsplan wordt dat gerepareerd door het betreffende bouwvlak te voorzien van de bestemming 'Recreatie', met behoud van de diverse aanduidingen en dubbelbestemmingen.
2.2.4 Bestemmingsplan De Kwekerij
De percelen van de voormalige Kwekerij Scholten zijn herontwikkeld tot een nieuwe woonwijk in de kern van Maarssen. Hiervoor is op 27 juli 2011 het bestemmingplan 'De Kwekerij' vastgesteld. Na realisatie van de nieuwe woonwijk blijkt dat een deel van de kadastrale percelen 4870 en 4871, sectie A bestemd zijn als 'Water'. Deze gronden zijn echter in gebruik als tuin. Met onderhavig bestemmingsplan wordt deze omissie hersteld door de bestemming 'Water' te wijzigen in de bestemming 'Wonen'.
2.2.5 Bestemmingsplan Breukelen Woongebied
Straatweg naast 185a in Breukelen
Deze reparatie heeft betrekking op een dierenverblijf in de dierenweide ten noorden van het perceel Straatweg 185a. De gronden hebben in het geldende bestemmingsplan de bestemming 'Groen', waarbij het betreffende dierenverblijf per abuis is aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding - monument'. Deze aanduiding dient te worden verwijderd. Er is hierbij een maximum goot- en bouwhoogte opgenomen van resp. 3 en 7 m, alsmede de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 4’ (zie verbeelding blad 25).
Wilhelminastraat 39 a t/m u in Breukelen
Aan de Wilhelminastraat 39 a t/m u is aan appartementencomplex gevestigd met daarin 18 appartementen. Voorheen was ter plaatse een bedrijfspand gesitueerd. Door de gemeente Stichtse Vecht is op 12 november 2014 een omgevingsvergunning verleend voor de verbouwing van het bedrijfspand en de realisatie van 18 appartementen. Doordat in het geldende bestemmingsplan voor de locatie nog steeds een bedrijfsbestemming geldt voorziet onderhavig bestemmingsplan in de wijziging van de bestemming 'Bedrijf' naar de bestemming 'Wonen' (zie verbeelding blad 17).
Broekdijk Oost 11 in Breukelen
In het geldende bestemmingsplan is de bebouwing aan Broekdijk Oost voorzien van de bestemming 'Wonen-1' met bouwvlakken. Per abuis valt een deel van de garage van Broekdijk Oost 11 binnen het bouwvlak van de naastgelegen woning Broekdijk Oost 9. Dit wordt hersteld door het bouwvlak aan te passen en ter plaatse de bestemming 'Wonen' toe te kennen zonder bouwvlak (zie verbeelding blad 18). Hierbij is in de regels ook een wijzigingsbevoegdheid overgenomen.
Omissie in de regels
De tekst van artikel 29.3 van de regels van het bestemmingsplan 'Breukelen Woongebied' loopt niet helemaal goed waardoor de 'afwijking van de bouwregels' lastig leesbaar is. Middels een administratieve bepaling wordt artikel 29.3 'afwijking van de bouwregels' leesbaarder gemaakt. Hierbij wordt aangesloten bij de gemeentelijke standaardregels. (zie art. 36.1.6.).
2.2.6 Bestemmingsplan Nieuwersluis
Omissie in de regels
Bij Wonen artikel 15.2.2.h. staat: 'maximaal 50 % van het bouwvlak bijgebouwen mag worden bebouwd, onverminderd het bepaalde onder g.' Dit is niet correct doordat er geen bouwvlak bijgebouwen aanwezig is. Middels een administratieve bepaling wordt dat gecorrigeerd (zie art. 36.1.9.).
2.2.7 Bestemmingsplan Landelijk Gebied Noord
Slotlaan 10 in Loenersloot
Aan de Slotlaan 10 in Loenersloot is een agrarisch bedrijf gevestigd. Voorheen was ter plaatse één bedrijfswoning en zomerhuis gevestigd. Op 9 april 1996 is echter een omgevingsvergunning verleend voor de verbouwing van het zomerhuis ten behoeve van een tweede bedrijfswoning. Inmiddels geldt ter plaatse het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Noord', vastgesteld op 3 december 2015. Echter is de vergunde situatie niet verwerkt in dit bestemmingsplan. In artikel 3.1 onder L wordt gesteld dat er per bouwvlak maximaal één bedrijfswoning is toegestaan tenzij op de verbeelding anders staat aangegeven. Met voorliggend bestemmingsplan wordt de vergunde situatie alsnog verwerkt door een administratieve bepaling waarmee voor het betreffende perceel wordt geregeld dat ter plaatse het maximum aantal woonheden twee bedrijfswoningen mag bedragen.
Alambertskade in Vreeland (verbeelding blad 24)
De gronden aan de Alambertskade zijn gelegen op de grens van het grondgebied van de gemeente Stichtse Vecht en de gemeente Wijdemeren. Hierdoor zijn een deel van de gronden per abuis op dit moment niet bestemd op ruimtelijkeplannen.nl en is een witte vlek ontstaan. Verder is de woning aan de Alambertskade 5 in Vreeland bestemd binnen het bestemmingsplan 'Wijde Blik' (vastgesteld op 3 februari 2005 door de gemeenteraad van de gemeente Wijdemeren). Echter zijn de gronden gelegen binnen het grondgebied van de gemeente Stichtse Vecht. In voorliggend bestemmingsplan wordt de woning aan de Alambertskade 5 meegenomen en wordt de locatie voorzien van de enkelbestemming 'Wonen - 2'. De begrenzing sluit aan bij de woonbestemming uit het bestemmingsplan 'Wijde Blik'. De resterende gronden krijgen de bestemming 'Natuur'. Verder wordt aangesloten op de bestemmingen uit het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Noord' waarbinnen de naastgelegen gronden zijn voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1', 'Waarde - Cultuurhistorie 4' en 'Waarde - Natuur'.
Omissie in de regels
- Bestemming 'Water' wordt in artikel 14.1 onder f is aangegeven dat er ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' de hiervoor aangewezen gronden zijn bestemd voor een aanlegplaats voor recreatievaartuigen. Dit is niet correct omdat aanduiding 'aanlegsteiger' niet klopt, dit moet namelijk de aanduiding 'aanlegplaatsen' zijn. Middels een administratieve bepaling in art. 36.1.10. wordt dat gecorrigeerd.
- Tekst bij artikel 15.2.1.e en f. is moeilijk leesbaar. Dit is aangepast middels een administratieve bepaling in art. 36.1.10. In samenhang hiermee zijn, waar nodig, ook verwijzingen elders in die bestemming aangepast.
2.2.8 Bestemmingsplan Vreeland
Omissie in de regels
Binnen de bestemming 'Wonen', uit het bestemmingsplan 'Vreeland' (vastgesteld op 6 april 2011), wordt in artikel 20.2.2 aangegeven dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoning aan de kenmerken uit artikel 20.2 onder a t/m j moeten voldoen. Doordat dit tevens betrekking heeft op overkappingen dient dit te worden toegevoegd aan het kopje en de omschrijving van artikel 20.2. Middels een administratieve bepaling in art. 36.1.11. wordt deze omissie in de regels gecorrigeerd, waarbij zowel in het kopje als in de omschrijving wordt toegevoegd dat het artikel tevens betrekking heeft op overkappingen.
2.2.9 Bestemmingsplan Bergseweg 6 Vreeland
Omissie in de regels
Binnen de bestemming 'Bedrijf', uit het bestemmingsplan 'Bergseweg 6 Vreeland' (vastgesteld op 18 november 2015), wordt in artikel 4.2.2 aangegeven dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de bedrijfswoning aan de kenmerken uit artikel 4.2.2 onder a t/m j moeten voldoen. Doordat dit tevens betrekking heeft op overkappingen dient dit te worden toegevoegd aan het kopje en de omschrijving van artikel 4.2.2. Middels een administratieve bepaling in art. 36.1.12. wordt deze omissie in de regels gecorrigeerd, waarbij zowel in het kopje als in de omschrijving wordt toegevoegd dat het artikel tevens betrekking heeft op overkappingen.
2.2.10 Bestemmingsplan Maarssenbroek Woongebied
Safariweg 200 t/m 391 in Maarssen (verbeelding blad 23)
Vanaf de tweede verdieping van het pand aan de Safariweg in Maarssen zijn woningen toegestaan. Dit is in het bestemmingsplan 'Maarssenbroek Woongebied' geregeld binnen de bestemming 'Centrum' middels de aanduiding 'wonen'. Voor de woningen aan de Safariweg 200 t/m 391 ontbreekt echter de aanduiding 'wonen', waardoor de woningen niet zijn toegestaan volgens het geldende bestemmingsplan. Deze omissie wordt hersteld door op de verbeelding ter plaatse van de woningen aan de Safariweg 200 t/m 391 de aanduiding 'wonen' op te nemen binnen de bestemming 'Centrum'.
Reigerskamp 232
Aan de Reigerskamp 232 in Maarssen is een tennisvereniging gevestigd. De gronden hebben de bestemming 'Sport' gekregen. Onderdeel van de locatie is een zelfzelfstandige horecavoorziening. Ter plaatse van deze horecavoorziening is de functieaanduiding 'horeca' opgenomen. In de regels van de bestemming 'Sport' is deze functieaanduiding niet verder geregeld. De betreffende functieaanduiding is middels een administratieve bepaling opgenomen binnen de bestemming 'Sport'. Hierbij is geregeld dat ter plaatse van de aanduiding 'horeca' een zelfstandige horeca(onderneming) in categorie h7 is toegestaan (zie art.36.1.1.).
Bloemstede 223 in Maarssen
Ter plaatse van de Bloemstede 223 in Maarssen is een zelfstandige horecagelegenheid gevestigd. Hiervoor geldt de bestemming 'Maatschappelijk' waarbinnen de locatie is voorzien van een bouwvlak. Verder is op de verbeelding de functieaanduiding 'horeca' opgenomen. Deze functieaanduiding is echter in de regels van de bestemming 'Maatschappelijk' niet opgenomen. De betreffende functieaanduiding is middels een administratieve bepaling opgenomen binnen de bestemming 'Maatschappelijk'. Hierbij is geregeld dat ter plaatse van de aanduiding 'horeca' een zelfstandige horeca(onderneming) in categorie h7 is toegestaan (zie art.36.1.1.).
Omissie in de regels
- Binnen de bestemming 'Groen - 1' wordt verwezen naar artikel 9. Dit is niet correct er moet namelijk worden verwezen naar artikel 10. Middels een administratieve bepaling (zie art. 36.1.2 van regels) wordt dat gecorrigeerd.
- Binnen de bestemming 'Maatschappelijk' geldt volgens artikel 12.1 sub b dat ter plaatse van de aanduiding ‘kinderboerderij’ een kinderboerderij, milieu-educatief centrum en een zelfstandige horeca(onderneming) in categorie h4 is toegestaan. Dit is alleen niet correct, er is namelijk een zelfstandige horeca(onderneming) in categorie h1 toegestaan. Middels een administratieve bepaling (zie art. 36.1.8 van regels) wordt dat gecorrigeerd.
2.2.11 Bestemmingsplan Stationsweg - Noord
Bestemming Tuin
Binnen de regels van de bestemming 'Tuin', artikel 5 van het bestemmingsplan, wordt in artikel 5.2.1 niet duidelijk aangegeven dat de bijbehorende bouwwerken aangebouwd aan het hoofdgebouw moeten zijn. Middels een administratieve bepaling wordt dit verduidelijkt doordat in de omschrijving wordt toegevoegd dat het bouwen van bijbehorende bouwwerken uitsluitend aangebouwd aan het hoofdgebouw mogen worden (zie art.36.1.13.).
2.2.12 Bestemmingsplan Rondom de Vecht
Binnen het bestemmingsplan 'Rondom de Vecht' (vastgesteld 19 november 2019) is in de bestemming 'Wonen - 2' een maximum inhoudsmaat voor hoofdgebouwen (600 m³) en een afwijkingsbevoegdheid voor het afwijken van die inhoudsmaat (tot een maximum van 800 m³) opgenomen. Bedoeld was dat deze maat zou gelden voor hoofdgebouwen inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken. Het bestemmingsplan wordt op dit punt gerepareerd in de artikelen 20.2.1.e en 20.3.1 onder a (zie artikel 36.1.14). In samenhang hiermee wordt ook artikel 19 (bestemming 'Wonen - 1') aangepast.
2.2.13 Parkeernormen
In de bestemmingsplannen 'Maarssen aan de Vecht' (vastgesteld 1 juli 2008), 'Maarssen aan de Vecht, partiële herziening’ (vastgesteld op 21 juni 2010), 'Corridor' (vastgesteld op 28 mei 2014) en 'Corridor 1ste herziening' (vastgesteld op 1 maart 2015) is geen verwijzing naar de tabel parkeernormen waardoor de normen juridisch gezien niet afdwingbaar zijn. Voor nu wordt een administratieve bepaling opgenomen (zie art. 36.1.5.), waarmee het betreffende bestemmingsplan voorzien wordt van de in het voorliggende plan opgenomen parkeerregeling (zie art. 34.1.). Voor de langere termijn wordt dit wellicht integraal aangepakt in de vorm van een Parapluplan Parkeren.
Hoofdstuk 3 Beleidskader
Onderhavig parapluplan betreft het regelen van 'witte vlekkén' die per abuis zijn ontstaan en reparaties waarmee bestaande planologische regelgeving wordt bestendig. Dit heeft geen gevolgen voor het beleid zoals dat is vastgelegd door het rijk of de provincie. Evenmin ontstaat er strijdigheid met gemeentelijk beleid.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan dient binnen de planperiode uitvoerbaar te zijn. De uitvoerbaarheid wordt mede onderzocht door het plan te toetsen aan de regelgeving, het beleid van de gemeente en van andere overheden en de uitkomsten van onderzoeken.
Het onderhavige bestemmingsplan regelt enkele 'witte vlekken' en legt een regeling vast zoals deze nu van toepassing is volgens vigerende bestemmingsplannen en verleende vrijstellingen. Er vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats.
Gezien de aard van de herziening zijn er geen aspecten in het geding die nader onderzoek vereisen op het gebied van geluid, bodem, milieuzonering, luchtkwaliteit, externe veiligheid, verkeer, water, cultuurhistorie, archeologie, flora en fauna of privaatrechtelijke aspecten.
Hoofdstuk 5 Juridische Planbeschrijving
5.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
5.2 Toelichting Op De Planregels
De planregels van het bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de geldende bestemmingsplannen. In onderstaande paragrafen zullen de regels nader worden uiteengezet.
5.3 Bestemmingen
De regelingen voor de 'witte vlekken' en de reparaties sluiten aan op de geldende regelingen zoals die ter plaatse (hadden moeten) gelden. Deels is ook aangesloten op de nieuwe standaardregels van de gemeente Stichtse Vecht. In enkele gevallen is er voor gekozen om e.e.a. te repareren via een administratieve bepaling.
In hoofdstuk 2 is per casus reeds beschreven hoe het wordt geregeld, welke bestemmingen gehanteerd worden en welke eventuele verbijzonderingen daarbij gehanteerd zijn. Kortheidshalve wordt verwezen naar dat hoofdstuk.
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
- het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
- het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
- het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
Planspecifiek
Met onderhavig bestemmingsplan worden, in planologische zin, geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarvoor een kostenverhaalsverplichting geldt. Het bestemmingsplan betreft een actualisering van een aantal verouderde bestemmingsplannen. Daarnaast worden er enkele reparaties van verschillende geldende bestemmingsplannen geregeld. Aan de reparaties zijn geen financiële gevolgen voor de gemeente verbonden.
Hoofdstuk 7 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 Wro sub c overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
7.1 Vooroverleg
In het kader van vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de volgende instanties:
- Provincie Utrecht
- Waternet als uitvoeringsorganisatie van Waterschap Amstel, Gooi en Vechtstreek
- Gemeente Wijdemeren
- Gasunie
- Rijkswaterstaat Midden Nederland
- Veiligheidsregio Utrecht
Provincie Utrecht, Waternet en Veiligheidsregio Utrecht hebben een reactie ingediend. In de als bijlagen bij toelichting bijgevoegde 'Nota overlegreacties' zijn de ingekomen reacties samengevat en voorzien van een beantwoording. Op enkele punten zijn naar aanleiding hiervan aanpassingen doorgevoerd. Bovendien zijn enkele ambtshalve wijzigingen aangebracht; ook die zijn vermeld in de eerder genoemde 'Nota overlegreacties'.
7.2 Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingplan Parapluplan 'Witte vlekken en reparaties' heeft vanaf vrijdag 8 april 2022 tot en met donderdag 19 mei 2022 voor een periode van 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende de periode van 6 weken is een ieder in de gelegenheid gesteld met een zienswijze te reageren op de inhoud van het ontwerpbestemmingsplan. Er zijn vijf zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn binnen de bovengenoemde termijn ingediend en in behandeling genomen.
In de ‘Nota zienswijzen’ zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. Daarnaast is per reactie aangegeven of en in welke mate de reactie aanleiding geeft tot een wijziging van het bestemmingsplan. De ‘Nota zienswijzen’ is in bijlagen bij toelichting als bijlage opgenomen bij dit plan.