Singel 1 te Vreeland
Bestemmingsplan - gemeente Stichtse Vecht
Vastgesteld op 10-07-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan "Singel 1 Vreeland" met identificatienummer NL.IMRO.1904.BPSingel1VLD-VG01 van de gemeente Stichtse Vecht;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aaneengebouwde woning:
bebouwing bestaande uit drie of meer aaneengebouwde woningen;
1.6 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.8 bestaande situatie (bebouwing en gebruik):
- a. bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
- b. het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
1.9 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.10 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.11 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.12 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.13 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.14 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.15 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;
1.16 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.17 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.18 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.19 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.20 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.21 erf:
een al dan niet bebouwd perceel, of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
1.22 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.23 geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder en/of bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.24 publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis:
een beroeps of bedrijfsactiviteit, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;
1.25 twee-aaneengebouwde woningen:
bebouwing bestaande uit twee aaneengebouwde grondgebonden woningen;
1.26 vrijstaande woning:
een woning die geheel vrij staat ten opzichte van andere bebouwing;
1.27 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.5 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;
2.6 ondergeschikte bouwonderdelen:
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden stoepen, stoeptreden, trappen, funderingen, kelderkoekkoeken, erkers, pilasters, kozijnen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, luifels en balkons buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt en overige ondergeschikte bouwonderdelen, mits de overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,5 m bedraagt.
2.7 peil:
- a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg;
- b. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw.
2.8 verticale diepte van een ondergronds bouwwerk:
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Weidegebied
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden- weidegebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. weidegronden ten behoeve van grondgebonden veehouderijbedrijven;
- b. behoud, versterking en herstel van de aldaar voorkomende, dan wel daaraan eigen zijnde landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden.
met daarbij behorende:
- c. erfbeplantingen en groenvoorzieningen;
- d. water en watergangen;
- e. overige functioneel met de bestemming 'Agrarisch met waarden' verbonden voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op de in 3.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht, met uitzonderingen van erf- en terreinafscheidingen met een bouwhoogte van ten hoogste 1 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met de bestemming van de in 3.1 bedoelde gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van buitenopslag van materialen en mest;
- b. het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van een paardenbak.
3.4 Omgevingsvergunning uitvoeren werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden
Artikel 4 Tuin
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. parkeren, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van tuin - overtuin";
met daarbij horende:
- c. bijbehorende bouwwerken;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. overige functioneel met de bestemming 'Tuin' verbonden voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verkeer;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorziening;
- d. groen;
- e. water;
- f. infiltratievoorzieningen
- g. speelvoorzieningen;
- h. voet- en fietspaden;
- i. calamiteitenpaden;
- j. perceelontsluitingen.
5.2 Bouwregels
Ten behoeve van de in 5.1 genoemde bestemmingsomschrijving mogen de daarbij behorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gerealiseerd, met dien verstande dat deze uitsluitend zijn toegestaan voor zover (en in het geval dat) de in artikel 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) genoemde situaties dit toelaten.
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterlopen;
- b. waterhuishouding;
met de daarbij horende:
- c. bruggen, sluizen, waterhuishoudkundige voorzieningen, beschoeiingen en overige kunstwerken;
- d. overige functioneel met de bestemming 'Water' verbonden voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Wonen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan huis verbonden beroep of bedrijf in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
met de daarbij horende:
- c. overige bouwwerken;
- d. erven en terreinen;
- e. groenvoorzieningen en water;
- f. parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
- g. wegen en paden;
- h. overige functioneel met de bestemming 'Wonen' verbonden voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 8 Waarde - Archeologie 4
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de in of op de grond aanwezige archeologische waarden.
8.2 Bouwregels
- a. Op de gronden met de bestemming 'Waarde - archeologie 4' mogen geen bouwwerken worden gebouwd;
- b. In afwijking van het bepaalde onder a zijn bouwwerken ten behoeve van de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen op de in 8.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder het peil, niet wordt uitgebreid;
- 2. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden en zonder heiwerkzaamheden kan worden gerealiseerd;
- 3. een bouwwerk waarbij de bodemverstoring minder dan 500 m2 bedraagt, dan wel meer dan 500 m2 bedraagt en de diepte niet meer dan 0,3 meter.
8.3 Afwijken bouwregels
- a. In afwijking van het bepaalde in 8.2 mogen gebouwen en bouwwerken en andere bouwwerkzaamheden volgens de andere daar voorkomende bestemming(en) gerealiseerd worden, mits op basis van het archeologisch rapport dat bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt ingediend en waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders blijkt dat:
- 1. archeologische waarden in voldoende mate zijn vastgesteld;
- 2. archeologische waarden door het uitvoeren van bouwactiviteiten niet of niet onevenredig worden geschaad, dan wel afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud van die waarden;
- 3. er geen archeologische waarden aanwezig zijn.
- b. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen burgemeester en wethouders de volgende voorschriften verbinden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen: de verplichting de uitvoering van de bouwwerkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
- c. Het bevoegd gezag wint advies in van een door hen aan te wijzen deskundige, alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen.
8.4 Omgevingsvergunning uitvoeren werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden
Artikel 9 Waarde - Landschap
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Landschap" aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de bescherming van de op deze gronden voorkomende landschappelijke waarden die worden ontleend aan de historische openheid van het Groene Hart en met name de openheid tussen de afzonderlijke bebouwingsensembles.
9.2 Bouwregels
9.3 Omgevingsvergunning uitvoeren werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden
Artikel 10 Waterstaat - Waterkering
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en de bescherming van het achtergelegen land tegen inundatie, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals dijken, duikers, keerwanden en merktekens.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
10.4 Omgevingsvergunning uitvoeren werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
12.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik als bedoeld artikel 2.1, onder 1c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
12.2 Parkeernormen
Een omgevingsvergunning voor het oprichten van gebouwen en bouwwerken ten dienste van de bestemming kan alleen worden verleend indien in, op of onder het gebouw dan wel op het onbebouwde terrein dat bij het gebouw hoort, in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, conform de parkeernormen zoals opgenomen in het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan Stichtse Vecht 2013, deel B: Nota Parkeernormen, vastgesteld door de raad op 29 september 2015. Indien de nota niet voorziet in een parkeernorm voor een specifieke functie, stelt het bevoegd gezag een parkeernorm vast.
12.3 Afwijken van de parkeernormen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 12.2 indien:
- a. aanpassing van het bouwplan om alsnog te kunnen voorzien in voldoende parkeerruimte redelijkerwijs niet kan worden verlangd; of
- b. op een andere wijze is of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid om de toename van de parkeerbehoefte op te vangen.
12.4 Wijziging beleidsregels
Indien de onder 12.2 bedoelde beleidsregels worden gewijzigd, wordt met die wijziging rekening gehouden.
Artikel 13 Algemene Aanduidingsregels
13.1 Geluidzone - industrie
13.2 Vrijwaringszone - molenbiotoop
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
14.1 Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:
- a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
- b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
- d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 m.
14.2 Vereisten afwijking
Afwijking als bedoeld in artikel 14.1 kan slechts worden verleend, mits:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
15.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen waarbij het bestemmingsvlak met ten hoogste 10% mag worden vergroot.
15.2 Waarde - Archeologie 4
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Eenmalig kan middels een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10 %.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, waaronder begrepen het overgangsrecht van dat plan.
16.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken die bestonden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a van dit lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a van dit lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, waaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 17 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels bestemmingsplan Singel 1 Vreeland".
Bijlage 1 Milieutechniek Zvs Eemnes Bv, Verkennend Bodemonderzoek, 20 December 2013.
Bijlage 1 Milieutechniek ZVS Eemnes BV, Verkennend bodemonderzoek, 20 december 2013.
Bijlage 2 Milieutechniek Zvs Eemnes Bv, Verkennend Waterbodemonderzoek, 20 December 2013.
Bijlage 2 Milieutechniek ZVS Eemnes BV, Verkennend waterbodemonderzoek, 20 december 2013.
Bijlage 3 Milieutechniek Zvs Eemnes Bv, Verkennend Bodemonderzoek, 16 Oktober 2017.
Bijlage 3 Milieutechniek ZVS Eemnes BV, Verkennend bodemonderzoek, 16 oktober 2017.
Bijlage 4 Het Geluidburo, Akoestisch Onderzoek, 11 Oktober 2017.
Bijlage 4 Het geluidBuro, Akoestisch onderzoek, 11 oktober 2017.
Bijlage 5 Bureau Schenkeveld, Voortoets Natuurwetgeving, 17 Oktober 2017en Aangepast Op 28 Februari 2018.
Bijlage 6 Buro, Pas Vergelijking Garage En Woningbouw, 9 Augustus 2017.
Bijlage 6 buRO, PAS vergelijking garage en woningbouw, 9 augustus 2017.
Bijlage 7 Grondvitaal Bv, Verkennend Onderzoek Asbest In Puin, 8 Februari 2018.
Bijlage 7 Grondvitaal BV, Verkennend onderzoek asbest in puin, 8 februari 2018.
Bijlage 8 Grondvitaal Bv, Aanvullend Bodemonderzoek, 8 Februari 2018.
Bijlage 8 Grondvitaal BV, Aanvullend bodemonderzoek, 8 februari 2018.
Bijlage 9 Gemeente Stichtse Vecht, Nota Vooroverleg, Februari 2018.
Bijlage 9 Gemeente Stichtse Vecht, Nota vooroverleg, februari 2018.
Bijlage 10 Buro, Aanmeldnotitie, Maart 2018.
Bijlage 10 buRO, Aanmeldnotitie, maart 2018.
Bijlage 11 Gemeente Stichtse Vecht, Nota Zienswijzen, 15 Mei 2018
Bijlage 11 Gemeente Stichtse Vecht, Nota Zienswijzen, 15 mei 2018
Bijlage 12 Bureau Schenkeveld, Aanvullend Natuuronderzoek, 13 Mei 2018
Bijlage 12 Bureau Schenkeveld, Aanvullend natuuronderzoek, 13 mei 2018
Bijlage 13 Omgevingsdienst Regio Utrecht, Besluit Hogere Waarden, 7 Juni 2018
Bijlage 13 Omgevingsdienst regio Utrecht, Besluit hogere waarden, 7 juni 2018